Maçonnieke encyclopedie-B.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE BELGISCHE FEDERATIE
TITEL EEN DE WERKPLAATSEN
Artikel 1. Oprichting van een Loge
Artikel 2. Oprichting van een Loge. Voorlopig Charter.
Artikel 3. Oprichting van een Loge. Definitief Charter.
Artikel 4. Driehoek.
Artikel 5. Fusie van Loges
Artikel 6. Verandering van Oosten.
Artikel 7. Tijdelijke schorsing van de Werkzaamheden.
Artikel 8. Ontbinding.
Artikel 9. Hervatting van de Werkzaamheden.
TITEL TWEE DE VRIJMETSELAARS.
Artikel 10. Actieve leden.
Artikel 10bis. Dubbel lidmaatschap in de schoot van de Belgische Federatie.
Artikel 10ter. Dubbel lidmaatschap in de schoot van de
Internationale Gemengde Vrijmetselaarsorde Le Droit Humain.
Artikel 11. Leden met verlof.
Artikel 12. In slaap gestelde leden.
Artikel 13. Schorsing.
Artikel 14. Ontslag
Artikel 15. Mutatie.
Artikel 15bis. Affiliatie.
Artikel 16. Wederopneming.
Artikel 17. Regularisatie
TITEL DRIE DE OFFICIEREN DIGNITARISSEN.
Artikel 18. Officieren Dignitarissen van een Loge.
Artikel 19. De Achtbare Meester.
Artikel 20. De Opzieners.
Artikel 21. De Redenaar.
Artikel 22. De Secretaris.
Artikel 23. De Keurmeesters.
Artikel 24. De Penningmeester.
Artikel 25. De Aalmoezenier.
Artikel 26. De Ceremoniemeester.
Artikel 27. De Tempelsluiters.
Artikel 28. De Gewezen Achtbare Meester.
Artikel 29 Afgeschaft.
Artikel 30. Verkiezing van de Officieren Dignitarissen.
Artikel 31. Installatie van de Officieren Dignitarissen.
Artikel 32. De Commissie van Officieren Dignitarissen.
TITEL VIER DE ORGANISATIE DER MAçONNIEKE WERKZAAMHEDEN.
Artikel 33. De Zittingen.
Artikel 33bis. Blanke Zittingen.
Artikel 34. Debatten.
Artikel 35. Bezit van voorwerpen toebehorend aan een
Artikel 36. Bijzondere commissies.
Artikel 37. Bezoekers.
Artikel 38. Internationale Woorden van het Jaar.
Artikel 39. Ontvangst van de Maçonnieke Overheden en de
Afvaardigingen van de Belgische Federatie.
Artikel 40. Studies van het jaar.
Artikel 41. Adoptie.
Artikel 42. cf. Art. 53
TITEL VIJF INWIJDING EN LOONSVERHOGING.
Artikel 43. Procedure die aan de Inwijding voorafgaat.
Kandidatuur
Peters
Procedure
Stemmingen
Onderzoek -1ste stemming
Commissie van drie Meesters - 2de stemming
Bijkomend onderzoek
Procedure opschorten
Ondervraging 3de stemming
Afwijzing of intrekking van een kandidatuur
Rol van de Nationale Raad
Artikel 44. Loonsverhoging.
TITEL ZES DE ORGANISATIE VAN DE FEDERATIE.
Artikel 45. Structuur van de Federatie.
Hoofdstuk 1 Het Nationaal Convent.
Artikel 46.
Artikel 47. Bevoegdheden.
Artikel 48. Werkzaamheden.
Artikel 49. Vertegenwoordiging van de Loges.
Artikel 50. Mandaat der Afgevaardigden.
Artikel 51. Stemmingen.
Artikel 52. Jaarlijkse Indeling van de Werkzaamheden.
Artikel 53. De Commissie voor Federale Solidariteit.
Hoofdstuk II De Nationale Raad.
Artikel 54. Bepaling.
Artikel 55. Samenstelling.
Artikel 56. De leden van de Nationale Raad.
Artikel 57. Gewone en Buitengewone Vergadering.
Artikel 58. Afgeschafr
Artikel 59. Bevoegdheden.
Artikel 60. Verplaatsingen.
Artikel 61. Zetel.
Artikel 62. Vorm der akten.
Artikel 63. De Grootmeester Nationaal.
Artikel 64. De inspectie der Werkplaatsen.
Artikel 65. ctr art. 116.
Artikel 66. Het College van Achtbare Meesters.
TITEL ZEVEN DE MACONNIEKE RECHTSPRAAK.
Hoofdstuk 1 Algemene Beginselen.
Artikel 101.
Hoofdstuk II De Inbreuken en de sancties.
Artikel 102. Zijn maconnieke inbreuken
Artikel 103. De straffen voor de Vrijmetselaars zijn
Afdeling II De rechtspraak tegenover een Werkplaats.
Artikel 104. Zijn maconnieke inbreuken:
Artikel 105. De straffen voor de Werkplaats zijn:
Hoofdstuk III Procedure.
Afdeling 1 Algemene beginselen.
Artikel 106.
Afdeling 11 De procedure van het voorafgaand onderzoek.
Artikel 107. Klacht tegen een Vrijmetselaar.
Artikel 108. Klacht tegen een Achtbare Meester of een lid van
Artikel 109. Klacht tegen een Werkplaats.
Artikel 110. Klacht tegen de Grootmeester Nationaal of een lid van de Nationale Raad in de uitoefening van hun ambt.
Afdeling 111 De rechtsprekende macht.
Artikel 111. Samenstelling.
Artikel 112. Procedure.
Afdeling IV Het beroep.
Artikel 113.
HOOFDSTUK IV DE UITVOERING VAN DE SANCTIES EN HET EERHERSTEL.
Artikel 114. De uitvoering van de sancties.
Artikel 115. Het Eerherstel.
DE HERZIENING VAN HET ALGEMEEN REGLEMENT.
Artikel 116. Procedure.
ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE BELGISCHE FEDERATIE
TITEL EEN DE WERKPLAATSEN .
Artikel 1. Oprichting van een Loge
-Inleidende formaliteiten. Om een Symbolische Loge op terichten moeten tenminste zeven Meester-Vrijmetselaars, die al of niet voorheen in Driehoek hebben gearbeid, de volgend documenten opstellen om ze aan de Nationale Raad over te maken:
1. De lijst van de stichtende leden, met voor ieder de maçonnieke graad, de inschrijvingsnummers op de rol van de Werkplaatsen en van de Federatie, en een attest van zijn Werkplaats, waaruit blijkt dat hij in regel is met zijn metalen. Voor Leerlingen en Gezellen is bovendien het akkoord van hun Werkplaats vereist.
Bovendien voor een lid van "Le Droit Humain" maar niet lid van de Belgische Federatie zal zijn identificatienummer in zijn Federatie, Jurisdictie of Pioniersloge gevraagd worden. Bekendmaking ad valvas gedurende een maand is vereist zoals voor een affiliatie.
2. Het proces-verbaal van de voorbereidende constitutieve bijeenkomst waarop onder de stichtende leden de Achtbare Meester en de leden van de Commissie van Officieren Dignitarissen werden aangeduid.
3. De naam die gekozen werd door de Werkplaats met motivatie.
4. De eventuele princiepsverklaring.
5. De aanvraag voor een voorlopig Charter.
6. Een verbintenis van de stichtende leden de metalen te storten verschuldigd ter betaling van het voorlopig Charter.
7. Een verbintenis van de stichtende leden actief lid te blijven van de Loge die zij willen oprichten, en dit gedurende minstens drie jaar.
Al deze documenten moeten ondertekend zijn door elk van de stichtende leden. Om het voorlopig Charter aan te vragen maakt de Nationale Raad het dossier met zijn advies over aan de Opperraad.
Artikel 2. Oprichting van een Loge. Voorlopig Charter.
Het voorlopig Charter wordt toegekend door de Opperraad na advies van de Nationale Raad.
Het voorlopig Charter, dat het volgnummer van de inschrijving van de Loge in het Gulden Boek van de Orde vermeldt, wordt overgemaakt aan de Nationale Raad.
Bij de plechtige oprichting der Kolommen beëdigt de Nationale Raad de afgevaardigden, stelt de Commissie van Officieren Dignitarissen aan en overhandigt het voorlopig Charter aan de Achtbare Meester. Het voorlopig Charter laat de Werkplaats toe te arbeiden zolang het definitief Charter haar niet werd verleend.
Artikel 3. Oprichting van een Loge. Definitief Charter.
Elke Werkplaats mag haar definitief Charter aanvragen nadat zij gedurende tenminste een jaar regelmatig heeft gearbeid en tot een inwijding in ieder van de drie graden is overgegaan . De Nationale Raad stelt een advies op gebaseerd op een moreel verslag over de werkzaamheden.
Dit advies wordt samen met de aanvraag van het definitief Charter overgemaakt aan de Opperraad. Het definitief Charter wordt officieel aan de Loge overhandigd door de Nationale Raad en aan de hoede van de Achtbare Meester toevertrouwd. De tekst ervan wordt overgeschreven in het schetsboek van de Werkplaats.
Artikel 4. Driehoek.
Om een Driehoek, cel van een toekomstige Loge, op te richten moeten minstens drie MeestersVrijmetselaars in vergadering bijeengekomen. De Driehoek, die wordt geregistreerd door de Nationale Raad, hangt af van een Loge van de Belgische Federatie of van de Nationale Raad. De Werkzaamheden van de Driehoek bestaan uitsluitend uit broederlijke bijeenkomsten zonder ritueel. De leden van de Driehoek blijven als lid ingeschreven in hun Werkplaats en behouden er al hun rechten en plichten.
Artikel 5. Fusie van Loges
Wanneer twee of meer Werkplaatsen wensen samen te smelten,
roept elke Werkplaats ziin leden minstens een maand vooraf in
buitengewone zitting bijeen; de reden van deze zitting wordt
uitdrukkelijk op de agenda vermeld.
A. Indien in een van de betrokken Werkplaatsen zeven actieve Meesters zich tegen deze fusie verzetten, kan deze niet in overweging worden genomen.
B. Indien tot de fusie werd besloten maken de betrokken Werkplaatsen de tekst van hun gemotiveerd akkoord over aan de Nationale Raad. De Nationale Raad neemt er akte van en licht de Opperraad in.
Artikel 6. Verandering van Oosten.
Wanneer een Werkplaats haar zetel van Oosten wil veranderen,
verwittigt zij de Nationale
Raad en motiveert haar beslissing. De Nationale Raad neemt er
akte van en licht de Opperraad in.
Artikel 7. Tijdelijke schorsing van de Werkzaamheden.
Wanneer een Werkplaats haar Werkzaamheden gedurende een bepaalde tijd wenst te schorsen, moet dit punt op de agenda worden geplaatst, bij bestissing van minstens de helft der Meesters van de Werkplaats. De schorsing der Werkzaamheden kan alleen worden beslist door een meerderheid van drie vierden der aanwezige leden, na beraadslaging in tegenwoordigheid van een afgevaardigde van de Nationale Raad.
Ingeval de Werkzaamheden geschorst worden, moet de Achtbare Meester alle constitutiebrieven, ritualen, registers, archiefstukken, dossiers over profanen, metalen en alle andere roerende goederen die aan de Werkplaats toebehoren, overmaken aan de Nationale Raad. De leden van de Werkplaats die haar Werkzaamheden schorst, bewaren hun hoedanigheid van regelmatig Vrijmetselaar, mits zij hun bijdrage hebben betaald aan de Werkplaats voor de schorsing der Werkzaamheden of aan de Nationale Raad na deze schorsing. Indien de Werkplaats na het verstrijken van de schorsingstermijn haar activiteiten niet hervat, wordt de procedure tot ontbinding ingezet.
Artikel 8. Ontbinding.
Elk verzoek tot ontbinding van een Werkplaats moet door minstens de helft van de Meesters van de Werkplaats worden ondertekend en in de voorstellenbeurs gedeponeerd. Alle leden van de Werkplaats worden dan tenminste een maand vooraf in buitengewone zitting bijeengeroepen; de reden van deze zitting wordt uitdrukkelijk op de agenda vermeld.
A. Indien tijdens deze zitting, die verplicht door een afgevaardigde van de Nationale Raad wordt bijgewoond, zeven actieve leden Meesters-Vrijmetselaars verklaren de Werkzaamheden te willen voortzetten, kan de ontbinding niet worden uitgesproken .
a) De Broeders en Zusters die de Loge in activiteit wensen te houden, blijven eigenaar van de constitutiebrieven, ritualen, registers, dossiers over profanen, archiefstukken, metalen en alle andere roerende goederen. Zij moeten aan de Nationale Raad overmaken:
- een nominatieve ledenlijst;
- een financiele staat van de Loge;
- een omstandig verslag over de feiten die tot de splitsing hebben geleid;
- een intentieverklaring en een motivatie voor de voortzetting van de Werkzaam heden van de Loge.
De Nationale Raad beslist.
b) De Broeders en Zusters die verkiezen zich terug te trekken uit de Loge hebben geen enkel recht op het patrimonium van de Werkplaats noch op reeds gestorte lidgelden. Zij moeten hun mutatie naar een andere Loge van de Orde aanvragen. Zij, die uit hoofde van hun functie, voorwerpen, dossiers over profanen of metalen van de Werkplaats toevertrouwd kregen, moeten deze overmaken aan de Broeders en Zusters die de Werkzaamheden wensen vooort te zetten.
B. Is de ontbinding uitgesproken, dan stelt de Nationale Raad de Opperraad hiervan op de hoogte. De dossiers over profanen, de constitutiebrieven, ritualen, registers, archiefstukken, metalen en alle andere roerende goederen worden overgemaakt aan de Nationale Raad. De Commissie van de Officieren Dignitarissen of, bij ontstentenis ervan, de belangrijkste Officieren, blijven belast met de vereffening van de schulden en brengen bij de Nationale Raad omstandig verslag uit over volstrekt noodzakelijke betalingen. Geen enkele andere rekening mag zonder toestemming van de Nationale Raad worden vereffend.
Artikel 9. Hervatting van de Werkzaamheden.
Elk verzoek tot hervatting van de Werkzaamheden van een niet-actieve Werkplaats moet worden ondertekend door minstens zeven Meesters, die bij voorkeur deel hebben uitgemaakt van de opnieuw in leven te roepen Werkplaats. Het verzoek wordt gericht tot de Nationale Raad, die het met zijn advies, ter beslissing overmaakt aan de Opperraad. Wordt het verzoek ingewilligd, dan worden de voorwerpen en metalen die aan de niet-actieve Werkplaats toebehoord hebben en aan de Nationale Raad werden toevertrouwd, overhandigd aan de Vrijmetselaars die de Werkplaats opnieuw tot leven brengen.
TITEL TWEE DE VRIJMETSELAARS.
Artikel 10. Actieve leden.
Actieve leden zijn zij die geregeld de Werkzaamheden van hun
Loge bijwonen, hun bijdrage betalen, hun penning in de
solidariteitsbus storten, zich verontschuldigen en hun
penning storten, in geval van afwezigheid. Behoudens de
afwijkingen bepaald in art. 10 bis en 10 ter mag niemand
actief lid zijn van meer dan een Werkplaats.
Artikel 10bis. Dubbel lidmaatschap in de schoot van de Belgische Federatie.
1. De Nationale Raad kan, in afwijking van Art.10, aan Meesters Vrijmetselaars het dubbel lidmaatschap toestaan mits akkoord van de twee betrokken Werkplaatsen. De duur van het dubbel lidmaatschap is onbeperkt. De Meester Vrijmetselaar of een van de betrokken Werkplaatsen mag, na beslissing genomen door de eenvoudige meerderheid van de aanwezige Meesters, een einde stellen aan het dubbel lidmaatschap.
2. Tegelijkertijd lid zijn van meer dan twee Loges kan enkel toegelaten worden mits aanvraag aan de Nationale Raad.
3. De Meester-Vrijmetselaar die geniet van het dubbel lidmaatschap:
a) is het capitatierecht en andere federale lasten schuldig in de Werkplaats van zijn keuze; de Nationale Raad wordt onmiddellijk van deze keuze in kennis gesteld;
b) ziet zijn naam vermeld op de ledenlijst van de Werkplaats waar hij het capitatierecht betaalt; c) kan enkel de functie van Officier Dignitaris en afgevaardigde uitoefenen in een en dezelfde Werkplaats;
d) moet de verbintenis aangaan geregeld aanwezig te zijn in ziin beide Werkplaatsen.
Artikel 10ter. Dubbel lidmaatschap in de schoot van deInternationale Gemengde Vrijmetselaarsorde Le Droit Humain.
Het gelijktijdig lidmaatschap van een Werkplaats van de
Belgische Federatie en van een Werkplaats van een andere
Federatie of Jurisdictie kan worden toegestaan mits de
zittingen regelmatig worden bijgewoond en de Zuster Federatie
of Zuster Jurisdictie het beginsel van het dubbel
lidmaatschap annvaardt. Het gelijktijdig lidmaatschap van een
Werkplaats van de Belgische Federatie en van een Pioniersloge
kan eveneens onder dezelfde voorwaarden worden toegestaan.
Artikel 11. Leden met verlof.
Kunnen het statuut van lid met verlof bekomen, zij die in de onmogelijkheid verkeren de Werkzaamheden regelmatig bij te wonen. Zij blijven ingeschreven op de rol van de Werkplaats.
Zij zijn minstens onderworpen aan het capitatierecht en de solidariteitsbijdragen. Zij kunnen bij gelegenheid als bezoekers aan de Werkzaamheden deelnemen. Zij hebben dus geen stemrecht, geen recht op peterschap voor profanen noch voor adoptie en kunnen geen stichtend lid zijn van een Loge. Elke aanvraag tot verlof moet gemotiveerd en schriftelijk gericht zijn tot de Achtbare Meester of in de voorstellenbeurs worden
gedeponeerd. De aanvraag wordt enkel in overweging genomen indien de betrokkene in regel is rmet zijn metalen. De Loge bepaalt de duur van het verlof dat zij toekent. De beslissing wordt genomen bij eenvoudige meerderheid der aanwezige Meesters.
Het lid met verlof herneemt van rechtswege zijn hoedanigheid van actief lid hetzij op eigen verzoek, hetzij bij het verstrijken van het verlof.
Artikel 12. In slaap gestelde leden.
Kunnen het statuut van in slaap gesteld lid krijgen de Vrijmetselaars die aan elke maçonnieke activiteit een einde wensen te stellen.
Elk verzoek om in slaap gesteld te worden moet schriftelijk tot de Achtbare Meester worden gericht of in de voorstellenbeurs worden gedeponeerd.
Een in slaap gesteld lid staakt elke masonnieke activiteit. Een in slaap gesteld lid is ontheven van elk lidgeld, capitatierecht inbegrepen, en krijgt dus geen briefwisseling van de Federatie. Een in slaap gesteld lid mag niet meer deelnemen aan de zittingen, noch stichtend lid zijn van een Loge, noch het peterschap van een profaan of adoptie inbrengen .
De beslissing wordt genomen bij eenvoudige meerderheid van de aanwezige Meesters .
De in slaap gestelde Vrijmetselaars blijven ingeschreven op de rol van de Loge maar hun maçonniek paspoort moet ingeleverd worden aan hun Werkplaats.
Artikel 13. Schorsing.
Elke Vriimetselaar die zijn financiele verplichtingen niet nakomt wanneer hij er de middelen toe heeft, of, zonder geldige reden, bestendig nalaat aan de Werkzaamheden van zijn Werkplaats deel te nemen, kan een schorsing oplopen.
De procedure die tot schorsing kan leiden, wordt ingezet: voor de Zusters en Broeders die niet aan hun financiele verplichtingen hebben voldaan en die hun bedoeling er zo snel mogelijk aan te voldoen niet hebben medegedeeld; - wanneer een Zuster of Broeder, gedurende zes maanden alle zittingen heeft verzuimd zonder zich te verontschuldigen of zijn penning in de solidariteitsbus te storten.
De procedure verloopt als volgt:
De Commissie van Officieren Dignitarissen zendt aan betrokkene een schriftelijke oproep met het verzoek zijn verplichtingen na te komen, en binnen de 14 dagen te antwoorden .
Bij gebrek aan een voldoende geacht antwoord en onmiddellijk na het verstrijken van deze termijn, zendt de Commissie van Officieren Dignitarissen, aan de in gebreke blijvende Vriimetselaar per aangetekend schrijven een maanbrief; hierin wordt gezegd dat het voorstel tot schorsing aan de Werkplaats zal worden voorgelegd indien binnen de veertien dagen geen antwoord gegeven wordt waaruit de goede wil van de betrokkene blijkt.
Zodra de termijn verstreken is, roept de Commissie van Officieren Dignitarissen de Middenkamer samen om er het geval van de in gebreke blijvende Vrijmetselaar aan voor te leggen; de uitnodiging vermeldt het onderwerp van de zitting. Deze uitnodiging wordt in het bijzonder aan de in gebreke blijvende Vrijmetselaar gezonden die, ongeacht zijn maçonnieke graad, door de Middenkamer kan worden gehoord. De Redenaar vordert de schorsing, die hij motiveert. De schorsing wordt beslist bij geheime stemming, met een meerderheid der vier vijfden van de aanwezige Meesters. Vanaf dit ogenblik mag de geschorste Vriimetselaar niet meer deelnemen aan de Werkzaamheden van de Loges van de Obedientie
De genomen maatregel zal binnen de veertien dagen per aangetekend schrijven aan de betrokkene worden betekend. Hij is verplicht zijn maçonniek paspoort aan zijn Werkplaats terug te geven. De schorsing kan slechts worden opgeheven nadat de betrokkene zijn achterstallige verplichtingen is nagekomen, en op voorwaarde dat ten minste zes maanden verstreken zijn sinds de beslissing tot schorsing genomen werd. De opheffing van de schorsing omvat dezelfde formaliteiten als de reintegratie.
Artikel 14. Ontslag
Elk lid dat op ondubbelzinnige wijze en schriftelijk zijn
bedoeling te kennen geeft om uit de Orde te treden, wordt als
ontslagnemend beschouwd. De aanvraag tot ontslag wordt op de
agenda der Werkzaamheden geplaatst. De Loge neemt er akte
van. Vanaf dat moment wordt
het ontslag effectief. Binnen de veertien dagen zal het aan
betrokkene per aangetekend schrijven worden betekend. Hij is
verplicht zijn maçonniek paspoort aan zijn Werkplaats terug
te geven.