Rituaal voor de Graad van Ridder van de Koninklijke Bijl, Prins van de Libanon

Dit is de voorgeschreven tekst van het rituaal voor deze Graad, zoals die nu gebruikt wordt.



Voorbereiding

De voorbereiding dient op een zodanig tijdstip te beginnen, dat het einde zo goed mogelijk samenvalt met de komst van de Cer\ Mr\ .
Voorber\ : Bbr\ , alvorens tot de voorbereiding over te gaan, wil ik u enige aanwijzingen geven die voor de goede gang van zaken nodig zijn.
Zoals u heeft kunnen vaststellen, zal een aantal Bbr\ tegelijkertijd in de 22e Graad worden opgenomen. Daar het onmogelijk is alle Kandd\ de in het Rituaal voorkomende handelingen te laten uitvoeren, wordt in de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus één uwer als de Kand\ aangewezen. Hij zal de initiatie daadwerkelijk ondergaan. Ik vertrouw echter, dat alle andere Kandd\ intensief bij de arbeid betrokken zullen zijn en zo de over te dragen ideeën tot zich zullen nemen. Voor de aanstaande initiatie is Br\ … als de Kand\ aangewezen.
Een andere maatregel is de plaatsing der Kandd\ in alfabetische volgorde. U zit in deze volgorde en u zult in de Tempel eveneens in deze volgorde een kaartje met uw naam op de voor u bestemde zetel vinden. Hierdoor wordt een nodeloos heen en weer lopen voorkomen.

Voor zover geen andere aanwijzing wordt gegeven, dient u zich in de Orde te stellen als Ridder van het Rozekruis: de arme gekruist over de borst, de linker- over de rechterarm.

Thans de eigenlijke voorbereiding.
Uw initiatie in de Graad Ridder van het Rozekruis ligt enige tijd achter u. In het rituaal van de 18e Graad, Ridder van het Rozekruis, is uw aandacht gevestigd op de alomvattende Liefde tot de medemens. De Graad, waarin u heden zult worden opgenomen, is een verdere stap, die u zal brengen in de reeks filosofische graden, de eerste van een reeks graden, die worden beheerd door een Aeropagus. Een Aeropagus vormt een deel van de Schotse Ritus en omvat de graden 19 tot en met 30. Daarna volgen de Consistoriegraden: 31 tot en met 33. Deze Graad sluit niet direct aan op de 18e Graad, hetgeen inhoudt dat de tussenliggende graden u bij communicatie zullen worden verleend.
Deze graden zijn de 19e, de 20e en de 21e Graad en heten achtereenvolgens Groot Hogepriester, Grootmeester van de Symbolieke Loges, en Noachiet of Pruisisch Ridder. In deze graden wordt niet gewerkt en ik zal u daarom het thema van deze graden mededelen. Voor degenen die zich nader willen verdiepen staan verschillende publicaties ter beschikking.
De 19e Graad, Groot Hogepriester, bouwt voort op het thema van de 18e Graad en voert de Kand\ naar het hemelse Jeruzalem. Het is het alomvattende Liefdesbeginsel, dat in de Christelijke traditie wordt weergegeven door het gezegde: Ik ben de alpha en de omega. Dit kan evenzo een lange weg betekenen.
In de 20e Graad, Grootmeester van de Symbolieke Loges, wordt de positie van Voorzittend Meester nader verklaard.
De 21e Graad, Noachiet, of Pruisisch Ridder, is een Graad met een rituaal, waarvan het thema is de boetedoening door Phaleg, de bouwer van de Toren van Babel. De hovaardij, die uitmondde in de spraakverwarring, was aanleiding tot deze boetedoening. Deze Graad schijnt uit de omgeving van Koning Frederik de Grote te stammen.
Deze graden worden u thans bij communicatie verleend en ik verzoek u derhalve op te staan en u in de houding van Trouw te stellen.
Gedelegeerde van de Opperraad: In Naam van de O\ B\ d\ H\ en uit hoofde van de macht mij door de Opperraad der Nederlanden voor dit doel verleend, neem ik u, Bbr\ …, op in de 19e Graad, de 20e Graad en de 21e Graad en benoem u tot Groot Hogepriester, Grootmeester van de Symbolieke Loges en Noachiet, Pruisisch Ridder. Herneemt uw plaatsen, Bbr\ .
U zult straks de Tempel betreden als Noachiet Pruisisch Ridder, 21e Graad. Het Teken van deze Graad is aldus: hef de armen ten hemel, het gezicht naar het Oosten. De slagen zijn drie in getal, langzaam en gelijk. Het paswoord is Phaleg.
Voorber.: De initiatie tot Ridder van de Koninklijke Bijl, Prins van de Libanon, voert u naar de wouden van de Libanon. Daar werden de ceders geveld voor de bouw van de Tempel van Jeruzalem. De maconnieke overlevering wil dat deze ceders ook voor de Ark van Noach, de Tabernakel en de Ark des Verbonds werden benut. Voor deze drie bouwwerken werd hout gebruikt uit eenzelfde bron en in het bijzonder van de Tempelbouw door Salomo weten wij dat dit cederhout, dat Koning Hiram van Tyrus uit vriendschap voor Salomo hem leverde, van de Libanon afkomstig was.
Dat cederhout werd naar het Bijbelse verhaal door de Sidoniërs gekapt waarvan Koning Salomo in zijn boodschap aan Koning Hiram van Tyrus zegt dat er onder het Joodse volk niemand is die zoveel verstand heeft van bomen vellen als de Sidoniërs.
En het is deze arbeid, het vellen en tot vierkante balken bekappen van deze cederbomen, die centraal staat in de initiatie in de 22e Graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus.
Het gereedschap daarvoor is de bijl en de Kand\ voor deze Graad wordt dus geleerd hoe hij de bijl moet gebruiken om dat werk te verrichten. Praktisch komt dat erop neer dat men in het cederbos niet te veel, maar ook niet te weinig bomen moet kappen om dit in stand te houden en dat men bij het behouwen van de ronde stammen tot vierkante balken niet te weinig en ook niet te veel hout mag wegkappen.
De Sidoniërs verstonden deze kunst als geen ander en zij vormden in de Libanon Colleges waar zij door onderricht deze kennis van vader op zoon overdroegen. In een dergelijk College zult u straks worden ontvangen.
En zo kan men deze praktische arbeid overbrengen naar het geestelijke vlak door de kennis die de Sidoniërs ervan hadden te zien als het Grote Werk dat ieder Vrijmetselaar moet verrichten door zijn eigen innerlijk zo te bewerken dat dit dienstbaar wordt aan de O\ B\ d\ H\ .
Dit maakt de ingewijde in de 22e Graad tot een Ridder van de Koninklijke Bijl, een Prins van de Libanon. En de bijl die hij daarvoor bezigt, zoals u in het verloop van de ceremonie zal worden meegedeeld, bewaart tevens de herinnering aan al die grote voorgangers die in de Oudheid aan één van die grote bouwwerken hebben gewerkt.
Ik hoop u door deze voorbereiding enig inzicht te hebben verschaft in de ceremonie die u te wachten staat. Maar bovenal hoop ik door deze inleiding uw geest en gevoel geopend te hebben voor de indrukken die u op het punt staat op te doen. Ik wens u derhalve een verrijkende belevenis toe en hoop van harte, dat deze ceremonie u nog lang stof tot overdenking zal verschaffen.

Laat ons in stilte de komst van de Cer\ Mr\ afwachten.

Opening

E\ V\ geeft één slag: De Morgenster staat aan de Oosterkim. Het is tijd de werklieden op te wekken, weer aan de arbeid te gaan. Br\ 1e Opz\ , zijn allen hier aanwezig Ridders van de Koninklijke Bijl?
In Orde, Bbr\ ! Geef het Teken!
Nadat allen het Teken gegeven hebben, maakt de E\ V\ het Antwoordteken, stelt zich weer in Orde en zegt: Daar alle aanwezigen Ridder van de Koninklijke Bijl zijn, zal ik overgaan tot opening van het College.
Hij geeft twee slagen, welke door de Opzz\ worden herhaald.
E\ V\ : De ceders van de Libanon wachten op de houthakkers.
In naam van de O\ B\ d\ H\ en krachtens de macht, mij verleend door de Opperraad voor het Koninkrijk der Nederlanden, verklaar ik dit College voor geopend. Ridders van de Koninklijke Bijl, ziet op mij!
Allen geven het Teken en de twee slagen.
E\ V\ : Herneemt uw plaatsen, Ridders!

Initiatie

E\ V\ : Door onze slagen worden de ceders geveld, die materiaal moeten leveren voor de gewijde arbeid. Een aantal Ridders Noachiet heeft de wens te kennen gegeven in deze arbeid door ons onderricht te worden. Daarom verlangen zij tot ons College te worden toegelaten. Ridder Cer\ Mr\ , wil deze Ridders op de gebruikelijke wijze aanmelden.
De Cer\ Mr\ begeeft zich naar buiten, waarna wordt aangeklopt als Ridder Noachiet.
Wachter: Eerwaarde Voorganger, er wordt aangeklopt als Ridder Noachiet.
E\ V\ : Wie klopt daar aldus?
Wachter opent de poort: Wie klopt aan de poort van ons College?
Voorber\ treedt binnen en zegt: Het zijn Ridders Noachiet, die hopen de weg naar het onvergankelijke Licht te kunnen voortzetten.
E\ V\ : Laat hen binnenkomen.
De Kandd\ treden binnen, lopen in de Houding van Trouw, in twee rijen, aan het hoofd waarvan de 2e, respectievelijk de 3e Cer\ Mr\ gaat. Deze blijven ook binnen het College op die plaats en geven steeds het voorbeeld voor de door de Kandd\ te verrichten handelingen. De Kandd\ lopen door tot vóór de door hen in te nemen plaatsen, maken een kwartslag binnenwaarts en stellen zich op in het teken van deze Graad. Inmiddels heeft de Cer\ Mr\ de Kand\ die feitelijk de initiatie zal ondergaan als laatste binnengebracht en opgesteld tussen de beide Opzz\
E\ V\ : Ridders, ik heet u welkom in ons College. De Ridder Voorbereider heeft u de korte inhoud van de 19e, de 20e en de 21e Graad medegedeeld. De Gedelegeerde van de Opperraad heeft u bij deze communicatie verleend. Thans zult u worden opgenomen in de 22e Graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus.
Ridder Cer\ Mr\ , laat de Ridders Noachiet de voor hen bestemde plaatsen innemen. Geschiedt. Ridders Noachiet, één uwer zal aan de uitvoering van het rituaal deelnemen, maar ik vertrouw dat alle overigen met hem de initiatie zullen ondergaan en de inhoud daarvan zullen verwerken.
Ridder Cer\ Mr\ , wil de Kand\ naar de Zuivere Kubiek leiden. Overhandig hem de Bijl en onderricht hem hoe hij deze dient te dragen.
De Cer\ Mr\ neemt de Bijl van de Zuivere Kubiek en toont de Kand\ hoe hij deze horizontaal op de rechterschouder moet dragen.
E\ V\ : Laat hem dan nu zijn eerste reis ondernemen.
De Cer\ Mr\ geleidt de Kand\ tot het midden van het College.
E\ V\ : In Genesis 6 lezen wij:
Red\ : En de Heere zag, dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel der gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk boos was. Toen berouwde het den Heere, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart.
En de Heere zeide: Ik zal de men, die Ik geschapen heb, verdelgen van de aardbodem, van de mens tot het vee, tot het kruipend gedierte en tot het gevogelte des hemels toe, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. Maar Noach vond genade in de ogen des Heeren.
Noach was een rechtvaardig, oprecht man in zijn geslachten. Noach wandelde met God. En Noach gewon drie zonen: Sem, Cham en Japhet. Maar de aarde was verdorven voor God's aangezicht; en de aarde was vervuld met wrevel. Daarom zei God tot Noach: het einde van alle vlees is voor mijn aangezicht gekomen; want de aarde is door hen vervuld met wrevel; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven, maak u een ark van hout.
De Cer\ Mr\ geleidt de Kand\ door het N\ , O\ en het Z\ terug naar het W\ .
1e Opz\ : Eerwaarde Voorganger, de eerste reis is volbracht.
E\ V\ : Ridder Noachiet, bent u bereid te beloven, het kostbare werktuig dat u draagt te gebruiken voor het vellen en bewerken der ceders van de Libanon?
Kand\ , ingefluisterd door de Cer\ Mr\ : Ik ben daartoe bereid.
E\ V\ : Ridder Cer\ Mr\ , laat de Kand\ zijn tweede reis ondernemen.
De Cer\ Mr\ geleidt de Kand\ tot het midden van het College.
E\ V\ : Toen sprak de Heere tot Mozes:
Red: Zo zullen zij een ark van sittimhout maken, twee ellen en een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte. Daarna zult gij de getuigenis leggen, die Ik u geven zal.
De Cer\ Mr\ geleidt de Kand\ door het N\ , O\ en het Z\ terug naar het W\ .
1e Opz\ : Eerwaarde Voorganger, de tweede reis is volbracht.
E\ V\ : Ridder Noachiet, wilt u beloven met ons gewijde arbeid te verrichten?
Kand\ voorgefluisterd: Dat wil ik.
E\ V\ : Ridder Cer\ Mr\ , laat de Kand\ zijn derde en laatste reis ondernemen.
De Cer\ Mr\ geleidt de Kand\ tot het midden van het College.
E\ V\ : In 1 Koningen 5 wordt vermeld:
Red\ : En Hiram, de Koning van Tyrus, zond zijne knechten tot Salomo, want hij had gehoord dat zij Salomo tot koning gezalfd hadden in zijn vaders plaats, dewijl Hiram David altijd bemind had.
Daarna zond Salomo tot Hiram, zeggende: Gij weet dat mijn vader David de naam des Heeren, zijn God, geen huis kon bouwen, vanwege de oorlogen, waarmee zij hem omsingelden, totdat de Heere hen zijn voetzolen gaf.
Maar nu heeft de Heere mij van rondom rust gegeven; er is geen tegenpartijder en geen bejegening van kwaad. En zie, ik denk voor de naam van de Heere een huis te bouwen; gelijk als de Heere gesproken heeft tot mijn vader David, zeggende: uw zoon, die Ik in uw plaats op uw troon zetten zal, die zal Mijn naam dat Huis bouwen. Zo gebied nu, dat men mij ceders uit de Libanon houwt, en mijn knechten zullen met uw knechten zijn, en het loon van uw knechten zal ik u geven naar al wat gij zeggen zult; want gij weet dat onder ons niemand is, die weet hout te houwen gelijk de Sidoniërs.
En Hiram zond tot Salomo, zeggende: Ik heb gehoord, waarom gij tot mij gezonden hebt; ik zal al uw wil doen met het cederhout en met het dennenhout. Mijn knechten zullen het afbrengen van de Libanon aan de zee; en ik zal het op vlotten over de zee doen voeren, tot die plaats die gij aan mij ontbieden zult en gij zult ze wegnemen; gij zult ook mijn wil doen, dat gij mijn huis spijze geeft.
De Cer\ Mr\ geleidt de Kand\ door het N\ , O\ en Z\ terug naar het W\ .
1e Opz\ : Eerwaarde Voorganger, de derde en laatste reis is volbracht.
E\ V\ : Ridder Noachiet, u weet dat de Tempel die Salomo bouwde, werd verwoest. Belooft u met ons te bouwen aan een nieuwe Tempel?
Kand\ ingefluisterd: Dat beloof ik.
E\ V\ : Welnu, dan wordt het tijd de lessen van de Sidoniërs in u op te nemen. Want daar, in hun land, bevindt zich het gebergte, waar de bomen werden geveld, die dienden als materiaal voor de Ark van Noach, de Ark des Verbonds en de Tempel van Salomo. Na de verwoesting daarvan werd die Tempel herbouwd door Zerubbabel en ook daarbij werd het hout van de Libanon gebruikt.. Laat de bouw van deze nieuwe Tempel u tot voorbeeld strekken voor de Tempel die u, samen met ons, zult gaan oprichten. Ga dan nu op weg naar de Libanon. Daar zult u Sidoniërs ontmoeten en van hen onderricht verkrijgen in het vellen en bewerken van ceders.
Ridder Cer\ Mr\ , wil de Ridder Noachiet op zijn reis begeleiden en hem de weg wijzen.
De Cer\ Mr\ voert de Kand\ door het N\ , O\ en Z\ tot vóór de 2e Opz\ .
2e Opz\ : Want de Wijsheid is beweeglijker dan alle beweging, vaart door en gaat door alle dingen vanwege haar reinheid.
De Cer\ Mr\ plaatst de Kand\ vóór de 1e Opz\ .
1e Opz\ : Want zij is een afschijnsel van het eeuwige licht en een onbevlekte spiegel van Gods werkende kracht, en een beeld Zijner goedheid. Hoewel zij één is, vermag zij alles. Hoewel zij in zichzelf blijft, vernieuwt zij alles.
De Cer\ Mr\ voert de Kand\ naar het W\ , waar inmiddels de Poort is geopend en het schilderij van de Libanon zichtbaar is gemaakt en verlicht. De Kand\ blijft hier alléén staan, het gezicht naar het schilderij gekeerd.
Inmiddels zijn de Groot-Patriarch en de Patriarchen naar het midden van het College gegaan met krukjes, tafel en gereedschap, die zij daar opstellen met assistentie van de 2e en 3e Cer\ Mr\ . De verticale kopie van het Tableau op standaard wordt ten W\ van de ronde tafel geplaatst, met de tekening naar het O\ gekeerd. De Groot-Patriarch behoudt voorlopig de onvoltooide kopie van de tekening. Hij neemt plaats aan de tafel, het gezicht naar het O\ gekeerd. De plaats rechts van hem blijft vrij voor de Kand\ , die tegenover hem voor de Houthakker. De drie overige Patriarchen nemen eveneens plaats.
Zachte muziek wordt thans gespeeld, totdat de Houthakker begint te spreken.

Houth\ begeeft zich langs een omweg naar de Kand\ . Hij draagt de Bijl met letters horizontaal over de rechterschouder en zegt tot de Kand\ : Wat zoekt u hier?
1e Opz\ : Hij zoekt onderricht in het vellen en bewerken van de ceders. Daartoe hoopt hij Sidoniërs te ontmoeten, om van hen te leren. Hij zoekt wijsheid op te doen, teneinde te kunnen meewerken aan de bouw van een nieuwe Tempel.
Houth\ tot de 1e Opz\ : Dan zal ik hem naar de Raad van de Ronde Tafel geleiden en aan onze Groot-Patriarch vragen hem toe te staan deel te nemen aan onze onderrichtingen.
De Houth\ geleidt de Kand\ naar de tafel, plaatst hem tegenover de Groot-Patriarch en zegt: Groot-Patriarch, ik voer tot u een vreemdeling, die ik aantrof in onze wouden. Hij verzoekt te worden onderricht in het vellen en bewerken van de ceders om te kunnen meewerken aan de bouw van de nieuwe Tempel.
Gr\ Patr\ : Uit uw woorden spreekt zijn verlangen naar wijsheid. Vreemdeling, wees welkom en neem plaats onder ons.
De Kand\ gaat rechts van de Groot-Patriarch zitten. De Houthakker blijft staan. De poort wordt gesloten en het schilderij verwijderd.
Gr\ Patr\ : Wij, Sidoniërs, hebben ons steeds ingezet voor heilige arbeid. Wij hebben de bomen in de wouden van de Libanon geveld voor de bouw van de Ark van Noach, die hij bouwde met zijn zonen Sem, Cham en Japhet. Hetzelfde hebben wij gedaan voor het maken van de Ark des Verbonds, die Mozes maakte, samen met Bezaleël en Aholiab. En opnieuw hebben wij het hout geleverd voor de Tempel, die Salomo bouwde, waartoe wij het hout van de Libanon over zee naar Joppa hebben vervoerd. Bij deze bouw vervulden Abda en diens zoon Adoniram een belangrijke rol. Ook hebben wij ceders geveld voor de bouw van de tweede Tempel, op last van Cyrus, Darius en Xerxes die deze door Zerubbabel deden bouwen.
Reeds in de vroegste tijden hebben wij op de berg Libanon colleges gevormd, waar wij bij onze werkzaamheden de O\ B\ d\ H\ vereerden. Onze tekens en woorden waren die van de oude patriarchen en hun uitvoerders. Aan hen danken wij onze kennis van de gebeurtenissen, ook van die na de zondvloed. Deze colleges bleven bestaan tijdens het vervaardigen van de Ark van Noach, van de Ark des Verbonds en de bouw van de Tempel van Salomo, zowel als die van Zerubbabel.
Salomo gaf bevel een klein paleis op de berg Libanon te bouwen, dat hij, toen het gereed was, regelmatig bezocht om de voortgang van het vellen en bewerken van de ceders te aanschouwen. U bent thans aangekomen in de Raad van de Ronde Tafel; wij zullen u hieromtrent onderrichten.
De Houth\ neemt de Bijl in de linkerhand en wijst, telkens wanneer in het volgende één der initialen wordt genoemd, deze met de rechterwijsvinger aan.
1e Patr\ : Wanneer u onze Bijl bekijkt, dan zult u aan beide zijden letters zien. Aan de ene kant draagt hij de initialen die nauw verbonden zijn met de geschiedenis van de Tempel:
S. dat staat voor Sidoniërs, het volk dat in de bergstreken van de Libanon woont;
N. voor Noach, die de Ark deed bouwen door zijn zonen:
S Sem;
C. Cham en
J. Japhet.
M. staat voor Mozes, die de Ark des Verbonds deed vervaardigen door:
B. Bezaleël en
A. Aholiab.
2e Patr\ : Aan de andere zijde van de Bijl bevinden zich de volgende initialen:
L. Libanon, waar, zoals u zojuist hebt geleerd, de ceders werden geveld;
S. Salomo, de wijze Koning die de eerste Tempel deed bouwen;
A. Abda, de vader van
A. Adoniram, hij die na de dood van Hiram Abiff de werkzaamheden verder leidde;
C. Cyrus, de koning der Perzen, die een einde maakte aan de ballingschap van de Joden in Babylon en die hen toestond naar Jeruzalem terug te keren en met de herbouw van de Tempel te beginnen;
D. Darius, de opvolger van Cyrus en
X. Xerxes, de opvolger van Darius. Onder Darius en Xerxes werd de bouw van de tweede Tempel voltooid;
Z. Zerubbabel, de uitvoerder van de werkzaamheden aan de tweede Tempel;
A. Ananias, de Wolk des Heeren, reukwerk- en balsembereider.
De Houth\ legt de Bijl neer en neemt plaats aan de tafel
3e Patr\ : Op deze tafel liggen gereedschappen, waarmede u ontwerpen kunt vervaardigen om uit ronde ceders vierkante balken te maken; balken die gebruikt kunnen worden bij de bouw van de Tempel.
In het vóór u liggende ontwerp is in tekening gebracht, hoe van de cirkelvorm tot het vierkant te komen. Dit ontwerp hebben wij kunnen vervaardigen door de lessen die ons in de geschiedenis zijn gegeven. U ziet vier cirkels, omsloten door een grote cirkel; in totaal dus vijf cirkels die ineengestrengeld en omstrengeld zijn.
De vier cirkels stellen de bouw van Noach's Ark, het vervaardigen van de Ark des Verbonds, de bouw van de Tempel van Salomo en die van Zerubbabel voor.
4e Patr\ : De omvattende grote cirkel wijst erop dat al deze bouwwerken uit eenzelfde bron, van de Libanon, afkomstig waren en dat hetzelfde hout werd gebruikt.
Binnen de grote cirkel kan een vierkant worden geconstrueerd. Aldus kunnen de ronde ceders vierkant worden gemaakt. Maar óók geeft de figuur de mogelijkheid tot het construeren van een groter vierkant. En daardoor krijgt u de les voor het verrichten van uw grote werk, uw Opus Magnum.
Het aldus verkregen grote vierkant en de grote cirkel zijn elk op zichzelf symbolen van volmaakte stof en volmaakte geest, waarin enerzijds de geest de stof doordringt en anderzijds de stof zich openstelt voor de geest. Het is de ideale, volmaakte eenwording van Schepper en Schepping, de Unio Mystica.
Het voltooide ontwerp ziet u in zijn geheel vóór u liggen. Het is uw taak, om uw eigen, nog onvoltooide ontwerp, in volkomen overeenstemming hiermede te brengen, door het trekken van de laatste lijnen.
De Groot-Patriarch overhandigt de incomplete kopie van de tekening, de liniaal en het potlood aan de Kand\ . De Kand\ trekt met liniaal en potlood het buitenste vierkant op deze kopie.
4e Patr\ : Deze figuur is het symbool van de volmaakte schoonheid.
Gr\ Patr\ : Aan de door u verrichte arbeid wil ik enkele beschouwingen toevoegen:
De natuur en de geschiedenis geven ons belangrijke lessen voor heden en toekomst. De ceders groeien op en worden door de mens geveld. Maar van die mens wordt verlangd met wijsheid te kappen. Want nieuwe ceders moeten kunnen opgroeien, opdat ook zij kunnen worden gebruikt voor gewijde arbeid. Vellen wij te weinig bomen, dan loopt het woud kans te verstikken; vellen wij te veel, dan ontbossen wij het land.
Ronde ceders moeten vierkant worden gemaakt, maar zodanig dat zo weinig mogelijk hout verloren gaat. Wij doen dat met de bijl, waarmee wij al het overtollige kunnen weghakken om bloot te leggen wat wij moeten gebruiken.
Gr\ Patr\ : Dan zien wij ook de eenheid van alles, voorgesteld door de grote cirkel die de vier kleinere omvat. Al het hout, dat voor gewijde arbeid werd gebruikt, kwam van één bron: van de Libanon. Of het nu bestemd was voor de Ark van Noach, de Ark des Verbonds, voor de Tempel van Salomo of voor die van Zerubbabel: één is alles, alles is één!.
Dit is uiteindelijk de grondslag van ons denken, beleven en handelen. Wij moeten, elk voor ons, het grote werk in ons leven trachten te verrichten, opdat wij kunnen meebouwen aan de Tempel. Ook dat leert ons het ontwerp dat wij hebben samengesteld. Maar wij weten dat het ideaal, voorgesteld door de grote cirkel en het grote vierkant, onbereikbaar is. Het oppervlak van een cirkel kan nimmer volkomen in het oppervlak van een vierkant worden omgezet. De mens en de mensheid zullen nimmer de algehele volmaaktheid kunnen bereiken. Maar wij kunnen die wel zoveel en zo dicht mogelijk benaderen.
Ridder Noachiet, u hebt nog niet alles kunnen begrijpen van wat ik u heb voorgehouden. Bent u bereid al uw krachten in te spannen om het ideaal, dat wij ons voor ogen hebben gesteld, na te streven. Wat is daarop uw antwoord?
Kand\ (ingefluisterd): Ik ben bereid.
Gr\ Patr\ : Eerwaarde Voorganger, de Ridder Noachiet heeft getoond onze lessen in zich te hebben opgenomen en te kunnen toepassen. Daarom stel ik u voor hem op te nemen in onze ridderschap.
E\ V\ : Ik dank u, Groot-Patriarch.
Een kort stuk muziek kan worden gespeeld.

E\ V\ : Ridder Cer\ Mr\ , wil de Ridders Noachiet plaatsen op de u bekende wijze.
De Cer\ Mr\ plaatst de Kandd\ in een halve cirkel met de opening naar het O\ . De Patriarchen keren naar hun plaatsen terug en nemen, geassisteerd door de 2e en de 3e Cer\ Mr\ , de krukjes en andere voorwerpen mee. Alleen de tafel met daarop de tekening blijft staan.
E\ V\ : Ridders Noachiet, doel en streven van onze arbeid zullen u thans voldoende duidelijk zijn. Indien u thans bereid bent de Belofte af te leggen, verzoek ik u door het uitstrekken van uw rechterhand daartoe uw instemming daarmee te betonen. Geschiedt.
De Cer\ Mr\ reikt de Kand\ de geopende Bijbel. Deze legt de linkerhand onder, de rechterhand op de Bijbel.
E\ V\ : Ridders in het O\ en op de Kolommen, in Orde!
Ridder …, wil mij nazeggen:
Ik …, beloof uit vrije wil,
Dat ik de geheimen van deze Graad
Niet dan na verkregen toestemming
Dan wel in opdracht
Zal openbaren
Aan enig Vrijmetselaar van lagere graad.
Ik beloof
Met alle krachten die in mij zijn
Te zullen meerwerken aan de doeleinden,
De groei en de bloei
Van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus.
Dit alles beloof ik
Hierbij en hierop.

Ridders in het O\ en op de Kolommen, herneemt uw plaatsen.
De E\ V\ gaat met de Bijbel bij alle overige Kandd\ rond, beginnend in het Z\ O\ en geeft hun deze om beurten in handen. Hij laat hen zeggen:
Kandd\ : Dit alles beloof ik, hierbij en hierop.
De E\ V\ gaat naar de Troon, zwaard in de rechterhand omhoog gericht en zegt: In Orde, Ridders!
In naam van de O\ B\ d\ H\ , in opdracht van de Opperraad voor het Koninkrijk der Nederlanden, ontvang ik u … (alle namen van de verschenen Kandd\ ) in de 22e Graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus en neem u dienovereenkomstig aan als Ridder van de Koninklijke Bijl, Prins van de Libanon.
Ridders in het O\ en op de Kolommen, herneemt uw plaatsen.
De E\ V\ gaat met het cordon naar de Kand\ , bekleedt hem er mee en zegt: Ik bekleed u met het cordon, het teken van uw waardigheid.
Hierna bekleedt de E\ V\ met dezelfde woorden de overige Kandd\ . Hij wordt hierin bijgestaan door de 2e en de 3e Cer\ Mr\ .
E\ V\ : U bent nu allen bekleed met het cordon, het teken van uw waardigheid. Ik zal u thans bekend maken met de geheimen van deze Graad.
Men stelt zich in Orde door beide handen boven de rechterschouder te brengen, de palmen tegen elkaar. Wil mij hierin navolgen.
Het Teken wordt gemaakt door beide handen te laten neervallen op de linkerdij. Wil mij ook hierin navolgen. Het antwoord op dit Teken is: beide handen op het voorhoofd brengen met de vingers uitgespreid, de palmen naar buiten gekeerd, om ze daarna langs de zijden neer te laten vallen. Wil mij eveneens hierin navolgen.
De Aanraking wordt aldus gemaakt: men geeft elkaar kruiselings de handen. De E\ V\ demonstreert dit met de dichtstbijzijnde Ridder.
De Woorden in deze Graad zijn Noach, Bezaleël, Sidoniërs.
De Paswoorden voor deze Graad zijn: Japhet, Aholiab en Libanon.
De slagen zijn twee gelijke slagen.
E\ V\ : Ridder Cer\ Mr\ , wil de zojuist opgenomen Ridders doen plaatsnemen. Geschiedt.
Ridders in het O\ en op de Kolommen, behalve de zojuist aangenomen Ridders, in Orde!
Ik verzoek u te erkennen als Ridders van de Koninklijke Bijl, Prinsen van de Libanon, leden van dit College, de Ridders …. Laat ons de nieuwe Ridders verwelkomen.
Ziet op mij!
Het Teken en de slagen worden gegeven.
Herneemt uw plaatsen!

Nieuwe Ridders van de Koninklijke Bijl, zo bent u dan toegelaten tot het College van de Prinsen van de Libanon. U hebt een grote les voor uw verdere leven meegekregen en wij allen hopen, dat u die ter harte zult nemen.
Die les heeft één fundament en stoelt op één grondgedachte: het gehele onderricht is doortrokken van en wordt samengehouden door één grote wet, zonder welke de mensheid nimmer de Tempel zal kunnen bouwen. Uw cordon verwijst naar deze gedachte: het verbond dat de O\ B\ d\ H\ aan mens en wereld heeft gegeven , zoals dat in ons Eerste Grote Licht tot Noach wordt gezegd: "En God zeide: dit is het Teken van Verbond, dat Ik geeft tussen Mij en tussen u, en tussen alle levende zielen, die met u is tot eeuwige geslachten. Mijn boog heb ik gegeven in de wolken; die zal zijn tot een Teken van Verbond tussen Mij en tussen de aarde. En het zal geschieden als Ik wolken over de aarde breng, dat deze boog gezien zal worden in de wolken. Dan zal Ik gedenken aan Mijn verbond, hetwelk is tussen Mij en tussen u en tussen alle levende zielen van alle vlees; en de wateren zullen niet meer wezen tot een vloed om alle vlees te verderven. Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende zielen, van alle vlees dat op aarde is."
Ridders laat deze gedachte ons leiden bij onze tempelbouw.
Muziek

E\ V\ : Ridder 1e Opz\ , bent u Prins van de Libanon?
1e Opz\ : De letters op de Bijl zijn mij bekend.
E\ V\ : Waar werd u aangenomen?
1e Opz\ : In het College van de Libanon, waar ik werd toegelaten tot de Raad van de Ronde Tafel en waar ik onderricht heb ontvangen.
E\ V\ : Ridder 2e Opz\ , wat stelt uw kleinood voor?
2e Opz\ : Een gekroonde Bijl. Aan de ene kant van de steel staat de letter S. Daaronder de letters N.S.C.J.M.B.A. Aan de andere kant de letters L. en daaronder S.A.A.C.D.X.Z.A.
E\ V\ : Wat betekenen die letters?
2e Opz\ : Sidoniërs, Noach, Seth, Cham, Japhet, Mozes, Bezaleël, Aholiab, Libanon, Salomo, Abda, Adoniram, Cyrus, Darius, Xerxes, Zerubbabel, Ananias

Sluiting

E\ V\ geeft één slag: Ridders van de Koninklijke Bijl, Prinsen van de Libanon, het is mijn voornemen over te gaan tot sluiting van dit College. In Orde, Ridders!
Ridder 2e Opz\ , wanneer vangen de Ridders van de Koninklijke Bijl hun arbeid aan?
2e Opz\ : Wanneer de Morgenster aan de Oosterkim verschijnt.
E\ V\ : En wanneer zijn hun werkzaamheden beëindigd?
2e Opz\ : Wanneer de zon ondergaat.
E\ V\ : Ridder 1e Opz\ , wat is thans de stand van de zon?
1e Opz\ : Eerwaarde Voorganger, de zon is ondergegaan
E\ V\ : Ridder 2e Opz\ , ontsla dan de Ridders van de arbeid door de bekende slagen.
De 2e Opz\ geeft twee slagen, die door de 1e Opz\ en de E\ V\ worden herhaald.
E\ V\ : Ridders van de Koninklijke Bijl, Prinsen van de Libanon, ziet op mij!
Allen maken het Teken en geven twee gelijke slagen.

 


Terug naar de vorige pagina            Wilt u reageren?