Vrijmetselarij, wat houdt dat in?
Die vraag is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Over dit onderwerp is een bijna ontelbaar aantal boeken geschreven. Voor de geïnteresseerde is er de bibliotheek van de Orde der Vrijmetselaren in Den Haag, ofwel voluit: Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. Ook in de plaatselijke bibliotheek en in de bibliotheken van de universteiten zijn boeken over het onderwerp te vinden.
Bijna drie eeuwen oud
In haar huidige vorm is de vrijmetselarij (ook wel maçonnerie genoemd) al bijna driehonderd jaar oud. Voor die tijd was er ook al sprake van vrijmetselarij die werd beoefend door leden van de bouwcorporaties, ook wel loges genoemd. Van die beroepsverenigingen op geestelijke grondslag zijn circa honderd manuscripten over organisatie en gebruiken bewaard gebleven. De oudste daarvan dateert van het eind van de veertiende eeuw. In 1771 werd in Londen door vier vrijmetselaarsloges de eerste overkoepelende Grootloge gesticht, van waaruit de vrijmetselarij zich over de wereld kon verspreiden. Dat jaar wordt beschouwd als het geboortejaar van de vrijmetselarij zoals deze zich tot nu toe heeft ontwikkeld: tot een wereld-omspannende broederschap van circa vijf miljoen mannen.
Zij zijn verenigd in nationale organisaties die vriendschappelijke betrekkingen met elkaar onderhouden en volledig zelfstandig zijn. Er is geen internationaal bestuursorgaan, waaraan ze verantwoording moeten afleggen. Wanneer en zolang zo'n organisatie haar werkwijze en uitgangspunten baseert op de grondbeginselen die in de aanvang van de 18e eeuw in de zogenaamde "Oude Plichten" werden vastgelegd, spreken we van een regelmatige Orde.
Vorm en inhoud
Een vrijmetselaarsloge mag dan de erfgename van de ambachtelijke loges uit de middeleeuwen zijn, naar Nederlands recht is het een normale vereniging, met bestuur, goedgekeurde statuten, een huishoudelijk reglement, contributieverplichting, enzovoort. Het bijzondere is, dat toetredeing tot een loge aanzienlijk meer omvat dan een administratieve procedure. Wie als lid wordt aangenomen, is hoofdpersoon in een plechtigheid die haar karakter ontleend aan typisch-maçonnieke ritualen en symbolen. Hij maakt kennis met de bouw- en lichtsymboliek die uit de maçonnieke manier van werken niet is weg te denken. Bouwsymboliek komen wij in Europa al tegen bij de kathedralenbouwers uit de vroege Middeleeuwen. Passer en winkelhaak zijn bekende symbolen. Op een bijzondere manier verenigd met het Boek van de hoogste wet (in de Westerse Wereld doorgaans de Bijbel), vormen ze overal ter wereld het herkenningsteken van de vrijmetselarij. Lichtsymboliek vinden we terug in oude culturen en godsdiensten die de tegenstelling tussen licht en duisternis, de strijd tussen goed en kwaad, verzinnebeeld zien.
Meer dan een spel
Elk nieuw lid beleeft zijn plechtige toetreding op zijn eigen wijze, afhankelijk van persoonlijke instelling, achtergrond en opvattingen over grote levensvragen. Het lijkt allemaal spel en dat is het in zekere zin ook. Maar dan wel een spel met diepe waarden en betekenissen die de deelnemer zèlf moet ontdekken en verwerken. Het kan hem helpen, zichzelf beter te leren kennen en zijn antwoord te vinden op vragen naar het Waarom en Waartoe van zijn bestaan. In zijn loge vindt hij mannen van uiteenlopende opleiding, maatschappelijke positie, politieke en godsdienstige overtuiging. In een sfeer van verdraagzaamheid kan hij zijn opvattingen aan de hunne toetsen. Twistgesprekken over politiek of godsdienst zijn niet toegestaan. Niemand heeft de pretentie, dè Waarheid te bezitten. Vrijmetselaren zijn vrije mannen die, in het besef van hun eigen beperkingen, zelfstandig en zonder dogma's te worden gehinderd, naar waarheid willen zoeken. Dat zelfstandig naar waarheid zoeken heeft ook in de geschiedenis - en hier en daar nu nog - onbegrip en weerstanden opgeroepen. Totalitaire regeringsregimes van links en rechts zien de maçonnerie als een bedreiging. Waar de eigen leer als enige waarheid dwingend wordt opgelegd, is men beducht voor een persoonlijke benadering van eeuwigheidswaarden.
Niet vrijblijvend
Bij alle persoonlijke vrijheid in denken is er in elk geval één opvatting die alle vrijmetselaren gemeen hebben. Zij zien leven en wereld niet als een vrijblijvende aangelegenheid, maar - om in maçonnieke termen te spreken - als een te voltooien bouwwerk. Ze voelen zich nauw verbonden met oorsprong en bestemming van al het bestaande, en aanvaarden daarmee de leiding van de Opperbouwmeester des Heelals. Iedere vrijmetselaar, ongescht welk geloof hij belijdt, kan aan deze symbolische verwijzing naar een alles-ordenend Beginsel eigen inhoud geven. Wie aan dat aspect van het vrijmetselaar zijn niet de waarde toekent, die het verdient, zal zich in de vrijmetselarij niet thuis voelen.
Vrijmetselarij in Nederland
Eind 1992 telde de Orde der Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden ruim 6200 leden, verenigd in 144 loges en verspreid over ruim 70 plaatsen. Voorts nog een zestiental, buiten Nederland gevestigde, maar onder de Orde ressorterende loges met rond 600 leden. Het lidmaatschap staat open voor mannen van 21 jaar en ouder. Het merendeel van de loges komt wekelijks bijeen.