27. Waarom is er zo veel geheimzinnigheid rond de vrijmetselarij?
De vrijmetselarij kent zeker een aantal geheimen: geheimen die vrijmetselaren
onderling delen en geheimen die alleen gelden voor bepaalde graden. Vooral
voor de vrijmetselaren zelf zijn die geheimen belangrijk. Prof. Sj. Groenman
heeft eens gezegd dat de geheimen te vergelijken zijn met de geheimzinnigheid
die men toepast wanneer men bij verrassing iemand een cadeau wil geven.
Hoe strikter de gever zich aan de geheimhouding bindt hoe groter de verrassing
en hoe langer de ontvanger het zich zal blijven herinneren. Niet alleen
door de eed, maar door de verrassing die zij zelf eens hebben ondergaan,
zullen niet veel vrijmetselaren hun geheimen willen verklappen. Zelfs zijn
er velen binnen de vrijmetselarij die de grenzen van wát geheim
zou moeten blijven en wat rustig bekend mag worden, niet kennen; zoals
iemand, van wie de jarige weet dat hij hoe-dan-ook met een geschenk zal
aankomen, niet weet of hij wel mag zeggen dat hij naar een warenhuis is
geweest. Alsof dat iets verklapt over de inhoud van het cadeau.
In feite hebben dus vele vrijmetselaren zelf bijgedragen tot die grote
geheimzinnigheid rond de vrijmetselarij.
28. Op welk vlak liggen de geheimen?
De geheimen van de vrijmetselaar liggen op het terrein van de inwijdingen,
andere zeer plechtige bijeenkomsten en bepaalde gebruiken. Zo wil men het
aannemingsceremonieel van een niet-vrijmetselaar tot vrijmetselaar bewaren,
evenals het ritueel van de bevordering van leerling tot gezel en van gezel
tot meester. Weinig vrijmetselaren zullen die geheimen bloot willen geven,
zoals hiervoor beschreven. Zij weten wat de buitenstaander zal missen aan
intense ervaringen wanneer hij zich reeds de geheimen heeft eigen gemaakt
en zich daarna wil aansluiten bij de vrijmetselarij. Het verrassingselement
(zie vorige vraag) gaat dan verloren.
Er is nog een andere zeer nadrukkelijke reden voor het geheim houden
van de rituelen: wanneer men ze vertelt aan de buitenstaanders of de buitenstaanders
lezen ze in bepaalde geschriften, dan maken zij kennis met een surrogaat
van de werkelijkheid. Je kunt je niet goed voorstellen hoe een sinaasappel
smaakt als je er nog nooit eentje geproefd hebt, al heb je er honderd boeken
over gelezen. Zo zal een belangrijk facet van de vrijmetselarij nooit goed
te omschrijven zijn.
Overigens mogen niet vrijmetselaren gerust weten dat de vrijmetselarij
gebruik maakt van symbolen , o.a. uit de bouwwereld. Er is geen enkele
reden om te verbergen dat de bouwsymbolen gebruikt worden om begrippen
duidelijk te maken. Zoals niemand moeite heeft met het aanvaarden van de
bijenkorf als symbool van nijvere arbeid, taakverdeling en volmaakte vormgeving
(raten), zo hoeft ook niemand moeite te hebben met het symbolisch gebruiken
van metselaarsattributen. Ingewikkelde wijsgerige gesprekken kunnen op
deze wijze worden vermeden. In de Bijbel wordt ook gesproken in gelijkenissen.
Men hoeft er bijv. geen geheim van te maken dat de niet-vrijmetselaar die
zich aanmeldt als lid, vergeleken wordt met een ruwe onbewerkte steen,
die tot een bruikbare bouwsteen moet worden gevormd om te kunnen dienen
in het bouwwerk van begrip en harmonie dat de mensen met elkaar moeten
oprichten.
29. Maakt men zich door de geheimzinnigheid niet juist onsympathiek?
Zolang het de geheimzinnigheid is van "sorry hoor, dat kan ik je niet vertellen
, dat is geheim", zal die geheimzinnigheid zeker niet sympathiek overkomen.
Wanneer er niet als uitleg bij gegeven wordt waarom bepaalde zaken geheim
blijven, zal "men" dat zeker niet accepteren, zeker niet meer in deze tijd
waarbij de mensen in het algemeen steeds meer antwoorden krijgen op steeds
meer vragen die worden gesteld.
30. Waarom treedt men zo weinig naar buiten?
In bepaalde landen trad de vrijmetselarij vroeger meer naar buiten. Mensen
werden officieel of minder officieel gevraagd lid te worden van een bepaalde
loge. Een vrijmetselaar die tot de ontdekking kwam dat een bepaald connectie
van hem er sociaal gezien goede ideeën op nahield, deed wel eens een
dergelijk verzoek. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat zo’n verzoek
vroeger nog al eens gedaan werd tot personen alleen omdat zij sociaal gezien
een belangrijke functie innamen. Vandaar ook dat nu nog aan vrijmetselaren
gevraagd wordt of je tot de elite moet behoren (Zie
Vooroordelen vraag 21) om lid te kunnen worden. De vrijmetselaren geloven
nu veel meer in de zoekende , de relativerende mens, die tot nu toe veel
heeft gezocht maar nog niet heeft gevonden wat hij zocht. Als deze mensen
de stap wagen vrijmetselaar te worden, dan zal het zoeken en het relativeren
en het toetsen van zichzelf niet afgelopen zijn. En de vrijmetselarij zal
dat toejuichen, want daar wordt zij alleen maar beter van. Die leden immers
zullen niet gauw tevreden zijn.
De vraag rijst op welke wijze je dan die geïnteresseerden bereikt.
Natuurlijk is het zo dat door een goed gevoerde professionele reclamecampgne,
het aantal leden drastisch zou kunnen toenemen. Maar wat zullen dat dan
voor leden zijn? Is de kans dan niet groot dat deze nieuwe leden onvoldoende
gemotiveerd zijn?
Een beter middel is het geven van gerichte voorlichting, waarbij enerzijds
een inzicht wordt gegeven in het doel van de vrijmetselarij en anderzijds
er op geattendeerd wordt dat de vrijmetselarij er ook is voor mannen en
vrouwen gezamenlijk. De voorlichting kan zijn: mondeling of schriftelijk;
individueel of meer gericht op (doel)groepen.