Het gebouw van de loge Silentium is gelegen aan de Choorstraat 16a te Delft. Alleen aan de passer en de winkelhaak in het glas-in-lood raam boven de ingang is de bestemming van het achterliggende pand aangegeven evenals in de naam van de loge op de bronzen plaat op de deur. Aan het eind van een lange gang komt men in één van de vergaderruimten van de loge, de Voorhof.  



In de Voorhof vinden de besprekingen plaats, die de leden van de loge wekelijks houden over maçonnieke onderwerpen. Dat kan gaan over de symboliek van de Vrijmetselarij, over de plaats van de vrijmetselaar in de maatschappij, over de geschiedenis van de Vrijmetselarij, over de maçonnieke ritualen en vele andere verwante onderwerpen.
  De rituele bijeenkomsten vinden plaats in een speciaal ingerichte ruimte, die vanouds de naam tempel kreeg, maar die beter de naam logeruimte zou kunnen krijgen om eventuele herinneringen aan de historische tempels uit de oudheid te vermijden. De ruimte kent het begrip oriëntering, wat wil zeggen, dat de vier wanden symbolisch in de richting van de vier windstreken dienen te liggen. We zien hier de oostwand, waar de voorzitter van de loge in een speciale stoel gezeten is, meestal op een verhoging geplaatst. Daarvoor staat op de vloer een kubieke steen, oorspronkelijk van marmer. Daarop worden de voornaamste attributen van de vrijmetselarij geplaatst, zijnde de Bijbel en de passer en winkelhaak, welke laatste twee de voornaamste werktuigen zijn, die bij de symbolische bouw van de Tempel van Salomo gebruikt worden. De vloer zelf is een zwart-wit geblokte vloer, symboliserend de positieve en negatieve elementen, waaruit ieders leven bestaat. Op de vloer ligt het tableau, een meestal geborduurd tapijt, waarop verschillende symbolen van de bouw van de tempel zijn afgebeeld. Het tableau wordt verlicht door drie kaarsen op standaards, die bij het openen der loge worden aangestoken.

 
    De westelijke ingang van de logeruimte, waarin naast de deuren de twee kolommen opgesteld zijn, die ook voor de ingang van de Tempel van Salomo stonden. I Kon.7 : 'En de rechterpilaar opgericht hebbende, zo noemde hij zijn naam Jachin, en de linkerpilaar opgericht hebbende, zo noemde hij zijn naam Boaz.' De beide kolommen spelen een belangrijke rol in de maçonnieke symboliek.
    Naast het 'serieuze' maçonnieke werk kent elke loge ook een zgn 'zevende graad', waarin de verpozing en de ongedwongen onderlinge gesprekken plaatsvinden. Vaak ook wordt de arbeid tijdelijk onderbroken om deze ruimte te bezoeken.