Maçonnieke encyclopedie-M.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
maagd
maan
Mammon
mandala
mandorla
mandragora
mantel
Mars
maskers
medicijn
melk
menhir
Mercurius
mier
mistel
molen
mond
muis
muzen
maagd
de kuis en ongehuwd levende jonge vrouw, is in veel culturen een symbool van de ascetische onthechting van de wereld, waarbij niet altijd zedelijke motieven, maar vaak ook magische onthoudingsidealen een rol spelen. Tijdelijke maagdelijkheid werd bijvoorbeeld in het oude Rome van de Vestaalse maagden en de Sibyllen (profetessen) gevergd, als voorwaarde om voortdurend met de godheid te kunnen communiceren. Aan veel goden, heroën en heersers werd een ongeslachtelijke ontvangenis door een maagd toegeschreven , zoals Hebe, de Griekse godin van de Maagd: de 'maagdenadelaar' als middeleeuws wapenbeeld. jeugd, Perseus, Alexander de Grote, Djengiz-Khan, Lao-tse, en in het oude Mexico de god QuetzalcOatl (-+ slang). Ook keizer Augustus zou op wonderbaarlijke wijze door een slang. het aan Apollo gewijde dier, in een tempel van Apollo verwekt zijn. De Vestaalse maagd Rhea Silvia ontving van de oorlogsgod Mars de tweeling Romulus en Remus. Dergelijke mythen worden door theologen als prefiguratie van de ontvangenis van Jezus beschouwd, waarbij de middeleeuwse kunst in de Maria-Boodschap de verwekkende goddelijke kracht als duif in een lichtstraal voorstelt, die op het hoofd of oor van Maria valt. Venster en kristal (-+ edelstenen), die lichtstralen onbelemmerd doorlaten, zijn symbolen van de maagd Maria. Ook in het oude Peru bestonden er een soort heilige maagden, zoals o.a. de Inka Garcilaso de la Vega (1539-1616) vermeldt: 'Ze leefden tot hun dood in voortdurende afzondering en bewaarden altijd hun maagdelijkheid ... want ze zeiden dat de vrouwen van de zon niet zo gewoon mochten zijn, dat iedereen ze kon zien. En die afzondering was zo groot, dat zelfs de Inka zelf het voorrecht niet mocht genieten . namelijk om ze te zien en met ze te spreken ... De voornaamste bezigheid van de zonnemaagden bestond in het spinnen (-+ spindel) en weven
... Al die zaken (weefsels) vervaardigden de nonnen in groten getale met de hand voor de zon, hun gade.
En daar de zon die sieraden niet kon aandoen of dragen, zonden ze die aan de Inka, als natuurlijke en rechtmatige opvolger ... en daar die voorwerpen door de handen van de Coya's, de zonnevrouwen, en voor de zon vervaardigd waren, en de vrouwen wegens hun stand het bloed van de zon zelf hadden, werden ze ten hoogste vereerd.' Een op een onreine verhouding met een sterveling betrapte zonnemaagd werd voor straf levend begraven, terwijl haar minnaar werd opgehangen en zijn geboorteplaats werd verwoest. Ook bij de schriftloze volken kan men het instituut aantreffen, dat maagden een machtspositie hebben ten opzichte van gehuwde vrouwen. Zo bestaat er bij de oorspronkelijke bewoners van Australië een mythe over het sterrenbeeld van de Pleiaden, door de sprookjesonderzoeker F. Karlinger als volgt becommentarieerd : , De beide maagd 229 (sterren van de) Pleiaden, die Wurunnah huwde, stralen minder sterk dan de andere die maagd bleven. Het geloof aan de grotere kracht (hier: lichtkracht) van maagden ten opzichte van gehuwde vrouwen heerst bij de meeste exotische stammen. , Maagd (Lat. virgo, Gr. parthenos) is ook de naam van het zesde teken van de dierenriem (-+ sterren), tussen 23 augustus en 22 september door de zon geregeerd. Bijen, vos en hoenders staan in magisch verband met dit teken, dat met Stier en Steenbok tot de 'aardtekens' gerekend wordt. In de traditionele astrologische symboliek zijn aan dit sterrenbeeld eigen,. schappen verbonden als offervaardigheid, geestelijke koelheid en helderheid, onbenutte mogelijkheden, bereidheid de oersubstantie te veranderen ('materia prima' in alchemistische zin, omdat het teken door Mercurius -+ Sulphur en Mercurius gedomineerd wordt). Volgens de sterrensage die door Aratos in de derde eeuw v.C. in zijn leergedicht 'Fainomena' werd overgeleverd, is de astrale Maagd de verpersoonlij king van de rechtvaardigheid (Gr. Dike, Lat. Justitia), die ooit in de Gouden Eeuw onder de mensen woonde, maar later wegens de verruwing van de zeden op haar vleugels ten hemel zweefde en nog slechts als sterrenbeeld te zien is. Het dichtstbijzijnde teken van de dierenriem zal wel niet toevallig de Weegschaal zijn. Zie ook: eenhoorn; lelie; licht; maan; sterren; venster; wit
maan
met de zon het ook symbolisch belangrijkste hemellichaam. De maan wordt meestal als 'vrouwelijk' aangeduid, in de eerste plaats wegens de (in Oudchinese zin) 'yin'-signatuur als hemellichaam dat passief licht ontvangt, alsook wegens de overeenkomst tussen de maanmaand en de vrouwelijke 'maandstonden'. Het opkomen en ondergaan en het steeds opnieuw ontstaan van een nieuwe gestalte is een indringend zinnebeeld van het sterven en herboren worden . De maan wordt, ook in de taal, soms als mannelijk gezien (Du. der Mond; Oudgermaans: Mani, de broer van de zon), maar veel vaker als vrouwelijk (Lat. Luna, de maangodin; Gr. Selene of Artemis; Oostaziatisch: Kwanjin, Kwannon; Maya: Ixchel). In de alchemistische beeldenwereld stelt Luna het zilver voor, en tevens de 'koningin', die met de 'koning' huwt en androgyn wordt. In het oude volksgeloof weet men van de be‹nvloeding van aardse gebeurtenissen door de maanfasen, die niet alleen voor eb en vloed zorgen, maar ook voor het rijzen en dalen van de sappen in planten; ook het haarknippen en aderlaten moest zich ernaar richten. Maankruiden (nachtbloeiers) werden voor vrouwenkwalen voorgeschreven. In de christelijke iconografie wordt de maagd Maria, de moeder Gods, vaak met de maan vergeleken of afgebeeld terwijl ze op een maansikkel staat of troont, wat denkelijk op de Openbaring van Johannes (12: l) teruggaat: er verscheen in de hemel een groot teken: een vrouw gehuld in de zon, met onder haar voeten de maan symbool van de zege over vijandige machten. Als symbool van de maan wordt dikwijls ook de -+ dubbele bijl met twee maanvormig gekromde sneden gebezigd, die dan ook aan de legendarische krijgshaftige Amazonen als wapen werd toegeschreven, net als de sikkelvormige boog. De duistere godin Hecate Trioditis, de 'drievormige', werd met de opvallende maanfasen (wassende maan, volle maan, nieuwe maan) en de drie levensfasen van de vrouw (maagd, moeder, oude vrouw) in verband gebracht, en ook in de moderne vrouwenliteratuur wordt aandacht geschonken aan de 'lunaire' zijde van mensen (-+ dualis,. tische stelsels; boven/beneden; spindel) . In de joodse mythenen sagenwereld wordt verhaald van de dualiteit zon/maan en de reden waarom de maan een zwakker licht geeft dan de zon. De Schepper legt de maan uit dat er twee gebieden zijn, het hierzijn en het hiernamaals, en dat het bestaan van de twee schijnsels op deze polariteit wijst. De maan is, omdat hem het grotere gebied van het hiernamaals is toegewezen, niet tevreden dat hij de zon niet overstraalt. 'Toen sprak de Heer: zonneklaar is het voor mij ; je denkt dat ik je groot zal maken en de zon kleiner. Maar omdat je met de zon kwaad in de zin hebt, moet jij de kleinste worden en jouw schijnsel zestigmaal zwak-ker zijn dan dat van de zon. Toen sprak de maan tegenover de Heer: O Heer van de wereld! Slechts een enkel woord heb ik gezegd, en moet ik daarvoor zo zwaar gestraft worden? Toen sprak de Heer: eens (dat wil waarschijnlijk zeggen: na het jongste gericht) zul je weer zo groot als de zon zijn, "en de maneschijn zal zijn als de zonneschijn" .
Een voorteken van het Laatste Oordeel is echter een maansverduistering (Joël 4: 15). Dat de maan niet alleen met de nachtzijde van de wereld (het hiernamaals), maar ook in Israël met vrouwelijkheid werd geassocieerd (zoals gesuggereerd wordt door de overeenkomst in tijd tussen menstruatiecyclus en de periodieke maanfasen), blijkt ook wel uit het verband dat tussen maan en 'vruchtbaarheid' werd gelegd. Vrouwen en huisdieren (-+ kameel) droegen als siervoorwerp wel een maantje om de hals. De Griekse apologeet Theophilus van Antiochië (2e eeuw n.C.) zag zon en maan eveneens als dualistische symbolen, als 'dragers en vormers van een groot mysterie. De zon is immers het beeld van God, de maan het beeld van de mens' (die zijn licht van de zon krijgt). In dezelfde symbolische zin zag Origines (184-254 n.C.) in de licht ontvangende maan een beeld van de kerk, die zijn schijnsel dan aan alle gelovigen doorgeeft. Ook de symbolische gelijkstelling van de telkens opnieuw waarneembare 'wedergeboorte' van de maan met de opstanding ligt voor de hand. In het oude Peru was de verering van de maan ondergeschikt aan die van de overheersende zon. De Inka Garcilaso de la Vega (1539-1616) noemt de maan 'de vrouw van de zon' en schrijft dat de tempelruimte met zilveren platen bekleed was, 'zodat men aan het wit kon zien dat dit het vertrek van de maan was. Net als bij de zon bevond zich daarin een konter,. feitsel, als een vrouwengelaat op een zilverbaar gevormd en getekend. Dit vertrek betradmen om de maan op te zoeken en zich in zijn bescherming aan te bevelen, want men hield hem voor de zuster en vrouw van de zon, en voor de moeder van de Inka's en heel hun geslacht; endaarom noemden ze hem ook Mamaquilla, wat "moeder maan" betekent. Aan de maan werd niet geofferd, zoals aan de zon. Aan weerszijden van de maanfiguur stonden de lichamen van de dode koninginnen, opgesteld naar troonopvolgingen leeftijd ...' In de astrologie geldt de trawant van de aarde nog altijd, zoals in het geocentrische systeem van de Oudheid, als 'planeet', en wel samen met de zon als een van de twee 'hoofdlichten' . De maan staat van de hemellichamen het dichtst bij de aarde en toont deze altijd hetzelfde 'gezicht.. dat stof voor veel sagen heeft opgeleverd (zie boven). Op grond van zijn wisselende fasen geldt hij ook in de astrologie als 'vol afwisseling. met voorbijgaande werking', maar toch ook als 'weldoener' (benefactor). die als 'vrouwelijke planeet' het gemoed, het vrouwelijke geslacht, moeders en de volksgemeenschap be‹nvloedt . Zij n ascendant vindt hij in het dierenriemteken van de Stier (wegens de stierehoorns, die aan de hoorns van de maansikkel doen denken, of wegens mythische verbanden tussen maangodinnen en een viriele partner in stierengedaante?). De nieuwere astrologie schrijft aan de maan de eigenschap toe, bij de vrouw de uiterlijke persoonlijkheid, bij de man het gevoelsleven (anima) te regeren.In de Oudheid sprak men van luna mendax, de leugenachtige maan, onder meer omdat bij het doorlopen van de maanfasen de letters C (crescere, wassen) en D (descrescere, krimpen) gevormd lijken te worden,wat het tegendeel is van het werkelijke verloop van de vorm van de sikkel. Als 'maanstenen' in symbolische zin worden parels, opaal, seleniet en parelmoeren sieraden genoemd, als bijbehorend metaal het zilver. Dat de maan niet slechts een met symboliek en poëzie omgeven oord is, maar inmiddels ook door de mens is betreden, heeft voor de astrologie blijkbaar geen diepere betekenis bij de schepping van een op aardse mensen afgestemd wereldbeeld, waarvoor de traditionele 'planeten' hun symbolisch-bepalende betekenis behouden hebben. Iconografisch wordt de maan meestal als sikkel voorgesteld. doorgaans met naar links gericht profiel. Veel islamitische landen hebben een maansikkelin hun wapen. BOckler (1688) verklaart de maan als heraldische figuur met de opmerking, dat de honderd raadsheren van Romulus een halvemaan in Cvorm op hun schoenen droegen, 'om aan te geven dat ze al het ondermaanse als aards en ijdel met voeten treden, ofwel opdat men ze daardoor van anderen kon onderscheiden . Adellij ke personen die de wassende maan in hun wapen voeren, hebben die vermoedelijk in een grijs verleden van de Turken overgenomen. Zie ook.. maagd; planeten; sikkel; zilver; zon
Mammon
(Aramees vermogen, bezit) is in de magische boeken en later ook in de literatuur van de nieuwere tijd de verpersoonlijking van het geld, met name van onrechtmatig verkregen geld. Bij Agrippa von Nettesheim (1486-1535) figureert Mammon als demon in het gevolg van de duivel, conform het evangelie van Matteus (6: 24): 'gij kunt niet God dienen en Mammon'. Mammon is de geldgod, ofwel de geldduivel, die met geldstukken strooit en zo de mensen tot aardse vreugden verleidt ('de mammon dienen, eren of offeren' en 'voor de mammon buigen'), maar ze na hun dood in de steek laat.
mandala
figuur:
(Sanskriet cirkel), een door een cirkel omsloten figuur met daarin weer cirkelvormige motieven, die in het hindoeïsme, mahayana-boeddhisme en Tibetaanse lamaïsme als hulpmiddel bij de concentratie en meditatie wordt gebruikt. De figuur is meestal getekend of geschilderd, maar is ook in het bouwplan van bepaalde tempels duidelijk te onderscheiden. Het is in feite een spirituele afbeelding van het heelal (kosmogram), dikwijls gecombineerd met elementen van de vier hemelstreken (-+ vierkant). Zoals bij een schietschijf dient de aandacht op het centrum, de 'vernauwing van het psychische blikveld' (C.G. Jung) te worden gericht. op geestelij ke w aarden en inzichten van intuïtieve aard, die daardoor in verinnerlijkte vorm in de psyche ingeworteld moeten raken. In het centrum staan, al naar gelang de leer en de graad van inwijding, verschillende symbolen. In het Indische tantra-systeem is dat bijvoorbeeld de diamanten bliksemschicht als zinnebeeld van de uiteindelijke vereniging van het mannelijke en vrouwelijke oerprincipe, waarmee de dualiteit opgeheven wordt (in de kundalini-yoga: 'Sjiva-sjakti'). Ook de alchemie kent symbolische beelden die aan de mandala doen denken, zonder dat er een historisch verband met Aziatische voorbeelden denkbaar is. In deze zin vat ook de complexe psychologie in de geest van C.G. Jung de mandala-symboliek op als aangeboren 'archetypen' (oermodellen), die ook bij niet cultuurhistorisch gevormde mensen in het verloop van een psychisch rijpingsproces spontaan kunnen optreden (bijvoorbeeld in dromen, visioenen of kunstuitingen) . Ze worden beschouwd als symbolen van de verdieping en verinnerlijking na chaotische fasen, om een idee van de psychische wezenskernen van de innerlijke verzoening en heelheid tot uitdrukking te brengen, Als hulpmiddel bij de meditatie in eigenlijke zin worden mandala-figuren met het Indische woord yantra aangeduid. Zie ook: cirkel; yantra
mandorla.
De uit twee cirkelbogen gevormde, ovale of amandelvormige nimbus (aureool, heiligenschijn) is een symbool van de 'maiestas domini' de met een stralenkrans omgeven Christus of van de maagd Maria, dat vaak in de middeleeuwse kunst voorkomt. De amandel, Grieks amygdale, is een oud symbool van de insluiting van een waardevolle inhoud in een zeer harde, bijna ondoordringbare schaal (- noot). Bij Jeremia l: 11-12 is de amandeltak echter wegens klankovereenkomst tussen sjaked (amandelboom) en sjakad (waken) een zinnebeeld van de waakzaamheid .
De stralende, maar tegelijk scherp omlijnde mandorla is een mysteriebeeld van de concentratie op het van binnenuit stralende licht, met het oog op de verborgenheid van de ware aard van Christus in zijn lichamelijkheid. De amandel werd in de Middeleeuwen ook als symbool opgevat van de in de baarmoeder besloten menselijke kiem. De aan een gestileerde vulva (yoni) herinnerende vorm zal daaraan mede bijgedragen hebben. Zie ook: licht; nimbus
mandragora
(alruin : Mandragora officinarum), een plant met rijke symbolische betekenis. De vertakte wortel doet (vooral na enige bewerking) aan een verschrompelde mensengestalte denken en stond tot in de nieuwere tijd als alruin in hoog aanzien, De plant draagt volgens de traditionele signaturenleer (volgens welke uiterlijke kenmerken op de geneeskrachtige werking duiden) de goddelijke signatuur in zekere zin een natuurlijke gebruiksaanwijzing van de 'hele mens' en werd daarom als een soort universeel geneesmiddel beschouwd. De plant bevat inderdaad als nachtschadeachtige diverse giftige stoffen (hyoscyamine, atropine, scopolamine e.a.) die hallucinaties kunnen oproepen, Hij speelde dan ook een grote rol in heksenzalfjes en werd tot symbool van allerlei geheime kunsten. Volgens de sage groeide de plant onder galgen uit het zaad van gehangenen en mocht hij slechts met inachtneming van bijzondere voorzorgsmaatregelen uit de grond getrokken worden. De plant zou daarbij een dodelijk- hartverscheurende kreet slaken, en men moest hem door honden uit de aarde laten rukken, die daarbij het leven lieten. Met dergelijke fabels kon men de alruinwortel in waarde doen stijgen, en het geloof aan de magische werking ervan groeide navenant. De plant werd tegelijk hogelijk gewaardeerd en gevreesd, zoals talrijke sagen laten zien. In de Oudheid was hij het symbool van de tovenares Circe, bij de joden een hulpmiddel om zwanger te worden (- olifant) en in het algemeen zag men hem als drager van krachten waarmee de mens met de grootste voorzichtigheid moest omgaan .
mantel
, een kledingstuk dat het lichaam omhult en de gestalte 'uit één stuk' doet lijken. Pronkgewaden behoren dan ook tot het imperiale ornaat (kroningsmantels) en zijn vaak rijk versierd. De voorstelling dat er iets van de 'aura' van de drager van de mantel op het kledingstuk overgaat, maakt het tot een gewild erfstuk van profeten. De mantel van de profeet Elia scheidde het water van de Jordaan, en toen de ziener in een vurige wagen ten hemel voer, nam zijn leerling Elisa de mantel over, om zo het wonder te herhalen (2e boek der Koningen, 2:8-14). Verschillende christelijke heiligen zouden met behulp van hun mantel het water overgestoken zijn, zoals bijv. Franciscus van Paola, terwijl de Heilige Martinus (Sint Maarten) en Franciscus van Assisi hun mantel met bedelaars deelden. Andere heiligen konden hun mantel aan zonnestralen ophangen (o.a. Brigitta, Goar en Gotthard). De mantel heeft ook de symbolisch significante eigenschap , beschermend te omhullen, zoals de 'mantelmadonna' laat zien, waarbij de schenkers van een dergelijk schilderij onder de gespreide mantel van Maria schuilen.
Ook stichtsters van orden werden op die wijze afgebeeld. Iemand met de eigen mantel omhangen betekent als rechtssymbool dat deze als kind wordt aangenomen; een 'mantelkind' was vroeger een gewettigd natuurlijk kind. Iets 'met de mantel der liefde bedekken' betekent het verhullen, bemantelen. In de droompsychologie verbeeldt de mantel het warm en veilig wegkruipen. Als een dromer de mantel van zijn moeder draagt, 'heeft blijkbaar de tweede geboorte uit de moederwarmte in de killere wereld psychisch nog niet plaatsgehad' (Aeppli). Zie ook.. blauw
Mars
Grieks Ares, in de Oudheid de god van de oorlog en beschermer van de akkers, aan wie in het oude Rome de maand maart (Martius) was gewijd, Mars was de vader van de uit een Vestaalse maagd geboren tweeling Romulus en Remus. Zijn symbolen waren schild en speer, de hem gewijde dieren wolf, stier en specht. In de beeldende kunst werd de oorlogsgod betrekkelijk zelden voorgesteld. De Romeinen stelden hem gelijk met de Germaanse oorlogsgod Tyr (Ziu); dinsdag heet in het Noors Tirsdag, in het Engels Tuesday (Ziu's day) en in het Frans mardi (Lat. dies Martis, 'dag van Mars'). De associatie van de god van de meestal goed zichtbare 'rode planeet' met (roestig) ijzer en oorlog ligt voor de hand. In de astrologie geldt hij als de 'kleine ongelukbrenger', met zijn 'daghuis' in het teken van de Ram en het 'nachthuis' in de Schorpioen. De planeet is 'warm, droog, scherp, wreed ,.. Hij gaat samen met tirannen, oorlog, onvermoede ongelukken' (J,W. Pfaff, 1816) en regeert eigenschappen als activiteit, wilskracht, energie, agressieve seksualiteit, waarbij Venus en Mars in de astrologische symboliek net als in de antieke mythologie als twee tegenpolen worden gezien, die net als yin en yang een dualiteit vormen. De bij Mars behorende kleur is bloedrood, zijn metaal is ijzer, zijn edelstenen zijn robijn, granaat en carneool . De geleerde en occultist Agrippa von Nettesheim (1486-1535) beschreef de door rituele magie te bezweren geesten van Mars als 'driftig en lelijk van uiterlijk, bruinig rood van kleur, met hoorns die op een hertegewei lijken, en met grijpklauwen. Ze brullen als woedende stieren en bewegen zich als verterende vlammen; hun teken is de bliksem en de donder.' Al met al doen ze dus sterk aan duivels denken. Wie door de planeet Mars beheerst wordt, geldt als 'martiaal'. De baan van de planeet vertoont, vanaf de aarde gezien, lusvormige bewegingen, hetgeen misschien samenhangt met de aan hem toegeschreven symboliek (verwarring, impulsiviteit, onvermoede rampen, wetteloosheid) . In de kosmische symboliek van het oude China wordt Mars gerelateerd aan de kleur rood, het vuur en het zuiden. Zie ook.. planeten; rood; ijzer
maskers
drukken zowel bij cultuurvolken als in schriftloze samenlevingen de aanwezigheid van bovennatuurlijke entiteiten uit. Wie een masker voordoet, voelt zich innerlijk veranderd en neemt daarbij eigenschappen van het voorgestelde wezen (god, demon) aan. Dit heeft ertoe geleid dat maskers niet altijd als vermomming werden opgevat, maar vaak 'verabsoluteerd' werden als op zichzelf staand cultusen kunstvoorwerp zoals bijvoorbeeld de maskers van geslepen groensteen van de Teotihuacan-cultuur in het oude Mexico. Houten maskers spelen in veel delen van zwart Afrika en in Melanesië een belangrijke rol bij rituelen, zoals die van geheime genootschappen. In de Oudheid waren maskers ook in de mediterrane landen een middel om zich met een bovennatuurlijk wezen te identificeren. De toneelmaskers zullen wel afgeleid zijn uit de cultusmaskers van de god van de extase, Dionysus,
Angstaanjagende maskers ( - Gorgonen) konden, naast hun decoratieve functie, dienen om ongunstige invloeden af te wenden. Overledenen legde men in de Myceense tijd maskers van bladgoud op het gezicht (bekend is bijvoorbeeld het 'masker van Agamemnon'), waarschijnlijk om het vervallen van de gelaatstrekken te 'maskeren' ; dit gebruik kwam sporadisch ook in de Hallstatt-cultuur van MiddenEuropa voor (bijvoorbeeld in de grafbeuvels van Goss-Klein, Steiermark) .
Helmmaskers hadden in de Romeinse tijd vermoedelijk niet alleen een beschermende functie, maar moesten de dragers ervan ook een heroïsch aanzien geven. In Oost-Azië zijn vooral de kunstige houten No-maskers vermeldenswaard, die in het No-theater gebruikt worden (meisjes, mannen-, grijsaarden demonenmaskers), en die de karakters en de gebaren van de acteurs moeten accentueren. Zie ook.. Janus
medicijn
, in Indianenboeken een verzamelbegrip voor alles wat verheven is boven het alledaagse. wat heilig is of verband houdt met religieuze gebruiken (zo bestaat een 'medicijnbundel' uit omwikkelde symbolische voorwerpen en amuletten als pijlpunten, stenen, veren, botjes, stuifmeel). De 'medicijnman' is de sjamanistische genezer. Omdat geneeskunst en godsdienst bij de Indianen onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn, werden sjamaan-priesters in vol ritueel ornaat, die in de praktijk niet alleen wijdingsriten voltrokken, algemeen medicij nmannen genoemd , ook als ze alleen maar ceremoniële dansen leidden. In het algemeen werden hun bijzondere magisch-religieuze vermogens toegeschreven. Ze droegen ook wel vrouwenkleren, conform het sjamanistische motief van de geslachtswisseling om contact te krijgen met de kosmische heelheid (- androgyn), zoals bij de Cheyennes. 'Medicijnrad' noemt men in de volkenkunde een cirkelvormige stenenrij op de Noordamerikaanse prairie, die klaarblijkelijk voor ceremoniën bij de prairiebewonende stammen diende. Het gaat om een buitenste kring met een omtrek van bijna dertig meter, gegroepeerd rond een binnenste kring ('naaf') met een diameter vanzo'n drie meter, vanwaar 28 (dagen van de maanmaand!) 'spaken , uitgaan. Steenhopen aan de periferie markeren de opgangspunten van de sterren Aldebaran, Rigel en Sirius aan de zomerse ochtendhemel. De etnoloog K.H. Schlesier (1985) brengt deze bouwsels in verband met Cheyenne-riten en noemt ze 'geestenraderen' , in samenhang met de 'aardschenkingsceremonie' . . 'Omdat ze zich op bergtoppen bevinden en van beneden af niet te zien zijn, richten ze zich tot de hemel, tot de geesten van de hogere wereld.'
melk
MELK-Klooster
de eerste voedzame kost voor mensen en zoogdieren, heeft wegens zijn witte kleur en milde smaak vaak symbolische betekenis als godenspijs en 'rein offer'. Melk werd dikwijls in verband gebracht met lunaire krachten (- maan) en men schreef er wel het vermogen aan toe, het vuur van de bliksem (met zijn 'masculiene signatuur') te kunnen blussen. In de Oudindische scheppingsverhalen werd de kosmos als oer-melkzee door de goden met be-hulp van een slang, die de wereldberg omstrengelde, tot vaste boter gekarnd, De offerdrank soma werd met melk vergeleken en de bij vedische offers verwarmde melk werd als symbool van de goddelijke levensstroom opgevat. In het oude Egypte vindt men afbeeldingen van de godin Isis die de farao aan haar boezem zoogt, wat in sommige culturen (bij deEtrusken Hercle/Heracles wordt door Uni/Juno aan de borst gelegd en bij Berbersestammen) als adoptieritus werdopgevat. In de rituelen van de cultus van Attis en Mithras had het nuttigen van melk en honing een gewijd karakter. Het 'beloofde land' Kanaän symboliseerde overvloed, doordat het 'overvloeit van melk en honing' (Exodus 3:8).
In de bijbel vindt men tal van toespelingen op het symbolische karakter van de reine, milde voedingsstroom voor de uitverkorenen, waarbij de melk vaak tevens als voedsel voor onontwikkelde, kinderlijke mensen geldt, die pas na rijping vaste voeding kunnen ontvangen (Brief aan de Hebreeërs 5: 12 v.v.). Melkoffers (libaties) waren gebruikelijk in veel herdersculturen .In de middeleeuwse christelijke kunst wordt dikwijls de zogende 'Maria lactans' met het kind Jezus voorgesteld, die tegen-over de slechte moeder staat, die 'slangen aan haar boezem voedt'. Minnen wendden zich tot het beeld van de zogende moeder Gods en kochten zandkoeken uit Bethlehem, waar volgens de legende de moeder-melk van Maria op de aarde gedruppeld was . Ook vereerden ze de in 307 n.C. onthoofde Catharina van Alexandrië, bij wier martelaarsdood melk in plaatsvan bloed vergoten zou zijn. In de tijd van de minnezangers symboliseerde het drinken van melk het inachtnemen van de beginselen van de hoofse zeden. In de beeldenwereld van de alchemie is de melk, met het bloed, een van de symbolen vande twee oerprincipes Sulphur enMercurius. Melk kan daarbijwel een allegorische omschrijving voor sperma zijn, omdat uit wit sperma en rood menstruatiebloed volgens oude opvattingen het leven ontstond. In diverse zegswijzen speelt melk een rol. Iets 'met de moedermelk ingedronken hebben ' betekent het van kinds af aan gewend zijn of weten, en wie'eruitziet als melk en bloed’ ziet er fris en gezond uit.De Melkweg (Gr. galaxis) is volgens mythen uit de Oudheid ontstaan toen Hera (Juno) de heftig zuigende kleine Heracles van de borst nam, waardoor de godenmelk gemorst werd en over het hemelgewelf stroomde. Zie ook: boezem; lelie; rood; Sulphur en Mercurius; wit
menhir
Cirlot
lange steen' (Bretons men = steen, hir = lang), een grote, rechtopstaande steen met de vorm van een onbehouwen obelisk. Het sinds de Jongere Steentijd vooral in Noordwest-Europa heersende gebruik, allerlei bouwsels van losse, vaak monumentale steenblokken op te richten, heeft ongetwijfeld iets te maken met de duurzaamheid van steen (- rots). Dergelijke megalithische bouwsels,die wellicht een religieuze functie hadden, komen vooral als grafmonumenten voor , dolmen (Keltisch 'tafelsteen') of hunebed geheten; misschien dienden ze de blijvende zegenrijke aanwezigheid van gestorven priesters of heroën te waarborgen. In de onmiddellijke nabijheid van zo'n dolmen staan vaak menhirs, waarvan de symboliek of functie omstreden is. Ze worden wel als fallisch (-lingam) monument opgevat (inde zin van het bewerkstelligen van duurzame vruchtbaarheid) , maar etnologen houden ze veeleer voor 'zetels van de zielen', waarin of waarop de zielen van de in het monument begravenen het land moesten beschermen. Andere mogelijke verklaringen zijn een opvallende markering van een 'heilige plaats' of een zuil die, zoals elders de meervergankelijke palen, de 'wereld-as' symboliseerde (- paal, we-reldas). Bij Carnac (Morbihan,Bretagne) staan 1099 menhirs in elf evenwijdige rijen. Ze zijnonregelmatig van vorm en zullen dus niet gediend hebben voor astronomsiche peiling (het vastleggen van vaste punten aande horizon, bijv. van de zonsopgang op een bepaalde datum), zoals aan andere megalithische monumenten (Stonehenge) wordt toegeschreven. Wellicht ging het om de vereeuwiging van processies naar heilige plaatsen (megalithische grafmonumenten van vooraanstaande figuren) of om een niet meer te achterhalen religieuze symboliek .
Mercurius
(Gr. Hermes), in de Oudheid de god van handel en nijverheid, tevens symbool van de welstand en de koopmansstand. Als boodschapper van de goden draagt hij de herautenstaf (caduceus), en als beschermer van de winst was hij ook de god van de dieven. Zijn vleugelschoenen en gevleugelde reishoed duiden op zijn snelheid. Als Hermes Psychopompus ('geleider van de zielen') symboliseert hij de behouden reis van gestorvenen naar het hiernamaals, als 'ramdrager' (Kriophorus) de 'goede herder'. Voorts geldt hij als uitvinder van de lier. Mercurius ontleent zijn naam vermoedelijk aan het woord mercari, 'handel drijven'. Als hemellichaam is Mercurius de moeilijkst waarneembare planeet, die altijd dicht bij de zon staat en daarom alleen in de schemering of bij lichte nevel te zien is, vooral in het voor-en najaar. Deze optische 'vluchtigheid' zal wel bepalend zijn geweest voor zijn symbolische betekenis: die van dubbelzinnigheid en onzekerheid. In de astrologie kent men hem eigenschappen toe als welsprekendheid, wankelmoedigheid, vaardigheid, expressiviteit, artisticiteit en trouwe vriendschap . Hij geldt als androgyne planeet, die in verband wordt gebracht met kwik (- Sulphur en Mercurius) en zijn 'daghuis' in het teken van de Tweelingen, zijn 'nachthuis' in dat van de Maagd heeft. De bij behorende kleur is azuurblauw, kenmerkende edelstenen zijn agaat, jaspis, topaas, opaal en de fossiele hars barnsteen. Zie ook: alchemistische symbolen; caduceus; planeten
mier
MIER, SERVANDO TERESA DE,
een klein maar in de symboliek niet onbelangrijk insekt, De vroegchristelijke 'Physiologus'-tekst verwijst naar de uitspraak van Salomo 'Ga tot de mier, gij luiaard' (6:6), en stelt de mier, net als de bij, als symbool van de vlijt voor. Hij wijst er ook op dat als mieren die graankorrels met zich meedragen soortgenoten met lege tangen ontmoeten, deze laatsten het graan niet afbedelen, maar zelf ook korrels gaan zoeken, wat hun wijsheid zou aantonen. Deze wijsheid zou ook hierin tot uiting komen, dat ze de in hun mierennest opgeslagen zaden opeten om te voorkomen dat ze gaan kiemen, en dat het aandragen van graankorrels de vochtige winterstormen aankondigt (symbool van wijze vooruitziendheid) . Dit onderscheidingsvermogen wordt de mens uit de christelijke tijd ten voorbeeld gesteld; ze zouden de woorden van het Oude Testament van de geest dienen te onderscheiden, opdat deze niet door letters gedood wordt. Anders zou het hen als de joden vergaan, die de Verlosser niet herkenden en daarom geestelijk moesten verhongeren. Tenslotte wordt van de mier nog gezegd dat hij aan de geur gerst van rogge kan onderscheiden, maar alleen het echte graan verzamelt en niet het veevoeder. 'Houd daarom ook gij, mens, u ver van dierlijk voedsel en neem het graan dat ter bewaring opgeslagen wordt. Want gerst is vergelijkbaar met de leer van de ketter, graan echter met het standvastige geloof in Christus.' In tegenstelling met die grote waardering in het avondland is in Indië het verward aandoende heen en weer gedar van mieren symbolisch voor het doelloze aardse bedrijf van de onverlichte mensheid. Bij verscheidene exotische volken is het 'nijvere' insekt helper van de scheppende godheid bij het scheppen van de wereld. In de Oudgriekse mythen heten de eerste bewoners van Aegina 'Myrmidonen' , mieren, omdat ze de grond met mierengeduld vasthoudend en vlijtig bewerkten. Een Thessalische legende voert de ploegbewerking terug op de uitvinding van dit belangrijke landbouwwerktuig door een nimf die Myrmex, mier, heette. Hier werden de mieren als heilige dieren vereerd. Zie ook.. bij
mistel, maretak (Viscurn alburn), een in de nieuwere tijd als symbool van de kersttijd geliefde plant, die aan de waard-plant water en minerale stoffen onttrekt. De plant gold in diverse culturen in de Oudheid als heilig en als gewas van het tussenrijk (noch boom, noch struik), en ontstond volgens de sage daar waar de bliksem een boom (bij voorkeur een eik) getroffen had. Op eiken groeiende mistels werden hogelijk gewaardeerd, bijv. in het oude Rome en bij de Keltische druïden. Volgens Plinius werden ze door hen met gouden sikkels afgesneden, in een witte doek opgevangen en dan met een stier aan de goden geofferd. De mistel gold als panacee, en als altijdgroene plant ook als symbool van de onsterfelijkheid. Volgens R. van Ranke-Graves zou de mistel wel als geslachtsorgaan van de eik zijn opgevat, en als 'de druïden ze op rituele gronden met een gouden sikkel afsneden, voltrokken ze een symbolische ontmanning. Het stroperige sap van de bessen werd voor eikensperma aangezien en gold als vloeistof met sterke verjongende krachten (chulos). , Ook in de nieuwere tijd schrijft men de plant een geneeskrachtige werking toe (bloeddrukverlagend, urinedrijvend), terwijl de antroposofische geneeskunde er ook een middel in ziet om kanker te remmen. Het Engelse gebruik, rond kerstmis maretakken (mistletoes) op te hangen (waaronder men elkaar vrijelijk mag kussen) gaat vermoedelijk terug op de oude Keltische waardering voor de plant.In de Germaanse mythologie werd de mistel door een komplot van de kwaadwillige Loki in handen van de blinde god Hôder tot een dodelijke speer, die de lichten vegetatiegod Balder doodde. Pas na Ragnarok (de Gôtterdämmerung, wereldondergang) mogen Balder en zijn doder in de nieuwe paradijszaal Gimle een nieuw leven beginnen. De mistel is in deze mythe het symbool van een op zichzelf onschuldig, maar door boze magie noodlottig wordend werktuig, net als Höder zelf, de blinde broer van Balder. Zie ook: eik; sikkel
molen
molensteen. Een grotemolen komt men bij de oude cultuurvolken geregeld tegen als beeld van de omloop van de vaste sterren om de noordpool van de hemel, die denkbeeldig door een kristallen wereldas met het middelpunt van de aarde verbonden is (- mundus; omphalos; wereldas). De cyclische wereldtijdperken staan dan in symbolische samenhang met de draaiingen van de grote wereldmolen . Deze vertegenwoordigt in dat geval ook de vereffenende werking van de rechtvaardigheid van het lot, dat al het koren fijnmaalt. Dat hierbij ook aan brood gedacht wordt, dat door de veredelende behandeling uit het ruwe materiaal van het koren verkregen wordt, spreekt vanzelf, In het oude Rome versierden de Vestaalse maagden de molens op de feestdag van Vesta, de godin van het haardvuur, en werden er broodoffers gebracht. De middeleeuwse christelijke symboliek kende het beeld van de 'mystieke molen', waarbij de profeet Jesaja de tarwekorrels van het Oude Testament in de maaltremel uitstort, terwijl de apostel Paulus het daarbij gewonnen meel opvangt. Op diverse voorstellingen storten de vier evangelisten het graan uit, terwijl de apostelen het water toevoeren dat het molenrad in beweging brengt, De kerkvaders ontvangen het meel, en Jezus deelt de daarvan gebakken hosties onder het gelovige volk uit; Christus is het levensbrood zelf. Een molensteen die vanuit de hemel op aarde geworpen wordt. is op verschillende bijbelplaatsen een teken van Gods strafgericht, met name in de Openbaring van Johannes (18: 21): 'Een engel pakte een kei op, zo groot als een molensteen. Hij wierp deze in zee en zei: "Op dezelfde wijze zal Babylon, de grote stad, worden neergegooid .,."' Zie ook.. brood
mond
Lennhoff
in symbolische zin niet alleen een eet en spraakorgaan, maar ook de plaats van de levensadem . De mondopeningsceremonie bij de bijzetting van mummies in het oude Egypte (waarbij het gezicht met een vuursteenvork en een gebogen slechtbijl beroerd wordt) is een magische handeling die de gestorvene de levenskracht moest teruggeven. Uit de mond van degod Aten komt in de mythologie van de Egyptische stad Heliopolis het godenpaar Shoe (adem) en Tefnet (ongeveer: speeksel) voort, god en godin van de lucht en het water (- negen), terwijl in de Oudindische scheppingsmythen uit de mond van het oerwezen Prajapati de goden voortkomen, de mensen daarentegen uit zijn geslachtsdeel (- lingam) en de demonen uit de anus. Mond en barende moederschoot zijn symbolisch nauw verwant (vergelijk 'moedermond' , de opening van de baarmoeder), waarbij in seksuele symboliek de vulva vaak ook verhullend als 'mond' (met lippen) wordt aangeduid. De parsistische vuurpriester had een doek voor de mond, om te verhinderen dat het heilige vuur door zijn adem verontreinigd werd, terwijl zo'n doek bij de jaïnisten het inslikken van insekten moest voorkomen. Voor de Heilige Hildegard van Bingen (1098-1179) draagt de mond van de mens de hoogste zedelijke verantwoordelijkheid, want door de mond 'wordt heel de mens onderhouden. Zoals door de zonneschijn de wereld verlicht wordt, zo wordt door zijn adem alle hogere adem gematigd en opgewekt. , De mond komt in tal van zegswijzen voor (iemand naar de mond praten, niet op zijn mondje gevallen zijn, zich het brood uit de mond sparen, enz.). Bij het Laatste Oordeel steekt er uit de mond van de Wereldrichter een scherp zwaard om de ongelovige volken neer te slaan (Openbaring van Johannes, 19: 15). In middeleeuwse afbeeldingen van exorcisme, de uitdrijving van demonen uit bezetenen, komen er zwarte duivelgedaanten uit de mond van de genezenen. Uit de mond van biddenden komen gouden draden die hen met de hemel verbinden. Op grafstenen uit de barok wordt het gezicht van knielende vrouwen vaak ten dele door een monddoek verhuld, waarmee echtgenotes worden voorgesteld, die bij de oprichting van de tombe al overleden waren. Zie ook.. tong
muis
. Ondanks (of juist wegens) zijn geringe afmetingen speelt dit diertje in het traditionele volksgeloof en de daarmee verbonden symboliek een belangrijke rol. Dikwijls wordt hij opgevat als dier van de ziel, dat vluchtig en nauwelijks zichtbaar wegglipt, zoals de levensgeest van gestorven mensen. In de Oudheid spraken zoölogen van de afschrikkende werking van muizen op olifanten, de vermeende voortplanting door elkaar wederzijds te likken en de opvatting dat muizen in Egypte uit het slijk van de Nijl ontstonden en dat hun lever met de fasen van de maan zou uitdijen en inkrimpen. Als schuwe, in donkere ruimten wegkruipende diertjes schreef men ze demonische en profetische krachten toe. Piepende en dansende muizen zouden stormweer aankondigen, het knagen aan cultische voorwerpen boze lotgevallen, De schijnbare wellustigheid van muizen droeg ertoe bij, dat ze op beeldenaars samen met de liefdesgodin Aphrodite (Venus) werden afgebeeld. Een parodie op de heldendichten is de satire Batrachomyomachia (muizenen kikvorsenoorlog) van een anonieme auteur uit de Oudheid, overgeleverd onder de naam van Homerus. Ook in dromen zou het 'zielediertje' het lichaam van slapend en verlaten en er weer in kunnen terugkeren . Volgens islamitisch geloof huizen in veel muizen de zielen van leden van een Israëlitische stam.
De muizen die de hardvochtige bisschop Hatto volgens de sage in zijn 'Muizentoren' van Bingen aan de Rijn opaten, werden beschouwd als de zielen van de mensen die hij uit gierigheid aan de hongerdood had prijsgegeven. Het meest negatieve aspect van het imago van muizen berust op de waarneming dat ze niet alleen voorraden vernietigen (waarvoor Apollo Smintheus de 'muizenverdelger' en in het christendom de heilige Gertrudis moesten waken), maar dat ze, net als ratten, ook epidemieën konden overbrengen. Daardoor werden ze tot symbool van boze machten en duivelse demonen. Van Apollo werd overigens ook gezegd dat hij met zijn pijlen de pest zond. 'Daarom boezemt de aanblik van deze vraatzuchtige dieren de mensen afkeer en afschuw in,' schrijft E. Aeppli met betrekking tot de symboliek van dromen over muizen. 'Nu en dan heeft één muisje in een droom de betekenis van iets fijns, zij het niet ongevaarlijks, als een koosnaam in de onbewuste taal van de liefde ,.. In de dromen van jonge mannen staat dit dier ook wel, op grond van de organische gelijkenis, gelijk aan het vrouwelijke geslachtsorgaan. Het andere aspect, dat van het heimelijk knagende, is veel meer verbreid ... , Hele horden van muizen kunnen duidelijk maken 'wat er in ons innerlijk, in verspreide, vraatzuchtige delen uiteengevallen, op de donkere graanzolders van ons leven rondscharrelt. , In moderne strips en tekenfilms speelt de muis daarentegen de rol van het sluwe kleintje (Mickey Mouse), dat zich met list tegen de sterkere kat verdedigt, zoals de jeugdige David de reus Goliath overwon, Ook op Oudegyptische papyri wordt het kat-en-muisspel al afgebeeld. Zie ook: David; kat; rat
muzen zijn de spreekwoordelijk geworden figuren die de kunstzinnige inspiratie symboliseren : 'Gelukkig hij die de Muzen liefhebben; zoet vloeit de taal van zijn lippen' (Hesiodus). Volgens de Griekse mythen werden ze door de godenvader Zeus verwekt bij de nimf Mnemosyne ('herinnering'), om de heldendaden uit de strijd in de oertijd tegen de Titanen te bezingen. Oorspronkelij k werden ze veeleer als bergen beeknimfen voorgesteld, daarna kregen ze als symbolische figuren elk hun eigen 'ressort' toegewezen, met als heilige bergen de Parnassus en de Helicon en als heilige bronnen die van Castalia bij Delphi ('het drinken van haar water wekt de dichters tot gezangen op') en de 'paardebron' Hippocrene; deze was door het gevleugelde paard Pegasus met zijn hoeven uit de rots geslagen. De negen muzen zijn Clio ('verkondigende'. . epos, geschiedschrij ving) , Melpomene ('zingende'. , tragedie), Terpsi,. chore ('danslustige'. , dans, koorliederen), Thalia ('bloeiende' . . komedie), Euterpe ('verblijdende'. fluitspel), Urania ('hemelse'. leerdicht, sterrenkunde), Polyhymnia ('rijk aan zangen'. . hymnen) en Calliope ('zoetgevooisde' . . heroïsche epiek). Oorspronkelijk zouden er.maar drie muzen zijn geweest (- triade); het negental wordt als drievoud daarvan opgevat. In de beeldende kunst worden ze als jeugdige vrouwen voorgesteld, in gezelschap van de zonnegod Apollo ('Want dank zij de Muzen, dank zij de van verre treffende Apollo zijn er zangers op aarde en harpspelers', Hesiodus), Als 'Apollo Musagetes' (muzenleider), met de citer in de hand, voert de zonnegod, getooid met een lauwerkrans, het koor der muzen aan,