Dit is de tekst van het rituaal zoals dat tegenwoordig
wordt gebruikt.
Voorbereiding
De Voorber\
dient zorgvuldig na te gaan, of alle uitgenodigde kandidaten aanwezig zijn.
Een complete lijst van de namen van de verschenen kandidaten dient tijdig
in handen van de Commandeur te worden gesteld.
Voorber\
: Bbr\ , alvorens tot de voorbereiding
over te gaan, wil ik u enige aanwijzingen geven, die voor een goede gang
van zaken nodig zijn.
Zoals u heeft kunnen vaststellen, zal een aantal Bbr\
tegelijkertijd in de 31e Graad worden opgenomen. Daar het onmogelijk
is alle kandidaten de in het rituaal voorkomende handelingen te laten uitvoeren,
wordt in de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus één van u
als de kandidaat aangewezen. Hij zal de initiatie daadwerkelijk
ondergaan. Ik vertrouw echter, dat alle andere kandidaten intensief bij
de arbeid betrokken zullen zijn en zo de over te dragen ideeën in
zich zullen opnemen. Voor de aanstaande initiatie is Br\
… als de kandidaat aangewezen.
Een andere maatregel is de plaatsing der kandidaten
in alfabetische volgorde. U zit thans in deze volgorde en u zult in de
Tempel eveneens in deze volgorde een kaartje met uw naam op de voor u bestemde
zetel vinden. Hierdoor wordt een nodeloos heen en weer lopen voorkomen.
Voor zover geen andere aanwijzing wordt gegeven, dient
u zich in Orde te stellen als Ridder Kadosh.
Thans de eigenlijke voorbereiding.
Bbr\ , Ridders Kadosh,
Ridders van de Zwart-Witte Adelaar, thans is het ogenblik aangebroken,
dat u wederom een schrede verder zult zetten op de weg, die de Schotse
Ritus u wijst. De Graad, waarin u heden zult worden opgenomen, is die van
Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur.
Deze Graad behoort tot de zesde klasse van de Aloude
en Aangenomen Schotse Ritus en is de eerste van de Consistoriegraden. Met
het verkrijgen van de 30e Graad bereikte u het eindpunt van
het maçonnieke stelsel van de Schotse Ritus, voorzover deze gericht
is op het ontwikkelen en verrijken van uw persoonlijke leven.
Na het NEC PLUS ULTRA te hebben beleefd, bent u weer
met de voeten op de aarde gekomen om nieuwe verantwoordelijkheden te dragen.
Teneinde u daarop voor te bereiden zal het eerst nodig zijn u te onderwerpen
aan het oordeel van uw lotgenoten op de levensweg.
De wijze waarop zulks zal geschieden, zult u aanstonds
ervaren bij uw initiatie in de eerste van de Consistoriegraden, de graad
van Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur.
Tijdens uw initiatie zult u kennis maken met de idealen
der Vrijmetselarij op het gebied van Recht en Rechtspraak.
De thematiek van deze graad maakt duidelijk dat deze
oorspronkelijk tot de graad Ridder Kadosh heeft behoord. Men heeft na de
oprichting van de eerste Opperraad in Charleston in 1801 het thema van
de Rechtvaardigheid: Justitia en Aequitas, verdeeld over twee graden. Daardoor
is een verwantschap met de graad Ridder Kadosh blijven bestaan en zult
u het thema, dat aanvankelijk betrekking had op de Tempelieren, met de
daarbij behorende veralgemening, in dit rituaal terugvinden in universele
zin. In uiterlijke vorm gaat het om het beslechten van geschillen als leden
van het daartoe ingestelde tribunaal van 'Groot-Inspecteurs'. Dáár
immers hadden zij geleerd de grote waarde te beseffen van de volstrekte
onpartijdigheid, van het onderzoeken van zichzelf alvorens over anderen
te oordelen en van het erkennen van eigen feilbaarheid.
Deze kennis en zelfkennis zijn voor een goede bestuurder
onmisbaar.
Het zal u duidelijk zijn, dat niet elk uwer tot een
besturende taak in de Schotse Ritus kan worden geroepen. Maar wèl
is de kans groot, dat u elders in de Vrijmetselarij bij de rechtspraak
wordt betrokken, voorzover zulks niet reeds is gebeurd. En op zulk een
post komt het moment, dat u zult moeten oordelen over een Broeder.
Het is goed om zich een dergelijke taak voor te bereiden.
De initiatie in de 31e Graad wil u daarbij steun bieden. In
de eerste plaats zal zij bij sommigen uwer de herinnering kunnen oproepen
aan hun ouden maçonnieke begrippen, die in sommige ritualen nog
heden worden gekend. Ik doel hierbij op de vier klassieke kardinale deugden:
Justitia of Rechtvaardigheid;
Temperantia of Gematigdheid;
Fortitudo of Geestkracht;
Prudentia of Voorzichtigheid.
Voor Justitia of Rechtvaardigheid en haar equivalent
en component de Aequitas of Billijkheid zal heden uw bijzondere aandacht
worden gevraagd.
Zij zullen ons bewust doen worden van de begrensdheid
van eigen rechten en van onze plicht ieder het zijne te geven.
Zonder deze beginselen zou de samenleving aan een
algehele verwarring ten prooi kunnen vallen. De Orde zou overgaan in Chaos.
Deze initiatie confronteert u opnieuw met het 'Ken
U Zelve' van de Leerling, want de Rechter moet zich van eigen zwakten bewust
zijn, alvorens die van een ander te kunnen beoordelen.
Het rituaal van heden brengt u eveneens de alles omvattende
Liefde van de Ridder van het Rozekruis in gedachten.
Wat u bij al die initiaties hebt ervaren, hebt u sindsdien
kunnen verwerken en uitbouwen. En dit zal u kunnen steunen, wanneer u geroepen
wordt te oordelen over anderen. Wie een oordeel moet vellen, weet dat hij
feilbaar is en dat falen ernstige gevolgen kan hebben.
Moge de initiatie van heden er toe bijdragen u voor
uw taak geschikt te maken. Ik hoop u door deze voorbereiding enig inzicht
te hebben verschaft in de ceremonie die u te wachten staat. Maar bovenal
hoop ik door deze inleiding uw geest en gevoel geopend te hebben voor de
indrukken, die u op het punt staat op te doen. Ik wens u derhalve een vruchtbare
ervaring toe en wens u van harte toe, dat de ceremonie u nog lang stof
tot overdenking zal verschaffen.
Laat ons in stilte de komst van de Ceremoniemeester
afwachten.
Opening van het Tribunaal
Groot-Mr\
geeft één slag met het gevest van zijn zwaard op de tafel
vóór hem; dit wordt herhaald door de Eminente Prior en de
Eminente Preceptor: Bbr\ , het is
mijn voornemen over te gaan tot de opening van dit Soevereine Tribunaal.
Br\ Bevelhebber der Wachters,
zijn wij naar behoren beveiligd?
Bev\
d\ W\ vervult zijn
plicht en onderzoekt dit. Teruggekeerd op zijn plaats, midden voor de toegangspoort,
groet hij de Groot-Mr\ met zijn zwaard:
Eerwaarde Groot-Meester, wij zijn veilig.
Groot-Mr\
: Eminente Prior en Eminente Preceptor, onderzoek of alle aanwezigen
Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur zijn.
Preceptor: Bbr\
, In Orde als Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur!
Allen stellen zich in Orde,
de handen gekruist voor het onderlichaam, links over rechts.
Prior: Geeft het
Teken!
Allen geven het Teken door
de gekruiste armen boven het hoofd te heffen en deze daarna te laten vallen.
Preceptor: Eerwaarde
Groot-Meester, alle Bbr\ hebben zich doen kennen
als Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur en hebben het recht en de plicht
om onder ons zitting te nemen in dit Soevereine Tribunaal.
Groot-Mr\
: Bbr\ , wij zijn in ons Tribunaal
verenigd teneinde recht te spreken over allen die zich niet hebben gedragen
overeenkomstig de regels en naar de geest van de maçonnieke Wet,
in het bijzonder over die Ridders Kadosh die de beginselen van de Ladder
ontrouw zijn geworden.
Bedenk wel: 'Met welk oordeel gij oordeelt, zult gij
geoordeeld worden. En met welke maat gij meet, zal u weder gemeten worden'.
Eminente Prior en Preceptor, welke hoge beginselen
zullen ons leiden?
Preceptor stelt zich in Orde:
Justitia
Prior stelt zich in Orde
en geeft vervolgens het Teken: Aequitas! Hierna
laat hij beide armen langs het lichaam vallen.
Groot-Mr\
: Bbr\ , nu wij zijn verenigd in dit
Tribunaal, deze Tempel van de Hoogste Deugd, vraag ik u: wilt u beloven
trouw te blijven aan deze beginselen van Recht en Billijkheid? Zo ja, steek
dan uw rechterarm uit onder het uitspreken van de woorden 'dat beloof ik'.
Allen geven het Teken van
Instemming en zeggen: Dat beloof ik!
Groot-Mr\
: Ter ere van de O\ B\
d\ H\ , onze Opperrechter,
in naam van Gerechtigheid en Genade, en uit hoofde van de macht mij verleend
door de Opperraad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus voor het Koninkrijk
der Nederlanden open ik dit Soeverein Tribunaal van Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur!
De Groot-Mr\
geeft met het gevest van zijn zwaard één slag; de Prior geeft
drie slagen; de Preceptor geeft drie slagen; de Groot-Mr\
geeft én slag.
Groot-Mr\
: Bbr\ , het Tribunaal is geopend.
Herneemt uw plaatsen.
Initiatie
Groot-Mr\
geeft met zijn zwaard één slag: Bbr\
, wij zijn hier bijeen teneinde een aantal Ridders Kadosh, die daartoe
waardig zijn bevonden, op te nemen in de eerste van de bestuurlijke graden
van de Schotse Ritus, die van Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur.
Br\ Cer\
Mr\ , vervul uw plicht en wil de kandidaten
tot vóór de Poort van dit Tribunaal geleiden.
De Cer\
Mr\ staat op zodra hij wordt aangesproken. Hij
begeeft zich naar buiten en vervult zijn plicht. Wanneer de kandidaten tot vóór de toegangspoort zijn geleid doet de Cer\
Mr\ de Voorber\ aankloppen
met de slagen van de 30e Graad ** ** ** *.
Groot-Mr\
: Br\ Bevelhebber der Wachten, wil
nagaan wie aanklopt als Ridder Kadosh.
Bev\
d\ W\ opent de poort
een vraagt: Wie voert u tot ons?
Voorber\
: Het zijn Ridders Kadosh, die verlangend zijn zitting te nemen
in dit Soevereine Tribunaal van Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur,
teneinde mede te oordelen over elk vergrijp tegen de maçonnieke
Wet.
Groot-Mr\
: Zijn zij bereid daartoe allereerst zichzelf te onderzoeken?
Voorber\
: Dat zijn zij zonder voorbehoud.
Groot-Mr\
: Geleid dan deze Ridders Kadosh in ons midden.
Alle kandidaten worden in
een enkele rij in het Westen opgesteld, met het gezicht naar het Oosten.
Na de Bede zullen de kandidaten, met uitzondering van de aangewezen kandidaat,
naar de hun toekomende plaats in de Kolommen worden geleid.
Groot-Mr\
: Bbr\ in het Oosten en op de Kolommen,
verheft u van uw zetels en stelt u in de houding van Trouw.
Red\
: Almachtige Opperste Bouwheer en Opperrechter des Heelals,
moge Uw zegen rusten op dit Tribunaal. Wil ons sterken in de zware verantwoordelijkheid
die wij op ons gaan nemen. Leid onze voeten op de paden der Waarheid, sterk
ons in onze goede voornemens en behoed ons voor dwaling, hartstocht en
vooroordeel.
Behoed ons ervoor anderen te richten met hardvochtigheid,
maar schenk ons het vermogen tot genade en mededogen. Zo moge het zijn!
Groot-Mr\
: Ridders Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur, herneemt
uw plaatsen!
Op dit moment worden de kandidaten
eveneens naar de voor hen bestemde plaatsen geleid. Alleen de aangewezen
kandidaat wordt geplaatst tussen de Prior en Preceptor.
Groot-Mr\
: Bbr\ kandidaten, met het bereiken
van de 30e Graad bent u aan het eindpunt gekomen van de maçonnieke
leerschool van de Schotse Ritus, voorzover deze erop is gericht uw persoonlijk
geestelijk leven te helpen ontwikkelen en verrijken.
Thans verzoekt u te worden toegelaten tot de bestuurlijke
graden. Niet langer zal van u worden verlangd dat u aan uw eigen persoonlijke
ontwikkeling arbeidt, oordelende slechts over u zelf. Nieuwe verantwoordelijkheden
zullen u worden opgelegd, die van u zullen verlangen dat u ook mede zult
oordelen over anderen, uw medemensen, uw medebroeders.
Daartoe zal het eerst nodig zijn, u op uw beurt te
onderwerpen aan het oordeel van uw lotgenoten op de levensweg. De wijze
waarop dit zal geschieden zal u aanstonds worden uiteengezet, waartoe ik
het woord geef aan Br\ Redenaar.
Red\
, zittend: De Orde van Groot-Uitverkoren Ridders Kadosh, tot
welke u reeds behoort, is ingericht overeenkomstig de regels die van kracht
waren in de geestelijke ridderlijke orden ten tijde van de Middeleeuwen.
Hiervan was de Orde van de Tempel wel het voornaamste voorbeeld.
De Bbr\ aan wie de eer
van ridderschap was toegevallen, namen daarbij heilige en dure verplichtingen
op zich, samengevat in orderegels. Zij bleven onderworpen aan al die regels,
die voor alle mensen golden, ongeacht rang of stand. Het ridderschap verhief
hen dus niet boven anderen, integendeel, het legde hun nog zwaardere verplichtingen
op. Het is mede op grond hiervan, dat deze ridders nimmer werden voorgeleid
aan wereldlijke of kerkelijke rechtbanken. Wanneer zij onrechtmatig hadden
gehandeld, of zelfs de eer van de ridderschap hadden geschonden, mochten
zij hun zaak voorbrengen binnen hun eigen orde, waarbij zij zich stelden
tegenover hun gelijken of 'peers'.
Iedere ridder kon ter verantwoording worden geroepen
wanneer daartoe aanleiding bestond, maar ook kon hij zich ongevraagd en
vrijwillig tegenover zijn medebroeders stellen, wanneer hij, gedreven door
oprecht berouw, schuld wilde bekennen.
De ridder die zich moest of wenste te verantwoorden
werd daartoe geleid in een samenkomst van alle leden der Orde, gepresideerd
door de hoogste in rang. Deze Raad werd aangeduid als 'Tribunaal'. Uit
het midden van dit Tribunaal werden, tijdens de zitting, Broeders aangewezen
die tot taak kregen de beschuldigde, of zichzelf beschuldigende ridder
aan te klagen, terwijl anderen op zich namen voor hem op te komen en hem
als 'Patronus' bij te staan.
Als alle kanten van de zaak waren voorgebracht, werden
alle aanwezigen verplicht hun oordeel te geven ten gunste of ten ongunste
van de beschuldigde Broeder. Hierna werd recht gedaan door het doen van
een uitspraak.
Door deze rechtspleging werden de hoge maatstaven van
ridderschap steeds opnieuw op indringende wijze aan alle leden der Orde
voorgehouden, hetgeen de innerlijke kracht van de Orde verstrekte.
Groot-Mr\
: Ridders Kadosh, u die zojuist ons Tribunaal bent binnengetreden,
zo zult u ook heden in de gelegenheid worden gesteld uzelf te stellen tegenover
uw gelijken. Dit Tribunaal is samengesteld uit die Ridders Kadosh die waardig
zijn bevonden over anderen te oordelen. Daartoe hebben zij in de eerste
plaats zichzelf onderzocht.
Indien het uw wens is te worden opgenomen onder de
Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur dient u eerst te worden getoetst
aan de hoge beginselen welke u eerder vrijwillig hebt aanvaard. Ik doel
op die deugden en eigenschappen, van welke de namen zijn aangebracht op
de Ladder in de Raadzaal van de Ridders Kadosh.
Thans vraag ik u: bent u bereid u te onderwerpen aan
het oordeel van uw gelijken in dit Tribunaal?
Zo ja, verheft u dan van uw zetels en toont uw rechterhand
onder het uitspreken van de woorden: "ik ben bereid".
De kandd\
geven hun Teken van Instemming en zeggen gezamenlijk: 'Ik ben
bereid'.
Groot-Mr\
: Ik neem hiervan akte.
Bbr\ Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur,
zijn er onder u die mij willen bijstaan in het belang van de aanklacht tegen
deze Ridders Kadosh, dan wel in het belang van hun verdediging?
De vooraf aangewezen Br\
Commandeur Fiscaal, gezeten in de N\ Kolom en
de Commandeur Patronus, gezeten in de Z\ Kolom,
staan op en zeggen gelijktijdig: Ik ben bereid, Eerwaarde Grootmeester.
Groot-Mr\
: Eminent Prior en Preceptor, doet uw plicht!
Preceptor: Br\
op mijn Kolom, u zult worden belast met de aanklacht tegen de hier verschenen
Ridders Kadosh. De Preceptor staat op en stelt
zich in Orde. Uw opdracht zal zijn de Gerechtigheid: JUSTITIA.
De Preceptor gaat zitten.
Prior: Br\
op mijn Kolom, en zo zult u zich belasten met de verdediging. De
Prior staat op, stelt zich in Orde en geeft het Teken. Uw opdracht
zal zijn Billijkheid: AEQUITAS! De Prior herneemt
zijn plaats.
Groot-Mr\
: Br\ te ener zijde, zo benoem ik
u voor de duur van deze zitting tot Commandeur Fiscaal en u, mijn Br\
te anderer zijde tot Commandeur Patronus.
Bbr\ Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur,
leden van dit Tribunaal, u kent uw plicht. Uw medebroeders hebben hun lot
in uw handen gelegd. Ik herinner u aan de beproefde regel van hoor en wederhoor,
dat wil zeggen: 'hoor de ene, maar hoor ook de andere zijde'. Wik en weeg
al hetgeen in dit Tribunaal naar voren zal worden gebracht en toets alles
met recht en billijkheid.
Ik geef thans het door aan Br\
Redenaar.
Red\
: Ridders Kadosh, wanneer u wenst recht te spreken over anderen,
dan zult u allereerst uzelf dienen te onderzoeken. De geestelijke mens
heeft zich, in alle tijden en in alle hoge beschavingen, dit oordeel voorgesteld
als een Gericht.
Reeds in Egypte van het Oude Rijk kende men de voorstelling
van de Weegschaal als een symbool van het Laatste Oordeel. Het hart van
de afgestorvene, symbool van zijn ziel, werd in de ene schaal van de balans
gewogen tegen een veer, gelegd in de andere schaal. Werd de ziel te licht
bevonden, dan bleef hem de toegang tot het rijk van Osiris ontzegd, zo
niet, dan werd hij door Horus tot Osiris geleid teneinde in het eeuwige
rijk te worden opgenomen en het brood der onsterfelijkheid te eten.
Salomo spreekt in het boek Prediker als van 'het Gericht
dat God zal oefenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Vrees God,
onderhoud Zijn geboden, want God zal ieder werk in het Gericht brengen,
met al wat verborgen is, hetzij goed, hetzij kwaad.'
En de zwaar beproefde Job roept uit: 'Weeg mij in
een rechte weegschaal en God zal mijn oprechtheid weten'.
Maar, Ridders Kadosh, niet alleen deze voorstelling
van het oordeel als een gericht is van alle tijden en alle beschavingen.
Ook de hoogste normen zelf, waaraan wij immers ons handelen dienen te toetsen,
stemmen met elkaar overeen. Zij zijn een onfeilbaar richtsnoer, gelijk
het Schietlood.
Welke betekenis heeft niet de Mozaïsche wetgeving
gehad voor talloos velen, van generatie tot generatie!
Denken wij aan Socrates, die liever onschuldig de
gifbeker koos dan dat de rechtsorde geschonden zou worden.
Mohammed maant de gelovige dat in het laatste gericht
de weegschaal zal worden opgesteld. 'Elke goede daad en elke kwade daad,
hoe gering ook, zal worden vergolden.'
En tenslotte Jezus van Nazareth, die ons een Nieuwe
Wet gaf, die van naastenliefde en ons maande eerst de balk uit het eigen
oog te verwijderen, opdat men scherper kan zien om de splinter uit het
oog van de broeder weg te nemen.
Het is deze laatste, die ons oproept tot zelfoordeel,
alvorens te oordelen: 'Met welk oordeel gij oordeelt, zult gij geoordeeld
worden. En met welke maat gij meet, zal u weder gemeten worden.' 'Wie oren
heeft, die hore'.
Groot-Mr\
: Ridders Kadosh, zo zult u dan heden gewogen worden ten overstaan
van een Aardse Vierschaar, gesymboliseerd in dit Tribunaal.
Bbr\ Fiscaal en Patronus,
ik geef u thans gelegenheid tot het onderzoek van deze Ridders Kadosh,
en tot hun verdediging. Vervult uw plicht!
De Comm\
Fiscaal komt van zijn plaats, loopt op de aangewezen kand\
toe en stelt zich vóór hem op. Voor hem geldt, zoals dit
ook voor de Comm\ Patronus het geval is, dat
hij wat minder strak, vrij door het midden van de Raadzaal kan bewegen.
De handeling van dit gedeelte van het rituaal is minder 'ritueel' en iets
meer 'dramatisch'.
Comm\
Fiscaal: Ridder Kadosh, ik roep u ter verantwoording als mens,
als Vrijmetselaar en als een mederidder Kadosh, ten overstaan van onze
gelijken, hier in dit Tribunaal verenigd.
En zo begin ik dan u te herinneren aan de zevenvoudige
Belofte, welke u hebt afgelegd bij uw opneming als Kadosh. Op de sporten
van de Ladder zijn de zeven deugden en eigenschappen vermeld welke u beloofd
hebt na te streven en u eigen te maken.
Mijn aanklacht moet deze zijn: u hebt niet éénmaal,
maar zevenmaal deze deugden verloochend en uw beloften geschonden.
De eerste Belofte luidde: 'Gerechtigheid zal ik onderhouden'.
Overdenk voor een ogenblik de vraag die ik u nu ga
stellen: hebt u steeds gerechtigheid onderhouden? Hebt u zich wel voldoende
verre gehouden van partijdigheid, vooroordeel en wraak? Deze wereld is
zo vol onrecht, dat u uw handen wel bezoedeld moet hebben om u staande
te kunnen houden.
Comm: Patronus, komt snel
van zijn plaats en begeeft zich naar de Comm\
Fiscaal en de kand\ : Br\
Fiscaal, sta mij toe hier de Ridder Kadosh te hulp te komen.
Ik wil u erop wijzen, dat in eerder verworven graden
deze Br\ getoond heeft dat het hem ernst is
met deze Belofte. In de graad van Provoost en Rechter is het eerste besef
van gerechtigheid al bij hem gewekt. Hierin, en ook in die van Elu, heeft
hij erkend dat wraak en vergelding nimmer grondslag kunnen zijn van ware
gerechtigheid. Als Kadosh heeft hij geleerd dat de strijd tegen het onrecht
niet wordt gevoerd met de tong van de lasteraar of de dolk van de struikrover,
maar met het zwaard van de geest.
Comm\
Fiscaal: Dan klaag ik u aan dat u uw tweede Belofte onvoldoende
bent nagekomen. Deze luidde: 'Zuiverheid van geest zal ik nastreven'.
Hebt u niet herhaaldelijk uw stoffelijke belangen
als eerste nagejaagd, het geestelijke opgeofferd aan de stof?
Comm\
Patronus: Onze Br\ kan niet worden
verweten dat hij de volmaakte zuiverheid van geest niet heeft bereikt,
zijn Belofte houdt slechts in hiernaar voortdurend te blijven streven.
Als Ridder van St. Andreas heeft hij het Rijk van de Priester Johannes
betreden om zijn taak te vervullen 'in geest en waarheid'.
Comm\
Fiscaal: De derde Belofte luidde: 'Zachtmoedigheid zal ik betonen'.
Hoe vaak hebt gij niet uw handelen gekenmerkt door hardheid en hardvochtigheid
en trots? Is het niet te zelden, dat u de zachte krachten hebt aangewend,
dat u hebt gediend in plaats van geheerst?
Comm\
Patronus: Die zachte krachten, waarvan u spreekt, vinden hun
bekroning in de Liefde van Mens tot Mens. Als Ridder van het Rozekruis
heeft onze Br\ de grote deugden van Geloof,
Hoop en Liefde leren kennen en uitdragen. Het is de Liefde, dia alles verdraagt,
die hem van de waarde van barmhartigheid en zachtmoedigheid heeft doordrongen.
Comm\
Fiscaal: 'Waarachtigheid zal uw kenmerk zijn'. Dat hebt u bij
uw vierde Belofte voorgenomen. Ik kan dit niet anders uitleggen dan dat
u op alles, wat u zegt en doet dit kenmerk hebt aangebracht. Uw gehele
handel en wandel moet die waarachtigheid uitstralen. Durft u te zeggen
dat dit steeds het geval is geweest? Is de leugen om bestwil u onbekend?
Hebt u nooit water in uw wijn gedaan om gemakkelijker uw doel te bereiken?
Comm\
Patronus: Onze Br\ heeft al bij de
aanvang van zijn maçonnieke leven het onfeilbare Schietlood gehanteerd,
het Richtsnoer dat hem de eerste beginselen van waarachtigheid heeft bijgebracht.
Oprecht heeft hij steeds gehandeld.
Comm\
Fiscaal: Dan vraag ik thans aan deze Ridder Kadosh, hebt u het
Grote Werk volbracht, zoals u hebt beloofd? Hebt u zich niet vaak tevreden
gesteld met de kleine successen, de beuzelarijen van alle dag?
Comm\
Patronus: Als Prins van de Libanon, Ridder van de Koninklijke
Bijl heeft onze Br\ zijn Grote Werk met ijver
aangevangen. De gestage vrijmetselaarsarbeid heeft hij niet geschuwd. Als
Ridder van de Zon heeft hij zijn werk aanvaard en bekroond gezien. Het
oordeel hierover wacht hij met vertrouwen af.
Comm\
Fiscaal: Dan kom ik tot mijn zesde aanklacht: 'Tegenslagen,
lasten en leed, en het ongelijk dat mij niet toekomt, zal ik verdragen'.
Hebt u zich niet herhaaldelijk verhoogd, verheven boven anderen, uw eigen
gelijk verdedigd, leed en lasten op anderen afgewenteld?
Comm\
Patronus: De bereidheid tot het aanvaarden van tegenslagen,
leed en offer heeft onze Br\ op zijn levensweg
meermalen getoond. Heeft hij niet de Bittere Beker aanvaard en geledigd
tot op de bodem? De uiterste beproeving van de Meester-Vrijmetselaar is
hem niet bespaard gebleven. Hij heeft vrijwillig het Kruis aanvaard en
zo zijn offer gebracht. Zou hij dan de overige tegenslagen, het leed en
het ongelijk niet aanvaarden?
Comm\
Fiscaal: Tenslotte hebt u de zevende en laatste Belofte afgelegd,
dat 'waardering, begrip en beleid steeds uw handelen zouden bepalen'. Ik
klaag u aan dat u wel waardering voor uzelf van anderen hebt geëist,
maar dat u steeds tekort bent geschoten om diezelfde waardering ook aan
uw medemens toe te dragen. En durft u uw eigen beperkte inzicht 'begrip'
te noemen? En hebt u met beleid gehandeld door ieder het zijne te geven,
of hebt u liever uzelf bevoordeeld?
Noemt u dat beleid?
Comm\
Patronus: Onze Br\ is hier verschenen
om de beginselen van Justitia en Aequitas beter te leren doorgronden. Hij
hoopt hierdoor te groeien in inzicht, waardering en begrip. Op dit punt
moet ik vragen hem het voordeel van de twijfel te gunnen.
Comm\
Fiscaal: Eerwaarde Grootmeester, Eminent Prior en Preceptor,
Eerwaarde Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur!
U hebt gehoord welke aanklacht ik tegen onze Ridder
Kadosh heb ingediend. Zeven maal heeft hij een ernstige Belofte afgelegd,
om zich deugden en eigenschappen te verwerven, en deze verder te onderhouden,
die hem zouden kunnen maken tot een ware Kadosh, hetgeen wil zeggen 'Zuivere'.
Wanneer hij al deze voornemens gestand zou hebben gedaan, dan zou hij waarlijk
hebben kunnen uitroepen: NEC PLUS ULTRA (niet is hoger). Dan had hier voor
u gestaan een volleerde en volmaakte Vrijmetselaar, een zuivere Ridder,
vrij van welke blaam ook.
Zó iemand is waardig om te worden opgenomen
in dit Tribunaal.
Het Zelfonderzoek, waaraan deze Ridder Kadosh zich
thans onderwerpt, kan geen andere uitkomst geven dan die van schuld: wat,
misschien in ernst, is beloofd, kon niet worden waargemaakt. Ik acht hem
onwaardig om door ons te worden aanvaard en eis dat hij terugkeert naar
de Raadzaal van de Ridders Kadosh, om zich verder te vervolmaken. Misschien
kan hij dan eens opnieuw aankloppen aan de toegangspoort tot dit Soeverein
Tribunaal.
De Comm\
Fiscaal begeeft zich naar zijn plaats en gaat zitten.
Comm\
Patronus: Eerwaarde Grootmeester, Eminent Prior en Preceptor,
Eerwaarde Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur!
De Comm\ Fiscaal heeft
welwillend toegestaan dat ik hem steeds heb onderbroken om de wille van
wederhoor. Thans kom ik tot mijn pleitrede. En ook ìk keer in gedachten
terug naar de Raadzaal van de Kadosh en de Ladder met de zeven opschriften.
De Commandeur Fiscaal heeft steeds getracht de Ridder
Kadosh te toetsen aan datgene wat hij als hoogst bereikbaar doel, als ideaal,
heeft toegezegd te zullen nastreven. Ik meen dat hij zelf hierin te hard
en te onbuigzaam is geweest. Er zijn twee argumenten, die ik thans ten gunste
van de Ridder Kadosh wil aanvoeren.
In de eerste plaats: mag men de mens, de Vrijmetselaar
en de Ridder Kadosh, meten met de maat waarmede dit is geschied? Geeft
de Vrijmetselarij juist niet een voorbeeld van hoe ons gedrag zou moeten
zijn, stelt zij ons niet het hoogst-bereikbare ideaal voor ogen? Zelfs
de grootste wetgevers in de geschiedenis van de mensheid erkennen dat men
van niemand mag verlangen dat hij volmaakt zal kunnen leven en handelen.
Maar wèl mag worden verwacht dat de mensen zich zullen voornemennaar
dat hogere ideaal te streven en ernstig zullen trachten het hoogste gebod
na te komen.
Het gaat ons niet om het bereiken van het doel, maar
om het ernstige streven naar dat ideaal. Aan deze overwegingen voeg ik
nog een tweede argument toe.
Men zou elk van de deugden en eigenschappen, vermeld
op de Ladder van de Ridders Kadosh, afzonderlijk te kunnen beschouwen,
ook om er het eigen handelen of dat van anderen aan te toetsen. Maar op
de Ladder zijn al deze deugden samengebracht tot één geheel.
De Ladder voert de mens omhoog, tot het hoogst bereikbare ideaal, wanneer
deze al die deugden en eigenschappen tot één samenhangend
geheel kan verenigen. Dan pas is men iemand 'uit één stuk';
dan pas mag men zich een Kadosh, een Zuivere noemen.
Maar wij weten dat deze voorstelling inderdaad een
ideaal uitbeeldt. Wie zal van zichzelf zeggen dat hij alles heeft bereikt,
dat er geen hoger meer is, dat men een 'Zuivere' is. Die aanmatiging zelf
al zou afbreuk doen aan wat men meent te hebben bereikt.
Niemand van ons, ook niet de hier staande Ridder Kadosh,
zal willen zeggen dat zijn Grote Werk nu al is volbracht en dat het hoogste
punt is bereikt.
Als u dan straks zal worden gevraagd te oordelen of
deze Ridder Kadosh 'waardig' of 'onwaardig' is, zo herinner ik u nu reeds
aan de woorden van één van de grootste wetgevers aller tijden,
die heeft gezegd: 'Wie van u zonder zonden is, werpe de eerste steen'.
Hij gaat naar zijn plaats
en gaat zitten.
Groot-Mr\
: Wanneer in de ridderlijke orden een Broeder was aangeklaagd
wegens enig door hem gepleegd vergrijp, werd hij tenslotte in de gelegenheid
gesteld zijn schuld te bekennen dan wel zijn onschuld te betuigen.
Ridders Kadosh, u zult begrijpen wat thans van u zal
worden verlangd. Dit is een ernstig ogenblik! Zo zeg ik dan tot ieder van
u: ga bij u zelf te rade; onderzoek uw hart, tot in de diepste schuilhoeken.
Laat uw hoogste rechter over u oordelen en ga zijn oordeel niet uit de
weg.
Enige ogenblikken van stilte
worden in acht genomen.
Wanneer u oordeelt dat u hebt gefaald, dat u onwaardig
bent om over anderen te oordelen, sta dan op, buig het hoofd, en stel u
in de houding van Trouw door de hand op het hart te leggen. Laat dan de aangewezen
kandidaat voor u allen spreken.
Alle kandd\
gaan op een teken van de Cer\ Mr\
aan het einde van hun Kolom staan. Zij buigen het hoofd en leggen de hand
op het hart.
Kand\
(voorgezegd): Wij zijn onwaardig. Maar iets in ons doet ons
vertrouwen in uw Broederliefde.
Groot-Mr\
: Bbr\ Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur,
u hebt kennis kunnen nemen van hoor en wederhoor. Ook hebt u akte kunnen
nemen van de van zelfkennis getuigende woorden van de hier verschenen Ridders
Kadosh. Ik draag u op thans tot uzelf in te keren en alles overwegende
uw oordeel te vormen.
Opnieuw worden enige ogenblikken
van stilte in acht genomen.
Bbr\ Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur,
thans vraag ik u: acht u naar eer en geweten de hier verschenen Ridders
Kadosh onwaardig om onder ons zitting te nemen, zo blijf dan zwijgend op
uw plaats zitten. Doch, indien u hen waardig acht, wilt dan, op mijn teken,
opstaan en uw rechterhand uitstrekken onder het uitspreken van de woorden
'zij zijn waardig'.
De Groot-Mr\
geeft één slag met het gevest van zijn zwaard.
Allen staan op, geven het
gevraagde teken en roepen uit: Zij zijn waardig! Allen
blijven staan.
Groot-Mr\
: Ridders Kadosh, zo bent u dan waardig gekeurd om onder ons
zitting te nemen als Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur, en wel door
de unanieme stemmen van uw gelijken. Weest dit vertrouwen steeds waardig!
Herneemt uw plaatsen, Bbr\
!
Allen nemen plaats. De Groot-Mr\
richt zich tot de Comm\ Fiscaal en Patronus:
Bbr\ Commandeurs Fiscaal en Patronus (deze
staan op), u hebt u thans gekweten van uw plicht jegens de Orde
en uw medebroeders. Ik ontsla u van uw taak, maar houdt u gereed opnieuw
uw plicht te doen, wanneer weer beroep op u wordt gedaan in het belang
van Recht en Billijkheid.
De Comm\
Fiscaal en Patronus gaan zitten.
Br\ Cer\
Mr\ , geleid de aangewezen kandidaat naar het
Altaar. Geschiedt. Leg zijn rechterhand
op het Zwaard der Gerechtigheid en laat hem met zijn linkerhand de Weegschaal
omhoog heffen, opdat hij de vereiste Belofte van een Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur
aflegge.
De 1e Cer\
Mr\ legt de hand van de kand\
op het Zwaard. De 2e Cer\ Mr\
geeft de Weegschaal aan, die de kand\ met de
linkerhand omhoog heft.
Bbr\ Cer\
Mmr\ , stelt thans de overige kandidaten achter
de Br\ …, opdat allen de Belofte afleggen onder
het uitsteken van de rechterhand.
Eerwaarde Bbr\ Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur,
in het Oosten en op de Kolommen, stelt u in Orde!
De Groot-Mr\
begeeft zich naar de O\ zijde van het Altaar.
Br\ …, zeg mij de volgende
Belofte na:
'Ik, …, beloof steeds met strikte onpartijdigheid
te zullen oordelen. Daartoe zal ik het Zwaard van Gerechtigheid voeren.
In al mijn handelen zal ik de Weegschaal voor ogen houden en billijkheid
nastreven. Dit alles beloof ik plechtig, temidden van mijn Broeders, in
dit Soeverein Tribunaal van Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur'.
Bbr\ kandidaten, één
van u heeft voor u allen de vereiste Belofte afgelegd. Wilt u nu deze Belofte
tot de uwe maken door uw rechterhand uit te strekken en mij na te zeggen:
'Dat beloof ik'.
Nadat dit is geschied, zegt
de Groot-Mr\ tot de aangewezen kand\
: Ik zal u thans bekleden met het kordon van de Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur.
Nadat dit is geschied, begeeft
de Groot-Mr\ zich naar de overige kandd\
en zegt dan: Bbr\ Cer\
Mmr\ , wil mij bijstaan de overige zojuist aangenomen
Bbr\ te bekleden als Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur.
Hierna keert de Groot-Mr\
terug naar de Troon.
Groot-Mr\
: Bbr\ in het O\
en op de Kolommen, in Orde!
De Groot-Mr\
heft zijn Zwaard omhoog en vervolgt: Ter ere van de Opperbouwmeester
des Heelals, ons aller Opperrechter, en krachtens de macht mij verleend
door de Opperraad voor het Koninkrijk der Nederlanden neem ik u op in de
31e Graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus en erken
dienovereenkomstig als Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur de Bbr\
….
Bbr\ , herneemt uw plaatsen!
Nieuw toegetreden Bbr\
, nu u bent opgenomen als leden van dit Tribunaal, zal ik u thans bekendmaken
met de geheimen, voorbehouden aan de 31e Graad.
De Groot-Mr\ stelt zich
in Orde.
De Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur stelt zich
in Orde op deze wijze, door beide armen uitgestrekt te kruisen vóór
het onderlichaam, de linker over de rechter.
Het Teken wordt gemaakt door de gekruiste armen omhoog
te heffen tot boven het hoofd, aldus: (geeft het
Teken).
De Aanraking wordt gegeven zoals u thans zal worden
getoond. Men geeft elkaar de linkerhand, en legt daarna de vrije rechterhand
op de rechterschouder van de andere Br\ , aldus:
De 1e en 2e
Cer\ Mr\ komen van
hun plaatsen, stellen zich op in het midden van de Raadzaal en tonen de
Aanraking zoals beschreven.
In deze houding worden de Woorden gewisseld als volgt:
de vrager zegt: Justitia
het antwoord is: Aequitas
daarna zeggen beide Bbr\
: Zo zij het!
De 1e en 2e
Cer\ Mr\ wisselen
de Woorden als bovenomschreven en begeven zich weer naar hun plaatsen.
Groot-Mr\
: De slagen zijn negen in getal: 1 - 3 - 4- - 1.
Eminent Prior, sta mij bij!
De Prior en Preceptor zijn
de Groot-Mr\ behulpzaam bij het uitvoeren van
de slagen. De Groot-Mr\ geeft met het gevest
van zijn zwaard één slag, de Eminent Prior geeft drie slagen,
de Eminent Preceptor geeft vier slagen en tenslotte geeft de Groot-Mr\
één slag.
Groot-Mr\
: Deze slagen kunnen op verschillende manieren worden verklaard.
Zo zegt met dat 1 is God, de O\
B\ d\ H\
;
3 is de Geest;
4 is de stof, en
1 is de Absolute Eenheid.
Nieuw toegetreden Bbr\
, neemt plaats!
Overige Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur,
staat op. Ik nodig u uit de nieuw-aangenomen Bbr\
te begroeten op de wijze als gebruikelijk in dit Tribunaal. In Orde! Geeft
het Teken! Ziet op mij!
Allen volgen de Groot-Mr\
na en geven de slagen 1 - 3 - 4 - 1.
Groot-Mr\
: Herneemt uw plaatsen!
Een passend stuk muziek kan
ten gehore worden gebracht.
Groot-Mr\
, zittend: Eerwaarde Bbr\ Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur
en vooral gij, die heden zijt aangenomen in de 31e Graad, de
versierselen die u draagt tonen uw rang als Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur.
U zult u daarop niet beroemen, maar juist de verantwoordelijkheden indachtig
zijn die u zijn opgelegd.
Als inspecteur wordt van u verwacht dat u uw handelen
steeds nauwgezet zult onderzoeken. Als Inquisiteur zult u uzelf aan de
hoogste norm meten. Indien u dit in acht neemt, zult u beter in staat zijn
om als commandeur leiding te geven, zowel in de Orde als in uw eigen dagelijkse
leven.
Wie en wat wij ook zijn, welke positie wij bekleden
in de samenleving, steeds zullen wij moeten beslissen, kiezen, oordelen
en afwegen. De door ons te nemen beslissingen kunnen soms vèrstrekkende,
misschien wel wereldwijde gevolgen hebben, maar zij kunnen ook onze onmiddellijke
omgeving, ons werk, ons gezin of alleen maar onszelf betreffen. Maar al
deze beslissingen dienen te worden genomen onder toepassing van de hoogste
beginselen van onpartijdigheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid.
Het Recht leidt dan ons handelen. Met het Zwaard der
Gerechtigheid scheiden wij recht en onrecht, goed en kwaad, trouw en ontrouw.
Soms is de Wet hard en koud. Een al te straffe toepassing
daarvan kan zelfs voeren tot het grofste onrecht.
En dan wordt een ander beginsel van kracht, dat wij
noemen Redelijkheid en Billijkheid. Deze billijkheid hebben wij leren kennen
als de Aequitas, het complement van het Recht, de Justitia.
Aequitas is de zachte kracht, die ons rechtsoordeel
ombuigt, omvormt en tenslotte verheft tot Hogere Gerechtigheid.
Dit samengaan van Justitia en Aequitas tot de synthese
van de Ware Gerechtigheid wordt ons voorgehouden in deze, zo belangrijke
31e Graad van onze Schotse Ritus. Aldus is deze graad de noodzakelijke
aanvulling en het onmisbare complement van de voorafgaande 30e
Graad.
De Groot-Mr\
komt nu van zijn plaats, begeeft zich naar de O\
zijde van het Altaar en stelt zich daar op, met in de linkerhand het Zwaard
en in de rechterhand de Weegschaal, en vervolgt: Eerwaarde Bbr\
Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur, gaat dan uit in de wereld met
in uw hand het Zwaard van Recht en Justitia, met de andere hand opheffende
de Weegschaal van milde Redelijkheid en Aequitas.
Zo zend ik u nu heen tot die wereld, die hongert en
dorst naar Gerechtigheid.
De Groot-Mr\
plaatst het Zwaard en Weegschaal terug en keert naar zijn Troon, waar hij
gaat zitten.
Sluiting van het Tribunaal
Groot-Mr\
geeft één slag met zijn zwaard, welke wordt herhaald door
de Prior en de Preceptor: Bbr\ het
is mijn voornemen over te gaan tot sluiting van dit Soevereine Tribunaal.
Eminente Prior, wanneer breekt voor een Groot-Inspecteur-Inquisiteur-Commandeur
het uur van rust aan?
Prior: Wanneer
alle verplichtingen zijn nagekomen.
Groot-Mr\
: Heeft dat uur geslagen, Eminente Prior, en is onze taak volbracht?
Prior: Geen mens
vervult volmaakt al zijn plichten. Zij werkzaamheid eindigt eerst in het
graf.
Groot-Mr\
: Eminente Preceptor, is er bij dit Tribunaal nog voorgebracht
enig vergrijp dat niet werd bestraft, enige klacht die niet werd gehoord,
of enig onrecht dat niet werd hersteld?
Preceptor: Geen
enkele, Eerwaarde Groot-Meester.
Groot-Mr\
: Bbr\ , waar wij heden ernstig hebben
getracht Justitia en Aequitas te verbinden tot Hogere Gerechtigheid, zo
kan ik gerust over gaan tot beëindiging van de werkzaamheden van dit
Tribunaal.
In Orde, Bbr\ !
Moge de Opperrechter des Heelals ons behoeden voor
een haastig oordeel, en mogen wij oordelen zoals wij ook hopen geoordeeld
te worden.
De Groot-Mr\
geeft met het gevest van zijn zwaard één slag; de Prior geeft
drie slagen; de Preceptor geeft drie slagen; de Groot-Mr\
geeft én slag.
Groot-Mr\
: Ik verklaar dit Soevereine Tribunaal van Groot-Inspecteurs-Inquisiteur-Commandeur
voor gesloten.
Bbr\, geeft het Teken.
Geschiedt.
Ziet op mij!
Allen geven de slagen 1 -
3 - 4 - 1.