Rituaal voor de Graad van Ridder van de Zon, Prins Adept
Dit is de voorgeschreven tekst van het rituaal voor deze Graad, zoals die nu gebruikt wordt.
Voorbereiding
De Voorbereiding dient op
een zodanig tijdstip te beginnen, dat het einde zo goed mogelijk samenvalt
met de komst van de Cer\ Mr\.
Voorber\:
Bbr\ , alvorens tot de voorbereiding over te
gaan, wil ik u enige aanwijzingen geven die voor de goede gang van zaken
nodig zijn.
Zoals u heeft kunnen vaststellen, zal een aantal Bbr\
tegelijkertijd in de 28e Graad worden opgenomen. Daar het onmogelijk
is alle Kandd\ de in het Rituaal voorkomende
handelingen te laten uitvoeren, wordt in de Aloude en Aangenomen Schotse
Ritus één uwer als de Kand\
aangewezen. Hij zal de initiatie daadwerkelijk ondergaan. Ik vertrouw echter,
dat alle ander Kandd\ intensief bij de arbeid
betrokken zullen zijn en zo de over te dragen ideeën tot zich zullen
nemen.. Voor de aanstaande initiatie is Br\
… als de Kand\ aangewezen.
Een andere maatregel is de plaatsing der Kandd\
in alfabetische volgorde. U zit thans in deze volgorde en u zult in de
Tempel eveneens in deze volgorde een kaartje met uw naam op de voor u bestemde
plaats vinden. Hierdoor wordt een onnodig heen en weer lopen voorkomen.
Voor zover geen andere aanwijzing wordt gegeven, dient
u zich in Orde te stellen als Ridder van de Koninklijke Bijl.
Bbr\ Ridder van de Koninklijke
Bijl, Prinsen van de Libanon.
Na gedurende de gezette tijd te hebben gearbeid in
de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus is thans het ogenblik aangebroken,
dat u een schrede verder zult zetten op de weg, die deze Ritus u wijst.
Ik moet er allereerst nogmaals op wijzen, dat de onderscheidene
graden van de Schotse Ritus, anders dan die van de Symbolieke Graden en
de Hoge Graden, geen aaneensluitende en opklimmende reeks vormen. Men heeft
zelfs wel een gesproken van een bloemlezing, elk van deze graden heeft
een eigen karakter en bedient zich van specifieke vormen.
Eén van de belangrijke traditionele graden
in dit stelsel is de 28e Graad, waarin u heden zult worden opgenomen.
Hierover aanstonds meer.
Voordat u in deze graad kunt worden opgenomen, zal
het nodig zijn u de tussenliggende graden, de 23e tot en met
de 27e Graad, op wettige wijze bij communicatie te verlenen.
Het betreft de volgende graden:
23e Graad, Overste van de Tabernakel. In
deze graad is de Kand\ een leviet, die wordt
voorbereid tot het priesterschap om dienst te doen in de Tabernakel. De
les van deze graad betreft de noodzaak in het leven plaats in te ruimen
voor de dienst aan het Opperwezen.
24e Graad, Prins van de Tabernakel. Deze
graad is een voortzetting van de 23e, waarin de Leviet wordt
verheven tot priester. De Kand\ wordt opnieuw
door de vier elementen geleid en in aanraking gebracht met het mysterie
van leven en dood.
25e Graad, Ridder van de Koperen Slang.
De legendarische plaats, waar deze graad zich afspeelt, is opnieuw een
legerplaats in de woestijn van Sinaï. De Kinderen Israëls dreigen
ontrouw te worden aan de Hogere Leiding en worden getroffen door een plaag.
Het oprichten van de Koperen Slang geeft aan eenieder de mogelijkheid door,
opziende naar de slang, berouw te tonen en zo een einde te maken aan zijn
bezoeking. De les van deze graad is, dat de mens niet moet terugkeren tot
de slavernij van de welvaart, maar de Hogere Leiding dient te aanvaarden,
om uiteindelijk het Beloofde Land te mogen betreden.
26e Graad, Heer van Mededogen, ook wel
genoemd Prins van Genade. De oorspronkelijke 26e Graad heette
Ecossais Trinitaire en betrof het drievoudig verbond, dat de Heer sloot
met Zijn kinderen: het verbond, dat gesymboliseerd wordt door de besnijdenis
van Abraham; dat gesloten werd met de Patriarch Mozes in de woestijn; en
tenslotte het nieuwe verbond, dat werd mogelijk gemaakt door het lijden
en het offer van Christus. Dit wordt in het rituaal tot uitdrukking gebracht
in een andere symboliek, waarbij een trap van zeven treden wordt bestegen,
om in de derde hemel te komen en het Grote Werk te verrichten.
En tenslotte de 27e Graad, Commandeur van
de Tempel. Deze graad speelt zich legendarisch op een geheel andere plaats
af, namelijk ten tijde van de Kruistochten. Het is een ridderlijke graad,
waarin de Kand\ wordt beproefd voorafgaande
aan zijn opneming in de Ridderschap. Het zal u later blijken, dat deze
graad een voorbereidende functie heeft voor de 30e Graad, Ridder
Kadosh.
Na een korte pauze. Thans
is het ogenblik gekomen u deze graden formeel te verlenen, zodat u deze
op regelmatige wijze heeft verworven. Ik verzoek u derhalve op te staan
en zich in de houding van Trouw te stellen.
De Gedelegeerde van de Opperraad:
In naam van de O\ B\
d\ H\ en uit hoofde
van de macht mij door de Opperraad der Nederlanden voor dit doel verleend,
neem ik u, …, op in de 23e tot en met de 27e Graad
en benoem u tot Overste van de Tabernakel, Prins van de Tabernakel, Ridder
van de Koperen Slang, Heer van Mededogen, Commandeur van de Tempel.
Herneemt uw plaatsen, Ridders!.
Voorber\
: U zult straks de Kapittelzaal betreden als Commandeur van
de Tempel, 27e Graad. Het Teken van deze Graad wordt gegeven
door de rechterhand haaks op de buik te plaatsen doet
dit voor. De slagen zijn 27 in getal en het Paswoord is Salomo.
En thans de eigenlijke voorbereiding voor de 28e
Graad.
De Graad Ridder van de Zon, Prins Adept, betreft een
belangrijke, door de traditie geadelde graad in het stelsel van de Schotse
Ritus. De vormenwereld, waarmee u in verbinding wordt gebracht, zal u wellicht
bij de eerste kennismaking verrassen, misschien overweldigen. Deze vormen,
voorstellingen en symbolische handelingen worden u in deze graad aangeboden
als een symbolische omhulling van een levensweg, die u hebt te gaan. Deze
weg wordt, met behulp van voorstellingen, die hun herkomst danken aan het
neo-platonisme, het hermetisme en de Kabbala, afgelegd in twee reizen,
die u als Kand\ hebt te gaan. Deze reizen leren
u twee lessen, weergegeven als die van de Natuur en die van de Mens. Het
proces, waarmee het onvolmaakte, ook in de mens, dient te worden omgezet
in het volmaakte, wordt hier ook aangeduid door het zinnebeeldige proces,
waarmede het onvolmaakte, doffe en onedele metaal lood wordt omgevormd
tot het stralende en edele goud. Symbool van het lood is Saturnus en van
het goud de stralende Zon, oorsprong van Licht en Leven. U zult vernemen,
dat ook menselijke eigenschappen corresponderen met de planeten.
Deze voor de huidige mens vaak onsamenhangend lijkende
systeemvoorstellingen hadden voor onze voorgangers een duidelijke samenhang.
Hierbij werden de alchemistische, hermetische en voor die tijd wetenschappelijke
systemen met elkaar in verband gebracht en tot één onderling
uitwisselbaar geheel gevormd
De levensweg, die hier is aangeduid en die in de komende
initiatie door u symbolisch zal worden afgelegd, wordt in traditionele
bewoordingen ook wel aangegeven als het volbrengen van het Grote Werk.
In de 22e Graad werd al een eerste begin gemaakt met dit werk,
door het vierkant maken van de stammen van de ceders. In de 28e
Graad nu zal u hierop een geheel andere, nieuwe visie worden geboden, die
u in het samenstel van uw eigen karakter moet verwerken en verwezenlijken.
Ik hoop u door deze voorbereiding enig inzicht te
hebben verschaft in de ceremonie die u te wachten staat. Maar bovenal hoop
ik door deze inleiding uw geest en gevoel geopend te hebben voor de indrukken
die u op het punt staat op te doen. Ik wens u derhalve een vruchtbare ervaring
toe en wens u van harte toe dat de ceremonie u nog lang stof tot overdenking
zal verschaffen.
Laat ons thans in stilte de komst van de Cer\
Mr\ afwachten.
Opening
V\
Adam geeft een slag met het mallet, welke wordt herhaald door Br\
Waarheid: Het is mijn voornemen over te gaan tot opening van
dit Heiligdom.
Ridder Cer\ Mr\
, wil nagaan of dit Heiligdom behoorlijk is gedekt.
Cer\
Mr\ onderzoekt dit: Het Heiligdom
is behoorlijk gedekt. Cer\
Mr\ keert terug naar zijn plaats.
V\
Adam: Br\ Waarheid, zijn alle aanwezigen
Ridders van de Zon?
Br\
Waarheid geeft een slag met het mallet, staat op: Ridders van
de Zon, in Orde! Geeft het Teken!
Vader Adam, alle aanwezigen zijn Ridders van de Zon.
V\
Adam: Waarom noemt men u Br\ Waarheid?
Br\
Waarheid: Alleen door Waarheid bereikt men het Licht.
V\
Adam: Waar is de plaats van Vader Adam in het Heiligdom?
Br\
Waarheid: In het Oosten, alwaar de onoverwinnelijke Zon opgaat.
V\
Adam: Waarom noemt u mij Vader Adam?
Br\
Waarheid: Omdat Adam de Mens is in zijn oervorm en in zijn meest
volmaakte gedaante.
V\
Adam: Br\ Waarheid, hoe laat is het
op Aarde?
Br\
Waarheid: Op Aarde is het voor niet-ingewijden middernacht,
de tijd waarop de duisternis het diepst is. Voor de Prins Adept echter
is het in het Heiligdom Volle Middag, het uur, waarop de Zon in volle glorie
straalt.
V\
Adam: Ridders van de Zon, verheugt u over dit stralend licht,
welks schijnsel ons zal geleiden op het Pad der Volmaking, en ons zal doen
handelen naar die Wet, die voor eeuwig in ons hart is gegrift.
Mogen wij in dàt Licht ernaar streven, het
onvolmaakte te doen verkeren in het volmaakte.
In naam van de O\ B\
d\ H\ en daartoe
gerechtigd door de Opperraad voor het Koninkrijk der Nederlanden, verklaar
ik dit Heiligdom van Ridders van de Zon, Prinsen Adept, voor geopend.
Ziet op mij!
Allen geven het Teken en de slagen, volgorde: in Orde,
Teken, in Orde, slagen, in Orde.
Herneemt uw zitplaatsen.
Initiatie
V\
Adam: Ridders, wij zijn hier bijeen, teneinde een aantal Bbr\
op te nemen in de Graad van Ridder van de Zon, Prins Adept.
Als Geheim Meester zijn zij in onze Orde opgenomen
en vervolgens zijn zij op wettige wijze bevorderd tot de Graad van Ridder
Commandeur van de Tempel, welke zij thans bekleden.
Ridder Cer\ Mr\,
wil onderzoeken of de Ridder Voorber\ met zijn
arbeid gereed is en zo ja, doe dan de Kandd\
tot vóór de Poort van dit Heiligdom geleiden.
De Cer\
Mr\ begeeft zich naar buiten en kwijt zich van
deze taak. Hij doet de Kandd\ , vergezeld van
de Ridder Voorber\ plaatsen vóór
de Poort. Zich richtend tot de tevoren aangewezen Kand\
: Zo u verdere voortgang wil maken in de leerschool van de Schotse
Ritus, geef dan één slag op deze Poort.
Geschiedt.
Br\
Waarheid komt van zijn plaats, begeeft zich naar de Poort en opent deze
een weinig. Aan Br\ Voorber\
vraagt hij: Wie voert u tot ons?
Voorber\:
Ik geleid Ridders, die in de Orde zijn opgenomen als Geheim Meester en
vervolgens zijn opgeklommen tot de 27e Graad, Commandeur van
de Tempel. Thans zijn zij verlangend verder onderricht te worden in de
leerschool van de Schotse Ritus. Zij willen zich bevrijden van vooroordeel,
begeerte en hoogmoed, teneinde uit de duisternis te kunnen treden, om de
weg welke voert tot het ware Geluk, te vervolgen.
Br\
Waarheid wendt zich tot Vader Adam en zegt: Vader Adam, het
zijn Ridders, die de 27e Graad op wettige wijze hebben ontvangen
en thans verlangend zijn een schrede verder te zetten op de weg van de
Schotse Ritus. Zij willen zich bevrijden van vooroordeel, begeerte en hoogmoed,
teneinde uit de duisternis te kunnen treden, om de weg welke voert tot
het ware Geluk, te vervolgen.
V\
Adam: Br\ Waarheid, doe dan deze
Bbr\ de drempel overschrijden van dit Heiligdom,
opdat wij hen behulpzaam kunnen zijn het ware Geluk deelachtig te worden.
Br\
Waarheid opent de deur nu geheel en beduidt de Cer\
Mr\ en de Voorber\
, dat de Kandd\ kunnen binnentreden. Br\
Waarheid en de Voorber\ begeven zich naar hun
plaatsen. De Kandd\ worden door de Cer\
Mr\ naar hun plaatsen geleid en nemen deze in.
V\
Adam: Wilt luisteren naar Ridder Redenaar.
Red\:
Ridder Kandd\! Als beoefenaars van de Koninklijke
Kunst hebt u zeker ondervonden, dat deze nimmer een leer heeft voorgehouden,
noch een dogma opgedrongen.
Haar eigen werkwijze immers beoogt juist uw zelfwerkzaamheid
te ontwikkelen, uw eigen zedelijke en geestelijke groei te bevorderen,
om aldus te komen tot dieper inzicht en hoger menselijkheid.
Het is niet anders in de leerschool van de Aloude
en Aangenomen Schotse Ritus. Gerijpt en geadeld in de tijd, heeft zij het
beste en het meest waardevolle van het geestesgoed van onze beschaving
in zich opgenomen, bewaard en tot grotere glans gebracht. Daarbij heeft
zij nimmer een leer aan haar beoefenaars opgedrongen, of het juk van onverdraagzame
dogmatiek op hun schouders gelegd. Haar tradities en overgeleverde vormen
zijn uitingen van de hoogste levensgeest. Deze schatten van de geest zijn
op verschillende wijze en langs verschillende wegen tot ons gekomen.
Zo is daar allereerst de erfenis van de Joodse en
Christelijke cultuur. In het licht daarvan is onze beschaving gevormd.
Nauw hiermee verbonden is echter de traditie, welke,
ontstaan in Klein-Azië en Egypte, zich langs de weg van de Griekse
en Romeinse klassieke beschaving verder heeft ontwikkeld. Beide stromen
ontmoetten elkaar ten tijde van Keizer Constantijn de Grot, maar versmolten
tot eenheid in de renaissance. Daar vinden wij dan ook de voedingsbodem,
waarop de Koninklijke Kunst kon wortelschieten, om verder tot wasdom te
geraken en rijke vrucht af te werpen.
Door haar inrichting en werkwijze is de Schotse Ritus
bij uitstek de behoedster en draagster van het geestelijk erfgoed van beide
grote stromingen. In elk van haar graden heeft zij weer waardevolle uit
deze traditie opgenomen en tot verdere glans gebracht.
Zij heeft dit steeds gedaan op een geheel eigen wijze,
door binnen het grote verband van de Schotse Ritus in iedere graad weer
andere geestelijke en ridderlijke orden te doen voortbestaan, waarin de
traditie wordt bewaard, verrijkt en aan nieuwe generaties doorgegeven.
V\
Adam: Ridders, het is niet anders in deze 28e Graad
van onze Ritus. Zijn leden zijn Prinsen Adept, opgenomen in de Orde van
Ridders van de Zon. Ik zal u tonen hoe wij, als Ridders van de Zon, met
het ons toevertrouwde geestelijke erfgoed omgaan.
Aan u thans de taak u dit alles door ingespannen aandacht
en arbeid eigen te maken, om tenslotte hiervan een goed en waardig rentmeester
te zijn.
Br\ Waarheid, welke eretitel
moogt u voeren.
Br\
Waarheid: Die van Prins Adept.
V\
Adam: Vanwaar deze benaming?
Br\
Waarheid: Ik streef ernaar een trouwe zoon van de Koning der
Schepping te zijn en het mij geschonken inzicht waardig te blijven.
V\
Adam: Tot welke Orde behoort u, Br\
Waarheid?
Br\
Waarheid: Tot die van de Ridders van de Zon. Het is deze Orde,
waarvan het voortbestaan verzekerd is in de leerschool van de Aloude en
Aangenomen Schotse Ritus.
V\
Adam: Onder welke naam kent u mij?
Br\
Waarheid: Onder de naam Vader Adam.
V\
Adam: Waarom alzo?
Br\
Waarheid: De mens is de maat van alle dingen. Uw naam is die
van de mens, van zijn oervorm tot zijn meest volmaakte gestalte.
V\
Adam: Waartoe zijn wij hier bijeen?
Br\
Waarheid: Wij zijn bijeen, om deze neofieten te doen delen in
het geheim van de onoverwinnelijke Zon, om het onvolmaakte te doen verkeren
in het volmaakte, het Grote Werk te volbrengen.
V\
Adam: Als dan alles gereed is om onze mysterieën te vieren,
laat dan de Meester van het Vuur als eerste zijn plicht vervullen.
Ridders neofieten, verheft u van uw zetel!
Meester van het Vuur, welke is uw taak?
Mr\
van het Vuur staat op: Vader Adam, het is mijn opdracht de mens,
die zoon van Adam is genaamd, bij te staan in zijn streven de weg naar
het ware Geluk te zoeken en te vinden.
Hij begeeft zich naar de
vuurpot en vervolgt: Daartoe zal ik knielen teneinde het Vuur,
dat ik immer brandende houd, met lucht aan te wakkeren, opdat het wordt
tot een laaiende Vlam.
Hij knielt neer bij de vuurpot
en doet met de blaasbalg het vuur hoog oplaaien. Licht in het Heiligdom
vol aan. Hierna staat de Mr\ van het Vuur op
en zegt: Vader Adam, ik heb uw zoon getoond hoe het smeulende
Vuur kan worden aangewakkerd tot een laaiende Vlam, voorwaarde tot het
vinden van de weg naar het ware Geluk.
De Mr\
van het Vuur begeeft zich naar zijn plaats. Hierna kan het vuur naar buiten
worden gebracht, of in het geval gebruik wordt gemaakt van de lichtinstallatie,
worden gedoofd.
V\
Adam: Ridders neofieten, herneemt uw zetels!
Ridder Cer\ Mr\
, wil thans Br\ … in het Westen plaatsen, rechts
naast Br\ Waarheid, opdat hij namens allen de
initiatie tot Ridder van de Zon kan ondergaan. Geschiedt.
Na de verdrijving van Adam uit de Hof van Eden, hebben
de zonen van Adam, door alle eeuwen heen, met inspanning van al hun krachten
gepoogd de weg naar het Hof van Eden te hervinden en de verloren band met
het Eeuwige te herstellen. Dit streven is ook gebleken uit uw wens de weg
naar het ware Geluk te zoeken en, eenmaal gevonden zijnde, deze te vervolgen.
De eeuwige Waarheid maakt zich kenbaar, zowel in de
natuur rondom ons, als in de mens zelf, in wiens hart de Eeuwige Wet is
gegrift. Wanneer het uw begeerte is de Waarheid te zoeken, dan hebt u van
node kennis en inzicht te verwerven aangaande de natuur en de mens, en
hoe kunt u beter deze kennis verwerven dan door u zelf te onderzoeken en
te leren kennen.
Teneinde deze kennis op zinnebeeldige wijze te verwerven,
zult u opnieuw reizen. In twee reizen zult u in de mysterieën van
natuur en mens worden ingewijd. Slechts in Waarheid kunt u deze reizen
volbrengen.
Br\ Waarheid! Br\
Waarheid staat op.
V\
Adam: Aan u vertrouw ik de neofiet toe. Vergezel hem, blijf
hem nabij en leid zijn voeten op het pad der Waarheid.
Br\
Waarheid begeeft zich naar de Kand\ , stelt
zich rechts van hem op en geleidt hem naar de westzijde van het Tableau.
V\
Adam: Mijn zoon, zo staat u daar aan het begin van uw geestelijke
ontwikkeling, ongevormd als de oerstof, de prima materia. Maar door voortdurende
verbetering zult u kunnen opstijgen tot de gouden Zon, de Onoverwinnelijke,
wiens wezen zich weerspiegelt in al het bestaande en in uw diepste natuur.
Dit bereiken is de verwezenlijking van uw Grote Werk,
uw Opus Magnum.
Weet dan: gelijk de metalen gelijkenissen zijn van
de hemelse krachten in de stof en de natuur, zo zijn de planeten, die zich
wentelen in het uitspansel, beelden van het hemelse Licht.
Br\ Waarheid, geleid de
neofiet langs de zeven hemellichten, opdat hij hun aard en werking kan
leren kennen.
De lichten in het Heiligdom
dimmen. Br\ Waarheid geleidt de Kand\,
langs de zeven hemellichten. De Ridder, die achter de tafel heeft plaatsgenomen,
staat steeds op bij het uitspreken van zijn tekst.
Br\
Waarheid, komende voor de Zon: Aanschouw de Zon!
Zon: Mijn gouden
stralen brengen bij dag Licht en Leven aan natuur en mens.
Br\
Waarheid, komende voor de Maan: Aanschouw de Maan!
Maan: Mijn zilveren
stralen brengen bij nacht rust en inkeer aan natuur en mens. Mijn fasen
van wassen, afnemen, verdwijnen en herrijzen weerspiegelen zich in de levensfasen,
die natuur en mens moeten doorlopen.
Br\
Waarheid komende voor Mercurius: Aanschouw Mercurius!
Mercurius: In
mij wonen twee naturen en alle tegenstellingen, duisternis en Licht, het
vrouwelijke en het mannelijke, de hemelse Vader en de universele Moeder.
Als hun bode geleid ik de zielen naar het ware Geluk.
Br\
Waarheid komende voor Venus: Aanschouw Venus!
Venus: Als Morgenster
verrijs ik in het Oosten en als Avondster ga ik onder in het Westen.
Ik ben de voorbode van de opgang van de Zon, maar
ook van de verrijzenis van de Maan. Ik ben de voorspraak van de mensen
bij mijn hemelse Vader en mijn universele Moeder.
Br\
Waarheid komende bij Mars: Aanschouw Mars!
Mars: Als zoon
van de Zon en Maan regeer ik in de natuur over leven en dood. Ik maak in
de lente de wedergeboorte van de natuur mogelijk. In de herfst begeleid
ik het sterven van en in de natuur.
Br\
Waarheid komende voor Jupiter: Aanschouw Jupiter!
Jupiter: Mijn
liefde tot de mens en mijn liefde voor recht doen mij waken over de wetten,
die de Schepper van de natuur heeft ingesteld en die Hij in het hart van
de mens heeft gegrift.
Br\
Waarheid komende voor Saturnus: Aanschouw Saturnus!
Saturnus: In de
tijd ben ik het begin en het einde. Ik ben het Leven en de Dood. Mijn attributen
zijn de zeis des doods en het vat, houdende het water des Levens.
Het licht gaat weer vol aan.
Na deze eerste reis wordt
de Kand\ door Br\
Waarheid weer in het W\ geplaatst. Br\
Waarheid keert naar zijn plaats terug en zegt staande: De eerste
reis is volbracht. De zeven hemellichamen hebben zich in aard en werking
doen kennen. Zij getuigen voor het stoffelijk oog van tijd, vergankelijkheid
en wederopstanding. Maar de ogen van de ziel doen zij schouwen in eeuwigheid.
V\
Adam: De zeven hemellichamen zijn ook gelijkenissen van de zeven
letters, die de Eeuwige heeft geschreven in het boeken van de natuur. Zij
duiden op het 'Gan Eden', de Hebreeuwse benaming voor de Hof van Eden,
welke, volgens oude overleveringen, zich bevindt in de sfeer van de planeten.
Deze zeven letters spreken van de Liefde van de Schepper voor al het geschapene,
in het bijzonder voor de mens, zie naar Zijn beeld is gevormd.
Br\ Waarheid, wil de neofiet
zijn tweede reis doen afleggen, door hem te geleiden tot de Aartsengelen,
de dienaren en boden van het Opperwezen. Zij, die erop toezien, dat de
planeten niet falen in hun kringloop, zij zullen hem inwijden in de geheimen
van de drie werelden.
Het licht wordt gedimd.
De Kand\
wordt ook op deze reis geleid door Br\ Waarheid.
De 'Aartsengelen' spreken hun tekst staande uit.
Br\
Waarheid: Richt u tot Zerachiël!
Zerachiël:
Ik heers over de Zon.
Er is slechts één Opperwezen, de Eeuwige,
Die het Al geschapen heeft uit de ene oerstof, de prima materia.
Br\
Waarheid: Richt u tot Tsaphiël!
Tsaphiël:
Ik heers over de Maan.
De Eeuwige doet zich kennen in natuur en mens.
Br\
Waarheid: Richt u tot Raphaël!
Raphaël:
Ik heers over Mercurius.
Wie de natuur kent en doorgrondt, aanschouwt en kent
het Opperwezen.
Br\
Waarheid: Richt u tot Gamaliël!
Gamaliël:
Ik heers over Venus.
De Eeuwige schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis
en bezielde hem met de Adem des Levens.
Br\
Waarheid: Richt u tot Uriël!
Uriël: Ik
heers over Mars.
Wie zichzelf kent, kent het Opperwezen.
Br\
Waarheid: Richt u tot Gabriël!
Gabriël:
Ik heers over Jupiter.
Er bestaan drie werelden: de goddelijke wereld, de
macrokosmos, de grote wereld der natuur en tenslotte de microkosmos, de
wereld van de mens. De goddelijke wereld omsluit alle werelden en houdt
deze bijeen; zij is de cirkel, waarvan het middelpunt overal en de omtrek
nergens is.
Br\
Waarheid: Richt u tot Michaël!
Michaël:
Ik heers over Saturnus.
De natuur en de mens zijn het spiegelbeeld van de
Schepper. Zoals de drie werelden zijn, zo zijn er drie krachten. De eerste
kracht gaat uit van het Opperwezen en doorstraalt de gehele natuur. Hierdoor
wordt de tweede kracht opgewekt, die het Al tot Leven wekt. Zij beiden
worden samengehouden door de derde kracht, die uiteindelijk aan alles vorm
geeft en tot eenheid brengt. Deze kracht is de Harmonie, die tot uiting
komt in maat, getal en gewicht.
In de mens, leven deze drie krachten als Geest, Ziel
en Lichaam.
Het licht gaat weer vol aan.
Br\
Waarheid voer de Kand\ weer naar het W\
en zegt: De tweede reis is volbracht. De Aartsengelen hebben
ons in de geheimenissen onderricht.
V\
Adam: De eerste les, welke u hebt geleerd, is die welke ooit
door een Griekse wijsgeer werd samengevat als: 'Wie zichzelf kent, kent
vanzelf de Goden'. De eerste schreden op het pad der Volmaking hebt u afgelegd.
Als teken hiervan zal ik u doen bekleden met de zwarte mantel.
Br\ Waarheid vervul uw
plicht en bekleed de neofiet met de zwarte mantel. Geschiedt.
Br\ Waarheid, wil u thans
belasten met het onderricht in de kennis van de geheimen der natuur, de
eerste les.
Br\
Waarheid begeeft zich naar de Westzijde van het Tableau en neemt het kleed
van het Tableau af en stelt de Kand\ aan zijn
rechterzijde op.
Br\
Waarheid: Bbr\, ook in deze graad
zijn de schatten van de maconnieke overlevering bijeengebracht en zichtbaar
gemaakt op het Tableau.
Op dit Tableau doen zich de geheimen van de natuur,
van de grote wereld of macrokosmos aan ons kennen.
Ik zal u deze wonderen nader verklaren.
De man op de treden van de Tempel, arbeidend met de
vuurpot en de blaasbalg, stelt voor de Meester van het Vuur. Hij arbeidt
aan de omzetting van de onvolmaakte stof tot het volmaakte.
De zeven treden duiden op de zeven fasen, die de oerstof
moet doorlopen om te kunnen worden tot de Steen der Wijzen.
De ingang tot de Tempel verbeeldt de onvolmaakte stof
die door het verrichten van het Grote Werk kan worden tot vloeibaar en
onveranderlijk Goud.
De aardbol is de wereld die wij bewonen. Door het
Grote Werk zal deze verheven worden tot de heerlijkheid van de Hof van
Eden.
Op de aardbol ziet u de caduceus of Hermesstaf. Het
is de staf van Mercurius, de geleider, die de zielen vergezelt door de
onvolmaakte wereld tot in de Hof van Eden.
Op de grote driehoek ontwaart u voorts een duif en
een vrouw.
De Duif is een personificatie van de universele Geest,
die wordt uitgestort op de ganse Schepping en leven geeft aan alles in
de drie rijken in de natuur.
De Vrouw, oprijzende uit de Maan, wijst op de zuiverheid
die de natuur moet bezitten, teneinde haar reine staat te behouden. Alleen
dan kan uit de materie een nieuwe Koning worden geboren, de Koning, glorierijk
en zonder smet.
Binnen de grote cirkel, voorstellende de eerste hemel,
staan de namen geschreven van de zeven Aartsengelen, te weten: Zerachiël,
Tsachiël, Raphaël, Gemaliël, Uriël, Gabriël en
Michaël. Zij hebben u ingewijd in de geheimen van de drie werelden.
Zij zijn het ook, die de loop van de zevenplaneten beheersen.
De zeven planeten zijn aangeduid door hun traditionele
symbolen, aangebracht op de stralen van de binnenste cirkel. Zij vertegenwoordigen
tevens de zeven metalen. Deze zijn: zittende en
respectievelijk uit te spreken door
Zon: Goud
Maan: Zilver
Mercurius: Kwikzilver
Venus: Koper
Mars: IJzer
Jupiter: Tin
Saturnus: Lood
Br\
Waarheid: Zij corresponderen ook met de zeven kleuren, die verschijnen
bij het bewerken van de stof. De hoofdkleuren daarvan zijn zwart, wit en
rood, Zij duiden de voornaamste fasen aan op de weg der volmaking.
De vier driehoeken verbeelden de vier elementen Aarde,
Water, Vuur en Lucht.
De drie kandelaars verbeelden de drie graden van het
vuur, te weten: het vuur in de vuurpot, het vuur in de oerstof en het verborgen
goddelijke vuur, de enige kracht die alle omzettingen in de drie rijken
van de natuur kan teweegbrengen.
In de binnenste cirkel ziet u tenslotte de gelijkzijdige
driehoek van het vijfde element, de quintessentia, waarbinnen de stralende
Zon.
Zoals er slechts één Zon is, zo is er
slechts één Opperwezen en één oerstof, waaruit
de natuur is geschapen.
In elke hoek van de driehoek ziet u de letter S. Deze
drie letters zijn op tal van manieren verklaard. Zij kunnen worden opgevat
als de beginletters van de woorden Stellato Sedet Solio, waaraan wij de
betekenis hechten 'Hij troont in het azuren Gewelf, bezaaid met sterren'.
Dit is het einde van de eerste les.
V\
Adam: Br\ Waarheid geleid de neofiet
voor de troon. Geschiedt. Na deze les,
waarbij u de wonderen van de macrokosmos zijn uiteengezet, hebt u de natuur
verder doorgrond. In deze nieuwe fase van Volmaking bent u een andere uiterlijke
bekleding waardig.
De zwarte mantel wordt afgenomen.
Br\ Waarheid, wil de neofiet
bekleden met de witte mantel. Geschiedt.
Geleid dan de neofiet naar zijn plaats temidden van
de andere Kandd\ .
Br\
Waarheid geleidt de neofiet naar zijn plaats en begeeft zich vervolgens
naar zijn eigen zetel en neemt plaats.
V\
Adam staand: Volgt allen de natuurwet, gegrift in het hart van
Adam en u zult de weg naar het ware Geluk kunnen vervolgen!
V\
Adam gaat zitten. Een kort stuk muziek wordt gespeeld.
V\
Adam: Bbr\ Kandd\
, opnieuw vraag ik uw aandacht voor de wonderen van het Tableau.
Plaats de neofiet aan de Westzijde van het Tableau.
Geschiedt.
Bbr\ , aanschouw de figuren
en symbolen, verenigd op dit Tableau. Waar zij in de eerste les de geheimen
van de natuur openbaarden, zo zal ik u thans, in de nu volgende tweede
les, de geheimen van de mens, de microkosmos verklaren.
De man op de treden van de Tempel stelt voor de mens,
die zich wil toeleggen op de arbeid aan zichzelf en daartoe de zeven treden
van de Tempel der Wijsheid wil bestijgen.
De zeven treden van de Tempel spreken van de zeven
fasen van Volmaking, die de mens dient te doorlopen om het ware Geluk deelachtig
te worden.
De Tempel is het beeld van ons lichaam, de tempel
Gods, waarin Gods Geest woont.
De Kolommen van de Tempel duiden op de Standvastigheid,
de Geestkracht, welke wij van node hebben, om ons Grote Werk te kunnen
volbrengen.
Het Boek, aangebracht boven de ingang van de Tempel,
is het Boek van de Heilige Wet, dat de mens de weg wijst tot de hoogste
Wijsheid.
De man met het Lam, staande in de Poort van de Tempel,
is het beeld van de Goede Herder, die de mensheid als zijn kudde geleidt
op het pad der Volmaking.
De hemelbol is omringd door de rivier, waardoor het
water des Levens stroomt en is getooid met het Kruis, symbool van de Boom
des Levens.
Tezamen geven zij het beeld van de Wereld, die door
het Grote Werk tot haar oorspronkelijke staat is teruggekeerd. Haar naam
is nu: Hof van Eden, woonstee van de Nieuwe Adam. Op de hemelbol staan
de volgende woorden: 'Lux ex Tenebris', Licht uit Duisternis, het devies
van deze Graad. Dit devies wordt gewoonlijk aangevuld met de woorden 'Per
Lumina ad Numina', door het Licht tot het Heilige of, met andere woorden,
de Hemellichten voeren ons tot de goddelijke wereld.
V\
Adam: Ik verklaar u vervolgens de symbolen op de driehoek.
De Duif is het beeld van de Geest in zijn meest volmaakte
staat.
De Vrouw, oprijzende uit de maan, is het beeld van
de menselijke ziel, ons ingeblazen door de ademtocht van onze Goddelijke
Schepper. De ziel moet rein en onbevlekt zijn, om het leven te kunnen geven
aan de Nieuwe Adam.
De zeven Aartsengelen corresponderen met de zeven
levensvreugden van de mens: het gezichtsvermogen, de reuk, de smaak, de
tastzin, het gehoor en tenslotte de gezondheid en de gemoedsrust.
De zeven planeten, uitgebeeld door hun traditionele
symbolen, beheersen de zeven voornaamste drijfveren van de mens. Deze zijn:
(zittend gezegd door):
Zon: De zucht
naar vermaak.
Maan: de hang
naar rijkdom.
Mercurius: de
dorst naar de kennis Gods.
Venus: de hang
naar levensgenietingen.
Mars: de drang
tot instandhouding van het menselijk geslacht.
Jupiter: de eerzucht.
Saturnus: het
streven naar sociaal aanzien.
V\
Adam: Al deze drijfveren, door de Schepper in ons hart geplant,
zijn de mens tot nut, zolang hij matigheid betracht. Wanneer hij zich te
buiten gaat, zullen zij zijn ziel verderven.
De vier driehoeken duiden thans op de vier hoofdvoorwaarden
voor een vredig en gelukkig leven:
Heb uw medemens lief;
Volhard op het Pad ver Volmaking;
Doe uw naaste gelijk u wilt, dat u wordt gedaan;
Vertrouw op de goedheid van de Schepper, tot in het
laatste uur, want: bij de dood gaan de ogen van de levenden open!
De drie kandelaars wijzen op de drie levensfasen van
de mens: jeugd, volwassenheid en ouderdom. Ook duiden zij op het drievoudige
Licht, dat zijn schijnsel onder ons verspreidt, om de mens te bevrijden
van de duisternis, van vooroordeel en onwetendheid, teneinde te komen tot
Licht, Waarheid en Volmaaktheid.
In de binnencirkel ontwaart u de gelijkzijdige driehoek,
die hier emblematisch is voor de goddelijke Triniteit. In die driehoek
schittert de stralende Zon. Zoals er maar één Zon is, om
de aarde te verlichten, zo is er slechts één Opperwezen.
Hem roepen wij aan bij onze arbeid en op onze reis op het Pad der Volmaking,
als enige bron van Licht, Leven en Waarheid.
De drie letters S in de hoeken van de gelijkzijdige
driehoek zijn de beginletters van de woorden Scientia, Sapientia en Sanctitas:
kennis en wijsheid voeren ons tot Heiligheid.
De grote driehoek, die deze symbolen omsluit, wijst
op de onmetelijkheid en de oneindigheid van het Opperwezen.
Dit is het einde van de tweede les.
V\
Adam keert terug naar zijn Troon.
V\
Adam: Br\ Waarheid, wil de neofiet
voor de Troon opstellen.
Ridder Cer\ Mr\
, vervul uw plicht en plaats de andere Kandd\
gelijk u bekend.
Ridders, in Orde!
Alle Kandd\
worden in U-vorm voor de Troon geplaatst.
V\
Adam: Bbr\ neofieten, in twee symbolisch
door u afgelegde reizen hebt u kennis kunnen nemen van de twee lessen waarin
de geheimen van natuur en mens aan u zijn onthuld.
Maar ook de Grote Les hebt u geleerd: die van de onverbrekelijke
samenhang tussen het Al en uw plicht, om die orde te bewaren en te onderhouden.
Van u zal thans opnieuw een belofte worden gevraagd.
Ik zal u deze voorhouden. Zij luidt:
Ik zal ernstig trachten de lessen van natuur en men
in mijn leven in praktijk te brengen.
Met al mijn vermogens zal ik ernaar streven het onvolmaakte
in en om mij te doen verkeren in het volmaakte en het Grote Werk te volbrengen.
Wil deze belofte tot de uwe maken door uw rechterhand
uit te strekken en gezamenlijk te zeggen: Dat beloof ik. Geschiedt.
Tot de neofiet:
Br\ , als mijn Zoon heb ik u onderricht in de
geheimen van het Grote Werk. Niet alleen hebt u de lessen van natuur en
mens in u opgenomen, maar door uw belofte hebt u zich voorgenomen ook daarnaar
te leven.
En dan kunt u de oude Adam afleggen en zal de nieuwe
Adam in u geboren worden.
Br\ Waarheid laat de neofiet
de witte mantel afleggen, het kleed van de oude Adam en bekleed hem met
de rode mantel. Geschiedt.
De Cer\
Mr\ neemt de witte mantel in ontvangst en overhandigt
Br\ Waarheid de rode mantel. Na de bekleding
stelt Br\ Waarheid de neofiet in het Teken van
de Goede Herder. Br\ Waarheid keert terug naar
zijn plaats.
V\
Adam: Bent u de nieuwe Adam, de Koning zonder smet?
Red\
: Het oude is voorbijgegaan. Ziet, alles is nieuw geworden!
Ik zie een nieuwe Hemel en een nieuwe Aarde.
De wildernis bloeit als een roos.
De woestijn is geworden tot een Hof van Eden,
waar vreugde en gelukzaligheid wonen.
Ik zie in de Hof van Eden een nieuwe Adam, in gebed
verbonden met de Eeuwige!
V\
Adam verlaat de Troon en begeeft zich naar de aangewezen neofiet. Hij doopt
zijn rechterduim in het water en trekt dan met de duim op het voorhoofd
van de Kand\ een cirkel met een middelpunt,
symbool van goud, de Zon en het Opperwezen. Hij zegt hierbij:
Met dit zegel wijd ik u tot Ridder van de Zon, Prins
Adept.
De overige Kandd\
worden door V\ Adam op dezelfde wijze tot Ridder
van de Zon gewijd. Daarna reikt de Cer\ Mr\
aan V\ Adam het kordon aan, waarop deze de Kand\
bekleedt met de woorden:
Ik bekleed u met dit kordon van de 28e
Graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus. Bbr\
in het O\ en op de Kolommen, herneemt uw plaatsen!
Ridder Cer\ Mr\
, wil mij bijstaan met het bekleden van de overige Ridders, als Ridder
van de Zon.
Geschiedt, V\
Adam begeeft zich naar zijn plaats op de Troon.
V\
Adam: Ridders, in Orde! V\
Adam heft zijn zwaard: In de Naam van de O\
B\ d\ H\
, uit hoofde van de macht mij verleend door de Opperraad voor het Koninkrijk
der Nederlanden, ontvang ik u en neem u aan in de 28e Graad
van de Alouden en Aangenomen Schotse Ritus. Dienovereenkomstig erken ik
u als Ridder van de Zon, Prins Adept, Ridder ….
Ridders van de Zon, herneemt uw plaatsen!
De Cer\
Mr\ zorgt ervoor dat ook de nieuwe Ridders gaan
zitten.
V\
Adam na een korte pauze: Nieuw-aangenomen Ridders van de Zon,
staat op. Geschiedt.
Ik zal u nu bekend maken met de geheimen, voorbehouden
aan de 28e Graad, waarvan u nu wettig kennis moogt nemen.
Het Heilig Woord is Adonai. Adonai is de naam, die
God gebood in gebeden tot Hem uit te spreken. Sindsdien plegen Adam en
zijn Zonen de Eeuwige met deze Naam aan te roepen, bevend van eerbied voor
Zijne Majesteit.
Het Paswoord is Stibium, de naam van de oerstof, ook
wel bekend als Antimoon.
De Ridder van de Zon stelt zich in Orde door op te
staan, te zien naar de Zon en de rechterhand te leggen op het hart, de
duim haaks, de vingers aaneengesloten.
Stelt u in Orde!
Het Teken wordt gemaakt door in deze stand de rechterarm
te strekken en met de rechterwijsvinger te wijzen naar de Zon, aldus geeft
het Teken.
Hiermee wordt aangeduid: er is slechts één
Bron van Waarheid.
De Aanraking wordt gegeven zoals u nu zal worden getoond.
De Bbr\ drukken elkanders handen, waarbij de
één zegt Alpha, de ander Omega. De
Cer\ Mmr\ komen van
hun plaats en demonstreren de Aanraking.
De Slagen zijn zes in getal, aldus * * * * * *.
Volgt mij hierin na! Geschiedt.
Deze slagen herinneren aan de zes dagen, waarin natuur
en mens zijn geschapen. Het devies van de 28e Graad is, zoals
u reeds is uiteengezet: Lux ex Tenebris', Licht uit de Duisternis.
Ridder Redenaar, wil uw getuigenis doen horen.
Red\
: De Geest Gods zweefde over de Duisternis, de Chaos van de
vormeloze oerstof, en formeerde daaruit Aarde en Water. De Eeuwige sprak:
'Er zij Licht en het Licht rees op uit de Duisternis'. De Eeuwige zag,
dat het Licht goed was en maakte scheiding tussen Lucht en Duisternis.
V\
Adam: Ridders van de Zon, in Orde! Geschiedt.
De lichten in het Heiligdom
worden afgezwakt en de Zon wordt verlicht.
Wijzende op de Zon, vanaf
zijn plaats op de Troon:
V\
Adam: Aanschouw de Eeuwige en Onoverwinnelijke Zon,
Stellato Sedet Solio, Bron van Licht en Leven;
die ons met zijn Licht overstraalt;
die bovenal onze Geest verlicht;
die de Duisternis van dwaling, vooroordeel, begeerte
en hoogmoed uit ons hart en onze ziel verdrijft, opdat onze ogen het Heiligdom
aanschouwen.
De Zon, die het levenwekkend Licht schenkt aan alle
mensen, opdat eens alle schepselen de Gaarde van het ware geluk mogen betreden.
De verlichting wordt na enige ogenblikken weer op
normale sterkte gebracht, waarna de Zon wordt gedoofd.
V\
Adam: Ridders van de Zon, herneemt uw plaatsen!
Ridder Cer\ Mr\
, ontdoe Br\ … van de rode mantel.
Br\ Waarheid, wat staat
ons thans nog te doen?
Br\
Waarheid: Vader Adam, voor heden is onze taak volbracht. Een
nieuwe schakel hebben wij toegevoegd aan de gulden keten, welke ons, als
bewaarders van de mysterieën van de Onoverwinnelijke Zon, verbindt
met vorige en volgende generaties, door het opnemen van onze nieuwe Ridders
van de Zon.
V\
Adam: Dan, Ridders van de Zon, draag ik u op terug te keren
tot de wereld, onder uw medemensen.
Laat hen delen in het ons geschonken Licht der Waarheid,
in hetwelk wij hoopvol streven naar het Koninkrijk van de nieuwe Adam,
de Hof van Eden. Draag met u mee de rijkdommen waarmee u hier, in ons Heiligdom
beladen bent en blijf daarvan de trouwe rentmeesters.
Sluiting
V\
Adam geeft één slag met het mallet, hetgeen wordt herhaald
door Br\ Waarheid.: Ridders van de
Zon, het is thans mijn voornemen over te gaan tot sluiting van dit Heiligdom.
In Orde, Ridders!
Br\ Waarheid, wanneer zijn
de Ridders van de Zon gewoon hun werk te beëindigen?
Br\
Waarheid: Als op aarde de Zon zich aan de Oosterkim verheft.
V\
Adam: Welke vorderingen hebben onze medemensen gemaakt op de
weg naar het ware Geluk?
Br\
Waarheid: Zij allen volgen hun alledaagse vooroordelen. Slechts
weinigen veroordelen deze en werpen hen af en slechts een enkeling slaagt
er in aan te kloppen aan de Poort van dit Heiligdom.
V\
Adam: Ridders van de Zon, laat ons dan heengaan en ons mengen
onder onze medemensen en hen aansporen de Waarheid te zoeken en trouw te
blijven.
Ik sluit deze bijeenkomst van Prinsen Adept.
Ziet op mij!
Allen geven het Teken en
de slagen.