Maçonnieke encyclopedie-H.

De Maconnieke Encyclopedie zoekt


Een ogenblik !






Hall Prince
Zie ook Prins Hall AMT 47-4
Hij kreeg als voornaam 'Prince', als achternaam die van zijn meester: de leerbewerker William Hall. Hij werd als slaaf geboren in 1735 in Boston.
Zijn huidskleur: zwart. Hij groeide op in een tijd van oorlog. Climax de burgeroorlog tussen het Amerikaanse Noord en Zuid en de strijd om de afschaffing van de slavernij. In 1770 tekent zijn heer en meester William Hall een notariële akte: Prince Hall is een vrij man.
Op 6 maart 1775 word Prince vrijmetselaar in een Ierse militaire loge, tezamen met nog veertien anderen, die ook een donkere huidskleur hebben. Als in 1776 de Britten wegvluchten uit Massachusetts weet Prince Hall nog net op tijd toestemming te krijgen om met de overgebleven broeders als loge bijeen te mogen blijven.komen. Dat is het begin van 'African Lodge', die in 1785 een constitutiebrief krijgt van de Engelse Grootloge (der 'Moderns'). Later, in 1791, komt hieruit een Grootloge voort: de 'African Grand Lodge'. Die naam heeft te maken met de afkomst van de leden.
In 1781 is de oorlog ten einde en Amerika onafhankelijk, maar de strijd voor de mensenrechten is nog geenszins gestreden. Prince Hall is een prominent en actief strijder tegen discriminatie. Hij wijdt er zijn leven aan de positie van de zwarte bevolking te verbeteren. Hij overlijdt in 1807. De broeders wijzigen in zijn nagedachtenis de naam van hun Orde in 'Prince Hall Grand Lodge'. Als in 1813 de twee Engelse Grootloges (de 'Ancients' en de 'Moderns') zich verenigen in de 'United Grand Lodge of England' blijkt het contact met de 'African Lodge' en de 'Prince Hall Grand Lodge' te zijn verwaterd terwijl deze laatste zich toch uitbreidt en er loges bijkomen. . . Een ingewikkeld stuk geschiedenis volgt. In de Amerikaanse samenleving van die tijd is discriminatie gewoon; helaas ook in de maçonnieke kring. In 1852 neemt de Grootloge van de staat Iowa een resolutie aan waarin staat: 'Uitsluiting van personen van het zwarte ras is in overeenstemming met de maÎonnieke wetten en met de Oude Plichten en Voorschriften'. Ongeveer honderd jaar later, na de tweede wereldoorlog, verklaart de Grootloge van Massachusetts dat de Prince Hall-vrijmetselarij even regulier en even legitiem is als de Grootloge van Massachusetts zelf'. Maar het ongelooflijke gebeurt: de Grootloges van Texas en Florida verbreken naar aanleiding van deze resolutie de maÎonnieke betrekkingen met Massachusetts. California dreigt hetzelfde te doen, net als Grootloges uit tal van andere staten. De Grootloge van Massachusetts trekt deze resolutie in 1949 weer in: de betrekkingen tussen de Grootmachten worden hersteld - die met de Prince Hall-vrijmetselarij blijven verbroken.
Het Amerikaanse sociale systeem scheidt zwarten en blanker en het zal in de Orde wel niet veranderen voor het in de maatschappij verandert', zegt een vooraanstaande Amerikaanse vrijmetselaar in 1949. Daarom is het bemoedigend dat in 1995 de Grootloge van Massachusetts en de Prince Hall Grootloge elkaar niet alleen zien staan maar elkaar ook recht in de ogen kunnen kijken. Sinds 1992 erkennen steeds meer Amerikaanse Grootmachten de Prince Hall Grand Lodge, Connecticut, Nebraska, Colorado, Wisconsin, Minnesota, North Dakota en Idaho. Er is recent eindelijk beweging gekomen in de internationale betrekkingen. Mede door bemiddeling van Nederlandse broeders (!) is er een gesprek op gang gekomen dat er toe geleid heeft dat de 'United Grand Lodge of England' de 'Prince Hall Grand Lodge' van Massachusetts heeft erkend. In JULI/AUGUSTUS 1995 is dan ook de Prince Hall Grand Loge officieel in Nederland erkend.