De Bbr\ PP\
komen tijdig bijeen in de Voorhof of de daartoe bestemde ruimte; voor Bbr\
, die men met onderscheiding wil behandelen, wordt zo mogelijk een ander
vertrek beschikbaar gesteld. De Br\ Cer\
Mr\ draagt er zorg voor dat alle aanwezige Bbr\
hun namen schrijven in de daartoe bestemde Presentie- en Visiteuren-boeken.
De Bbr\ gaan er niet toe over zich maçonniek
te kleden vóór zij daartoe door de Bbr\
Inspecteur worden uitgenodigd. Door allen moet er aan worden medegewerkt,
dat de werkzaamheden stipt op het daarvoor bestemde uur beginnen.
Vóór aanvang der plechtigheden gaat
de Cer\ Mr\ na of
alles in de Tempels en verder te gebruiken vertrekken in orde is. Eerst
dan waarschuwt hij, na daarvoor opdracht ontvangen te hebben van de V\
Mr\ , de Inspecteur dat het ogenblik daar is
om de in de Voorhof verzamelde Bbr\ voor te
bereiden op de arbeid.
De Inspecteur nodigt de Bbr\
uit zich te kleden met Tablier en Cordon, de zwarte zijden naar buiten
gekeerd. De Bbr\ stellen zich in de houding
van trouw. De Inspecteur geeft vervolgens nog enige aanwijzingen die voor
het goede verloop van de plechtigheden van belang zijn en maakt de volgorde
van opgaan naar de Duistere Tempel bekend.
Inmiddels hebben – begeleid door de Cer\
Mr\ - de V\ Mr\
, de beide Bbr\ Opz\
en de Br\ Kapelmr\
zich naar de Duistere Tempel begeven. De Cer\
Mr\ leidt vervolgens de overige Bbr\
PP\ naar de Duistere Tempel in de volgende orde:
Titels
De titel van de Grootmeester is Hoogeerwaarde, die
van de Generaal-Inspecteur Zeer Verlichte; die van de overige leden van
het Opperbestuur Zeer Eerwaarde; die van de V\
Mr\ van een Kap\
Eerwaarde Mr\ , de Bbr\
PP\ Eerwaarde. Een afgetreden Grootmeester voert
in de Nederlandse werkwijze de titel Zeer Verlichte; andere afgetreden
leden van het Opperbestuur blijven hun titel, die bij hun functie paste,
voeren.
Kleding
De Bbr\ PP\
dragen formele kleding met witte handschoenen, alsmede Tablier en Cordon.
Het dragen van z.g. ceremonieel tenue door militairen e.a. is niet toegestaan.
De goede smaak brengt met zich mee dat men geen andere
maçonnieke bijous of kentekenen draagt dan die, welke men binnen
het verband van de orde der H\ Gr\
heeft ontvangen. Ereleden van Kapp\ dienen hun
onderscheidingen alleen in eigen Kap\ te dragen.
Tablier en Cordon, waaraan een bijou is bevestigd,
zijn in de Duistere Tempel zwart; beide zijn in het midden voorzien van
een rood Kruis, alles naar een door het Opperbestuur vastgesteld model.
In de Rode Tempel is het Tablier wit, met ponceaurood
geboord en in het midden voorzien van een rood, goud omrand Kruis, waarop
een Roos is gehecht. Het Cordon is rood en voorzien van een gouden Kruis
met Roos.
De leden van het Opperbestuur dragen Tabliers en Cordons,
versierd met gouden borduursel; de Tabliers zijn bovendien omboord met
gouden franje. De Grootmeester draagt Tablier en Cordon met bijou volgens
apart vastgesteld model. Oud-leden van het Opperbestuur dragen een bijou
in bijzondere uitvoering, vastgesteld door het Opperbestuur.
Allen dragen het Tablier zodanig dat de banden zo
min mogelijk zichtbaar zijn.
Inrichting van de Tempels
Hiervan mag niet worden afgeweken.
DE DUISTERE TEMPEL
De Tempel is geheel met zwart behangen, doch vertoont
geen symbolen van de dood. In het midden moet een Tableau uitgespreid zijn,
waarop een Kruis, zonder Roos, is afgebeeld; de voet van het Kruis wijst
naar het Oosten. Om het Tableau zijn de Ll\
W\ , K\ en S\
geplaatst: in het noordwesten, het zuidwesten en het noordoosten. Bij de
binnenkomst der PP\ zijn deze Ll\
reeds ontstoken.
Bij de tafel van de V\
Mr\ , die zich in het O\
bevindt, staat het ridderzwaard. De beide Opzz\
zijn in het W\ gezeten. In het O\
moet een acaciatak aanwezig zijn en kan een omfloerste aardbol zijn geplaatst.
De Constitutiebrief ligt op de tafel van de V\
Mr\ .
De Tempel wordt zo donker mogelijk gehouden. Op een
duidelijk zichtbare plaats is in het O\ een
transparant aangebracht waarop de letters G, H en L en INRI in lichtschrift,
benevens een Kruis, zichtbaar kunnen worden gemaakt.
DE RODE TEMPEL
Deze is geheel met rood behangen en zo schitterend
mogelijk verlicht. In het midden is een Tableau uitgespreid, waarop het
Kruis met de Roos is afgebeeld; de voet van het Kruis wijst naar het westen.
Aan de voet van het Kruis is rechts een Pelikaan en links een Phoenix geplaatst.
Om het Tableau zijn drie kandelaren, ieder met elf lichten, geplaatst,
die bij binnenkomst der PP\ reeds ontstoken
zijn.
Tussen de beide Opzz\ is
een groot houten Kruis geplaatst, in het kruispunt waarvan één
of meer duidelijk zichtbare rode rozen zijn aangebracht. Tussen de Troon
en het Tableau bevindt zich een tafel, gedekt met een wit laken, waarop
één of meer schalen met stukjes brood staat, benevens een
bokaal, gevuld met rode wijn.
Bezoekers
De Inspecteur ziet er op toe dat de bezoekende Bbr\
PP\ , voor zoveel nodig, worden voorgesteld
aan de leden van het Kap\ . Wanneer een bezoekende
Br\ niet als S.P.R+. bij een van de Kapittelleden
bekend is, vindt buiten de Voorhof door de Cer\
Mr\ een onderzoek plaats. Hoewel het niet veel
zal voorkomen, richt dat onderzoek zich op de bekendheid van de bezoeker
met de graad, zijn maçonnieke leeftijd, woord(en), teken(s) en aanraking.
Zijn de antwoorden niet juist, dan geeft de Cer\
Mr\ daarvan kennis aan de Inspecteur.
Ontvangst van de Kandidaten
De Cer\ Mr\
zorgt ervoor dat de Kandd\ direct na aankomst
naar de Kamer van Voorbereiding worden gebracht; vermeden moet worden dat
zij zich tussen de Bbr\ PP\
kunnen ophouden.
In de Kamer van Voorbereiding bevindt zich een tafel,
gedekt door een bij voorkeur rood kleed, waarop het Wetboek is neergelegd.
Er zijn stoelen voor de Kandd\ en de Voorber\
.
De Voorber\ is gekleed
voor de arbeid in de Duistere Tempel. Hij ontvangt de Kandd\
en doet deze zich kleden als Meester-Vrijmetselaar (met handschoenen).
Er moet gewaakt worden tegen alles wat storend op de Kandd\
kan inwerken.
Voorbereiding van de Kandidaten
De Voorbereiding dient de Kandd\
niet slechts zo open mogelijk te maken voor het gebeuren dat aan hen zal
worden voltrokken, maar dient tevens – nadat inzicht is gegeven in de structuur
van het geheel - hen in staat te stellen de nodige legale kennis deelachtig
te worden teneinde, ook in het buitenland, aan de Ritus te kunnen deelnemen.
Derhalve worden de Kandd\
tijdens de Voorbereiding ook geïnformeerd over de noodzaak van het
op formele wijze bij communicatie verlenen van de zogenoemde ‘Tussengraden’;
korte karakteristieken van deze Graden kunnen hun dan worden medegedeeld.
Tijdens de Voorbereiding op de dag van de plechtigheid
zelve, dienen de Kandd\ zo min mogelijk te worden
afgeleid en wordt hun aandacht vooral gericht op de komende Inwijding tot
S.P.R+.
IN DE DUISTERE TEMPEL
Opening van het Kapittel
De E\
Mr\ geeft één slag, welke door
de Opzz\ wordt herhaald.
E\
Mr\ Bbr\ Opz\
, helpt mij dit Kapittel openen.
In orde, Bbr\ !
Bbr\ Opz\
, wilt onderzoeken of het Kapittel behoorlijk is gedekt.
Onderzoek op de gebruikelijke
wijze. Na afloop van het onderzoek:
1e Opz\
E\ Mr\ , het Kapittel
is behoorlijk gedekt.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , zijt gij S.P.R+.?
1e Opz\
De Roos aan het Kruis is mij bekend, E\ Mr\
.
E\
Mr\ Welke leeftijd hebt gij, Br\
1e Opz\ ?
1e Opz\
De leeftijd van 33 jaren, de leeftijd van dieper inzicht en hoger menselijkheid.
E\
Mr\ In welke tijd leven wij, Br\
1e Opz\ ?
1e Opz\
Wij leven in een moeilijke tijd; een tijd waarin de duisternis dreigt het
Licht te overwinnen en het Woord steeds weer dreigt verloren te gaan.
E\
Mr\ Welke is uw levenstaak, Br\
2e Opz\ ?
2e Opz\
Ik tracht mijn leven te verwerkelijken in de O\
B\ d\ H\
. Ik wil het Woord behouden, ook waar het met verduistering en vernietiging
mocht worden bedreigd. Ik wil met hoofd, hart en hand de geest van de O\
B\ d\ H\
uitdragen als liefde van mens tot mens.
E\
Mr\ Hoe wilt gij dat bereiken, Br\
2e Opz\ ?
2e Opz\
Door Geloof, Hoop en Liefde. Geloof in de O\
B\ d\ H\
; Hoop op de overwinning van het Licht; Liefde tot offering bereid.
E\
Mr\ Moge geloof ons schragen, Hoop
onze kracht zijn en Liefde ons bezielen.
Geeft de slagen ..--/..--/..--/-,
welke door de Opzz\ worden herhaald.
E\
Mr\ Het Kap\
is geopend. Bbr\ , herneemt uw plaatsen.
E\ Bbr\
PP\ , het is u bekend dat de Bbr\
… door tussenkomst van enkele leden van dit Kap\
zich tot ons hebben gewend met het verzoek te worden opgenomen in deze
Verheven Graad. Op dat verzoek is goedgunstig beschikt en het Kap\
is gemachtigd tot hun Inwijding over te gaan.
De genoemde Bbr\ beschikken
echter nog niet over de vereiste kwalificaties, die in het kader van de
internationale maçonnieke betrekkingen worden gevorderd. Om hierin
te kunnen voorzien, zullen wij voor een korte tussenpoos de werkzaamheden
in deze Graad onderbreken en overgaan tot die in de Graad van Ridder van
het Oosten en van het Westen.
Alvorens ik daartoe overga, verzoek ik de Bbr\
Cer\ Mr\ het Tableau
aan het oog te onttrekken.
De Cer\
Mmr\ dekken het Tableau en hernemen hun plaatsen.
E\
Mr\ In opdracht van het Hoofdkapittel
in Nederland en uit hoofde van de macht, mij door dit E\
Kap\ … toevertrouwd, verklaar ik deze Raad van
Ridders van het Oosten en het Westen behoorlijk geopend.
Geeft zeven slagen .-/.-/.-/-,
die door de beide Opzz\ worden herhaald.
E\
Mr\ Br\ Cer\
Mr\ , wil u buiten de Tempel begeven teneinde
de Bbr\ Kandd\ te
doen binnentreden.
De Kandd\
zijn gekleed als Meester-Vrijmetselaar. De Gel\
doet één van hen als zodanig aankloppen aan de Tempelpoort.
1e Opz\
E\ Mr\ , er wordt
als Meester-Vrijmetselaar aan de Tempelpoort geklopt.
E\
Mr\ Wil zien wie daar aanklopt.
De 1e Opz\
begeeft zich naar de Tempelpoort, opent die een weinig en vraagt:
1e Opz\
Wie klopt daar aan de Tempelpoort?
Gel\
Het zijn …, Mmr\ Vrijm\
, hun leeftijd is zeven jaren.
E\
Mr\ Hoe is hun naam?
Gel\
Giblim.
E\
Mr\ Wat zoeken zij hier?
Gel\
Het Verloren Meesterwoord.
E\
Mr\ Hebben zij gereisd om het te
zoeken?
Gel\
Zij reisden van het Noorden naar het Zuiden, van het Oosten naar het Westen,
maar het Meesterwoord hebben zij niet gevonden.
E\
Mr\ Dat zij binnenkomen.
De Kandd\
worden tussen de beide Opzz\ in het W\
geplaatst; de aanwezige Bbr\ worden niet in
orde geroepen.
E\
Mr\ W\ Bbr\
…, van u is zojuist getuigd dat ge hebt gereisd om het Verloren Meesterwoord
te zoeken. Bij uw verheffing tot Meester-Vrijmetselaar werd u een Plaatsvervangend
Meesterwoord toevertrouwd, waarvan de betekenis werd aangeduid met de woorden:
‘Hij leeft in de zoon’. Tevens werd u verhaald dat het Oude Meesterwoord
in opdracht van Salomo werd gegrift in een driehoek van zuiver goud, welke
hij deed plaatsen in het Heilige der Heiligen.
De omstandigheden van uw verheffing werden tijdens
het gebeuren geplaatst tegen de achtergrond van een mythe, dia aan het
zinnebeeldige gebeuren een zekere verklaring gaf. Die mythe liet echter
ook een aantal vragen onbeantwoord en gij hebt de opdracht ontvangen zelfstandig
daarop een antwoord te zoeken.
In het verleden werd in een reeks van afzonderlijke
graden getracht aan de zoekende Bbr\ een mogelijkheid
te bieden van een spoor bij zijn onderzoekingsreis. Deze graden moesten
worden doorlopen voor en aleer kon worden overgegaan tot het verlenen van
de Graad van S.P.R+., waartoe ge verlangt te worden toegelaten.
Teneinde te blijven voldoen aan de regels voor onderlinge
erkenning van Grootmachten over het ganse oppervlak der aarde, dient gij
formeel met name bekend te worden gemaakt met die graden, welke wij gemeenlijk
als de Tussengraden aanduiden. Ik zal u thans deze Graden bij communicatie
verlenen.
Ridders van het Oosten en van het Westen, stelt u
in orde, in het Klein Meesterteken. Bbr\ Kandd\
, volgt dit na.
Gel\
ziet toe dat de Kandd\ eveneens in het Kl\
Mr\ T\ gaan staan.
E\
Mr\ Heft het zwaard met de rechterhand:
In opdracht van het Hoofdkapittel in Nederland en
uit hoofde van de macht, mij door het E\ Kap\
… toevertrouwd, verklaar ik, dat aan u, Br\
… (en aan u, Br\ … enz.) bij communicatie worden
verleend de Graden van:
Geheim Meester 4e Graad;
Volmaakt Meester 5e Graad;
Geheimschrijver 6e Graad
Provoost en Rechter 7e Graad
Intendant der Gebouwen 8e Graad
Uitverkorene der Negen 9e Graad
Uitverkorene der Vijftien 10e Graad
Verheven Uitverkorene 11e Graad
Grootmeester Architect 12e Graad
Ridder van het Koninklijk Gewelf 13e Graad
Volmaakt Uitverkoren Groot Schot 14e Graad
Ridder van de Degen en van het Oosten 15e
Graad
Prins van Jeruzalem 16e Graad
Ridder van het Oosten en van het Westen 17e
Graad
Geeft met de moker in de
linkerhand zeven slagen, .-/.-/.-/-; legt zwaard en moker neer.
E\
Mr\ Herneemt uw plaatsen, Ridders.
Gel\
en Kandd\ blijven echter staan.
E\
Mr\ Br\ Cer\
Mr\ , wil de Kandd\
met hun Gel\ voor de Troon brengen.
Geschiedt. Ondertussen begeeft
de E\ Mr\ zich van
de Troon naar het noordoosten.
E\
Mr\ Ik verzoek u zich te ontdoen van
uw Schootsvel, Bbr\ .
Geschiedt; de Cer\
Mr\ ontvangt en bergt de Schootsvellen.
E\
Mr\ Ik zal u nu op de hoogte stellen
van Ww\ , T\ en A\
, die bij de laatste Graad behoren, die van Ridder van het Oosten en van
het Westen.
Het T\ , Bbr\
, wordt als volgt gemaakt: men kijkt, tegenover elkaar staande, de één
over de rechterschouder; de ander beantwoordt dit door over de linkerschouder
te kijken. Na een kort ogenblik kijkt men elkaar weer aan.
De A\ en de Ww\
worden gecombineerd gegeven: hij, die de A\
aan een andere Br\ wil geven, stelt zich tegenover
hem op en legt zijn linkerhand op diens linkerschouder, zeggende Abàddon.
Dit woord verwijst naar de wereld als een oord van verderf. Dit wordt beantwoord
door de ander, die zijn rechterhand legt op de rechterschouder van de eerstgenoemde
Br\ , zeggende Jehàbulon. De betekenis
van dit woord is: de Heer is onze Bevrijder. Bij deze A\
worden de armen dus geplaatst in de vorm van een Andries-kruis. De slagen
van deze Graad zijn zeven. Zoals ge zojuist hebt horen geven.
De E\
Mr\ keert terug naar de Troon.
E\
Mr\ Br\ Gel\
, wil dan thans de Kandd\ buiten de Tempel geleiden
en hen na enige ogenblikken opnieuw doen aankloppen als Ridder van het
Oosten en van het Westen.
Zodra de Kandd\
de Tempel hebben verlaten, zegt de:
E\
Mr\ E\ Bbr\
PP\ , uit hoofde van de macht mij verleend,
verklaar ik de Raad van Ridders van het Oosten en van het Westen gesloten.
Geeft de slagen .-/.-/.-/-,
herhaald door de beide Opzz\ .
E\
Mr\ Ik hervat de werkzaamheden van het
Kapittel
Bbr\ Cer\
Mr\ , wilt het Tableau wederom zichtbaar maken.
Nadat dit gebeurd is en de
Cer\ Mmr\ hun plaatsen
weer hebben ingenomen, volgen enige ogenblikken van stilte.
Binnenkomst der Kandidaten
De Gel\
doe een Kand\ als Ridder van het Oosten en van
het Westen aan de Tempelpoort aankloppen met de hem nu bekende zeven slagen.
1e Opz\
E\ Mr\ , er wordt
aangeklopt als Ridder van het Oosten en van het Westen.
E\
Mr\ Wil nagaan, Br\
1e Opz\ , wie toegang tot ons Kapittel
verlangt.
De 1e Opz\
gaat naar de Poort, opent die een weinig en vraagt:
1e Opz\
Wie verzoekt hier toegang?
Gel\
Het zijn … Broeders, die verlangen in Uw midden te worden opgenomen en
die daartoe de vereiste kwalificaties bezitten.
1e Opz\
E\ Mr\ , het zijn
… Broeders, die verlangen in ons Kapittel te worden opgenomen; zij bezitten
de daartoe vereiste kwalificaties.
E\
Mr\ Welaan dan, dat zij binnen komen!
Br\ Gel\
, wil de Bbr\ in het Westen tussen de beide
Bbr\ Opz\ plaatsen.
De 1e Opz\
gaat terug naar zijn plaats, de Gel\ voert de
opdracht uit.
E\
Mr\ In orde, Bbr\
Welkom. Bbr\ , binnen deze
Tempelwanden. Welkom namens de kring van Bbr\
, voor wie uw aanwezigheid een bron van verheugenis is, en dan niet alleen
– en niet in de eerste plaats – omdat nieuwe banden staan te worden aangeknoopt,
maar vooral omdat heden voor u, en voor ons, zo de O\
B\ d\ H\
dat wil, inzicht zal worden verwekt, of versterkt, licht zal worden ontstoken,
of tot groter straling gebracht. Br\ Gel\
, wil de Kandd\ een zetel geven.
De Kandd\
krijgen een zetel tussen de Opzz\ .
E\
Mr\ Herneemt uw plaatsen, Bbr\
Bbr\ , uw tegenwoordigheid
is ons een bewijs, dat gij na uw verheffing tot Mr\
Vrijm\ niet stil zijt blijven staan, dat uw
verheffing voor u wel een mijlpaal, maar niet het eindpunt in uw geestelijke
ontwikkelingsgang is geweest. Haar bevruchtende invloed heeft in u doorgewerkt.
In de Meestergraad werd gij gevoerd tot de O\
B\ d\ H\
; diens geest is in u tot leven gewekt, en zo opende zich voor u een weg
naar hoger ontwikkeling, naar innerlijke vervolmaking. Bij uw pogen werd
gij gesteund door het Nieuwe Meesterwoord. Het besef doordrong u echter,
dat het Oude Meesterwoord, dat met de verslagen Mr\
, voor hen, die aan de Tempel bouwden, was verloren gegaan, in werkelijkheid
niet verloren was, doch dat er door de duisternis een weg open blijft,
die naar het Verloren Woord, het geheim van de Onuitsprekelijke Naam, zal
voeren. Maar die weg door nacht en duisternis, is moeilijk te ontdekken
en te vervolgen en meermalen bekroop u op die weg angst bij de gedachte,
wat er zou geschieden als u het gegeven Meesterwoord u zou ontglippen,
als W\ , K\ en S\
, die tot nu toe u hadden voorgelicht, u zouden komen te ontvallen, en
dus de duisternis u zelf in zich zou opnemen, ook over u zelf zou zegevieren.
En in u ontstond de gedachte, hoe de duisternis voor altoos zou kunnen
worden overwonnen, zodat het u mogelijk zou worden, het Woord te vinden,
dat de tegenstelling tussen licht en duisternis, tussen leed en vreugde,
zou kunnen opheffen.
Gij zult in uw leven vele ervaringen hebben verkregen,
veel hebben gewonnen en wellicht veel met smart en strijd hebben moeten
prijs geven. Dit zou u misschien tot vertwijfeling hebben gebracht, ware
het niet, dat gij staand werd gehouden door de gedachte, door de hoop,
dat de mens een hoger geestelijk wezen kan worden; wiens bewustzijn zich
zó heeft ontwikkeld, dat het ver boven de aardse idealen van zedelijkheid
en plicht, die het in zich had opgenomen, uitstijgt, dat alle wankelmoedigheid
en angst verkeert in verzekerdheid en rust. En die gedachte zal des te
eer zich aan u hebben opgedrongen, omdat gij toch steeds iets van het hogere
hebt bespeurd in u zelf, in uw medemensen, in de gehele wereld. Wie gij,
toen gij uw Meester-Inwijding hebt ondergaan, tot uw God had, iets hogers
erkent gij, en in u is juist door uw arbeid in het leven ontwaakt, een
verlangen om dat hogere te zoeken: het Meesterwoord, dat u leren zal het
Goddelijke in u tot volkomen ontwikkeling te brengen; het Meesterwoord,
dat u de harten van uw medemensen zal openen. En zo zijt gij dan wederom
hier als een zoekende in de duisternis, een zoekende naar meer licht, in
de verte slechts ontwarende een flauwe schijn.
Wij zullen u de weg wijzen, die daarheen zal kunnen
voeren. Laat ik op de voorgrond stellen, dat gij zult moeten blijven reizen
als Mr\ Vrijm\ ,
ja zelfs in de eerste plaats als L\ Vrijm\
. Uw leren zal daarbij niet gelijk zijn aan dat van een kind of jongeling,
neen, het zal zijn een steeds rijper worden, een steeds dieper zoeken in
u zelf, waardoor gij uw inzicht zult verruimen en zo uw bewustzijn tot
hoger ontwikkeling zult kunnen brengen.
Verschillende riten van onze Orde symboliseren de
steeds wisselende strijd tussen Licht en Duisternis in een stelsel van
graden, die aan de Meestergraad aansluiten. In die graden wordt als de
duisternis zegeviert, de Tempel verwoest en gaat het Woord verloren; doch
steeds weer dringt het licht door: de Tempel wordt weer opgebouwd, het
Woord wordt wedergevonden en de mens wordt door een leergang van zedelijke
en geestelijke volmaking naar steeds hoger niveau gevoerd.
Bij alle mysteriediensten der oudheid is de dag van
de inwijding de heilige geboortedag van de nieuwe mens. Zo moge de dag
van heden ook voor u zijn een dag van wedergeboorte.
Bbr\! Bij de inwijding
in de grote mysteriën, een voortzetting van de kleine, van welke inwijding
deze plechtigheid een afspiegeling is, bracht de kandidaat drie dagen en
drie nachten door in overpeinzing en gebed. Evenzo werden later door hen,
die zich voor de ridderslag voorbereidden, drie dagen en drie nachten in
vasten en gebed doorgebracht, geknield voor het altaar. Zo zult gij drie
dagen en drie nachten moeten doorbrengen in drie symbolische reizen, die
gij thans zult hebben af te leggen. Op die reizen moet het uw taak zijn
om het Woord te zoeken.
E\
Mr\ Br\
Gel\ , zijn de Kandd\
daartoe voldoende voorbereid?
Gel\
De duisternis is diep en in het O\ is geen licht
meer; maar in de Duistere Tempel zien zij nog steeds de Lichten van W\
, K\ en S\ ; hun
licht schijnt in de duisternis.
E\
Mr\ Zijn de Kandd\
bereid met die Lichten als baken de reis naar het Verloren Meesterwoord
te vervolgen?
Gel\
Dat is hun vaste voornemen.
Dan verschijnen in het O\
de Lichten G\ , H\
en L\ .
E\
Mr\ En ziet, thans is hun in het O\
een nieuw licht verschenen, de betekenis daarvan beseffen zij nog niet
doch zij willen reizen om de zin ervan te doorgronden. Het licht in het
O\ vervult hen met moed en vertrouwen in de
hogere leiding op hun weg naar het Verloren Meesterwoord.
Dan geschiede naar hun wens. Br\
Gel\ , wil de Kandd\
hun eerste reis laten afleggen.
Tijdens de eerste reis:
2e Opz\
Onze laatste en hoogste wijsheid is ons vast vertrouwen in de W\
van de O\ B\ d\
H\ , dat is ons GELOOF.
Na afloop van de reis:
Gel\
E\ Mr\ , de eerste
reis is volbracht, doch onze Bbr\ hebben het
Verloren Meesterwoord nog niet gevonden.
E\
Mr\ Het Geloof in de Alwijsheid van
de O\ B\ d\
H\ doet ons ook bij de zwaarste beproevingen
vaststaan in ons geloof in het leven, in onze medemens, in ons eigen hoger
zelf.
Br\ Gel\
, vergezel thans onze Bbr\ op hun tweede reis.
Tijdens de reis:
1e Opz\
Onze laatste en hoogste kracht is het vaste vertrouwen in de K\
van de O\ B\ d\
H\ , dat is onze HOOP.
Na afloop van de reis:
Gel\
De tweede reis is volbracht, maar nog is het Verloren Meesterwoord niet
gevonden.
E\
Mr\ De Hoop van de Almacht van de
O\ B\ d\
H\ zal ons ook bij de grootste rampen en teleurstellingen
steeds nieuwe levensmoed en levenskracht geven, om de weg, die wij moeten
en willen gaan, voort te zetten.
Br\ Gel\
, wil onze Bbr\ thans de derde reis doen afleggen.
Tijdens de reis:
E\
Mr\ Onze laatste en hoogste schoonheid
is te leven in de S\ van de O\
B\ d\ H\
, die is de allesomvattende S\ der LIEFDE.
Na afloop van de reis:
Gel\
E\ Mr\ , de
derde reis is volbracht; de Bbr\ hebben de betekenis
der nieuwe Lichten, die hen tot het Woord zullen voeren, ontdekt, maar
het Woord zelf hebben zij nog niet gevonden.
E\
Mr\ Hoe zullen zij dat kunnen bereiken?
Gel\
Door het Kruis te aanvaarden.
E\
Mr\ Zijt gij bereid het Kruis te
aanvaarden Bbr\ ?
Elk der Kandd\
antwoordt: Ja.
E\
Mr\ Moge de O\
B\ d\ H\
u daarin bijstaan.
Het Kruis in de driehoek
wordt zichtbaar.
Wil dan de Kandd\ naar
het O\ geleiden.
Gel\
stelt de Kandd\ voor de Troon op.
Bbr\ , het ogenblik is
aangebroken u in onze Graad op te nemen om het u mogelijk te maken met
onze bijstand het Woord weder te vinden. Gij hebt bij uw voorbereiding
kennis genomen van het doel der Hoge Graden, omschreven in art. 2 van onze
Wet. Wilt dan thans door het uitsteken van de ontblote rechterhand en met
de woorden ‘Dat beloof ik’, de volgende belofte afleggen, die op deze Wet
is gebaseerd.
In orde, Bbr\ !
‘Ik hernieuw de beloften in de vorige graden gedaan;
ik beloof steeds het belang van de Symbolieke Graden
te zullen bevorderen, met al mijn kracht te zullen
medewerken aan het doel der Hoge Graden.
Ik beloof door mijn woorden en daden de mensen te
zullen doordringen
met de geest van broederschap,
met de liefde van mens tot mens. Ik aanvaard het Kruis.’
Elk der Kandd\
antwoordt: Dat beloof ik.
E\
Mr\ Verootmoedig u en buig uw knie
voor het Grote Beginsel, waarvan Liefde de hoogste openbaring is.
Met de thyrsusstaaf werd bij de oude inwijdingen een
geheimzinnige kracht in de Kand\ opgewekt. Moge
de ridderslag hetzelfde bewerkstelligen in u, door tot werkzaamheid te
prikkelen dat grote vuur der Liefde, waardoor gij als Phoenix uit de as
zult herrijzen.
De E\
Mr\ stelt zich vóór de Troon op,
heft het zwaard met de rechterhand en zegt:
In naam van de O\ B\
d\ H\ en krachtens
de macht mij door dit E\ Kap\
verleend, verhef ik u, Br\ … tot S.P.R+.
Geeft de ridderslag op de
linkerschouder van de Kand\ ; overhandigt het
zwaard aan de Cer\ Mr\
en verheft de nieuwe S.P. met de greep van de S.P.R+. Dit ceremonieel wordt
voltrokken aan elke Kand\ afzonderlijk.
Herneemt uw plaatsen. Bbr\
.
Hierna bekleding met Cordon
en Tablier.
Nieuw aangenomen PP\ ,
ik deel u mede dat het Pasw\ in deze Graad is
Emmanuel en dat uw leeftijd 33 jaren is. Wanneer wij in orde staan, dan
staan wij in het Teken van de Goede Herder, de armen over de borst gekruist,
de linker over de rechter, het hoofd op zijde.
De betekenis van dit symbool zal u in het verdere
verloop van deze inwijding duidelijk worden.
Br\ Gel\
, wil de nieuw aangenomen PP\ plaatsen aanwijzen
in de N\ kolom.
De E\
Mr\ neemt weer plaats op de Troon.
E\
Mr\ E\
PP\ ! Gij hebt uw drie reizen door nacht en
duisternis volbracht en in die duisternis hebt gij de nieuwe Lichten ontdekt
en begrepen: De Lichten van G\ , H\
en L\ , die u de kracht hebben gegeven het Kruis
te aanvaarden. De S.P.R+. is in u geboren en zo is thans het ogenblik gekomen,
waarop gij het Woord, dat reeds in u levend is geworden, zult kunnen vinden.
Gij zocht naar een hoger inzicht, dat u nader zal brengen, niet alleen
tot het werkelijke besef van de waarde van leven en dood, niet alleen zal
doen voelen de betekenis van wereld en heelal, maar vóór
alles u zal brengen tot de kern aller dingen, tot de O\
B\ d\ H\
. Wij willen u de sleutel geven tot dat inzicht, de sleutel, die wij symboliseren
door het Meesterwoord. Dit Woord zal voor u zijn het bevruchtende beginsel,
dat in uw gemoed zal doordringen, in u zal blijven doorwerken en steeds
rijker oogst zal afwerpen. Dit Woord, dat contrasten opheft en tegendelen
tot hoger synthese verbindt, kenschetst voor ons, zij het op menselijke,
en dus onvolkomen wijze, het Goddelijke in het Heelal.
Hoe kan door ons dit Woord worden gevonden? Luister
Bbr\ , naar de woorden van een Indische wijsgeer.
Red\
‘Alleen Liefde leidt ons tot inzicht, want Liefde is de uiteindelijke betekenis
van alles om ons heen. Zij is niet alleen een gevoel: zij is de waarheid
zelve. Zij is de vreugde, die de wortel is van alle schepping. Liefde is
het zuivere Licht, dat uitstraalt van het Allerhoogste, het goddelijk bewustzijn.
En om dat Allerhoogste te benaderen, dat in de wereld
om ons, zowel als in onze eigen ziel aanwezig is, moeten wij ons bewustzijn
verheffen tot die Goddelijke Liefde. Door Liefde is de wereld geboren,
door Liefde wordt zij onderhouden, naar Liefde streeft zij, door Liefde
gaat zij verder.
E\
Mr\ Bbr\
, wanneer wij het besef van die alomtegenwoordige Liefde hebben bereikt,
dan gevoelen wij, dat zij vanuit de gehele wereld in ons wil doordringen,
maar dan beseffen wij tevens, dat wij zelf ook een bron van Liefde kunnen
zijn; dat het onze plicht, ons voorrecht is, Liefde naar buiten uit te
stralen en te verspreiden onder onze medebbr\
, onder onze medemensen. Zo wordt het grote, het heerlijke bezit van de
S.P.R+. Liefde van mens tot mens.
Red\
Al ware het, dat ik de talen der mensen en engelen sprak en de Liefde
niet had, zo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden. En
al ware het, dat ik de gave der profetie had en wist alle verborgenheden
en al de wetenschap, en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik
bergen verzette en de Liefde niet had, zo ware ik niets. En al ware het,
dat ik al mijn goederen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam
overgaf om verbrand te worden en de Liefde niet had, zo zou het mij geen
nuttigheid geven. De Liefde is lankmoedig, zij is goedertieren, zij is
niet afgunstig. De Liefde handelt niet lichtvaardig, zij denkt geen kwaad.
Zij verblijdt zich niet in ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in
de waarheid; zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt
alle dingen. Hetzij profetieën of kennis, zij zullen te niet gedaan
worden; hetzij talen, zij zullen niet meer worden verstaan, maar de Liefde
vergaat nimmer.
E\
Mr\ Wanneer wij door die Liefde bezield
zijn, dan wordt door haar heilig vuur, dat zengt en reinigt, maar ook nieuw
leven schept, de oude mens in ons vernietigd en de nieuwe mens tot leven
gewekt; de mens, die zich ten volle bewust is van zijn hoge roeping, de
mens van wie een onafgebroken stroom van liefde en levenskracht zal uitgaan,
de mens, die waar hij komt, licht zal brengen ook in de diepste duisternis.
Dan zullen wij zijn vernieuwd, herboren, dan is aan
ons de spreuk bewaarheid: ‘Igne Natura Renovatur Integra’, de spreuk waarvan
de beginletters INRI het Woord, òns Woord, vormen.
Op dit ogenblik worden deze
letters in lichtschrift zichtbaar gemaakt.
Gij begrijpt, Bbr\ , dat
dit Woord uitsluitend een symbolische betekenis heeft, een symbool is van
de Geest van de O\ B\
d\ H\ , zoals die
Geest zich aan de mens onder zekere voorwaarden kan openbaren. Wanneer
wij dit symbool in ons hebben opgenomen, dan krijgen de ons zo bekende
woorden uit het Johannes-evangelie een nieuwe betekenis.
Red\
‘In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was
God. Alle dingen zijn door hetzelve gemaakt en zonder hetzelve is niet
één ding gemaakt, dat geworden is. In hetzelve was het Leven,
en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis
en de duisternis heeft het niet overmocht.’
E\
Mr\ Dan dringt tot ons door, dat
in dat ware Woord in de eerste plaats tot uitdrukking komt Liefde, Liefde
die schept, die de bron is van alle leven. En dan beseffen wij, dat Liefde
was in den beginne, dat Liefde bij God was, ja God zelf was; dat door Liefde
alle dingen zijn geworden en dat in de Liefde het leven was, het Licht
der mensen, dat de duisternissen niet hebben overmocht.
Wanneer ge door het louterende vuur van die Goddelijke
Liefde zijt herboren, dan zult ge één en onverbrekelijk gevoelen
met de bron van die Liefde, met de O\ B\
d\ H\ , die ook in
u is, zoals uitgedrukt is in die andere spreuk, waarvan de woorden dezelfde
beginletters tonen: ‘In Nobis Regnat Ille’, ‘In ons heerst hij’.
En een derde betekenis van deze letters, die u ongetwijfeld
bekend is: ‘Jezus Nazarenus Rex Judaeorum’, herinnert aan de figuur van
één, die bereid was uit Liefde tot de mens de kruisdood te
ondergaan.
Bbr\ , wanneer wij terugzien
in de geschiedenis der mensheid dan ontmoeten wij steeds weer figuren van
Grote Meesters, die ons zijn voorgegaan, in wie de Liefde tot volmaakte
uiting is gekomen, die het Meesterwoord hebben gevonden; en van wie uitging
die warmte en dat licht, die alleen kunnen uitstralen van hem, die in liefde
opgaat en tot baken heeft op de levensweg: het Licht, het Woord, de Liefde.
Zijt gij bereid hun voorbeeld te volgen door leed
en smart heen, gedachtig aan één, die zelf geworden is de
weg, de waarheid en het leven? Zijt gij, die thans verheven zijt tot S.P.R+.,
ook bereid de arbeid van de S\ P\
op u te nemen? Weet, Bbr\ , dat indien gij daartoe
bereid zijt, in deze wereld een moeilijke weg vóór u ligt;
dat gij zult moeten gaan het pad der zelfverloochening, waar smaad en verguizing
u zullen wachten, dat gij de diepste duisternis en eenzaamheid zult moeten
bestaan, om tot het Licht te komen, dat gij u zelf zult moeten geven, om
u zelf te herwinnen, dat gij de Liefde tot uiting zult brengen.
Komt Bbr\ , volgen wij
tezamen onze Grote Meesters op die weg, gaande van het O\
naar het W\ , van het N\
naar het Z\ . In naam der Liefde!
Kruisgang om het Tableau
heen, van het O\ door het Z\
en van het W\ naar het O\
terug, de Gel\ met de acaciatak voorop, de E\
Mr\ met een nieuw aangenomen P\
, gevolgd door de overige nieuw aangenomen PP\
en de beide Opzz\ ; deze laatsten als symbool
van alle Bbr\ .
Gedurende of onmiddellijk vóór
de omgang een toepasselijke toespraak van de E\
Mr\ , bijvoorbeeld de volgende wijzang van Tagore:
‘Weest gij in ons de kracht, die ons onze vreugden
en smarten lichtelijk doet dragen.
Weest gij in ons de kracht, waardoor wij onze geest
hoog weten te verheffen boven dagelijkse beuzelingen.
Weest gij in ons de kracht, waardoor wij nooit de
armen zullen verloochenen, noch ooit onze knieën zullen buigen voor
aanmatigende macht.
Weest gij in ons de kracht, waardoor wij ons in liefde
over kunnen geven aan uw wil, die de Liefde zelve is.’
De reis begint in het O\
en wordt bij terugkeer aldaar onderbroken. Na de omgang blijven de nieuw
aangenomen PP\ staan in het O\
met het gelaat naar het W\ . De E\
Mr\ stelt zich achter hen op.
Bbr\ , uw Kruisweg is begonnen.
Gij weet dat dit een reis is van smart, want gij hebt het Kruis op u genomen;
beseft gij ook wat dit betekent?
Hoe zal het u te moede worden als de S\
verloren gaat
Gel\
dooft S\
Als de K\ u ontzinkt
Gel\
dooft K\
Als de W\ zich niet meer
openbaart.
Gel\
dooft W\
Ge ziet uw Bbr\ u verlaten.
Hoe zult gij thans uw weg vinden?
Eventueel treurmuziek. Als
de Bbr\ de Tempel hebben verlaten, volgt een
toespraak van de E\ Mr\
, die achter de nieuw aangenomen PP\ blijft.
Thans zijt gij eenzaam, alleen. De duisternis is rondom
u; zij schijnt het licht geheel te hebben overwonnen en gij voelt in die
duisternis als het ware een stille, een geheimzinnige bedreiging van u
zelf. Voor u uit geen pad, en gij waagt het nauwelijks de voet te verzetten,
niet wetende, waar de volgende stap u zal brengen, welke afgrond zich wellicht
voor u zal openen. En dan komt in die duisternis een nieuwe beproeving
op u aansluipen, de beproeving van de twijfel. Twijfel aan de betekenis
van uw menselijk bestaan, aan de waarde van eigen arbeid en streven, aan
de waarde van lijden en smart, twijfel aan de mogelijkheid van een lichtende
toekomst, twijfel aan de overwinning van het Licht, twijfel aan de O\
B\ d\ H\
. En dan schijnt er u niets over te blijven dan een blinde begeerte om
de last van het Kruis, die ge vrijwillig op u hebt genomen, de last, die
gij bij elke stap u zwaarder is gaan drukken, van u af te schudden en terug
te keren van de weg, die u geen enkel uitzicht meer schijnt te bieden.
Zult gij deze zware beproeving, die u tot vertwijfeling
dreigt te brengen en u de woorden: ‘Mijn God, waarom hebt gij mij verlaten’
op de lippen doet komen, kunnen doorstaan?
Bbr\ , wij zullen de twijfel
van ons schudden en wij zullen dat kunnen, wanneer wij ons in diepe ootmoed
wenden tot de O\ B\
d\ H\ , niet tot
een God, die daar ergens buiten ons troont, maar tot de Grote Geest, die
alles doordringt en ook in ons, ons diepste zelf bezielt, en tot die O\
B\ d\ H\
, in alle eenvoud, in volle overgave, de ootmoedige bede richten: "Uw wil
geschiede. Wees Gij in ons de kracht te volharden op onze weg, te dragen
het Kruis, dan zullen wij blijmoedig elk offer, ook het grootste, het offer
van ons eigen ik, brengen.’
En dan zal de twijfel van ons wijken en plaats maken
voor de verzekerdheid van het GELOOF in de overwinning en met de blijde
HOOP in ons hart zullen wij, zij het met de grootste inspanning en in den
beginne met aarzelende schreden, de weg weer kunnen vervolgen. En wanneer
wij die weg, het pad der offerende LIEFDE hebben afgelegd, dan wacht ons
aan het einde het Licht. Bbr\ laten wij te zamen
die weg gaan!
Via Crucis, via Lucis! De weg van het Kruis is de
weg naar het Licht.
Daarna gang naar de Rode
Tempel, waarbij de Gel\ , die de E\
Mr\ buiten de Duistere Tempel heeft opgewacht,
voorop gaat. Aangekomen voor de thans nog gesloten Rode Tempel:
E\
Mr\ Br\ Gel\
, wil de Cordon en Tablier van de nieuw aangenomen PP\
keren opdat het sombere zwart der duisternis wijke voor het lichtende rood
der Liefde.
Geschiedt.
Bbr\ , ik verzoek u mij
te volgen in ons Teken, het Teken van de Goede Herder.
IN DE RODE TEMPEL
Zodra de deuren open gaan
om de E\ Mr\ met
de nieuw aangenomen PP\ toegang te verlenen,
hoort men zachte muziek. De Bbr\ staan op aanwijzing
van de Inspecteur, die hen daartoe tijdig heeft opgeroepen, in het Teken
van de Goede Herder. De E\ Mr\
plaatst zich met de nieuw aangenomen PP\ voor
het Kruis met de Roos.
E\
Mr\ Via Crucis, via Lucis; de weg van
het Kruis is de weg van het Licht. Uit de dalen van droefenis, eenzaamheid
en ellende zijt gij opgestegen, en ziet, de Liefde heeft over dood en verschrikking
gezegevierd. Het is volbracht.
Thans aanschouwt gij het Kruis, en gij ziet hoe daaraan
in al haar jeugd en frisheid de Roos ontbloeit. Zó wordt het Kruis
voor hem, die zijn leven richt naar het Meesterwoord! De enige weg, die
daartoe kan leiden is de weg der offerende Liefde. Zij alleen kan het Meesterwoord
doen vinden; zij alleen voert naar het Licht, dat de duisternissen niet
hebben kunnen overwinnen. Voor hem, die vrijwillig het KRUIS aanvaardt,
en daaraan tot zijn onuitsprekelijke vreugde de ROOS ziet ontbloeien, wordt
het offer een weelde.
Toen gij bij uw Kruisgang de Lichten W\,
K\ en S\ gedoofd
zag, scheen ook het Geloof te wankelen, scheen de Kracht uit het hart te
wijken en dreigde de Schoonheid der Liefde verloren te gaan.
Thans echter zal u voor altijd het besef hebben doordrongen,
dat het heilige vuur der Liefde nooit kan worden uitgeblust.
Igne Natura Renovatur Integra.
En dan zal het Kruis met de Roos nimmer zijn een last,
doch steeds een heerlijke steun.
Dan zullen voortaan de heilige stralen van G\
, H\ en L\
uw pad verlichten. Het Geloof zal u leiden, de Hoop u sterken en de Liefde
zich openbaren, u en anderen ten zegen. Br\
Gel\, doe de nieuwe PP\
opnemen in de kolommen.
Geschiedt, de E\
Mr\ begeeft zich naar de Troon.
Herneemt uw plaatsen, Bbr\
Muzikaal bouwstuk.
E\
Mr\ Bbr\,
schaart u met mij om het Tableau en stelt u in de houding van trouw.
Geschiedt.
Bbr\ PP\,
ziet onze gewijde symbolen!
Red\
De ROOS, het zinnebeeld van de Liefde, gehecht aan het teken des Levens;
het universele beeld van de Gekruisigde, die steeds opnieuw zich in Liefde
geeft en in Liefde terugvindt. Dit symbool is onze kracht, wanneer wij
het Licht uit willen dragen onder onze medemensen, en hun het Woord willen
verkondigen, ook aan de ziende-blinden en de horende-doven. Wij willen
daarbij gelijk zijn aan de sandelhoutboom, die de bijl geurig maakt, welke
hem omhouwt! – wij willen gelijk zijn aan de moederaarde, die duizenden
vergoedt, hem, die haar ploegende de boezem verscheurt!.
En dan zullen wij niet ontmoedigd zijn, indien wij
ons slechts richten naar het symbool van de PELIKAAN, die haar jongen voedt
met haar bloed, zinnebeeld van de zelfopofferende Liefde. En dan beseffen
wij ook, voorgelicht door G\, H\
en L\, opnieuw de betekenis van het symbool
van de PHOENIX, die telkens weer uit de as van verbranding opstijgt, symbool
van onze eigen wedergeboorte door het vuur van de Liefde.
Bbr\, wanneer wij op deze
wijze Licht en Waarheid zoeken, dan worden wij herboren, en heeft in ons
de grote kosmische gebeurtenis plaats, de geboorte der Liefde.
Mijn Bbr\, mogen deze beelden
in deze omgeving ons bijblijven, mogen wij daaraan steeds indachtig zijn
en moge ons het levende vuur opvlammen, waardoor wij licht en warmte op
ons levenspad kunnen uitstralen. Laat die indruk in uw ziel voortleven,
opdat die u kracht geeft voor een nieuw en beter leven, reiner en vruchtbaarder
aan zegeningen, ten nutte der mensheid. Zo moge het zijn!
Het KRUIS is een universeel symbool, gelijk ook de
Christusfiguur een universele figuur is. In vele godsdiensten vindt gij
dit symbool en deze figuur terug.
Op oude monumenten vindt men de mens meermalen afgebeeld
in een houding, die op het Kruis gelijkt, de houding van zegening, waarbij
de mens als het ware zelf het Kruis is geworden, aldus:
strekt de armen horizontaal
zijwaarts uit.
Ziet, dit symbool is voor ons zo veelzeggend, want
het geeft ons de mens in zijn verhevenste vorm.
E\
Mr\ De Liefde wordt in de mens niet
geboren en kan in hem niet groeien, tenzij hij zich voor haar ontvankelijk
heeft gemaakt, tenzij hij zich voor haar openstelt met geheel zijn hart
en gemoed, met geheel zijn ziel en geest.
Wanneer hij getracht heeft door ernstige studie in
de raadselen des levens door te dringen, wanneer hij de Symbolieke Graden
heeft doorleefd, en de schoonheid van de R+.Graad heeft doorvoeld en beleefd,
dan zal er een ogenblik komen, waarop hem de waarheid van de eeuwige wet
van offerende Liefde wordt geopenbaard. Dan kan hij met de dichter zeggen:
Red\
‘Ik dacht, dat mijn reis ten einde was, aan de uiterste grens van mijn
macht – dat het pad voor mij uit versperd was, dat de voorraad op was en
dat het tijd was om de wijk te nemen in stille verborgenheid. Maar ik bevind,
dat uw wil geen einde in mij kent. Dat nieuwe melodieën uit het hart
wellen, als de oude op de tong besterven en dat waar oude sporen verloren
zijn, een nieuw land zich opdoet met zijn wonderen.’
E\
Mr\ Op dat ogenblik kan de mens,
geheel opgaande in het wel en wee der mensheid, zo getroffen worden door
onuitsprekelijk medelijden, dat hij geheel vervuld en beheerst wordt door
één enkel gevoel: Liefde voor de mens! Op dat ogenblik kan
de mens, zijn armen uitbreidende, om de lijdende mensheid te omvatten,
aan zijn borst te drukken, haar te verwarmen en te koesteren aan zijn liefhebbend
hart, waarin het Woord levend geworden is en het Licht zijn gulden stralen
uitzendt, zelf worden de weg, de waarheid en het leven; in dat ogenblik
is de mens het Kruis, waaraan de Roos ontbloeit. Dan wordt zijn leven een
leven, dat enkel vreugde en geluk rondom zich verspreidt; en wanneer hij
dan zijn weg vervolgt, de armen over de borst gekruist, in ons Teken, is
het om overal op zijn weg het verdwaalde lam op te nemen in zijn armen
en als Goede Herder te verzorgen en te koesteren en te dragen naar het
Vaderhuis. Zijn gehele leven is één bede aan de Meester in
zich, om medelijden, medelijden en liefde; het Goddelijke in de mens is
tot volle luister ontwaakt, het Liefde-beginsel in hem geboren
Bbr\ , streven wij naar
dat ogenblik. Kruis en Roos zijn dan één, voor altijd.
De Cer\
Mmr\ gaan met het brood rond. Zodra elk tweetal
Bbr\ voorzien is, zegt de
E\
Mr\ In orde, Bbr\
PP\ !
Bevestigen wij thans de opname van de nieuwe Bbr\
door ons Liefdemaal. Ziet, Bbr\ , voor iedere
twee uwer is slechts één brood, breekt het en deelt het met
uw Br\ , gedragen door de gedachte aan de eenheid
die ons bindt. Wij zijn kinderen van één gezin, die hun brood
delen; het brood, Goddelijke gave der natuur, maar ook het brood des Levens,
geestelijke ontwikkeling.
Ik hef de beker op en drink voor u de rode wijn, symbool
der Goddelijke Liefde.
Emmanuel! De O\ B\
d\ H\ met ons.
Gezegend zij deze ure!
Herneemt uw plaatsen.
Sluiting
E\
Mr\ Het is mijn voornemen deze plechtigheid
te beëindigen. Br\ Cer\
Mr\ zal na de sluiting de Bbr\
uit de Tempel geleiden, terwijl aan de Tempelpoort de Bbr\
gelegenheid zal worden gegeven van hun offervaardigheid te doen blijken.
In orde, Bbr\ !
Br\ 1e Opz\
, wat is nu onze taak?
1e Opz\
Bezield door de heilige geest van Liefde, die uitgaat van de O\
B\ d\ H\
, en blijmoedig dragende het Kruis, te bouwen aan de tempel.
E\
Mr\ Aan welke Tempel bouwen wij,
Br\ 1e Opz\
?
1e Opz\
Aan de Tempel in ons zelf , en in onze medemensen.
E\
Mr\ Br\
2e Opz\ , hoe laat is het?
2e Opz\
Het is het uur, waarin het Woord is gevonden, waarin het Licht heeft gezegevierd
over de Duisternis, waarin de Roos aan het Kruis is ontbloeid.
E\
Mr\ PP\
, in deze gezegende ure, waarin de mens getuigen kan, dat hij geleerd en
getoond heeft, Mens te zijn, roep ik u toe: behoudt het gevonden Woord!
Laat niet toe dat het Licht gedoofd worde!
En hiermee, S.PP.R+., sluit ik dit Kapittel.
De E\
Mr\ geeft de slagen, die in het Westen worden
herhaald: ..--/..--/..--/-
E\
Mr\ Het Kapittel is gesloten, gaat heen
met de Roos in het Hart – Pax Vobis.
Houding van trouw, Bbr\
!
Maakt de volgorde bekend
waarin – naar de gewoonte van het Kap\ - de
nieuw aangenomen PP\ en de overige aanwezigen
de Rode Tempel zullen verlaten; De Cer\ Mr\
voert dat uit.
BROEDERMAAL
In het bijzonder in de Graad van S.P.R+. kan
men stellen dat na elke Inwijding een Broedermaal behoort te worden gehouden:
na het vieren van de verbondenheid in geestelijke zin worden de nieuwe
PP\ meegenomen in de sfeer van broederlijke
saamhorigheid en harmonie.
Na de sluiting van het Kap\
worden de nieuwe PP\ in de gelegenheid gesteld
de gelukwensen in ontvangst te nemen van de aanwezigen en te worden bekend
gemaakt aan de hen nog niet bekende Bbr\ . In
de daarop volgende, meestal korte, verpozing kan de kennismaking dan al
enigszins worden verdiept. Tabliers en handschoenen worden afgelegd.
Wanneer het moment gekomen is, nodigt de Cer\
Mr\ in opdracht van de E\
Mr\ de aanwezigen uit aan tafel plaats te nemen.
Indien aanwezig worden de Grootmeester en/of vertegenwoordigende leden
van het Opperbestuur naar hun zetel voorgegaan door de E\
Mr\ . De plaatsing aan tafel geschiedt op overeenkomstige
wijze als beschreven voor het plaats nemen in de Duistere Tempel.
Als allen gezeten zijn geeft de E\
Mr\ één slag, welke door de Opzz\
wordt herhaald; hij kan dan – naar de gewoonte van het Kap\
- het samenzijn openen met een korte samenspraak met de beide Opzz\
of met de Red\ .
Vervolgens worden drie condities ingesteld, die elkaar
met de nodige tussenruimte opvolgen; door de E\
Mr\ op: