1932 ORDRE SOUVERAIN ET MILITAIRE DU TEMPLE DE JERUSALEM


"Want de tragedie is niet een imitatie van mensen, maar van handeling en van de werkelijkheid van het leven. Dientengevolge handelen de personen niet om de karakters te imiteren, maar ter wille van de handeling betrekken zij een karakter erbij. Daarom zijn de gebeurtenissen en de mythe het doel van de tragedie. Het doel echter is het belangrijkste van alles. Bovendien zou er zonder handeling geen tragedie tot stand komen, maar zonder karakters wel."
( Aristoteles, Poetica )

 

‘L’Ordre souverain et militaire du Temple de Jérusalem’ ( OSMTJ ) of ‘Sovereign Military Order of the Temple of Jerusalem’ ( SMOTJ ) of ‘Ordo Supremus Militaris Templi Hierosolymitani’ is momenteel uitgegroeid tot een internationaal verspreidde Orde met talrijke leden. Zij hebben een ‘Grand Prieuré’ ( vergelijkbaar met Grootloge ) in Duitsland, Groot-Brittannië, Oostenrijk, België, Brazilië, Canada, Denemarken, IJsland, Israël, Italië, Japan, Groothertogdom Luxemburg, Noorwegen, Polen, Schotland, Spanje, Finland, Frankrijk, Nederland, Hongarije, Ierland, Portugal, Rusland, Zweden, Zwitserland, Oekraïne, Verenigde Staten en de NATO.

Zij beweren de opvolgers te zijn van de Tempeliersorde uit de Middeleeuwen.

De geschiedenis van deze Orde heeft een zeer twijfelachtig verleden en op basis van de gegeven historische elementen kunnen we alleen maar concluderen dat deze Orde, noch enige andere Orde, die beweert afkomstig te zijn van de Tempeliers, een rechtsreeks binding heeft met de Middeleeuwse Orde.

Het begin van deze Neo-Tempelierordes vinden we in de gehele geschiedenis terug. In vorige hoofdstukken maakten we kennis met baron Karl Gotthelf Von Hund ( 1722 - 1766 ) met de luisterrijke inwijdingsnaam ‘Carolus Aques ab Ense’ die beweerde dat zijn rite ‘Die strikte Observance’ afkomstig was van de Tempeliers. In de 18° eeuw werden de beweringen van Von Hund als ‘niet bewezen’ beschouwd. Hetzelfde scenario herhaalt zich in de negentiende eeuw.

De eerst volgende figuur die van zich laat horen als de voortzetter van deze Orde was Bernard-Raymond Fabré-Palaprat ( 1777 - 1838 ).

In vorige hoofdstukken bespraken we de binding die er bestond tussen de vader van Joséphin Péladan, Louis Adrien Péladan ( 1815 - 1890 ) en een Tempeliersorde in Zuid-Frankrijk.

In het hoofdstuk van ‘L’Ordre de la Rose-Croix Catholique et Esthetique du Temple et du Graal’ zagen we hoe Emile Dantinne ons zijn verhaal deed van de broeders Francis Vurgey en Nicolas Brossel. Desondanks dat Emile Dantine hier verder met geen woord over rept hebben we toch een spoor gevonden dat niet onbelangrijk is. In navolging van Fabré-Palaprat werden er in 1840 statuten gemaakt en gepubliceerd die gewag maken van de Tempeliersorde onder de naam ‘L’Ordre du Temple’.

Op 13/11/1894 was er een internationale bijeenkomst van alle Tempelierordes, uitgezonderd de Orde van Groot-Brittannië, te Bussel. Er zou een internationaal secretariaat worden opgericht onder de verantwoordelijkheid van Vurgey en Brossel. Zij werden later opgevolgd door Selliers de Moranville, Georges le Clément de Saint-Marcq, Georges le Roy van Daems, Oscar Jamar, Arthur van Hecke, Carlos Mosias en Joseph Daems.

Op 19/1/1932 werd te Brussel door de broeders Joseph Cleeremans, Gustaaf Jonckbloedt en Théodore Covias een Belgische vereniging opgericht onder de naam ‘L’Ordre souverain et militaire du Temple’. Het hele gebeuren werd gepubliceerd in het Staatsblad van 20 januari 1933.

Deze Orde kende internationaal 3500 leden. Van deze Orde kreeg Harvey Spencer Lewis een charter op 10/8/1933. Dit document werd voor het eerste gepubliceerd in het officiële Amorctijdschrift ‘Rosicrucian digest’ van december 1933.

Op 1/10/1934 werd Emile Vandenberg hoofd van deze Orde. Emile Vandenberg verbleef na de bezetting een zestal dagen in de Dossyn-kazerne te Mechelen. De echte naam van dit gebouw is het ‘Hof van Habsburg’ in de Goswin de Stassartstraat. Deze straat werd genoemd naar de Vrijmetselaar baron de Stassart.

 

 

De stad Mechelen kent eveneens de ‘Commanderij van Pitzemburg’ die toebehoorde aan de Duitse Orde die in 1198 te Mechelen werd gesticht. Emile Vandenberg werd opgevolgd door Théodore Covias van 1935 tot 1942. Emile Vandenberg volgt Covias op vanaf 1942. Door de problemen met de bezetting in België werd het ganse archief van de Orde overgebracht naar Portugal. Op 23/12/1942 laat Emile Vandenberg zich opvolgen door de Portugees Antonio Pinto de Sousa Fontes die in 1945, na de bevrijding, voor een echte internationale doorbraak zorgt van deze Orde met de nieuwe naam ‘Ordre souverain et militaire du Temple de Jérusalem’ of kortweg OSMTJ. Hij werd opgevolgd in 1960 door zijn zoon Fernando Campello de Sousa Fontes.

Wat op z’n minst eigenaardig is, is dat deze Orde niet is vertegenwoordigt in de FUDOSI te meer dat Emile Dantinne ( Sar Hieronymus ), Imperator van de FUDOSI en Imperator van de Rozekruisers orde in Europa, niet allen zeer bevriend was met Vurgey en Brossel, maar ze uitdrukkelijk vermeld in zijn boek ‘L’Oeuvre et la Pensée de Péladan’.

"Au cours des conférences en Belgique, Péladan créa un noyeau de disciples qui se réunissaient à l’Hotel Ravenstein qui exciste encore à coté du Palais des Beaux-Arts. La patrie de J.B.Van Helmont et de F.M.Van Helmont, ces grands initiés de la Rose+Croix de la Renaissance, eut sa section initiatique. Ses amis Vurgey et Brossel passèrent au Martinisme : seuls, deux de ses initiés lui restèrent fidèles : Du Chastain et Hieronymus." ( blz.38 )

Het wordt nog vreemder dat op het FUDOSI-convent van 1946, toen Ralph Mawwell Lewis opvolger van Spencer Lewis, als co-imperator van de FUDOSI, een tempeliersachtig orgaan inplant met de naam ‘Societé d’études et de recherche templières’ dat onder de verantwoordelijkheid viel van de Naundorffist Sar Gregorius - Augustin Cordonnier.

Ook het OSMTJ kent verschillende vertakkingen en splitsingen. In de beginjaren 1970 werd er protest aangevoerd tegen de toenmalige Grootmeester Fernando Campello de Sousa Fontes. Er scheurde zich een tak af onder de leiding van Antoine Zdrojewski. Dit laatste was het gevolg door infiltratie van het SAC ‘Service d’Action Civique’ een para-politiekorps opgericht door Charles de Gaules. Het SAC werd in 1982 ontbonden en opgeheven. Het SAC had Antoine Zdrojevski vooruitgeschoven als de nieuwe Groot-Prior.

Ook Zwitserland kent een afdeling los van de oorspronkelijke Orde onder de verantwoordelijkheid van Alfred Zapelli. In de Verenigde Staten staat deze Orde onder de leiding van Philip Guarino een vertrouweling van Lici Gelli. Julien Origas was lid van deze Orde.

Tot slot kent Italië een afdeling onder de verantwoordelijkheid van Pasquale Gugliotta. Ze hadden allen bindingen met de Loge P2 ( Propaganda Due ).

Volgens Jean-Pierre Giudicelli de Cressac Bachelerie zou het OSMTJ nog een binnencirkel kennen onder de naam ‘La Rose Rouge et la Croix d’Or’.

 


(1) Zie hoofdstuk ‘1717 Vrijmetselarij’

(2) ‘Ordre des Chevaliers du Temple’, Bruxelles 1840

 

 

1