Kort Historisch Overzicht
van de Vrijmetselarij

Ondanks de enorme hoeveelheid onderzoek naar de wortels en de oorsprong van de Vrijmetselarij bestaat er nog veel onduidelijkheid. Feitelijkheid en mythen lopen in elkaar over. Stimulerend en boeiend om zich in te verdiepen!

Een legendarisch verleden?

Volgens oude mythen en legenden kent de Vrijmetselarij haar oorsprong in de bouw van de Tempel van Koning Salomo, zoals die staat beschreven in de Bijbel.

Deze onderneming was zo grootschalig dat er een organisatievorm werd geconstrueerd om de werkzaamheden zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Dit leidde tot de indeling in Leerling, Gezel en Meester, waarbij de Gezel meer kennis en vaardigheden bezat dan de Leerling en de Meester meer dan de Gezel.

Ofschoon sommige broeders de huidige rituelen als historisch correcte overleveringen zien, bestaat er geen redelijk bewijs dat dit het geval zou zijn. Wel bekend is dat er in deze oude tijden al broederschappen bestonden, zowel bij de Hebreeërs als bij andere volkeren. Veel van deze organisaties kenden z.g. Mysteriespelen, waarvan een diepgaande boodschap via rituelen overgedragen werd op nieuwe leden. De Elusiaanse Mysteriespelen zijn hiervan een bekend voorbeeld. Ook de Farizeeën kenden hun eigen mysteriespelen.

Alle mysteriespelen kenden initiatieriten. Deze gingen gepaard met opdrachten en uitdagingen die de kandidaat moest doorstaan alvorens ingewijd te worden in de diepere achtergronden. Het is waarschijnlijk dat de structuur van deze Mysterieën bekend was bij de oorspronkelijke stichters van de Vrijmetselarij. Zo zou die opzet in de werkzaamheden van de Vrijmetselarij terecht zijn gekomen.

De Middeleeuwen?

Minder legendarisch zijn de opvattingen over de Middeleeuwse oorsprong van de Vrijmetselarij. In die tijden was er een enorme activiteit aan bouwprojecten gaande. Denk hier in de eerste plaats aan de gotische kathedralen. De werklieden hadden zich verenigd in gilden die de onderverdeling Leerling en Gezel kenden. Het waren Vrije Metselaren van goede naam die niet gebonden waren aan een werkgever, maar konden gaan en staan waar zij wilden. Deze lieden konden elkaar herkennen aan enkele tekens en gebaren, zoals wij nu een identificatiekaart zouden kunnen tonen. Het was nodig om zo'n veiligheidsprocedure in te bouwen, want de werklieden reisden van de ene bouwplaats naar de andere, waar zij door niemand als vakman konden worden herkend zonder deze afspraken.

Om deze geweldige bouwwerken te kunnen bouwen moest men over goed ontwikkelde vaardigheden en over een hoge opleiding beschikken. Wiskunde, rekenkunde, materiaalkennis, constructiekennis, enz. waren absolute vereisten. Bouwlieden en architecten waren naast de kerk vrijwel de enigen in het bezit van kennis op niveau.

Het is bekend dat de bouwlieden van toen een hoog moreel nastreefden, en dat zij bij hun eed aan trouw aan de gilde, of loge, (oorspronkelijk de bouwhut) deze eigenschappen beloofden te bevorderen. De wijze waarop zij in de wereld stonden wekte bewondering op in anderen en dat werkte stimulerend voor de hele maatschappij. Dit uitte zich in de interesse van niet-bouwlieden, die zich om de ethische uitgangspunten wilden aansluiten bij de gilden.

Uiteindelijk werden de oorspronkelijke handwerkzaamheden overschaduwd door de onderlinge filosofische contacten. De werk- (operatieve) loges verdwenen en maakten plaats voor meer beschouwelijke, of speculatieve.

Naast deze theorie is er de laatste tijd een tendens gerezen die de ontstaansgeschiedenis van de Vrijmetselarij in verband brengt met de Tempeliers. Boeken als "Born in Blood" en "De Hyrammythe" hebben hier veel toe bijgedragen. De Tempeliers waren een machtige organisatie van Ridders uit de tijd van de Kruistochten die bijzondere bescherming genoten van Koning en Paus. Later waren het de Koning en de Paus die in de 14de eeuw de Tempeliers opspoorden en als staatgevaarlijk ter dood brachten. Sommigen wisten te ontkomen en er wordt aangenomen dat zij deel hebben gehad aan de vorming van een nieuwe broederschap, die zich verder heeft ontwikkeld tot de Vrijmetselarij. Delen van de rituelen uit de Tempelierstijd zijn in ieder geval bij de Vrijmetselarij terecht gekomen.


Gravure uit de achttiende eeuw met
een veelheid aan symbolen uit de (vrij)metselaarswereld


De moderne Vrijmetselarij

In het voorgaande schuilt een hoge mate van onzekerheid. Geen reële gegevens zijn ons overgeleverd.

Wel zeker is dat in het jaar 1717, op de feestdag van de Heilige Johannes in Londen vier ongebonden Loges zich verenigden in een Grootloge. Het was in de tijd van de Verlichting, een periode waarin intellectuele ontwikkeling en vrijdenken hoog werden gewaardeerd. De tijd was rijp om het gedachtengoed van vrije denkers als de Vrijmetselaren te verspreiden over de westerse wereld.

De nieuwe organisatie groeide snel en na een aantal jaren werden loges opgericht in Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland, Nederland, zelfs in de Nieuw Wereld. Deze nieuw gevormde Loges werkten allen als zelfstandig opererende eenheden, die zich verenigd wisten in de Grootloge. Hierdoor werd over de uitgangspunten gewaakt en konden Loges, die van de hoge ethische gedragslijnen afweken, worden afgestoten.en niet meer erkend.