Maçonnieke encyclopedie-P.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
WILLIAM PRESTON
Life in the Order.
Illustrations of Masonry."
Prevôt et Juge
Price, (Henry)
Prichard (Samuel)
SAMUEL PRICHARD
PRIESTER
-ILLUMINAAT
De KONINELIJKE
PRIJSVRAGEN
Primitief Rite ecossais
PRIMITIEVE RITUAAL
Pri(n)ceps
PRIESTLY ORDER, OR WHITE MASON
A Templar Priesthood.
Priest of the Royal Arch.
Grand High Priest.
PRIEST OF ELEUSIS
PRIEST OF THE SUN
PRIMORDIAL CHAPTER OF ARRAS
PRINCE IN BABYLON
Principal
PRINCEPS
Prins
-. FREDERIK DER NEDERLANDEN
Verheven P. van het Koninklijk Geheim
Prins van de tabernakel
Prins Rozenkruis
Prins in Jeruzalem
Prins van de Libanon
Prins van Mercy
-. DER VRIJMETSELARIJ.
WILLIAM PRESTON
Life in the Order.
Illustrations of Masonry."
WILLIAM PRESTON. The ILLUSTRATIONS OF MASONRY have been mentioned in the course of the present work, and its numerous editions are indicative of the purpose which
it served, not only in the days of its author but for a considerable period
subsequently. William Preston is not only of importance to the History of
Masonry in the second half of the eighteenth century from the point of view of
this particular work, but for his reform of the lectures and for the foundation of a
GRAND CHAPTER or ORDER OF HARODIM, being the first experiment
ever made towards a learned Lodge of Freemasonry. It proved, however, what
Gould calls " a mushroom creation," for the time was not yet, and the erudition-
such as it was-could have been only on the side of the founder. William Preston
was born in Edinburgh on August 7, I742, and as the son of a writer to the signet
he received a good education, after which he was apprenticed to the printing
trade, but exchanged it for secretarial work, being employed by Thomas
Ruddiman, a scholar of the time who was possessed of a large library. The death
of Ruddiman put an end to this occupation, and in I760 Preston set his face to
London, and entered the path of journalism. He became ultimately editor of
THE LONDON CHRONICLE, an appointment which he held for many years.
In the other events of his private life we have DO concern, so I need say only
that he died on April I, 1818, in Dean Street, Fetter Lane, at the age of seventy -
six.
Life in the Order.. The Masonic life of Preston is embodied in his ILLUSTRATIONS, in his work
on the Lectures and in the CHAPTER of his own creation. There was never, as it
seems to me, more unselfish and unpretentious activity in the course of Masonic
history. It included also considerable humanitarian zeal on behalf of the
charities, as they stood at that period. The reward of these things was with him
in due course, for when a trivial and vexatious dispute arose between the
Moderns GRAND LODGE and the LODGE OF A NTIQUITY, to which he
belonged, William Preston was one among several who were expelled from the
Order. It is true that ten years later GRAND LODGE reviewed its judgment and
rescinded its decree. In the spirit which always actuated him he returned without
ostentation to his labour of love in the Order.
Illustrations of Masonry." The day of the ILLUSTRATIONS is over, though we shall always look back on
it with sympathy and a certain interest. It traces the foundation of Masonry from
the commencement of the world, on the plea that " ever since symmetry began
and harmony displayed her charms, our Order has had a being." It is described
as having two " denominations," namely, Operative and Speculative. There are
also three classes of Masons: honour and probity are commended to the first,
assiduity and application to the second, while the third class is restricted to a
chosen few, " whom truth and fidelity have distinguished": they are said to
possess the secret landmarks of the Order. I should add that, according to
Preston, his CHAPTER OF HARODIM, which was opened on January 4, I787,
was an Order of ancient date, " patronised in different parts of Europe." Its
mysteries, moreover, are called " peculiar to itself." Preston was made a Mason
in I762 under the Jurisdiction of the " Ancients," but soon after joined the earlier
GRAND LODGE.
Prevôt et Juge
(Prevost and Judge) ook Ierse Meester genoemd, is de naam van de 8e Graad van het "Conseil des Emperenrs d' Orient et Occident' en tevens de ;7 e Gr.. van de "Rit ancien et accepté"
Price, (Henry)
Mackey
Lennhoff
PRICE, Henry
"de vader van de Vrijmij.. in Amerika" werd in 1697 bij Londen geboren, ging in 1723 naarAmerika en vestigde zich te Boston als "merchant tailor," maar werd spoedig tot openbare ambten geroepen; in 1733 werd hij door de Gr.. Mr.. van Engeland benoemd tot Prov.. Gr.. Mr.. van Nieuw-Engeland en het daartoe behorend gebied, en in 't zelfde jaar stichtte hij te Boston de eerste Loge, die weldra als Pr.. Gr.. L.. erkend werd. Zijn invloed breidde zich weldra over geheel Amerika uit.
Prichard (Samuel)
Lennhoff
Mackey.
SAMUEL PRICHARD
Prichard (Samuel) was de schrijver van een werk dat 't eerst in 1730 te Londen uitkwam en later onderscheidene malen werd uitgegeven, en tot titel had: "Masonry dissected, being a universal and genuine description of all its branches, from the original to this present time. As it isdeliverd in the constituted regular lodges, both in city and country, according to the several degrees of admission, giving an impartial account of their regular poceeding in initiating their new membres in the whole three degrees of masonry. Viz. I Entered Prentice, II Fellow-Craft, III Master. To which is added the authors vindication of himself. Bij Samuel Prichard, 1ate member of a constituted Lodqe." (De verdeelde Vrijmetselarij behelzende een algemene en echte beschrijving van al hare afdelingen, van hare oorsprong af aan tot aan de togenwoordigen tijd. Gelijk ze megedeeld wordt in regelmatig geconstitueerde Loge zowel in de stad als op het land, overeenkomstig de verschillende graden van aanneming. Gevende een onpartijdige voorstelling van haar regelmatigen vooruitgang bij de aanname van haar nieuwe leden, in de gezamenlijke drie graden van de vrijmetselarij d. w. z. I Intredend leerling, II Metgezel, III Meester, waar bij is govoegd de rechtvaardiging van de schrijver door hem zelven. Door Samuel Prichard, vroeger lid van een geconstitueerde Loge). Dit geschrift kan beschouwd worden als het eerste, of althans meest- betekenende van de vele verraderlijke geschriften, die in 't midden van de voorgaande eeuw werden uitgegeven en die natuurlijk veel opzien baarde. De schrijver geeft daarin niet alleen mededeling van de meest bestaande gebruiken en van allerlei Symbolen, maar voegt daaraan ook veel toe, wat alleen een product is van zijn fantasie. Zij, die menen in dit werk een betrouwbaren gids te vinden, bedriegen zich dus ten zeerste; waarheid en verdichting zijn hier dooreen gemengd, kennelijk omdat Prichard wilde waarschuwen voor het lidmaatschap van een, in zijn oog, verderfelijk genootschap.
Was P. een tegenstander van de Vrijmij.. en een van die vele verraders, die, omdat hun eerzucht niet werd bevredigd, de Brsch.. verlieten en haar gingen tegenwerken? Wij geloven 't niet. Hij was veeleer een oud man, die geen vrede kon hebben met eenig wijzingen, sedert het oprichten van de Engelse Gr.. L.., in de Brsch.. gebracht, en die met name tegen de verdeling in graden groot bezwaar had. De Vrijmij.. was nu, naar zijn oordeel, ontaard en nu wist hij geen beter middel om haar te bekeren dan haar bespottelijk te maken; weinig vermoedde hij echter, dat zijn boek juist het tegenovergestelde van 't geen hij bedoelde zou uitwerken. Men nam zijn geschrift in ernst op; en zo werd, b.v. in de eerste Duitse vertaling van het constitutieboek, het werk van Prichard geheel afgedrukt (!). Uit de zelfrechtvaardiging van de schrijver blijkt, dat hij vooral daarom de Vrijmij.. haatte en meende gerechtigd te zijn dit verraad te plegen, omdat de gebruiken van de oude werk-maconnerie verwaarloosd werden, en daar- door, volgens hem, het wezen van de Brsch.. geheel en al was veranderd.-
SAMUEL PRICHARD It is a sort of counsel of perfection to abuse Prichard and his MASONRY
Dissected, published in 1730 and claimed by its author to contain all the secrets
of the Craft. It is really of considerable importance, though described as
spurious, unauthorised and the work of an unprincipled person, characterised
otherwise as needy. About the last designation I know and care nothing.
Prichard appears to have been a Mason, in which case he broke his obligations
by pretending to reveal the secret workings. He was therefore unprincipled
enough and he published not only without but against all authority. Whether all
that he made known is spurious opens many questions. The book had sufficient
claims to warrant Grand Lodge in seeing that an answer was forthcoming, and in
taking at the same time what p~ it could that the answer should not seem
official. I have mentioned this part of the question in my notice of Martin Clare.
PRIESTER
PRIEST.
PRIEST, GRAND HIGH.
PRIEST, HIGH.
PRIEST, ROYAL.
PRIEST THEOSOPHIST.
-ILLUMINAAT
De KONINELIJKE
PRIESTER De, is de 5e. afdeling van de 7e trap van het klerikaal systeem.
-ILLUMINAAT De, Zie EPOPT.
De KONINELIJKEof echte Rozenkruizer, ook MELCHIZEDECK genoemd, was de 5e. trap in het systeem van de Aziatiesche Broeders, als ook de 6e. der Illuminaten in Beijeren.
PRIJSVRAGEN Behalve de bestaande voorbeelden van prijsvragen, bij enkele gelegenheden door Maç.. besturen of Loges opgegeven (zie het Art. NEDERLAND, D. III. bl. 17), zijn er ook in de laatste tijd Loges geweest, die begonnen zijn geregeld jaarlijks zulke prijsvragen uit te schrijven. Zo heeft de les Trois Niveaux te Ostende, in 1819 uitgeschreven:
1. Een Ode, ten onderwerp hebbende de Maç.. weldadigheid.
2. Een verhandeling over de voornaamste oorzaken der vervolgingen door de V.. M.. ondergaan, en de beste middelen ter verijdeling van de pogingen harer vijanden, en
3. De opgave van de bijzonderheden van een uitvinding, ontdekking of opmerking die de mensen in het algemeen nuttig was, met tekeningen, plans, enz. stellende op No. I en 3 een gouden, en op N'. 2 een zilveren erepenning.
De Loge lEsperance, te Brussel, die in hare statuten had vastgesteld, dat jaarlijks drie prijsvragen zouden worden uitgeschreven:
1. Over een punt betrekkelijk de geschiedenis der Orde (gouden med.).
2. De lof van enige daad van edelmoedige zelfopoffering, die eervol voor de V.. M.., of voor het mensdom ware; of de beste verhandeling over een nuttige ontdekking (goud), en
3. Een gedicht (zilver). Ter voldoening hieraan, werden in 1820 uitgeschreven de vragen:
1. Welke was de staat der V.. M.. in de zuidelijke provinciën des koningrijks, gedurende de 18e. eeuw tot aan het vestigen des Franschen bestuurs (goud).
2. Lofreden eener daad, die eervol of nuttig voor de V.. M.. of voor het mensdom was (goud)
3. Gedicht, op de hoop (zilver).
Primitief Rite ecossais is een systeem dat in 1818 door zekeren Marchot, een advocaat uit Nivelles, te Namen gesticht werd en zich niet buiten de Belgise grenzen uitbreidde, maar tot de L.. Bonne amitié"te Namen beperkt bleef. (VergL Annales des Pays Bas" III 487 v. v.) Over het later bestaan van dit systeem is niets bekend geworden. Het bestond uit 33 graden. De plaatsverv. Gr.. Mr.. (een feitelijke Gr.. Mr... was er niet) was de Br.. Alexander Regis, Nicolaas Prins de Guire, Hofmaarschalk van de Koning van de Nederlanden.
PRIMITIEVE RITUAAL Zie RITUAAL.
Pri(n)ceps of de Regentengraad de 7e klasse van de Illuminaten (z.d.)
PRIESTLY ORDER, OR WHITE MASON
A Templar Priesthood.
Priest of the Royal Arch.
Grand High Priest.
PRIEST OF ELEUSIS
PRIEST OF THE SUN
PRIESTLY ORDER, OR WHITE MASON We have seen that there was a GRADE OF MELCHIZEDEK or ROYAL
PRIESTHOOD in the RITE OF THE ASIATIC BRETHREN, and there are
vestiges of a Priestly Order in Ireland of the eighteenth century, to say nothing
of rumours connected with the venerable and time immemorial Lodge at York,
which occupies but obviously in a far lesser degree -something of the romantic
position imposed by tradition and invention on the MOTHER LODGE OF
KILWINNING, full of august memories-but unfortunately apart from fact.
Kilwinning is the crown of imagined Masonry in Scotland, and York is the
English centre of sacred and wonderful legend. The London GRAND Lodge of
17I7 is without a shadow of consecration; the Rummers and the Apple Tree
Tavern are its holy places, as compared with Heredom and Culdee Abbeys,
casting through later ages a strange uncertain light from Sanctuary Lamps.
A Templar Prlesthood. We have had several occasions for remarking that amidst too many disabilities
we have to thank the FATTY GRAND SCOTTISH RITE for preserving
memorials or shadows of Grades which otherwise would have perished utterly
from memory. I must speak on the present occasion of a greater debt, for we
owe to it also in a comparatively uncorrupted state-the continued existence and,
I believe, the former active working of the PRIESTLY ORDER, otherwise
WHITE MASON, or alternatively the Most Solemn Grade of ROYAL ARCH
KNIGHT TEMPLAR PRIESTS. It is opened with all present in the white robes
of the Temple, which represents the Tabernaculum perfectius, non manu factum,
mentioned in the EPISTLE TO THE HEBREWS. It is opened in the name of
Melchizedek, as King of Salem and of Peace. The Temple is a Spiritual House
and those who serve therein are a holy priesthood, who offer up " spiritual
sacrifices, acceptable to God by Jesus Christ." It is imbedded in the cumbrous
and inchoate system of the EARLY GRAND RITE, like a corner-stone laid in
Zion, " elect and precious." The Candidate enters carrying the titles of peace,
faith and goodwill. He is welcomed in the Name of the King of Peace, the
Eternal Melchizedek. He passes successively in the symbolism of his ordered
progress through seven mystical doors: through that of Faith, uplifting the Lamp
of Prayer; of Hope, with the Lamp of Knowledge; of Mercy, having the Lamp of
Desire; of Utterance, with the Lamp of Purity; of Salvation, upholding a Lamp
of Good Works; of Penance, with a Lamp of Power; and finally through a Door
of Life-meaning the Life of life - carrying a Lamp of Joy, as of those who come
into their own. So is he led to the East, to be anointed with oil in the Name of
the Lord and consecrated as a Priest Mason. Thereafter these TEMPLAR
PRIESTS resolve together, as with one heart and voice, to unite their souls " in
the Lard's path," that they " may become spiritual builders and pillars in the
House of God," abiding in unity of spirit, in the fellowship of one body, and " by
the all-sufficient grace and spirit of God," being " true to the bodies and souls of
one another, all the days of our lives," even " until time shall be no more."
Priest of the Royal Arch. A different recension of this Grade was issued in London privately some forty years since and is useful for purposes of comparison, though it would serve no
purpose to give account of the variations in this place. It is more carefully
produced as a piece of editorial work, but lacks something of the spirit which I
have found in the Scottish working. The title in full is THE UNITED SACRED
BAND OF HOLY ROYAL ARCH KNIGHT TEMPLAR PRIESTS, and a
Historical Note affirms that the Grade was practised by the Bristol, Bath,
Salisbury and York Encampments, as a ne plus ultra of Masonry. It is affirmed
by other witnesses that there are traces of a much wider diffusion, all over the
United Kingdom, at the end of the eighteenth and early in the nineteenth
century. This is not antecedently improbable, whether we consider the sacred
character of the Templar Rite in Masonry or the precedent set by Starck's
CLERICAL BRANCH OF THE STRICT OBSERVANCE. The connection of a
Templar Priesthood with the ROYAL ARCH is unaccountable-al least on the
surface, as the MILITARY AND RELIGIOUS ORDER-which is a Rite of
Pilgrimage and Warfare has no concern in the Building Art, either material or
emblematical. The Sacerdotal Grade doe not therefore justify its claim to be
regarded as the term and crown of Masonry.
Grand High Priest. The priesthoods are many in Masonry, from those who are ordained to the
Office of Joshua, son of Jozedech, to those who in less frequented ways may
still be Priests of the Sun though it must be confessed that the rank has suffered
a certain substitution. The other sacerdotal orders are for the most par
suspended, for the old Rites have perished. We have seen that al ORDER OF
HIGH PRIESTHOOD came to birth in America about I802: under obscure
circumstances, and I do not claim to give account of it in any plenary sense. It
was worked in the GRAND CHAPTER of OHIO, circa I828, and has been
called an honorary Degree arising out of the rank of Joshuah in the HOLY
ROYAL ARCH. The analogue in England is an ORDER OF GRAND HIGH
PRIEST, under the GRAND COUNCIL OF THE ALLIED DEGREES. This is
in the same relation ROYAL ARCH Masonry that the PRIESTLY ORDER
bears to Christi; Degrees and the Templar connection especially. From the
Ritual standpoint, however, it is not in the same category. It is conferred only on
Present or Past Principals of a ROYAL ARCH CHAPTER. There are obvious
and exceptional analogies with the PRIESTLY ORDER, as for e ample, in
respect of the first that the Candidate is anointed, consecrated, and set apart,
while in respect of the second the Lodge or Temple is d nominated a Tabernacle,
which is opened also in the name of the Priest and King. The President of the
Order represents the King of Salem a the Candidate is Abram, the great father of
Israel. There is a great opportunity offered to symbolism by the ordination on
the part Melchizedek and in the Offices of Bread and Wine; but as the light
Christian Mysticism does not shine in the Tabernacle the real significance slips
through. The counsels of the Lecture are excellent, however, within their own
measures:
(I) That the true Mason should be dedicated to the service of the Most
High;
(2) that the unchangeable priesthood of Melchizedek was superior to that
of Aaron, which passed away;
(3) that after this transitory scene there is the
hope of entrance into an Eternal Tabernacle; and
(4) that Holiness to the Lord
should be written in heart and life, looking to a seat therein. The Christian
implicits are clear.
PRIEST OF ELEUSIS There are curious ceremonial suggestions in the Forty-Third Degree of the
EARLY GRAND RITE, which is presumably that of PRIEST OF ELEUSIS,
though it carries no title in the series. The Candidate, by virtue of his
advancement, becomes a sacerdotal minister of the old Greek Mysteries, as he
became, for example, a PRIEST OF THE SUN in e a previous Ceremony; but it
is in a still more substituted sense. He is; seeking light in Eleusis, by the
hypothesis of his claim, and is promised instruction therein. That which he
receives, however, is confined to certain arbitrary Words, together with an
Official Sign and a mistranslation of the famous Konx Ompax. Here ends the
first act of the proceedings. Being conducted to a second chamber, a veil is
thrown over him and he is extended upon the floor. Those who encompass him
explain that he is a priest of old Mysteries who has yet to be instructed about
those of the New Jerusalem, for this is the true Eleusis; that he is dead in error
and must receive the revivifying teaching of the New Law. He is raised
accordingly from the death and sepulture of falsehood on the three points of
Faith, Hope and Charity. Amidst Apocalyptic sentences he is said to enter into
living truth and becomes in this manner a Priest of the True Eleusis. The
dramatic moments of the Grade are missed inevitably, and it is nothing as it
stands in the sequence, but under proper auspices it might have been a moving
pageant, full of grace and meaning, nor need it denounce the Greek Mysteries to
acclaim those which are in the Name of Him Who came not to destroy but to
fulfil. It is impossible to give any indication as to time or place of origin as
regards PRIEST OF ELEUSIS.
PRIEST OF THE SUN I do not think that the EARLY GRAND SCOTTISH RITE deliberately invented
anything in the shape of Grades and Degrees, but it reduced and bowellerised
many, made illogical changes for the purpose of bringing that and this under a
Senate or Council of something, which had no relation with either, and thus
produced unnatural or ridiculous unions. It must have tampered with the subject-
matter of its Forty second Degree, being PRIEST OF THE SUN, for the purpose
of its subordination to a Consistory of PRINCES OF THE ROYAL SECRET
and to institute a maniacal connection with what must be called ADAMITE
MASONRY. In place of exploring the rich field of solar and lunar symbolism
we have Adam representing the Sun, while another personification answers to
the Moon and Truth. There are also Seven sub ordinate Officers, corresponding
to Seven traditional Angels, who were regarded as presidents of the seven
planets of the ancients, in which manner the Moon is represented twice, by a
lapsus memoriae of the makers. The Candidate is conducted by Truth from
Angel to Angel, in virtue of successive Masonic qualifications and titles:
(I) To
Michael, representing the sun, as a MASTER MASON, and he is counselled to
remember that the Kingdom of Heaven belongs to the poor in spirit;
(2) as a
ROYAL ARCH Mason to Gabriel, representing the Yoon, who reminds him that
comfort is reserved for those who mourn;
(3) to Uriel, representing Mercury as a
KNIGHT TEMPLAR, and he is told that the meek shall inherit the earth;
(4) as
a PRINCE MASON to Hamaliel, who governs Venus, and speaks of the
blessing promised to those who hunger and thirst after righteousness;
(5) to
Raphael, the ruler of Mars, as a KNIGHT OF ST. ANDREW, who affirms that
the merciful shall obtain mercy;
(6) to Zarachiel, the Angel of Jupiter, as a
KNIGHT KADOSH, and he hears that the pure in heart shall see God;
(7) as a
KNIGHT TEMPLAR PRIEST to Saphael, the President of Saturn, who recalls
to him that the peacemakers are Children of God. Having been cautioned and
proved in this manner, the Candidate is pledged and proclaimed by the
venerable personality who is identified with Father Adam. It will be seen that
the titular distinctions are entirely apart from meaning, and in deploying the
solar system for the recitation of the Beatitudes, even an antiquarian significance
is wanting, since the attributions are not those of old astrology, nor yet of late
Kabalism. From whatsoever source it has come the Grade is pure nonsense.
PRIMORDIAL CHAPTER OF ARRAS The story is that on April I5, I747, the Royal Pretender, Prince Charles Edward,
founded a ROSE-CROIX CHAPTER under this title and at this place, or
alternatively that it came to be known under such name, but was styled
originally SCOTTISH JACOBITE CHAPTER. It is said later on to have created
bodies similar to itself, but in particular the CHAPTER OF ARRAS, Valley of
Paris, about I780. There are two reasons on the surface why the story is
apocryphal:
(I) Because no prudent person would accept anything which seeks
to connect Prince Charles Stuart with Masonic activities in the absence of
unquestionable evidence, of which in this instance there is none;
(2) Because
there is no proof and there is no reason to believe that the Grade of ROSE-
CROIX existed in I747. I leave out of consideration the lilcelihood of a Stuart
Prince making a Masonic foundation under the title COSSE JACOBITE (sic.):
one is reminded of the Masonic document- no less fraudulent than this story-
which supposes the same Prince to have subscribed himself as Pretender. That
which is of good faith in Masonry has been protected strangely throughout by
the transparent folly which has characterised Masonic knaveries. The tale of the
Primordial Chapter has been repeated from mouth to mouth without any let or
hindrance on the part of preliminary examination: it is told of course by
MacKenzie; it is spun by Woodford into the weak web of his fancies; and it is
declaimed, as might be anticipated, by Yarker.
PRINCE IN BABYLON
An alternative name for this purposeless and foolish Grade is SUSPENDING
CROSS OF BABYLON, which is meaningless in itself as well as by its
supposed connection with the reign of Darius. It claims to have been extant in
the first quarter of the eighteenth century, evidence for which is wanting, and to
have been incorporated into several early High Grade Systems, but this does not
seem to be true. The question is of no consequence, save indeed as matter of
fact, for antiquity, as I have had occasion to point out elsewhere, is not of itself a
test of value, and the oldest collections superposed upon the Craft will scarcely
be saved by their age if they are not otherwise within the pale of redemption.
The PRINCE OF BABYLON counts as the Thirty second Degree of the
EARLY GRAND RITE, and I have met with it in no other system. For the rest,
it is a name in lists. It is held under a COUNCIL OF PRINCE MASONS, which
confuses additionally its few and negligible issues. However, this difficulty may
be taken out of the way - as it arises out of a matter of arbitrary arrangement.
Principal De beambten van het Royal Arch-Kapittel, die in Amerika hoogepriester, koning en schrijver genoemd werden, heetten in Engeland: eerste, tweede en derde principal.
PRINCEPS of de Regentengraad, was de 7e. trap der Illuminaten in Beijeren.
Prins - -
-. FREDERIK DER NEDERLANDEN
Verheven P. van het Koninklijk Geheim
Prins van de tabernakel
Prins Rozenkruis
Prins in Jeruzalem
Prins van de Libanon
Prins van Mercy
-. DER VRIJMETSELARIJ.
Prins
-. FREDERIK DER NEDERLANDEN Zie WILLEM FREDERIK KAREL, PRINS DER NEDERLANDEN.
- is de naam van verschillende Hoge Graden, die tot de z.g. Schotse ritus behoren. Wij vermelden hier de voornaamste ervan:
Verheven P. van het Koninklijk Geheim (Prince du royal secret. Sublime Prince of the royal secret) is de naam van de 23 of 32) gr.. in de z.g. Rit ancien accept. Een symbolische betekenis had deze gr.. niet; maar hij werd met veel pracht en praal uitgereikt. Die deze ontvingen kregen een wapen dat een leger van de kruisridders voorstelde in de vorm van een negenhoek met evenzo vele, de graden van de Vrijmij.. voorstellende, tenten die aangednid werden met de letters J. N. O. N. I. J. L. A. S. die een veelbetekenend woord moesten aanduiden. In die negenhoek is een zevenhoek, daarin weer een vijfhoek en daarin een driehoek waarin een passer. De legende van dezen Gr.. heeft betrekking op de dood van Molaij. De voorzitter heet Souverain des Souverains; de Loge heet consistoire-
--. is de 32e. graad van het in Frankrijk ingevoerde, zogenaamde oud-Engelse stelsel, waarin die gewoonlijk bij verkorting slechts de 32e. (le trente deuxiéme) wordt genoemd. Hij was de 25e. graad van de Raad der Keizers van het Oosten en Westen, te Parijs. De Loge heet konsistorie. De Meester, die FREDERIK 11 (zie dat Art. en het Art. OPPERGRADEN) voorstelt, voert de titel van Souverain des souverains, Grand-Prince illustre Commandeur en Chef. De beide Opzieners heten Lieutenants Commandeurs, de Redenaar Ministre d'État. Ook is er een Grand-Capitaine deGardes. De M.. en Opzz.. zijn met schild en zwaard gewapend. Het juweel van de Ridders is het gouden kruis van de Duitse Ridders. Op de standaarts, in het voorgestelde legerkamp wapperende, staan de beruchte woorden (zie het Art. Jezuïtenorde): ad majorem Dei gloriam (ter verheerlijking Gods). De M.. draagt vorstelijke gewaden en heeft een schepter voor zich. De kleur van het waad des M.., der Offic.. en van ten minste zes der leden, is rood. De drie PW.. vormen een volzin.
1e. PHAAL-CH0L, door hen verklaard door gescheiden
2e . PHARASH-GH0L, ,, ,, ,, ,, ,, hereenigd.
3e. NEKAM MAKKAM ,, ,, ,, ,, om (of doorde) wraak.
Het derde betekent, juist vertaald, wreekt! (of wraak!) versla (slagt,of breng om !)
De vijf standaarden zijn versierd met de volgende zinnebeelden:
1. De Arke des Verbonds, zinspreuk laus Deo.
2, Een gouden leeuw met een gouden sleutel in de muil; op een gouden halsband: ad majorem Dei gloriam;
3. een brandend en gevleugd hart door laurieren gekroond.
4. Een dubbele, gekroonden arend, in de ene klaauw een zwaard, in de andere een bloedend hart houdend, en
5. Een os. ;
Prins van de tabernakel
z. Tabernakel-
Prins Rozenkruis
z. Rosecroix.-
Prins in Jeruzalem
z. Jeruzalem.-
Prins van de Libanon z. Libanon.-
Prins van Mercy is de 26 gr.. van de Schotse Ritus.
-. DER VRIJMETSELARIJ. (De ZEER VERLICIITE SOEVEREIN): Groot-Ridder en verheven Kommandeur des Koninklijken geheims, was de 25e. graad van de Raad van Keizers van het Oosten en Westen, te Parijs.