RITUAAL VOOR DE GRAAD VAN SOUVEREIN PRINS VAN HET R+

 


De Bbr\ PP\ komen tijdig bijeen in de Voorhof of de daartoe bestemde ruimte; voor Bbr\ , die men met onderscheiding wil behandelen, wordt zo mogelijk een ander vertrek beschikbaar gesteld. De Br\ Cer\ Mr\ draagt er zorg voor dat alle aanwezige Bbr\ hun namen schrijven in de daartoe bestemde Presentie- en Visiteuren-boeken. De Bbr\ gaan er niet toe over zich maçonniek te kleden vóór zij daartoe door de Bbr\ Inspecteur worden uitgenodigd. Door allen moet er aan worden medegewerkt, dat de werkzaamheden stipt op het daarvoor bestemde uur beginnen.
Vóór aanvang der plechtigheden gaat de Cer\ Mr\ na of alles in de Tempels en verder te gebruiken vertrekken in orde is. Eerst dan waarschuwt hij, na daarvoor opdracht ontvangen te hebben van de V\ Mr\ , de Inspecteur dat het ogenblik daar is om de in de Voorhof verzamelde Bbr\ voor te bereiden op de arbeid.
De Inspecteur nodigt de Bbr\ uit zich te kleden met Tablier en Cordon, de zwarte zijden naar buiten gekeerd. De Bbr\ stellen zich in de houding van trouw. De Inspecteur geeft vervolgens nog enige aanwijzingen die voor het goede verloop van de plechtigheden van belang zijn en maakt de volgorde van opgaan naar de Duistere Tempel bekend.
Inmiddels hebben – begeleid door de Cer\ Mr\ - de V\ Mr\ , de beide Bbr\ Opz\ en de Br\ Kapelmr\ zich naar de Duistere Tempel begeven. De Cer\ Mr\ leidt vervolgens de overige Bbr\ PP\ naar de Duistere Tempel in de volgende orde:

Men loopt in de houding van trouw. Bij de Tempelpoort aangekomen, opent de Cer\ Mr\ deze en gaat de Bbr\,  die in het Oosten zullen plaats nemen, voor. De overige Bbr\ PP\ verdelen zich, zo nodig op aanwijzing van de 2e Cer\ Mr\ , over de Kolommen.
Allen gaan zitten. Het binnentreden in de Tempel dient plechtig te geschieden, onder passende muziek.
De Grootmeester zit aan de linkerhand van de V\ Mr\ van het Kap\ ; de Inspecteur rechts van de V\ Mr\ . Andere leden van het Opperbestuur krijgen een zetel in het Oosten ten Zuiden, evenals een erelid van het Kap\ .
V\ Mmr\ van andere Kapp\ wordt plaats aangeboden in het Oosten ten Noorden, naast de Inspecteur.
Zo nodig worden zetels aan de oostzijde van de Zuider- resp. Noorderkolom voor evenbedoelde Bbr\ gebruikt.
Overige bezoekers nemen plaats in de Zuiderkolom, zo veel mogelijk aan de oostzijde. Voor de nieuw aan te nemen PP\ worden plaatsen in de Noorderkolom, zo veel mogelijk aan de oostzijde gereserveerd. Het verdient aanbeveling voor de Br\ Cer\ Mr\ resp. Br\ Gel\ plaatsen te reserveren aan het hoofd van de Zuider- resp. Noorderkolom. Zo nodig worden plaatsen gereserveerd voor de leden van de Deputatie, die buiten de Duistere Tempel de Tussengraden bij communicatie hebben verleend. Het kan ook aanbevelenswaardig zijn plaatsen te reserveren voor de 2e Cer\ Mr\ en voor de Br\ Voorber\ , ingeval deze laatste niet tevens de Gel\ is.
Na het doven der Lichten, bij de woorden: "De Wijsheid openbaart zich niet meer", verlaten de Bbr\ PP\ de Duistere Tempel in plechtige stilte zonder verdere uitnodiging daartoe; eerst de leden van het Opperbestuur, daarna de overige Bbr\ . Nadat de Bbr\ de Duistere Tempel hebben verlaten, stellen zij zich op voor de poort van de Rode Tempel.
De Inspecteur geeft zo nodig nog aanwijzingen omtrent het verloop van de plechtigheid. Op uitnodiging van de Inspecteur keren de Bbr\ Cordon en Tablier. De Cer\ Mr\ leidt de Bbr\ de Rode Tempel binnen in dezelfde orde als voor de Duistere Tempel beschreven. Ook de plaatsing der Bbr\ is dezelfde als in de Duistere Tempel; de nieuw aangenomen PP\ echter worden in de beide Kolommen verspreid opgenomen.
In de tekst van het Rituaal is er van uitgegaan, dat de Br\ Voorber\ dezelfde persoon is als de Br\ Gel\ . Zodra de Voorber\ met de Kandd\ naar de Tempelpoort gaat, wordt hij verder als Gel\ aangeduid. Indien het echter twee verschillende Bbr\ betreft, dient de E\ Mr\ dientengevolge de nodige aanpassingen in de tekst aan te brengen.

Titels
De titel van de Grootmeester is Hoogeerwaarde, die van de Generaal-Inspecteur Zeer Verlichte; die van de overige leden van het Opperbestuur Zeer Eerwaarde; die van de V\ Mr\ van een Kap\ Eerwaarde Mr\ , de Bbr\ PP\ Eerwaarde. Een afgetreden Grootmeester voert in de Nederlandse werkwijze de titel Zeer Verlichte; andere afgetreden leden van het Opperbestuur blijven hun titel, die bij hun functie paste, voeren.

Kleding
De Bbr\ PP\ dragen formele kleding met witte handschoenen, alsmede Tablier en Cordon. Het dragen van z.g. ceremonieel tenue door militairen e.a. is niet toegestaan.
De goede smaak brengt met zich mee dat men geen andere maçonnieke bijous of kentekenen draagt dan die, welke men binnen het verband van de orde der H\ Gr\ heeft ontvangen. Ereleden van Kapp\ dienen hun onderscheidingen alleen in eigen Kap\ te dragen.
Tablier en Cordon, waaraan een bijou is bevestigd, zijn in de Duistere Tempel zwart; beide zijn in het midden voorzien van een rood Kruis, alles naar een door het Opperbestuur vastgesteld model.
In de Rode Tempel is het Tablier wit, met ponceaurood geboord en in het midden voorzien van een rood, goud omrand Kruis, waarop een Roos is gehecht. Het Cordon is rood en voorzien van een gouden Kruis met Roos.
De leden van het Opperbestuur dragen Tabliers en Cordons, versierd met gouden borduursel; de Tabliers zijn bovendien omboord met gouden franje. De Grootmeester draagt Tablier en Cordon met bijou volgens apart vastgesteld model. Oud-leden van het Opperbestuur dragen een bijou in bijzondere uitvoering, vastgesteld door het Opperbestuur.
Allen dragen het Tablier zodanig dat de banden zo min mogelijk zichtbaar zijn.

Inrichting van de Tempels
Hiervan mag niet worden afgeweken.

DE DUISTERE TEMPEL

De Tempel is geheel met zwart behangen, doch vertoont geen symbolen van de dood. In het midden moet een Tableau uitgespreid zijn, waarop een Kruis, zonder Roos, is afgebeeld; de voet van het Kruis wijst naar het Oosten. Om het Tableau zijn de Ll\ W\ , K\ en S\ geplaatst: in het noordwesten, het zuidwesten en het noordoosten. Bij de binnenkomst der PP\ zijn deze Ll\ reeds ontstoken.
Bij de tafel van de V\ Mr\ , die zich in het O\ bevindt, staat het ridderzwaard. De beide Opzz\ zijn in het W\ gezeten. In het O\ moet een acaciatak aanwezig zijn en kan een omfloerste aardbol zijn geplaatst. De Constitutiebrief ligt op de tafel van de V\ Mr\ .
De Tempel wordt zo donker mogelijk gehouden. Op een duidelijk zichtbare plaats is in het O\ een transparant aangebracht waarop de letters G, H en L en INRI in lichtschrift, benevens een Kruis, zichtbaar kunnen worden gemaakt.

DE RODE TEMPEL

Deze is geheel met rood behangen en zo schitterend mogelijk verlicht. In het midden is een Tableau uitgespreid, waarop het Kruis met de Roos is afgebeeld; de voet van het Kruis wijst naar het westen. Aan de voet van het Kruis is rechts een Pelikaan en links een Phoenix geplaatst. Om het Tableau zijn drie kandelaren, ieder met elf lichten, geplaatst, die bij binnenkomst der PP\ reeds ontstoken zijn.
Tussen de beide Opzz\ is een groot houten Kruis geplaatst, in het kruispunt waarvan één of meer duidelijk zichtbare rode rozen zijn aangebracht. Tussen de Troon en het Tableau bevindt zich een tafel, gedekt met een wit laken, waarop één of meer schalen met stukjes brood staat, benevens een bokaal, gevuld met rode wijn.

Bezoekers
De Inspecteur ziet er op toe dat de bezoekende Bbr\ PP\ , voor zoveel nodig, worden voorgesteld aan de leden van het Kap\ . Wanneer een bezoekende Br\ niet als S.P.R+. bij een van de Kapittelleden bekend is, vindt buiten de Voorhof door de Cer\ Mr\ een onderzoek plaats. Hoewel het niet veel zal voorkomen, richt dat onderzoek zich op de bekendheid van de bezoeker met de graad, zijn maçonnieke leeftijd, woord(en), teken(s) en aanraking. Zijn de antwoorden niet juist, dan geeft de Cer\ Mr\ daarvan kennis aan de Inspecteur.

Ontvangst van de Kandidaten
De Cer\ Mr\ zorgt ervoor dat de Kandd\ direct na aankomst naar de Kamer van Voorbereiding worden gebracht; vermeden moet worden dat zij zich tussen de Bbr\ PP\ kunnen ophouden.
In de Kamer van Voorbereiding bevindt zich een tafel, gedekt door een bij voorkeur rood kleed, waarop het Wetboek is neergelegd. Er zijn stoelen voor de Kandd\ en de Voorber\ .
De Voorber\ is gekleed voor de arbeid in de Duistere Tempel. Hij ontvangt de Kandd\ en doet deze zich kleden als Meester-Vrijmetselaar (met handschoenen). Er moet gewaakt worden tegen alles wat storend op de Kandd\ kan inwerken.

Voorbereiding van de Kandidaten
De Voorbereiding dient de Kandd\ niet slechts zo open mogelijk te maken voor het gebeuren dat aan hen zal worden voltrokken, maar dient tevens – nadat inzicht is gegeven in de structuur van het geheel - hen in staat te stellen de nodige legale kennis deelachtig te worden teneinde, ook in het buitenland, aan de Ritus te kunnen deelnemen.
Derhalve worden de Kandd\ tijdens de Voorbereiding ook geïnformeerd over de noodzaak van het op formele wijze bij communicatie verlenen van de zogenoemde ‘Tussengraden’; korte karakteristieken van deze Graden kunnen hun dan worden medegedeeld.
Tijdens de Voorbereiding op de dag van de plechtigheid zelve, dienen de Kandd\ zo min mogelijk te worden afgeleid en wordt hun aandacht vooral gericht op de komende Inwijding tot S.P.R+.

IN DE DUISTERE TEMPEL

Opening van het Kapittel

De E\ Mr\ geeft één slag, welke door de Opzz\ wordt herhaald.
E\ Mr\ Bbr\ Opz\ , helpt mij dit Kapittel openen.
In orde, Bbr\ !
Bbr\ Opz\ , wilt onderzoeken of het Kapittel behoorlijk is gedekt.
Onderzoek op de gebruikelijke wijze. Na afloop van het onderzoek:
1e Opz\ E\ Mr\ , het Kapittel is behoorlijk gedekt.
E\ Mr\ Br\ 1e Opz\ , zijt gij S.P.R+.?
1e Opz\ De Roos aan het Kruis is mij bekend, E\ Mr\ .
E\ Mr\ Welke leeftijd hebt gij, Br\ 1e Opz\ ?
1e Opz\ De leeftijd van 33 jaren, de leeftijd van dieper inzicht en hoger menselijkheid.
E\ Mr\ In welke tijd leven wij, Br\ 1e Opz\ ?
1e Opz\ Wij leven in een moeilijke tijd; een tijd waarin de duisternis dreigt het Licht te overwinnen en het Woord steeds weer dreigt verloren te gaan.
E\ Mr\ Welke is uw levenstaak, Br\ 2e Opz\ ?
2e Opz\ Ik tracht mijn leven te verwerkelijken in de O\ B\ d\ H\ . Ik wil het Woord behouden, ook waar het met verduistering en vernietiging mocht worden bedreigd. Ik wil met hoofd, hart en hand de geest van de O\ B\ d\ H\ uitdragen als liefde van mens tot mens.
E\ Mr\ Hoe wilt gij dat bereiken, Br\ 2e Opz\ ?
2e Opz\ Door Geloof, Hoop en Liefde. Geloof in de O\ B\ d\ H\ ; Hoop op de overwinning van het Licht; Liefde tot offering bereid.
E\ Mr\ Moge geloof ons schragen, Hoop onze kracht zijn en Liefde ons bezielen.
Geeft de slagen ..--/..--/..--/-, welke door de Opzz\ worden herhaald.
E\ Mr\ Het Kap\ is geopend. Bbr\ , herneemt uw plaatsen.
E\ Bbr\ PP\ , het is u bekend dat de Bbr\ … door tussenkomst van enkele leden van dit Kap\ zich tot ons hebben gewend met het verzoek te worden opgenomen in deze Verheven Graad. Op dat verzoek is goedgunstig beschikt en het Kap\ is gemachtigd tot hun Inwijding over te gaan.
De genoemde Bbr\ beschikken echter nog niet over de vereiste kwalificaties, die in het kader van de internationale maçonnieke betrekkingen worden gevorderd. Om hierin te kunnen voorzien, zullen wij voor een korte tussenpoos de werkzaamheden in deze Graad onderbreken en overgaan tot die in de Graad van Ridder van het Oosten en van het Westen.
Alvorens ik daartoe overga, verzoek ik de Bbr\ Cer\ Mr\ het Tableau aan het oog te onttrekken.
De Cer\ Mmr\ dekken het Tableau en hernemen hun plaatsen.
E\ Mr\ In opdracht van het Hoofdkapittel in Nederland en uit hoofde van de macht, mij door dit E\ Kap\ … toevertrouwd, verklaar ik deze Raad van Ridders van het Oosten en het Westen behoorlijk geopend.
Geeft zeven slagen .-/.-/.-/-, die door de beide Opzz\ worden herhaald.
E\ Mr\ Br\ Cer\ Mr\ , wil u buiten de Tempel begeven teneinde de Bbr\ Kandd\ te doen binnentreden.
De Kandd\ zijn gekleed als Meester-Vrijmetselaar. De Gel\ doet één van hen als zodanig aankloppen aan de Tempelpoort.
1e Opz\ E\ Mr\ , er wordt als Meester-Vrijmetselaar aan de Tempelpoort geklopt.
E\ Mr\ Wil zien wie daar aanklopt.
De 1e Opz\ begeeft zich naar de Tempelpoort, opent die een weinig en vraagt:
1e Opz\ Wie klopt daar aan de Tempelpoort?
Gel\ Het zijn …, Mmr\ Vrijm\ , hun leeftijd is zeven jaren.
E\ Mr\ Hoe is hun naam?
Gel\ Giblim.
E\ Mr\ Wat zoeken zij hier?
Gel\ Het Verloren Meesterwoord.
E\ Mr\ Hebben zij gereisd om het te zoeken?
Gel\ Zij reisden van het Noorden naar het Zuiden, van het Oosten naar het Westen, maar het Meesterwoord hebben zij niet gevonden.
E\ Mr\ Dat zij binnenkomen.
De Kandd\ worden tussen de beide Opzz\ in het W\ geplaatst; de aanwezige Bbr\ worden niet in orde geroepen.
E\ Mr\ W\ Bbr\ …, van u is zojuist getuigd dat ge hebt gereisd om het Verloren Meesterwoord te zoeken. Bij uw verheffing tot Meester-Vrijmetselaar werd u een Plaatsvervangend Meesterwoord toevertrouwd, waarvan de betekenis werd aangeduid met de woorden: ‘Hij leeft in de zoon’. Tevens werd u verhaald dat het Oude Meesterwoord in opdracht van Salomo werd gegrift in een driehoek van zuiver goud, welke hij deed plaatsen in het Heilige der Heiligen.
De omstandigheden van uw verheffing werden tijdens het gebeuren geplaatst tegen de achtergrond van een mythe, dia aan het zinnebeeldige gebeuren een zekere verklaring gaf. Die mythe liet echter ook een aantal vragen onbeantwoord en gij hebt de opdracht ontvangen zelfstandig daarop een antwoord te zoeken.
In het verleden werd in een reeks van afzonderlijke graden getracht aan de zoekende Bbr\ een mogelijkheid te bieden van een spoor bij zijn onderzoekingsreis. Deze graden moesten worden doorlopen voor en aleer kon worden overgegaan tot het verlenen van de Graad van S.P.R+., waartoe ge verlangt te worden toegelaten.
Teneinde te blijven voldoen aan de regels voor onderlinge erkenning van Grootmachten over het ganse oppervlak der aarde, dient gij formeel met name bekend te worden gemaakt met die graden, welke wij gemeenlijk als de Tussengraden aanduiden. Ik zal u thans deze Graden bij communicatie verlenen.
Ridders van het Oosten en van het Westen, stelt u in orde, in het Klein Meesterteken. Bbr\ Kandd\ , volgt dit na.
Gel\ ziet toe dat de Kandd\ eveneens in het Kl\ Mr\ T\ gaan staan.
E\ Mr\ Heft het zwaard met de rechterhand:
In opdracht van het Hoofdkapittel in Nederland en uit hoofde van de macht, mij door het E\ Kap\ … toevertrouwd, verklaar ik, dat aan u, Br\ … (en aan u, Br\ … enz.) bij communicatie worden verleend de Graden van:
Geheim Meester 4e Graad;
Volmaakt Meester 5e Graad;
Geheimschrijver 6e Graad
Provoost en Rechter 7e Graad
Intendant der Gebouwen 8e Graad
Uitverkorene der Negen 9e Graad
Uitverkorene der Vijftien 10e Graad
Verheven Uitverkorene 11e Graad
Grootmeester Architect 12e Graad
Ridder van het Koninklijk Gewelf 13e Graad
Volmaakt Uitverkoren Groot Schot 14e Graad
Ridder van de Degen en van het Oosten 15e Graad
Prins van Jeruzalem 16e Graad
Ridder van het Oosten en van het Westen 17e Graad
Geeft met de moker in de linkerhand zeven slagen, .-/.-/.-/-; legt zwaard en moker neer.
E\ Mr\ Herneemt uw plaatsen, Ridders.
Gel\ en Kandd\ blijven echter staan.
E\ Mr\ Br\ Cer\ Mr\ , wil de Kandd\ met hun Gel\ voor de Troon brengen.
Geschiedt. Ondertussen begeeft de E\ Mr\ zich van de Troon naar het noordoosten.
E\ Mr\ Ik verzoek u zich te ontdoen van uw Schootsvel, Bbr\ .
Geschiedt; de Cer\ Mr\ ontvangt en bergt de Schootsvellen.
E\ Mr\ Ik zal u nu op de hoogte stellen van Ww\ , T\ en A\ , die bij de laatste Graad behoren, die van Ridder van het Oosten en van het Westen.
Het T\ , Bbr\ , wordt als volgt gemaakt: men kijkt, tegenover elkaar staande, de één over de rechterschouder; de ander beantwoordt dit door over de linkerschouder te kijken. Na een kort ogenblik kijkt men elkaar weer aan.
De A\ en de Ww\ worden gecombineerd gegeven: hij, die de A\ aan een andere Br\ wil geven, stelt zich tegenover hem op en legt zijn linkerhand op diens linkerschouder, zeggende Abàddon. Dit woord verwijst naar de wereld als een oord van verderf. Dit wordt beantwoord door de ander, die zijn rechterhand legt op de rechterschouder van de eerstgenoemde Br\ , zeggende Jehàbulon. De betekenis van dit woord is: de Heer is onze Bevrijder. Bij deze A\ worden de armen dus geplaatst in de vorm van een Andries-kruis. De slagen van deze Graad zijn zeven. Zoals ge zojuist hebt horen geven.
De E\ Mr\ keert terug naar de Troon.
E\ Mr\ Br\ Gel\ , wil dan thans de Kandd\ buiten de Tempel geleiden en hen na enige ogenblikken opnieuw doen aankloppen als Ridder van het Oosten en van het Westen.
Zodra de Kandd\ de Tempel hebben verlaten, zegt de:
E\ Mr\ E\ Bbr\ PP\ , uit hoofde van de macht mij verleend, verklaar ik de Raad van Ridders van het Oosten en van het Westen gesloten.
Geeft de slagen .-/.-/.-/-, herhaald door de beide Opzz\ .
E\ Mr\ Ik hervat de werkzaamheden van het Kapittel
Bbr\ Cer\ Mr\ , wilt het Tableau wederom zichtbaar maken.
Nadat dit gebeurd is en de Cer\ Mmr\ hun plaatsen weer hebben ingenomen, volgen enige ogenblikken van stilte.
 

Binnenkomst der Kandidaten

De Gel\ doe een Kand\ als Ridder van het Oosten en van het Westen aan de Tempelpoort aankloppen met de hem nu bekende zeven slagen.
1e Opz\ E\ Mr\ , er wordt aangeklopt als Ridder van het Oosten en van het Westen.
E\ Mr\ Wil nagaan, Br\ 1e Opz\ , wie toegang tot ons Kapittel verlangt.
De 1e Opz\ gaat naar de Poort, opent die een weinig en vraagt:
1e Opz\ Wie verzoekt hier toegang?
Gel\ Het zijn … Broeders, die verlangen in Uw midden te worden opgenomen en die daartoe de vereiste kwalificaties bezitten.
1e Opz\ E\ Mr\ , het zijn … Broeders, die verlangen in ons Kapittel te worden opgenomen; zij bezitten de daartoe vereiste kwalificaties.
E\ Mr\ Welaan dan, dat zij binnen komen!
Br\ Gel\ , wil de Bbr\ in het Westen tussen de beide Bbr\ Opz\ plaatsen.
De 1e Opz\ gaat terug naar zijn plaats, de Gel\ voert de opdracht uit.
E\ Mr\ In orde, Bbr\
Welkom. Bbr\ , binnen deze Tempelwanden. Welkom namens de kring van Bbr\ , voor wie uw aanwezigheid een bron van verheugenis is, en dan niet alleen – en niet in de eerste plaats – omdat nieuwe banden staan te worden aangeknoopt, maar vooral omdat heden voor u, en voor ons, zo de O\ B\ d\ H\ dat wil, inzicht zal worden verwekt, of versterkt, licht zal worden ontstoken, of tot groter straling gebracht. Br\ Gel\ , wil de Kandd\ een zetel geven.
De Kandd\ krijgen een zetel tussen de Opzz\ .
E\ Mr\ Herneemt uw plaatsen, Bbr\
Bbr\ , uw tegenwoordigheid is ons een bewijs, dat gij na uw verheffing tot Mr\ Vrijm\ niet stil zijt blijven staan, dat uw verheffing voor u wel een mijlpaal, maar niet het eindpunt in uw geestelijke ontwikkelingsgang is geweest. Haar bevruchtende invloed heeft in u doorgewerkt. In de Meestergraad werd gij gevoerd tot de O\ B\ d\ H\ ; diens geest is in u tot leven gewekt, en zo opende zich voor u een weg naar hoger ontwikkeling, naar innerlijke vervolmaking. Bij uw pogen werd gij gesteund door het Nieuwe Meesterwoord. Het besef doordrong u echter, dat het Oude Meesterwoord, dat met de verslagen Mr\ , voor hen, die aan de Tempel bouwden, was verloren gegaan, in werkelijkheid niet verloren was, doch dat er door de duisternis een weg open blijft, die naar het Verloren Woord, het geheim van de Onuitsprekelijke Naam, zal voeren. Maar die weg door nacht en duisternis, is moeilijk te ontdekken en te vervolgen en meermalen bekroop u op die weg angst bij de gedachte, wat er zou geschieden als u het gegeven Meesterwoord u zou ontglippen, als W\ , K\ en S\ , die tot nu toe u hadden voorgelicht, u zouden komen te ontvallen, en dus de duisternis u zelf in zich zou opnemen, ook over u zelf zou zegevieren. En in u ontstond de gedachte, hoe de duisternis voor altoos zou kunnen worden overwonnen, zodat het u mogelijk zou worden, het Woord te vinden, dat de tegenstelling tussen licht en duisternis, tussen leed en vreugde, zou kunnen opheffen.
Gij zult in uw leven vele ervaringen hebben verkregen, veel hebben gewonnen en wellicht veel met smart en strijd hebben moeten prijs geven. Dit zou u misschien tot vertwijfeling hebben gebracht, ware het niet, dat gij staand werd gehouden door de gedachte, door de hoop, dat de mens een hoger geestelijk wezen kan worden; wiens bewustzijn zich zó heeft ontwikkeld, dat het ver boven de aardse idealen van zedelijkheid en plicht, die het in zich had opgenomen, uitstijgt, dat alle wankelmoedigheid en angst verkeert in verzekerdheid en rust. En die gedachte zal des te eer zich aan u hebben opgedrongen, omdat gij toch steeds iets van het hogere hebt bespeurd in u zelf, in uw medemensen, in de gehele wereld. Wie gij, toen gij uw Meester-Inwijding hebt ondergaan, tot uw God had, iets hogers erkent gij, en in u is juist door uw arbeid in het leven ontwaakt, een verlangen om dat hogere te zoeken: het Meesterwoord, dat u leren zal het Goddelijke in u tot volkomen ontwikkeling te brengen; het Meesterwoord, dat u de harten van uw medemensen zal openen. En zo zijt gij dan wederom hier als een zoekende in de duisternis, een zoekende naar meer licht, in de verte slechts ontwarende een flauwe schijn.
Wij zullen u de weg wijzen, die daarheen zal kunnen voeren. Laat ik op de voorgrond stellen, dat gij zult moeten blijven reizen als Mr\ Vrijm\ , ja zelfs in de eerste plaats als L\ Vrijm\ . Uw leren zal daarbij niet gelijk zijn aan dat van een kind of jongeling, neen, het zal zijn een steeds rijper worden, een steeds dieper zoeken in u zelf, waardoor gij uw inzicht zult verruimen en zo uw bewustzijn tot hoger ontwikkeling zult kunnen brengen.
Verschillende riten van onze Orde symboliseren de steeds wisselende strijd tussen Licht en Duisternis in een stelsel van graden, die aan de Meestergraad aansluiten. In die graden wordt als de duisternis zegeviert, de Tempel verwoest en gaat het Woord verloren; doch steeds weer dringt het licht door: de Tempel wordt weer opgebouwd, het Woord wordt wedergevonden en de mens wordt door een leergang van zedelijke en geestelijke volmaking naar steeds hoger niveau gevoerd.
Bij alle mysteriediensten der oudheid is de dag van de inwijding de heilige geboortedag van de nieuwe mens. Zo moge de dag van heden ook voor u zijn een dag van wedergeboorte.
Bbr\! Bij de inwijding in de grote mysteriën, een voortzetting van de kleine, van welke inwijding deze plechtigheid een afspiegeling is, bracht de kandidaat drie dagen en drie nachten door in overpeinzing en gebed. Evenzo werden later door hen, die zich voor de ridderslag voorbereidden, drie dagen en drie nachten in vasten en gebed doorgebracht, geknield voor het altaar. Zo zult gij drie dagen en drie nachten moeten doorbrengen in drie symbolische reizen, die gij thans zult hebben af te leggen. Op die reizen moet het uw taak zijn om het Woord te zoeken.
E\ Mr\ Br\ Gel\ , zijn de Kandd\ daartoe voldoende voorbereid?
Gel\ De duisternis is diep en in het O\ is geen licht meer; maar in de Duistere Tempel zien zij nog steeds de Lichten van W\ , K\ en S\ ; hun licht schijnt in de duisternis.
E\ Mr\ Zijn de Kandd\ bereid met die Lichten als baken de reis naar het Verloren Meesterwoord te vervolgen?
Gel\ Dat is hun vaste voornemen.
Dan verschijnen in het O\ de Lichten G\ , H\ en L\ .
E\ Mr\ En ziet, thans is hun in het O\ een nieuw licht verschenen, de betekenis daarvan beseffen zij nog niet doch zij willen reizen om de zin ervan te doorgronden. Het licht in het O\ vervult hen met moed en vertrouwen in de hogere leiding op hun weg naar het Verloren Meesterwoord.
Dan geschiede naar hun wens. Br\ Gel\ , wil de Kandd\ hun eerste reis laten afleggen.
Tijdens de eerste reis:
2e Opz\ Onze laatste en hoogste wijsheid is ons vast vertrouwen in de W\ van de O\ B\ d\ H\ , dat is ons GELOOF.
Na afloop van de reis:
Gel\ E\ Mr\ , de eerste reis is volbracht, doch onze Bbr\ hebben het Verloren Meesterwoord nog niet gevonden.
E\ Mr\ Het Geloof in de Alwijsheid van de O\ B\ d\ H\ doet ons ook bij de zwaarste beproevingen vaststaan in ons geloof in het leven, in onze medemens, in ons eigen hoger zelf.
Br\ Gel\ , vergezel thans onze Bbr\ op hun tweede reis.
Tijdens de reis:
1e Opz\ Onze laatste en hoogste kracht is het vaste vertrouwen in de K\ van de O\ B\ d\ H\ , dat is onze HOOP.
Na afloop van de reis:
Gel\ De tweede reis is volbracht, maar nog is het Verloren Meesterwoord niet gevonden.
E\ Mr\ De Hoop van de Almacht van de O\ B\ d\ H\ zal ons ook bij de grootste rampen en teleurstellingen steeds nieuwe levensmoed en levenskracht geven, om de weg, die wij moeten en willen gaan, voort te zetten.
Br\ Gel\ , wil onze Bbr\ thans de derde reis doen afleggen.
Tijdens de reis:
E\ Mr\ Onze laatste en hoogste schoonheid is te leven in de S\ van de O\ B\ d\ H\ , die is de allesomvattende S\ der LIEFDE.
Na afloop van de reis:
Gel\ E\ Mr\ , de derde reis is volbracht; de Bbr\ hebben de betekenis der nieuwe Lichten, die hen tot het Woord zullen voeren, ontdekt, maar het Woord zelf hebben zij nog niet gevonden.
E\ Mr\ Hoe zullen zij dat kunnen bereiken?
Gel\ Door het Kruis te aanvaarden.
E\ Mr\ Zijt gij bereid het Kruis te aanvaarden Bbr\ ?
Elk der Kandd\ antwoordt: Ja.
E\ Mr\ Moge de O\ B\ d\ H\ u daarin bijstaan.
Het Kruis in de driehoek wordt zichtbaar.
Wil dan de Kandd\ naar het O\ geleiden.
Gel\ stelt de Kandd\ voor de Troon op.
Bbr\ , het ogenblik is aangebroken u in onze Graad op te nemen om het u mogelijk te maken met onze bijstand het Woord weder te vinden. Gij hebt bij uw voorbereiding kennis genomen van het doel der Hoge Graden, omschreven in art. 2 van onze Wet. Wilt dan thans door het uitsteken van de ontblote rechterhand en met de woorden ‘Dat beloof ik’, de volgende belofte afleggen, die op deze Wet is gebaseerd.
In orde, Bbr\ !
‘Ik hernieuw de beloften in de vorige graden gedaan;
ik beloof steeds het belang van de Symbolieke Graden
te zullen bevorderen, met al mijn kracht te zullen
medewerken aan het doel der Hoge Graden.
Ik beloof door mijn woorden en daden de mensen te zullen doordringen
met de geest van broederschap,
met de liefde van mens tot mens. Ik aanvaard het Kruis.’
Elk der Kandd\ antwoordt: Dat beloof ik.
E\ Mr\ Verootmoedig u en buig uw knie voor het Grote Beginsel, waarvan Liefde de hoogste openbaring is.
Met de thyrsusstaaf werd bij de oude inwijdingen een geheimzinnige kracht in de Kand\ opgewekt. Moge de ridderslag hetzelfde bewerkstelligen in u, door tot werkzaamheid te prikkelen dat grote vuur der Liefde, waardoor gij als Phoenix uit de as zult herrijzen.
De E\ Mr\ stelt zich vóór de Troon op, heft het zwaard met de rechterhand en zegt:
In naam van de O\ B\ d\ H\ en krachtens de macht mij door dit E\ Kap\ verleend, verhef ik u, Br\ … tot S.P.R+.
Geeft de ridderslag op de linkerschouder van de Kand\ ; overhandigt het zwaard aan de Cer\ Mr\ en verheft de nieuwe S.P. met de greep van de S.P.R+. Dit ceremonieel wordt voltrokken aan elke Kand\ afzonderlijk.
Herneemt uw plaatsen. Bbr\ .
Hierna bekleding met Cordon en Tablier.
Nieuw aangenomen PP\ , ik deel u mede dat het Pasw\ in deze Graad is Emmanuel en dat uw leeftijd 33 jaren is. Wanneer wij in orde staan, dan staan wij in het Teken van de Goede Herder, de armen over de borst gekruist, de linker over de rechter, het hoofd op zijde.
De betekenis van dit symbool zal u in het verdere verloop van deze inwijding duidelijk worden.
Br\ Gel\ , wil de nieuw aangenomen PP\ plaatsen aanwijzen in de N\ kolom.
De E\ Mr\ neemt weer plaats op de Troon.
E\ Mr\ E\ PP\ ! Gij hebt uw drie reizen door nacht en duisternis volbracht en in die duisternis hebt gij de nieuwe Lichten ontdekt en begrepen: De Lichten van G\ , H\ en L\ , die u de kracht hebben gegeven het Kruis te aanvaarden. De S.P.R+. is in u geboren en zo is thans het ogenblik gekomen, waarop gij het Woord, dat reeds in u levend is geworden, zult kunnen vinden. Gij zocht naar een hoger inzicht, dat u nader zal brengen, niet alleen tot het werkelijke besef van de waarde van leven en dood, niet alleen zal doen voelen de betekenis van wereld en heelal, maar vóór alles u zal brengen tot de kern aller dingen, tot de O\ B\ d\ H\ . Wij willen u de sleutel geven tot dat inzicht, de sleutel, die wij symboliseren door het Meesterwoord. Dit Woord zal voor u zijn het bevruchtende beginsel, dat in uw gemoed zal doordringen, in u zal blijven doorwerken en steeds rijker oogst zal afwerpen. Dit Woord, dat contrasten opheft en tegendelen tot hoger synthese verbindt, kenschetst voor ons, zij het op menselijke, en dus onvolkomen wijze, het Goddelijke in het Heelal.
Hoe kan door ons dit Woord worden gevonden? Luister Bbr\ , naar de woorden van een Indische wijsgeer.
Red\ ‘Alleen Liefde leidt ons tot inzicht, want Liefde is de uiteindelijke betekenis van alles om ons heen. Zij is niet alleen een gevoel: zij is de waarheid zelve. Zij is de vreugde, die de wortel is van alle schepping. Liefde is het zuivere Licht, dat uitstraalt van het Allerhoogste, het goddelijk bewustzijn.
En om dat Allerhoogste te benaderen, dat in de wereld om ons, zowel als in onze eigen ziel aanwezig is, moeten wij ons bewustzijn verheffen tot die Goddelijke Liefde. Door Liefde is de wereld geboren, door Liefde wordt zij onderhouden, naar Liefde streeft zij, door Liefde gaat zij verder.
E\ Mr\ Bbr\ , wanneer wij het besef van die alomtegenwoordige Liefde hebben bereikt, dan gevoelen wij, dat zij vanuit de gehele wereld in ons wil doordringen, maar dan beseffen wij tevens, dat wij zelf ook een bron van Liefde kunnen zijn; dat het onze plicht, ons voorrecht is, Liefde naar buiten uit te stralen en te verspreiden onder onze medebbr\ , onder onze medemensen. Zo wordt het grote, het heerlijke bezit van de S.P.R+. Liefde van mens tot mens.
Red\ Al ware het, dat ik de talen der mensen en engelen sprak en de Liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden. En al ware het, dat ik de gave der profetie had en wist alle verborgenheden en al de wetenschap, en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette en de Liefde niet had, zo ware ik niets. En al ware het, dat ik al mijn goederen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam overgaf om verbrand te worden en de Liefde niet had, zo zou het mij geen nuttigheid geven. De Liefde is lankmoedig, zij is goedertieren, zij is niet afgunstig. De Liefde handelt niet lichtvaardig, zij denkt geen kwaad. Zij verblijdt zich niet in ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid; zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. Hetzij profetieën of kennis, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen niet meer worden verstaan, maar de Liefde vergaat nimmer.
E\ Mr\ Wanneer wij door die Liefde bezield zijn, dan wordt door haar heilig vuur, dat zengt en reinigt, maar ook nieuw leven schept, de oude mens in ons vernietigd en de nieuwe mens tot leven gewekt; de mens, die zich ten volle bewust is van zijn hoge roeping, de mens van wie een onafgebroken stroom van liefde en levenskracht zal uitgaan, de mens, die waar hij komt, licht zal brengen ook in de diepste duisternis.
Dan zullen wij zijn vernieuwd, herboren, dan is aan ons de spreuk bewaarheid: ‘Igne Natura Renovatur Integra’, de spreuk waarvan de beginletters INRI het Woord, òns Woord, vormen.
Op dit ogenblik worden deze letters in lichtschrift zichtbaar gemaakt.
Gij begrijpt, Bbr\ , dat dit Woord uitsluitend een symbolische betekenis heeft, een symbool is van de Geest van de O\ B\ d\ H\ , zoals die Geest zich aan de mens onder zekere voorwaarden kan openbaren. Wanneer wij dit symbool in ons hebben opgenomen, dan krijgen de ons zo bekende woorden uit het Johannes-evangelie een nieuwe betekenis.
Red\ ‘In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Alle dingen zijn door hetzelve gemaakt en zonder hetzelve is niet één ding gemaakt, dat geworden is. In hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet overmocht.’
E\ Mr\ Dan dringt tot ons door, dat in dat ware Woord in de eerste plaats tot uitdrukking komt Liefde, Liefde die schept, die de bron is van alle leven. En dan beseffen wij, dat Liefde was in den beginne, dat Liefde bij God was, ja God zelf was; dat door Liefde alle dingen zijn geworden en dat in de Liefde het leven was, het Licht der mensen, dat de duisternissen niet hebben overmocht.
Wanneer ge door het louterende vuur van die Goddelijke Liefde zijt herboren, dan zult ge één en onverbrekelijk gevoelen met de bron van die Liefde, met de O\ B\ d\ H\ , die ook in u is, zoals uitgedrukt is in die andere spreuk, waarvan de woorden dezelfde beginletters tonen: ‘In Nobis Regnat Ille’, ‘In ons heerst hij’.
En een derde betekenis van deze letters, die u ongetwijfeld bekend is: ‘Jezus Nazarenus Rex Judaeorum’, herinnert aan de figuur van één, die bereid was uit Liefde tot de mens de kruisdood te ondergaan.
Bbr\ , wanneer wij terugzien in de geschiedenis der mensheid dan ontmoeten wij steeds weer figuren van Grote Meesters, die ons zijn voorgegaan, in wie de Liefde tot volmaakte uiting is gekomen, die het Meesterwoord hebben gevonden; en van wie uitging die warmte en dat licht, die alleen kunnen uitstralen van hem, die in liefde opgaat en tot baken heeft op de levensweg: het Licht, het Woord, de Liefde.
Zijt gij bereid hun voorbeeld te volgen door leed en smart heen, gedachtig aan één, die zelf geworden is de weg, de waarheid en het leven? Zijt gij, die thans verheven zijt tot S.P.R+., ook bereid de arbeid van de S\ P\ op u te nemen? Weet, Bbr\ , dat indien gij daartoe bereid zijt, in deze wereld een moeilijke weg vóór u ligt; dat gij zult moeten gaan het pad der zelfverloochening, waar smaad en verguizing u zullen wachten, dat gij de diepste duisternis en eenzaamheid zult moeten bestaan, om tot het Licht te komen, dat gij u zelf zult moeten geven, om u zelf te herwinnen, dat gij de Liefde tot uiting zult brengen.
Komt Bbr\ , volgen wij tezamen onze Grote Meesters op die weg, gaande van het O\ naar het W\ , van het N\ naar het Z\ . In naam der Liefde!
Kruisgang om het Tableau heen, van het O\ door het Z\ en van het W\ naar het O\ terug, de Gel\ met de acaciatak voorop, de E\ Mr\ met een nieuw aangenomen P\ , gevolgd door de overige nieuw aangenomen PP\ en de beide Opzz\ ; deze laatsten als symbool van alle Bbr\ .
Gedurende of onmiddellijk vóór de omgang een toepasselijke toespraak van de E\ Mr\ , bijvoorbeeld de volgende wijzang van Tagore:
‘Weest gij in ons de kracht, die ons onze vreugden en smarten lichtelijk doet dragen.
Weest gij in ons de kracht, waardoor wij onze geest hoog weten te verheffen boven dagelijkse beuzelingen.
Weest gij in ons de kracht, waardoor wij nooit de armen zullen verloochenen, noch ooit onze knieën zullen buigen voor aanmatigende macht.
Weest gij in ons de kracht, waardoor wij ons in liefde over kunnen geven aan uw wil, die de Liefde zelve is.’
De reis begint in het O\ en wordt bij terugkeer aldaar onderbroken. Na de omgang blijven de nieuw aangenomen PP\ staan in het O\ met het gelaat naar het W\ . De E\ Mr\ stelt zich achter hen op.
Bbr\ , uw Kruisweg is begonnen. Gij weet dat dit een reis is van smart, want gij hebt het Kruis op u genomen; beseft gij ook wat dit betekent?
Hoe zal het u te moede worden als de S\ verloren gaat
Gel\ dooft S\
Als de K\ u ontzinkt
Gel\ dooft K\
Als de W\ zich niet meer openbaart.
Gel\ dooft W\
Ge ziet uw Bbr\ u verlaten. Hoe zult gij thans uw weg vinden?
Eventueel treurmuziek. Als de Bbr\ de Tempel hebben verlaten, volgt een toespraak van de E\ Mr\ , die achter de nieuw aangenomen PP\ blijft.
Thans zijt gij eenzaam, alleen. De duisternis is rondom u; zij schijnt het licht geheel te hebben overwonnen en gij voelt in die duisternis als het ware een stille, een geheimzinnige bedreiging van u zelf. Voor u uit geen pad, en gij waagt het nauwelijks de voet te verzetten, niet wetende, waar de volgende stap u zal brengen, welke afgrond zich wellicht voor u zal openen. En dan komt in die duisternis een nieuwe beproeving op u aansluipen, de beproeving van de twijfel. Twijfel aan de betekenis van uw menselijk bestaan, aan de waarde van eigen arbeid en streven, aan de waarde van lijden en smart, twijfel aan de mogelijkheid van een lichtende toekomst, twijfel aan de overwinning van het Licht, twijfel aan de O\ B\ d\ H\ . En dan schijnt er u niets over te blijven dan een blinde begeerte om de last van het Kruis, die ge vrijwillig op u hebt genomen, de last, die gij bij elke stap u zwaarder is gaan drukken, van u af te schudden en terug te keren van de weg, die u geen enkel uitzicht meer schijnt te bieden.
Zult gij deze zware beproeving, die u tot vertwijfeling dreigt te brengen en u de woorden: ‘Mijn God, waarom hebt gij mij verlaten’ op de lippen doet komen, kunnen doorstaan?
Bbr\ , wij zullen de twijfel van ons schudden en wij zullen dat kunnen, wanneer wij ons in diepe ootmoed wenden tot de O\ B\ d\ H\ , niet tot een God, die daar ergens buiten ons troont, maar tot de Grote Geest, die alles doordringt en ook in ons, ons diepste zelf bezielt, en tot die O\ B\ d\ H\ , in alle eenvoud, in volle overgave, de ootmoedige bede richten: "Uw wil geschiede. Wees Gij in ons de kracht te volharden op onze weg, te dragen het Kruis, dan zullen wij blijmoedig elk offer, ook het grootste, het offer van ons eigen ik, brengen.’
En dan zal de twijfel van ons wijken en plaats maken voor de verzekerdheid van het GELOOF in de overwinning en met de blijde HOOP in ons hart zullen wij, zij het met de grootste inspanning en in den beginne met aarzelende schreden, de weg weer kunnen vervolgen. En wanneer wij die weg, het pad der offerende LIEFDE hebben afgelegd, dan wacht ons aan het einde het Licht. Bbr\ laten wij te zamen die weg gaan!
Via Crucis, via Lucis! De weg van het Kruis is de weg naar het Licht.
Daarna gang naar de Rode Tempel, waarbij de Gel\ , die de E\ Mr\ buiten de Duistere Tempel heeft opgewacht, voorop gaat. Aangekomen voor de thans nog gesloten Rode Tempel:
E\ Mr\ Br\ Gel\ , wil de Cordon en Tablier van de nieuw aangenomen PP\ keren opdat het sombere zwart der duisternis wijke voor het lichtende rood der Liefde.
Geschiedt.
Bbr\ , ik verzoek u mij te volgen in ons Teken, het Teken van de Goede Herder.

IN DE RODE TEMPEL

Zodra de deuren open gaan om de E\ Mr\ met de nieuw aangenomen PP\ toegang te verlenen, hoort men zachte muziek. De Bbr\ staan op aanwijzing van de Inspecteur, die hen daartoe tijdig heeft opgeroepen, in het Teken van de Goede Herder. De E\ Mr\ plaatst zich met de nieuw aangenomen PP\ voor het Kruis met de Roos.
E\ Mr\ Via Crucis, via Lucis; de weg van het Kruis is de weg van het Licht. Uit de dalen van droefenis, eenzaamheid en ellende zijt gij opgestegen, en ziet, de Liefde heeft over dood en verschrikking gezegevierd. Het is volbracht.
Thans aanschouwt gij het Kruis, en gij ziet hoe daaraan in al haar jeugd en frisheid de Roos ontbloeit. Zó wordt het Kruis voor hem, die zijn leven richt naar het Meesterwoord! De enige weg, die daartoe kan leiden is de weg der offerende Liefde. Zij alleen kan het Meesterwoord doen vinden; zij alleen voert naar het Licht, dat de duisternissen niet hebben kunnen overwinnen. Voor hem, die vrijwillig het KRUIS aanvaardt, en daaraan tot zijn onuitsprekelijke vreugde de ROOS ziet ontbloeien, wordt het offer een weelde.
Toen gij bij uw Kruisgang de Lichten W\, K\ en S\ gedoofd zag, scheen ook het Geloof te wankelen, scheen de Kracht uit het hart te wijken en dreigde de Schoonheid der Liefde verloren te gaan.
Thans echter zal u voor altijd het besef hebben doordrongen, dat het heilige vuur der Liefde nooit kan worden uitgeblust.
Igne Natura Renovatur Integra.
En dan zal het Kruis met de Roos nimmer zijn een last, doch steeds een heerlijke steun.
Dan zullen voortaan de heilige stralen van G\ , H\ en L\ uw pad verlichten. Het Geloof zal u leiden, de Hoop u sterken en de Liefde zich openbaren, u en anderen ten zegen. Br\ Gel\, doe de nieuwe PP\ opnemen in de kolommen.
Geschiedt, de E\ Mr\ begeeft zich naar de Troon.
Herneemt uw plaatsen, Bbr\
Muzikaal bouwstuk.
E\ Mr\ Bbr\, schaart u met mij om het Tableau en stelt u in de houding van trouw.
Geschiedt.
Bbr\ PP\, ziet onze gewijde symbolen!
Red\ De ROOS, het zinnebeeld van de Liefde, gehecht aan het teken des Levens; het universele beeld van de Gekruisigde, die steeds opnieuw zich in Liefde geeft en in Liefde terugvindt. Dit symbool is onze kracht, wanneer wij het Licht uit willen dragen onder onze medemensen, en hun het Woord willen verkondigen, ook aan de ziende-blinden en de horende-doven. Wij willen daarbij gelijk zijn aan de sandelhoutboom, die de bijl geurig maakt, welke hem omhouwt! – wij willen gelijk zijn aan de moederaarde, die duizenden vergoedt, hem, die haar ploegende de boezem verscheurt!.
En dan zullen wij niet ontmoedigd zijn, indien wij ons slechts richten naar het symbool van de PELIKAAN, die haar jongen voedt met haar bloed, zinnebeeld van de zelfopofferende Liefde. En dan beseffen wij ook, voorgelicht door G\, H\ en L\, opnieuw de betekenis van het symbool van de PHOENIX, die telkens weer uit de as van verbranding opstijgt, symbool van onze eigen wedergeboorte door het vuur van de Liefde.
Bbr\, wanneer wij op deze wijze Licht en Waarheid zoeken, dan worden wij herboren, en heeft in ons de grote kosmische gebeurtenis plaats, de geboorte der Liefde.
Mijn Bbr\, mogen deze beelden in deze omgeving ons bijblijven, mogen wij daaraan steeds indachtig zijn en moge ons het levende vuur opvlammen, waardoor wij licht en warmte op ons levenspad kunnen uitstralen. Laat die indruk in uw ziel voortleven, opdat die u kracht geeft voor een nieuw en beter leven, reiner en vruchtbaarder aan zegeningen, ten nutte der mensheid. Zo moge het zijn!
Het KRUIS is een universeel symbool, gelijk ook de Christusfiguur een universele figuur is. In vele godsdiensten vindt gij dit symbool en deze figuur terug.
Op oude monumenten vindt men de mens meermalen afgebeeld in een houding, die op het Kruis gelijkt, de houding van zegening, waarbij de mens als het ware zelf het Kruis is geworden, aldus:
strekt de armen horizontaal zijwaarts uit.
Ziet, dit symbool is voor ons zo veelzeggend, want het geeft ons de mens in zijn verhevenste vorm.
E\ Mr\ De Liefde wordt in de mens niet geboren en kan in hem niet groeien, tenzij hij zich voor haar ontvankelijk heeft gemaakt, tenzij hij zich voor haar openstelt met geheel zijn hart en gemoed, met geheel zijn ziel en geest.
Wanneer hij getracht heeft door ernstige studie in de raadselen des levens door te dringen, wanneer hij de Symbolieke Graden heeft doorleefd, en de schoonheid van de R+.Graad heeft doorvoeld en beleefd, dan zal er een ogenblik komen, waarop hem de waarheid van de eeuwige wet van offerende Liefde wordt geopenbaard. Dan kan hij met de dichter zeggen:
Red\ ‘Ik dacht, dat mijn reis ten einde was, aan de uiterste grens van mijn macht – dat het pad voor mij uit versperd was, dat de voorraad op was en dat het tijd was om de wijk te nemen in stille verborgenheid. Maar ik bevind, dat uw wil geen einde in mij kent. Dat nieuwe melodieën uit het hart wellen, als de oude op de tong besterven en dat waar oude sporen verloren zijn, een nieuw land zich opdoet met zijn wonderen.’
E\ Mr\ Op dat ogenblik kan de mens, geheel opgaande in het wel en wee der mensheid, zo getroffen worden door onuitsprekelijk medelijden, dat hij geheel vervuld en beheerst wordt door één enkel gevoel: Liefde voor de mens! Op dat ogenblik kan de mens, zijn armen uitbreidende, om de lijdende mensheid te omvatten, aan zijn borst te drukken, haar te verwarmen en te koesteren aan zijn liefhebbend hart, waarin het Woord levend geworden is en het Licht zijn gulden stralen uitzendt, zelf worden de weg, de waarheid en het leven; in dat ogenblik is de mens het Kruis, waaraan de Roos ontbloeit. Dan wordt zijn leven een leven, dat enkel vreugde en geluk rondom zich verspreidt; en wanneer hij dan zijn weg vervolgt, de armen over de borst gekruist, in ons Teken, is het om overal op zijn weg het verdwaalde lam op te nemen in zijn armen en als Goede Herder te verzorgen en te koesteren en te dragen naar het Vaderhuis. Zijn gehele leven is één bede aan de Meester in zich, om medelijden, medelijden en liefde; het Goddelijke in de mens is tot volle luister ontwaakt, het Liefde-beginsel in hem geboren
Bbr\ , streven wij naar dat ogenblik. Kruis en Roos zijn dan één, voor altijd.
De Cer\ Mmr\ gaan met het brood rond. Zodra elk tweetal Bbr\ voorzien is, zegt de
E\ Mr\ In orde, Bbr\ PP\ !
Bevestigen wij thans de opname van de nieuwe Bbr\ door ons Liefdemaal. Ziet, Bbr\ , voor iedere twee uwer is slechts één brood, breekt het en deelt het met uw Br\ , gedragen door de gedachte aan de eenheid die ons bindt. Wij zijn kinderen van één gezin, die hun brood delen; het brood, Goddelijke gave der natuur, maar ook het brood des Levens, geestelijke ontwikkeling.
Ik hef de beker op en drink voor u de rode wijn, symbool der Goddelijke Liefde.
Emmanuel! De O\ B\ d\ H\ met ons.
Gezegend zij deze ure!
Herneemt uw plaatsen.

Sluiting

E\ Mr\ Het is mijn voornemen deze plechtigheid te beëindigen. Br\ Cer\ Mr\ zal na de sluiting de Bbr\ uit de Tempel geleiden, terwijl aan de Tempelpoort de Bbr\ gelegenheid zal worden gegeven van hun offervaardigheid te doen blijken.
In orde, Bbr\ !
Br\ 1e Opz\ , wat is nu onze taak?
1e Opz\ Bezield door de heilige geest van Liefde, die uitgaat van de O\ B\ d\ H\ , en blijmoedig dragende het Kruis, te bouwen aan de tempel.
E\ Mr\ Aan welke Tempel bouwen wij, Br\ 1e Opz\ ?
1e Opz\ Aan de Tempel in ons zelf , en in onze medemensen.
E\ Mr\ Br\ 2e Opz\ , hoe laat is het?
2e Opz\ Het is het uur, waarin het Woord is gevonden, waarin het Licht heeft gezegevierd over de Duisternis, waarin de Roos aan het Kruis is ontbloeid.
E\ Mr\ PP\ , in deze gezegende ure, waarin de mens getuigen kan, dat hij geleerd en getoond heeft, Mens te zijn, roep ik u toe: behoudt het gevonden Woord!
Laat niet toe dat het Licht gedoofd worde!
En hiermee, S.PP.R+., sluit ik dit Kapittel.
De E\ Mr\ geeft de slagen, die in het Westen worden herhaald: ..--/..--/..--/-
E\ Mr\ Het Kapittel is gesloten, gaat heen met de Roos in het Hart – Pax Vobis.
Houding van trouw, Bbr\ !
Maakt de volgorde bekend waarin – naar de gewoonte van het Kap\ - de nieuw aangenomen PP\ en de overige aanwezigen de Rode Tempel zullen verlaten; De Cer\ Mr\ voert dat uit.
 

BROEDERMAAL

 In het bijzonder in de Graad van S.P.R+. kan men stellen dat na elke Inwijding een Broedermaal behoort te worden gehouden: na het vieren van de verbondenheid in geestelijke zin worden de nieuwe PP\ meegenomen in de sfeer van broederlijke saamhorigheid en harmonie.
Na de sluiting van het Kap\ worden de nieuwe PP\ in de gelegenheid gesteld de gelukwensen in ontvangst te nemen van de aanwezigen en te worden bekend gemaakt aan de hen nog niet bekende Bbr\ . In de daarop volgende, meestal korte, verpozing kan de kennismaking dan al enigszins worden verdiept. Tabliers en handschoenen worden afgelegd.
Wanneer het moment gekomen is, nodigt de Cer\ Mr\ in opdracht van de E\ Mr\ de aanwezigen uit aan tafel plaats te nemen. Indien aanwezig worden de Grootmeester en/of vertegenwoordigende leden van het Opperbestuur naar hun zetel voorgegaan door de E\ Mr\ . De plaatsing aan tafel geschiedt op overeenkomstige wijze als beschreven voor het plaats nemen in de Duistere Tempel.
Als allen gezeten zijn geeft de E\ Mr\ één slag, welke door de Opzz\ wordt herhaald; hij kan dan – naar de gewoonte van het Kap\ - het samenzijn openen met een korte samenspraak met de beide Opzz\ of met de Red\ .
Vervolgens worden drie condities ingesteld, die elkaar met de nodige tussenruimte opvolgen; door de E\ Mr\ op:

De Inspecteur stelt een conditie in op: Het is algemeen gebruikelijk bij het uitbrengen van heildronken een korte, kernachtige woordkeus te maken. De E\ Mr\ vraagt voor hen, die daaraan behoefte hebben, een moment van stilte.
Doorgaans richt de E\ Mr\ zich na het hoofdgerecht tot de nieuwe S\ PP\ . Ook worden dan de reglementen van de Orde en van het Kap\ aan hen overhandigd, evenals een rode roos.
Aansluitend verleent hij het woord aan degenen, die daartoe het verlangen kenbaar maken; ook hierbij wordt de bovenbedoelde volgorde in acht genomen. Eventueel repliceert de E\ Mr\ .
Alvorens met een enkel woord het Broedermaal te beëindigen, geeft de E\ Mr\ gelegenheid voor een moment van inkeer.
De E\ Mr\ sluit de samenkomst door het geven van één slag, welke door de beide Opzz\ wordt herhaald.

 


Terug naar de vorige pagina              Wilt u reageren?