1972 FRERES AINES DE LA ROSE+CROIX - EGLISE UNIVERSELLE DE LA NOUVELLE ALLIANCE


"Sedert ik geboren ben in het vlees, heb ik mijn goddelijkheid vergeten. Ik heb de beker der waanzin gedronken, ik ben opgestaan tegen mezelf."
( gnostische tekst )

De Rozekruisersorde ‘Les Frères Aînés de la Rose+Croix’ geeft voor haar Orde geen specifieke datum voor hun ontstaan. Zij gaan er vanuit dat de Orde ontstaan is op 2/12/1316. De Orde werd opgericht door Ridders van de Orde van de Tempel. Er werd op 5/1/1317 de Regel uitgeschreven die grotendeels het handelen van de Orde bepaalt. De eerste leden van de Orde waren Gaston de la Pierre Phoebus ( Imperator ), Kardinaal Bisschop J. De Via ( Co-Imperator ), Della Rovere ( Sénéchal ), Pierre le Bon de Lombardie ( Groot Commandeur ), Richard dit l’Anglois ( Co Groot Commandeur ), Guidon de Montanor ( Commandeur ), Yves Lancel de L’Isle ( Hiërophante Majeur ), Ortholain en Odona ( beiden Hiërophanten ), Louis de Grimoard ( Bewaarder van de Zegels en Schatten ), de Grootmeesters Henri de Montfort, Pierre Yorick de Rivault, Baron de la Pierre, César Minvielle, Jean Marie de Senectaire. Deze veertien ridders vormden de Grote Raad. Van de andere leden zijn er slechts zes bekend : Henri Manfred de la Pierre Phoebus ( zoon van Gaston Phoebus ), Gentilis de Foligno, Louis d’Arville, Renault de Pins en Le Roux de Bretagne.

De Orde stond voor een tijd onder de leiding van Roger Caro ( 30/1/1911 - 16/1/1992 ) en trad naar buiten onder de naam ‘L’Eglise Universelle de la Nouvelle Alliance’.

Roger Caro was prof in de theologie, Commandeur van de ‘Ordre Patriarcal des Chevaliers de la Sainte-Croix de Jérusalem’. Hij was lid van ‘L’Academia Gentium ‘Pro Pace’ (Roma)’ en had de eremedaille van de ‘Vermeil des Arts, Sciences et Lettres’.

De Orde die luistert naar de naam ‘Les Frères Aînés de la Rose+Croix’ werkt sinds 1972 niet meer in de openbaarheid. Zij kennen klaarblijkelijk cycli zoals andere Ordes. De meest gekende cycli is de 108-jarige cyclus. De Orde heeft slechts 33 leden.

‘L’Eglise Universelle de la Nouvelle Alliance’ - ENA - behoort tot de ‘Rite Catholique Traditionnel Rite et Orthodoxe’. Zij zijn lid van ‘L’Union des eglises Catholiques et orthodoxes de Rite Traditionnel - Représentant pour la France de la Vielle Eglise Catholique Romaine’.

Roger Caro is er Patriarch en aartsbisschop. De hoogste dignitarissen van deze Orde zijn : Pierre Phoebus ( Roger Caro ), Maurice Auberger, Etienne Negrel, Jean-Paul Charlet, Jacques Lacroix, Robert Raguin, Gérard Buisset, Daniel Caro, Marc Osier, Christianne Buisset (1), Patrick Lebar, Georges Perreal en Maryse Lenepvue.

De dignitarissen voor het buitenland zijn : Denis Claing ( Canada ), Georges Bellemare ( Canada ), Patrick Potvin ( Canada ), Georges Riollay ( België ), Giulio Rondini ( Italië ), Yvon Petit ( Martinique ), Virgile Valentin ( Martinique ), Daphné Day ( Groot-Brittannië ), Tamara Bourkoun ( Groot-Brittannië ), Jésus Rodriguez Revvalta ( Spanje ), Jen Getaz ( Zwitserland ), François Medenouvo ( Dahomey ) en Ewane Lobe ( Cameroun ).

Ook deze Orde beroept zich op de traditie van de Orde van de Tempel. Naar hun eigen zeggen werd de Orde in 1850 tijdelijk opgeheven om in alle stilte te kunnen werken.

Op 10 juni 1972 werd de Orde dankzij Roger Caro terug aktief. Hij werd op die dag ingewijd door Armand Toussaint ( 28/1/1895 - 4/7/1994 ) in de ‘Eglise Rosicrucienne Apostolique’. De laatste bisschop van de Orde van de Tempel was een zekere D’Ossa die in Biafra stierf. Roger Caro werd zijn opvolger. Nadat Caro was ingewijd in de ‘Syrische Jacobietenkerk van Antiochië’ waren er geen obstakels meer om de Orde weer leven in te blazen. De Orde ging op 12/10/1972 te Toulon opnieuw de openbaarheid in.Pierre Phoebus, die hiermee de opvolginslijn verder zette van het ENA, ‘L’Eglise Rosicrucienne Apostolique’ opgericht op 1/6/1963 door Raymond Panagion ( Armand Toussaint ), ‘L’Eglise Gnostique Apostolique’ opgericht door Robert Ambelain, werd gewijd in de aanwezigheid van talrijke getuigen. Leden van AMORC, de Archi-Compagnie Michaelite, de Union Mondiale des Intellectuels, de Co-Imperator van de FAR+C en talrijke journalisten.

Op 6/11/1973 werd Roger Caro ( Pierre Phoebus ) "sub conditione" gewijd door Mgr. Victor Solis II.

Op 29/7/1975 krijgt Roger Caro de opvolging en inwijding van Mons. Staffiero - primaat van ‘L’Eglise de l’Unite Catholique et Apostolique’ ( de rite traditionnel ).

Op 31/7/1974 ontving Roger Caro een speciale zegening van Paulus VI.

Op 18/7/1975 werd Caro opgenomen in de ‘Academia Gentium ‘Pro Pace’’ die op dat ogenblik onder de verantwoordelijkheid viel van Bruno Rigon. De plechtigheid had plaats in de Sint-Petrusbasiliek te Rome.

Op 4/8/1975 werd hij Commandeur van de ‘Ordre Patriarcal des Chevaliers de la Sainte-Croix de Jérusalem’ ingewijd door S.B.Maximos V° Hakim, de Griekse Patriarch die onder het gezag van het Vaticaan staat.

Principieel verschilt deze Kerk niet met de rooms-katholieke Kerk wat op z’n minst merkwaardig is vergeleken met de antiklerikale houding en anti-Roomse houding van de eerste Rozekruisersgeschriften. Zij beschikken over seminaries waar ‘gelovigen’ worden opgeleid.

Het ENA stelt zich open voor humanitaire problemen zoals racisme, kernbewapening en de doodstraf, waar ze radikaal tegen zijn. Ze strijden tegen de sociale ongelijkheid.

Ze werken samen met ‘L’Eglise Rosicrucienne Apostolique’ geleid door Raymond Panagion en Marcel Jirousek ( Brussel, België ), ‘L’Eglise Catholique Apostolique Occidentale’ van J.H.Gautier ( Parijs, Frankrijk ), ‘L’Eglise de l’unité Catholique et Apostolique’ van Michel Staffiero ( Frankrijk ) en ‘L’Eglise des Saints Innocent et Victor’ van dr. Louis Canivet.

Mgr.Roger Caro was verbonden met de ‘Archi-Compagnie Michaelite’ waar hij op 15/4/1972 de graad van Commandeur kreeg. Hij was eveneens verbonden met de ‘Templiers de Chypres’ welke onder de verantwoordelijkheid viel van een afstammeling van de Prinsen Roux de Lusignan. Hij was ook als Ridder aanvaard in de ‘Ordre Militaire du Temple de Jerusalem’. De opvolgingslijnen van deze Ordes gaan voor een deel terug naar Chevalier Pierre Paul Jean Neveux, Baron du Geniebre, een spilfiguur in vele hedendaagse Ordes inzak het doorgeven van de Fontaine d’Honneur, de opvolging van Ridder tot Ridder. De opvolginslijn van Armand Toussaint gaat eveneens terug tot de Baron de Geniebre zij het via een andere tak.

Uit een document van 1973, dat in Canada circuleerde, onthouden we een aantal opvallende uitspraken.

Het document maakt het ENA, samen met de ‘Ecclesia Novi Foederis’, bekend in Canada. ‘L’Eglise de la Nouvele Alliance’ is geboren in de schoot van ‘Les frères Aînés de la Rose+Croix’ op 10 juni 1972. Pierre Phoebus ( Roger Caro ) behoort tot de opvolgingslijn van Mgr. Vilatte ( Mar Timotheus ), Mgr. Houssay ( Mar Julio ) en Mgr. Giraud . Hier vinden we een duidelijke opvolgingslijn van de Gnostische Kerken uit het einde van vorige eeuw.

Zij onderscheiden zich duidelijk van de Rooms-katholieke Kerk inzake het huwelijk. Het huwelijk van hun bisschoppen en priesters is toegelaten. Zij stellen mannen en vrouwen gelijk. Hun liturgie wordt gehouden in de plaatselijke taal en er is een deelname van beide sexen in alle liturgische taken. Echtscheiding kan in zekere situaties.

Het ENA heeft een grote devotie voor de Heilige Maagd. Zij vinden hun kerk liberaal en gnostisch. Iedereen zonder onderscheid van ras of sexe is welkom.

Zij vermelden C.W. Leadbeater van de Liberale Katholieke Kerk in hun tekst als een voorbeeld hoe hun cultus kan geïnterpreteerd worden.

‘L’Ordre Martiniste et Synarchique’ van Canada is een alliantie aangegaan met het ENA in 1973.

Werken van Roger Caro :

‘Succes Pendulaires’(1953), ‘Traité de Thaumaturgie’(1954), Cours de Thaumaturgie en 7 leçons’(1955), ‘De la valeur des lois en radiesthésie’(1955), ‘Dictionaire Alchimique’(1961), Les miracles ont aussi leur Loi’(1966), ‘Pléiade Alchimique’(1967), ‘Concordances Alchilmiques’(1968), ‘Tout le grand Oeuvre photographié’(1968), ‘Legenda des Grères Aînés de la Rose-Croix’(1970), ‘Rituel F.A.R.+C’(1972), ‘Cours de Théologie à l’usage des Séminaristes’, ‘Pontifical de l’Eglise universelle de la nouvelle Alliance’, Catéchisme et Histoire de l’Eglise de la nouvelle alliance’, ‘Pourquoi l’Eglise de la nouvelle Alliance n’est pas Romaine’,’L’Eglise primitive’, ‘Informations sur l’Eglise universelle de la nouvelle Alliance’, ‘Quelques extraits de droits canoniques’(1990), ‘Histoire de l’Eglise de France’(1990), ‘Aeloim ou la clé alchimique du Siphra-Di-Tzenniutha’(1991), ‘Bible, Science, Alchimie ( à titre posthume)(1996)

Het FAR+C en het E.N.A. zijn in principe twee gescheiden instellingen. Na de dood van Roger Caro heeft zijn zoon Daniël beide Ordes op 25/3/1992 opgeheven. Het E.N.A. werd overgenomen door Mgr. Léon Gineste.

De aanstelling van een nieuwe Imperator voor het FAR+C bleef echter tot op de dag van vandaag uit. Een aantal leden uit de Raad hebben na de dood van Roger Caro de Orde verlaten zodoende dat het aantal van 33 leden niet meer werd gehaald.

 

De FAR+C en het E.N.A. in België

De Orde heeft in België een kleine gemeenschap in Borsbeek.

Voor België werd op 15/3/1975, Mgr. Philippe Laurent De Coster, tot ridder geslagen door Roger Caro. Op 12/12/1998 werd Mgr. Walter M.C.Walgraeve ( Pierre Phoebus II ) door Mgr. De Coster tot ridder geslagen (3).

De ‘Ordo Mysticus Militis Sancti Joannis’ ook bekend onder de naam ‘Ordre Renové et Souverain des Frères Aînés de la Rose+Croix’ werd gesticht op 2/12/1997 om het werk van Roger Caro veilig te stellen. Deze Orde bestaat uit twee Ordes.

De buitenorde is van filantropische aard en heeft als doel, door het opnemen in de Ridderlijke stand, mensen te eren die op een onbaatzuchtige wijze hulp verlenen aan behoeftigen, alsook om waar mogelijk zelf hulp te bieden. Door het teloorgaan van het Ancien Regime heeft de Ridderslag geen staatkundige waarde meer, slechts een uitverkoren waarde van Eerbetoon. De Orde staat momenteel onder de Hoge bescherming van Ladislas Frederic de Lobkowicz, afstammeling van de Boheemse prinsen Lobkowicz. Verder zoekt de Orde contacten met de Belgische adel, de politiek en diplomaten voor de ondersteuning van haar filantropisch werk.

De Binnenorde is verdeeld in negen graden en richt zich vooral op de Egyptische mysteriën van On- Heliopolis, welke weer voortkomt uit de "Shemsu Heru" of "Zonen Van Horus", een priesterlijke lijn welke terug gaat tot de dageraad van de Egyptische geschiedenis en die de verantwoordelijkheid droegen voor de overgangsrite ( initiatie ) van de Egyptische Prinsen tot Farao. Hiermee werden de Prinsen verheven tot Farao zodat deze als Levende Horus mochten verschijnen na het heengaan van hun Koninklijke voorganger.

De Negen Graden zijn gebasseerd op de mysterieën van On-Heliopolis en de daar heersende Enneade van Goden. Deze laatste beschouwen we niet als persoonlijke entiteiten, wel als bevattende symbolische energie, die we in ons moeten opnemen en beleven om tot een overwinning over de aangehaalde aspecten, dewelke we weerspiegeld krijgen, te komen.

De voorbereidende graad word niet meegeteld bij de Negen hogere graden, maar staat wel gelijk met Noen, het oerwater waaruit alles ontsprongen is. Het is een graad van manifestie, voltooing en vervulling op het aardse vlak en staat gelijk met Malchoet van de Levensboom.

De eerste graad is deze van "Heer van de werkelijkheid wordende vorm", hij is verbonden met de God Atoem, die uit zichzelf is opgestaan uit het oerwater en uitzichzelf de volgende twee Goden, Sjoe en Tefnet voortbracht. Sommige historische bronnen halen aan dat dit door zelfbevredeging is gekomen, anderen beschrijven dan weer dat hij de Goden uitspuwde. Deze Graad is gelijk aan Jesod en staat voor overgang en het vestigen van een fundament.

De tweede graad is deze van "Heer van het bevestigende Zijn", hij is verbonden aan de God Sjoe, Heer van de lucht en is gelijk aan Hod van de levensboom en staat voor ritme en afwisselende cycli.

De derde graad is deze van "Heer van de Scheiding in AchetAton", deze graad is verbonden met de Godin Tefnet, Vrouwe van de vochtigheid. De hier terug gevonden sephiroth is deze van Netsach en staat voor de overwinning.

De vierde graad is deze van "Uitverkoren Heer die verwijlt tussen de zuilen", het is een graad verbonden aan de God Geb, Heer van de aarde. De graad is verbonden aan Tiferet en staat voor de schoonheid en de uitstraling van deze.

De vijfde graad is deze van "Groot opziener van het oplichtende pad", en verbonden met de Godin Noet. Deze personificatie van de Oermoeder staat voor de vrouwelijke initiator en voor strengheid. De sephiroth is Gevoera.

"Uitverkoren Ridder van de Herleving" is de zesde graad. Deze brengt ons de genade en staat gelijk met Chessed. De Godheid Osiris is Heer van het leven en dood en staat voor dat wat terug in de materie komt.

"Groot Meester van de vervolmaking" is de zevende graad die onder de Godin Isis ons brengt tot Bina en ons begrip verschaft. Isis is de Meesteres over de woorden van Kracht en staat voor de volmaking van alle zaken.

De achtste graad is deze welke onde de God Seth verwijlt "Groot uitverkoren Ridder van de vervullende plichten". De graad is verbonden met Chocma en verschaft ons wijsheid. Seth was oorspronkelijk een liefhebbende en beschermende God, later krijgt hij het duivelse aspect toegeworpen. Hij staat voor de weerhouding van de manifestatie van geestelijke zaken in de materie.

De negende graad is deze van "Groot ingewijd Heer van de Bark des Lichts". We bereiken Keter en zien de Godin Nephtys als Meesteres over het huis, vanwaar zij heerst over de verspreiding van alle zaken en kennis.

We geven hierbij maar een kort overzicht van de negen graden, daar er meer aspecten zijn, welke door ritueel handelen ons tot wijding, inwijding en zelfinwijding brengt. Iedere graad is een start en vervolmaking van de algemene basis, die ons moet vormen tot "Zoon van Horus". De negen graden dienen gebruikt te worden als een sleutel tot het optimaal benutten van Geest, Lichaam en Ziel en is een streven naar de perfectie, niet voor eigen doeleinden maar om te delen met allen die op aarde zijn en dit kan op alle vlakken beschouwd worden.

 

Mgr. De Coster werd tevens ingewijd in de Orde van Mgr. Armand Toussaint ( - 1994 ). Mgr. Armand Toussaint ( Raymond Panagion ) was Patriarch van de ‘Russische Apostolische Kerk van het Rozenkruis’. Het is niet uitgesloten dat Armand Toussaint, Leon Lelarge ( Sar Agni ) heeft gekend . Leon Lelarge was eveneens bij de N.M.B.S. (4) te werk gesteld. Leon Lelarge behoorde tot de FUDOSI (5) en was woonachtig te Huy in de buurt van Emile Dantinne ( Sar Hieronymus ) Imperator van de Rozekruisersorde voor Europa en Hoofdimperator van de FUDOSI. Victor Blanchard, eveneens Imperator van de FUDOSI,  staat eveneens op de lijst van de Syrisch-Jacobitische Kerk. Hij was de opvolger van Jean Bricaud. Victor Blanchard werd opgevolgd door Robert Ambelain, Tau Jean Rudiger ( Roger Dechamps ) en Raymond Panagion ( Armand Toussaint ). Mgr. Toussaint werd tenslotte opgevolgd door Pierre Phoebus ( Roger Caro ) op 10/6/1972. Tau Jean Rudiger as ingeijd door Robert Ambelain op 31/05/1959.

 

Mgr. De Coster werd op 16/9/1979 opgenomen in de Orde van Mgr. Toussaint. Het document vermeldt de naam van ‘Les Pauvres Chevaliers du Christ’ ‘Gardiens de Terre Sainte’.

Armand Toussaint was sterk geïnteresseerd in de Alchemie. Hij werd eveneens in de ‘Frères Aines de la Rose-Croix’ van Roger Caro opgenomen. Hij werd zelfs ere-Imperator van de FAR+C.

Nadat Roger Caro door Armand Toussaint op 10/6/1972 was ingewijd werd meteen ‘L’Eglise Rosicrucienne Apostolique’ toegankelijk in Frankrijk. Tot dan toe bestond ze enkel in België. Het was Roger Caro die samen met Armand Toussain het ENA stichtte. Beide Ordes bleven gelijktijdig bestaan. Het ENA legde het accent op de Alchemie en het ERA op de Rozekruisersfilosofie.

Armand Toussaint had nog andere aktiviteiten. Zo was hij voorstaander van een integratie tussen Oost en West. Hij ontwikkelde zelfs een techniek die we kennen als de ‘Pangion-Yoga’.

De lijst van de Imperators sinds 1697 geeft namen die niet onbekend in de oren klinken. De graaf van Roure, 41-ste Imperator ( 1697- 1706), Zuster Maria de Lubac ( 1706- 1729), Joseph Jacob Maupeo ( 1721- 1782), André Pelissier ( -1745), Louis Lantelme Chassalier (1745- 1763), M. Pourtal ( 1763-1772), Gérard de la Pierre ( 1772-1800), Jean Minvielle ( 1800-1811), Vasconcellos ( 1811-1846), Mgr. J.B. Bouvier ( 1846- 1849), Lord Bulwer Lytton ( 1849-1865), Louis Constant ( Eliphas Levi 1865- 1874), William Wynn Westcott ( 1874- 1892) Sir Leigh Gardner ( 1892- 1898), Rudolf Steiner (1898-1900), A. Croweey ( 1900-1916) (6) , Jean Jacques d'Ossa (1916- 1969), Roger Caro ( Pierre Phoebus 1969-1992).

Onder de 42-ste imperator merken we op dat als Co Imperator Raymond de Perellos vermeld wordt, Grootmeester van de Orde van Malta. De 51-ste imperator Sir Edward Bulwer-Lytton is voor 1850 opgenomen geweest in de R+C, hij maaakte ook deel uit van het Thule genootschap en hij word vernoemd als Groot Patroon van het ‘Metropolitan College’ en verder zijn er verwijzingen dat hij bindingen had met ‘Aurea Crucis Fratres’ van Robert Fludd en met de SRIA ‘Societas Rosicruciana in Anglia’. Ook William Wynn Westcott had bindingen met de SRIA en met de ‘Hermetic Order of the Golden Dawn’, verder is hij betrokken geweest bij de besprekingen tussen Rozenkruizers en Vrijmetselaars in de Londense Loge ‘Quatuor Coronati 2076’ en dit op 2 mei 1894. Sir Leigh Gardner de 54-ste Imperator was ook secretaris van de Loge ‘Crux Christi Corona Christianorum’.

De ‘Ordo Mysticus Militis Sancti Joannis’ onderhoudt contacten met de ‘Ordo Militaris Militis Templi Salomonis’ en vertegenwoordigt in gans Europa de ‘Religious Order of the Christos and of the Rose Cross’, een Rozenkruizers genootschap welke zijn basis heeft in de Verenigde Staten en vertakkingen heeft in verscheidene landen Europa.


(1) Zie hoofdstuk '1891 Suprême Conseil de L'Ordre Martiniste'

(2) Zie hoofdstuk ‘1890 Ecclesia Gnostica Apostolica’

(3) Mgr. Walgraeve is Patriarch van Europa, Ijsland en Groenland voor de ROCRC ( Religious Order of the Christos and of the Rose Cross ) . Zijn nomen mysticum is Tau Valentinus Trismegistus.

(4) Nationale Maatschappij van de Belgische Spoorwegen.

(5) Zie hoofdstuk '1934 Federatio Universalis Dirigens Ordines Societasque Initiationis'

(6) Niet te verwarren met Aleister Crowley.

 

 

 

1