Maçonnieke encyclopedie-H.

De Maconnieke Encyclopedie zoekt


Een ogenblik !


hert
hetaeren
hexagram
hiernamaals
hinde
hoer
hond
honing
hoofddeksels
hoorn des overvloeds
hoorns
huwelijkssluiting
hyacint
hyena
Hypnos








hert, ,. in de vroege culturen een belangrijk symbolisch dier. Het schijnt samen met de stier vaak een mythisch-kosmologisch dualistisch stelsel te hebben gevormd, vergelijkbaar met p volgens de hypothese van franse prehistoricie het wilde paard en het wilde rund in de holenkunst van de IJstijd. Het hert gold alleen al om zijn boomachtig, zich periodiek vernieuwend gewei als symbool voor het zich steeds weer vernieuwende leven. In de Oudnoordse mythologie grazen vier herten in de kroon van de wereldboom Yggdrasil.. Ze eten er de knoppen (uren), bloesems (dagen) en takken (seizoenen) vanaf. Het hertegewei werd geïnterpreteerd als symbool voor de zonnestralen. In de Oudheid gold het hert als vijand van de gifslangen, hertehuid als amulet tegen slangebeten en hertshoornpoeder als bescherming van het zaaigoed tegen betovering. In het oude China gold het hert (lu) vanwege de klankovereenkomst met het woord voor rijkdom als symbool voor welgesteldheid, daarnaast als zinnebeeld voor kinderlijke piëteit (in een fabel hult een jongeman zich in hertehuid om hertemelk te verkrijgen als geneesmiddel voor de ogen van zijn blinde ouders) en als metgezel van de god voor lang leven, Shouhsing. In de vroegchristelijke 'Physiologus' staat dat het hert water spuwt in iedere spleet van de aarde waar zich gifslangen verschuilen; hiermee drijft hij ze naar buiten om ze vervolgens te vertrappen. 'Zo slaat onze Heer ook de slang, de duivel, met het hemelse water ... Op een andere manier lijken ook de asceten op het hert. Met hun tranen van berouw verstikken ze de brandpijlen van de boze, en ze vertrappen de grote slang, dat is de duivel, en doden hem..' Ook zou het hert slangen uit hun holen kunnen zuigen en zichzelf vervolgens tegen hun gif beschermen door binnen drie uur bronwater te drinken. 'Als je de slang in je hart hebt, de zonde namelijk, haast je dan naar de bronnen en drink het levende water... en sterf niet door de zonde.' Dit alles wordt herhaald in het middeleeuwse 'kestiarium' , dat vervolgt: 'De herten hebben de wonderbare kracht van het kruid Diptam (Dictamnus) ontdekt, want als er pijlen van jagers in hun lijf steken drijven ze die uit door van die plant te eten.' Als herten rivieren oversteken 'leggen ze hun kop op de achterzijde van hun voorganger om lichter te worden. Komen ze bij een smerige plaats dan springen ze er in vliegende vaart overheen. Zo moeten ook christenen ... elkaar helpen en dragen; over een plek van smerige zonde moeten ze heenspringen, en als ze het duivelse slangegif in hun lichaam hebben moeten ze naar Christus, de ware bron, rennen om te biechten en zo hun jeugd te herkrijgen. , Hertshoorn, staat er verder, is een effectief geneesmiddel, waarbij de rechterkant van het gewei krachtiger werkt dan de linker, en verbrande hertshoorn verjaagt iedere slang.. Hertevlees verdrij ft de koorts, ook een zalf uit het beenmerg van herten is hiertegen een goed medicijn. In de wapenkunde treedt het hert op met als betekenis zachtheid en soepelheid. Ook het gewei alleen komt in de heraldiek voor en staat dan voor kracht. In de Oudkeltische wereld gelden herten als 'runderen van de feeën' en als boden tussen de wereld van de goden en die van de mensen.. De Keltische god Cernunnos werd met een hertegewei afgebeeld. In de symbolische beeldhouwkunst van de christelijke Middeleeuwen wordt het hert soms aan wijndruiven knabbelend afgebeeld, als symbool voor de mens die reeds op aarde de hemelse genade deelachtig kan worden.. De drang van het hert om bronnen op te zoeken is zinnebeeld voor het verlangen naar het zuiverend doopwater. Daarom zijn herten vaak afgebeeld op doopvonten. ,. De beeldenwereld van de alchemie brengt het hert als symbool in verband met de antieke mythe van de jager Actaeon (Gr. Aktaioon), die door de godin Diana (Gr. Artemis) in een hert werd veranderd, en daarmee als verwijzing naar de mogelijkheid van de transformatie van metalen in samenhang met de vrouwelijke, 'zilveren' maanwereld. De legenden van de Heilige Eustachius en de Heilige Hubertus gewagen van het verschijnen van een kruis in het gewei van een achtervolgd hert. In het precolumbiaanse Middenamerika zijn hertachtige geweidragers het symbool van het zevende van de twintig dagtekens van de kalender (Azteeks: mazatl, Maya: manik).. Net als deze wilde dieren moet wie onder dit teken is geboren rondzwerven in de vrije natuur, naar de verte streven en vaste woonplaatsen minachten (- hinde). In het Japanse shintoïsme geldt het hert als rijdier van de goden en wordt het vaak met goddelijke symbolen afgebeeld op rolschilderingen in de heiligdommen. Zie ook: eenhoorn


hetaeren (Gr. hetairai, gezellinnen, Lat. amicae, vriendinnen), ,.in het tegenwoordige taalgebruik (waar het een eufemisme is voor 'dame van lichte zeden') negatiever dan in de Oudheid.. Toen waren de hetaeren, in tegenstelling tot de huisvrouwen, vaak hoogontwikkeld; ze beoefenden filosofie, kunst en literatuur naast muziek en dans.. Men kan hen vergelijken met de Japanse geisha's. Beroemde Griekse hetaeren waren Aspasia, vriendin en tweede echtgenote van Perikles, Phryne, minnares van Praxiteles, en Thais, vriendin van Alexander de Grote; later in Rome Lesbia (bij Catullus), en Cynthia (bij Propertius). Met prostituées (Gr. pornai) vielen ze niet te vergelijken. Na hun dood kregen ze vaak waardige grafstenen en werd hun soms zelfs goddelijke eer bewezen: dat overkwam Bellistiche, de hetaere van Ptolemaeus II in Egypte. Later werd op hun status afgedongen; de gemalin van de Byzantijnse keizer Justinianus I, zelf een voormalige hetaere , verafschuwde hen en liet ze in een boeteklooster opsluiten. In Sparta waren geen hetaeren, daar stonden echtgenoten hoger aangeschreven en waren ze ook vrijer. Zie ook... flora; hoer


hexagram, ,. zespuntige ster, samengesteld uit twee ineengeschoven driehoeken; in de culturen van de Oudheid een wijdverbreid symbool. De traditionele uitleg ziet er de combinatie in van een 'waterige' (vrouwelijke, op de punt staande) en een 'vurige' (mannelijke, naar boven wijzende) driehoek, die samen een harmonisch geordend gesloten dualistisch stelsel vertegenwoordigen. Met het hexagram zou koning Salomo, zoon van koning David en Batseba, tot zijn dood (omstreeks 930 v.C.) demonen hebben bezworen en engelen geroepen, waarbij overigens volgens de meeste overleveringen het tetragrammaton JHVH, de vierletterige naam van God, de doorslag gaf. Sindsdien heet de zespuntige ster ook wel Salomonszegel of Davidsschild, in het wapen van Israël Davidsster. In het Alpengebied vindt men het hexagram vaak, zonder dat dit iets met jodendom te maken heeft, als magisch teken in rotsen gegrift. In jongere kosmologische speculaties als die van de alchemisten, die verder gaan dan het dualisme vuur/water en vier elementen kennen, onderscheidde men in het hexagram twee andere componenten, een teken voor lucht (omhoog wijzende driehoek met streep) en een voor aarde (omlaag wijzende driehoek met streep). ,. In de alchemistische symbolentaal staan de vier elementen samen meestal voor de oermaterie (materia prima). In vergelijkbare betekenis wordt het hexagram in de vrijmetselarij ook wel op logezegels gebruikt als symbool voor de totaliteit; het pentagram (de 'vlammende ster') is hiervoor echter meer verbreid. Dieptepsychologisch zou het hexagram, met name in een cirkel ingetekend, als een soort mandala te beschouwen zijn, een eenvoudig geometrisch hulpmiddel bij meditatie (zie hierover C..G. Jung).

De Indische , shri-yantra' -mandala kan als een gecompliceerde verfijning van deze basisstructuur worden opgevat (geconstrueerd uit negen elkaar doordringende driehoeken binnen een meervoudige lijst)

Als hexagrammen worden ook de uit elk zes hele of gebroken lijnen bestaande combi naties van trigrammen in de Oudchinese I Tjing betiteld. Zie ook.. mandala; pentagram; yantra


hiernamaals. Een algemene symbolische voorstelling van het leven na de dood, zonder nadere specificatie van de aard daarvan (vagevuur, hel, hemel, Eilanden der zaligen enz..), ook wel de 'overzijde' genoemd, namelijk van de grensrivier, die bij de Noordgermanen Gjôll, bij de Grieken Acheron, Cocytus of Styx heette. Ook andere culturen kenden een symbolische rivier die het dodenrijk van het rijk der levenden scheidt.. Men kon slechts met een veerboot overvaren, vaak na het voltrekken van bepaalde dodenceremoniën en het meegeven van een muntje als veergeld voor de veerman (Gr. Charon). Vaak werd er een hond gedood en met de dode begraven, om de weg te wijzen in de onbekende velden. Het gebruik doden te begraven en misschien ook de kennis van het bestaan van uitgestrekte grotten leidde tot de symboliek van een onderaards dodenrijk (Hebr. Sjeool, Gr. Hades, Lat. Orcus, Azteeks: Mictlàn), dat donker en vreugdeloos werd voorgesteld en in bepaalde omstandigheden helse trekken vertoonde.. ,.Zelden werd, zoals bij Noordamerikaanse Indianenstammen, het hiernamaals zonder moreel waardeoordeel in een hemels oord gesitueerd of in verre velden (de 'eeuwige jachtvelden'), waar men als tijdens het aardse bestaan kon voortleven. In culturen waarin geloofd wordt dat de mens meer dan één ziel heeft (Egypte, het oude China), heerst de opvatting dat één van de zielen bij of in het graf blijft en offers vergt, terwijl een andere een land in het hiernamaals moet opzoeken. Bij het geloof aan wedergeboorte is dat echter slechts een soort wachtruimte, tot de reïncarnatie . In openbaringsgodsdiensten met een ethische grondslag, maar ook in andere geloofswerelden (Egypte: de dodenrechter Osiris) vindt er in het hiernamaals een dodengericht plaats, waarbij de ziel van de afgestorvene geoordeeld (gerechtvaardigd of gevonnist) wordt, al naar gelang de aardse daden (- weegschaal, paradijs).. De al in de Oudheid gebruikelijke gedachte van vergelding van aardse daden in het hiernamaals leidde tot spreekwoordelijk geworden symbolische voorstel lingen van straffen die beroemde boosdoeners in de onderwereld moesten ondergaan: 'tantaluskwelling' (Tantalus, koning van Lydië, daagde de goden uit door hun zijn zoon Pelops als gerecht voor te zetten. In de Tartarus staat hij tot zijn kin in een meer, maar hij lijdt een onlesbare dorst, want het water wijkt als hij ervan drinken wil. Heerlijke vruchten hangen boven hem, maar als hij ernaar grijpt zwaaien ze weg.. Zijn straf is dat het begeerde schijnbaar nabij, maar onbereikbaar is), 'sisyfusarbeid' (Sysiphus, stichter van de stad Korinthe, wilde Hades, de god van de onderwereld, te slim af zijn, en als straf moet hij een rotsblok tegen een helling omhoog rollen, dat telkens vlak bij de top weer omlaagvalt: een eindeloze, vergeefse arbeid) en 'het vat der Danaïden vullen' (de Danaïden waren de dochters van koning Danaus van Argos, die hun bruidegoms in de bruiloftsnacht vermoordden. Ze moesten in de Tartarus water in een bodemloos vat gieten: zinloze, vergeef se arbeid).. In de katholieke geloofsleer is sprake van het vagevuur (purgatorium), een oord van reiniging van kleine zonden, van tijdelijk lijden van de 'arme zielen', die door voorbede van de levenden eerder in de hemel kunnen komen, maar zelf ook hulp kunnen verlenen aan de aardse mens. Het vagevuur wordt in de volkskunst als een hel voorgesteld, waarbij engelen de zielen in mensengedaante na het voldoen van de straffen ten hemel voeren. Een indrukwekkende voorstelling van het hiernamaals is ook die van Jezus Christus die tijdens de rust van het graf afdaalt in het voorgeborchte (limbus; joods: Sjeool) van de hel, om de daar wachtende rechtvaardige zielen van het Oude Testament te bevrijden, zoals beschreven in het apocriefe evangelie van Nikodemus: 'De metalen poorten werden in stukken geslagen en de ijzeren dwarsbalken verbroken, en de gekluisterde doden van hun boeien bevrijd... De Heer der heerlijkheden trad binnen als een mens en de Hades werd verlicht tot in alle donkere hoeken... Toen zegende de Heiland Adam, door op zijn voorhoofd het kruisteken te maken, en hetzelfde deed hij bij de patriarchen, profeten en martelaren. Toen verhief hij zich met hen uit de onderwereld. Deze 'anastase' (opstanding) wordt in de kunst van de oosterse kerk vaak afgebeeld. Zie ook.. Eilanden der zaligen; hel; hemel; rivier. , vagevuur


hinde, in vele mythen symbool voor het vrouwelijk dierlijke, dat demonisch van aard kan zijn, ook al maakt de hinde op ons de indruk een zacht wezen te zijn. Het tweede Werk van Herakles (Lat. Hercules) was het vangen van de hinde van Keryneia. De wagen van Artemis, godin van de jacht (bij de Romeinen Diana), werd door hinden getrokken. In de mythen van Aziatische volkeren spelen hinden een belangrijke rol. In het gebied van Oeral en Altai is de hinde de bovennatuurlijke oermoeder van verscheidene stammen (- totem). In de Hongaarse sage lokt in de oertijd een vluchtende hinde twee jagers het moeras in om er vervolgens in twee koningsdochters te veranderen; uit de verbintenis van elk van beiden met een van de jagers wordt de voorvader geboren van respectievelijk de Hunnen en de Hongaren. Ook in de stamboom van Djengiz Khan (1167-1227) is de hinde de oermoeder, een wolf de oervader. Een hinde zou vluchtende frankische krijgers gered hebben door hen een doorwaadbare plaats in de Main te wijzen. In veel Oudeuropese sprookjes worden jonge vrouwen en meisjes in hinden veranderd . Een Oudchinese sage verhaalt van een hinde, die een meisje baart dat later door een man wordt grootgebracht ; na haar dood echter verdwijnt het lijk en bewijst daarmee haar bovennatuurlijke herkomst . In de mythen van de Maya van Yucatan komt Zip voor, een god van de jacht die in de oude hiëroglyfengeschriften wordt afgebeeld als een man met gewei die een geslachtelijke relatie heeft met een hinde. Voor de christelijke iconografie is het begin van psalm 42 van groot belang: 'Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht, zo smacht mijn ziel naar u, o God.' Zie ook: hert


hoer, ,. evenals het Latijnse carus (lief, dierbaar), afgeleid van het Indogermaanse karo-s (lief, begeerlijk). In de Oriënt was religieuze prostitutie wijdverbreid; ze werd opgevat als zelfopoffering van de vrouw aan de godheid (resp. aan de deze vertegenwoordigende vreemdeling of priester). Dit verklaart de Hebreeuwse naam 'Kedeschen' (gewijden) en het Griekse woord 'hiërodule' (heilige maagd).. De wet van Mozes verbood dit gebruik (Deuteronomium 23: 17-18): 'Er zal onder de dochters van Israël geen aan ontucht gewijde vrouw zijn, en er zal onder de zonen van Israël geen aan ontucht gewijde man zijn.. Gij zult geen hoerenloon of hondengeld in het huis van den Here, uw God, brengen ter vervulling van de een of andere gelofte, want deze beide zijn den Here, uw God, een gruwel.' Echter, aldus Jakobus 2:25, 'is niet ... Rachab, de hoer, uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boodschappers in huis nam en langs een anderen weg liet heengaan?' Dit slaat op de Rachab in Jozua 2:1-24, die in Jericho verspieders had verborgen en de verovering van de stad voorbereid. De afschuw voor buitenechtelij ke seksualiteit had echter in de bijbel de overhand (kabel, Sodom en Gomorra), zoals vooral in de Openbaringen blijkt als er sprake is van de 'Grote Hoer'van Babylon. Zie ook; rood


hond ,.. Het oudste huisdier van de mens staat symbolisch in de eerste plaats voor trouw en waakzaamheid en wordt niet zelden beschouwd als waker bij de poort van het hiernamaals (bijvoorbeeld de driekoppige Cerberus) of hij werd (bijv. in het oude Mexico) aan gestorvenen geofferd om hun ook in de andere wereld de weg te wijzen. Honden zouden geesten kunnen zien en dus voor onzichtbare gevaren kunnen waarschuwen. Minder vaak worden negatieve aspecten van de hond uitgedrukt, bijvoorbeeld bij de Noordgermaanse hellehond Garm, die bij de ondergang van de wereld, Ragnarôk, de god Tyr doodt en tegelijk zelf door Tyr wordt gedood. ln het oude Griekenland waren er honden in het gevolg van de donkere godin Hekate. Zwarte honden golden ook als metgezellen van heksen of magiërs (bijv. van faust). In verscheidene exotische culturen geldt de hond om zijn intelligentie en leervermogen als uitvinder van vele vaardigheden en produkten van de menselijke beschaving.

,. In de Oudheid werd gewag gemaakt van enerzijds 'hondse vleierij en schaamteloosheid', anderzijds de aanhankelijkheid v an de huisbewaker (Phylax) en zijn aanleg voor het hoeden van kudden . Asclepius/Asklepios (Lat. Aesculapius) en Hermes (bij de Romeinen Mercurius) werden door honden vergezeld, evenals later de heiligen Hubertus, Eustachius en Rochus.

In de islamitische cultuur geldt de hond als 'onrein', als waakdier wordt hij er echter geduld.

In het oude Egypte was een grote, jakhalsachtige wilde hond de verschijningsvorm van de doodsgod Anoebis, wat weer wijst op de rol van de hond als gids voor de zielen in het - hiernamaals .

In de Middeleeuwen komen honden het meest voor als beeld voor de trouw van vazallen en echtgenoten, bijvoorbeeld op grafstenen.. Op plastieken geldt de hond als zinnebeeld van onvoorwaardelijk geloof, in negatieve zin echter ook als belichaming van tomeloze woede. Een vreemde indruk maken middeleeuwse afbeeldingen van de Heilige Christofoor met een hondekop (kynokephalus), vermoedelijk geïnspireerd op Anoebis .

In de twintigdaagse kalender van de oude Middenamerikaanse culturen is de hond (Azteeks: itzcuintli, Maya: oc) het symbolische dier van de tiende dag. Onder dit teken geborenen zouden tot leiderschap en tot het geven van rijke geschenken zijn voorbestemd. Als hond verscheen ook de god Xolotl ('tweeling'); honden moesten doden over de 'negenvoudige stroom' naar de onderwereld brengen.. Ook de zon, die in het westen in de aardklauw verzinkt, heeft Xolotl als metgezel. Hij leidt haar door de onderwereld terug naar de plaats waar zij verrijst, sterft dus eerst zelf en herleeft als 'gids omhoog'. Aan deze dubbelrol ontleent hij zijn naam (- bliksem). In het oude China is de hond het elfde teken van de dierenriem (- sterren); zijn symbolisch-mythische betekenis is daar echter gevarieerd. Honden moesten aanvankelijk demonen verdrijven, werden echter in verscheidene streken als slachtdier beschouwd en gegeten. In Zuiden West-China gold de hond als brenger van voedingsmiddelen (rijst of gierst). Bij de Yao in Zuid-China is de hond stamvader van het volk, wat aan totemvoorstellingen herinnert. Sagen over mensen met hondekop zijn ook in China wijdverbreid. kij de Slavische stammen stond de hond bijzonder hoog aangeschreven : nog omstreeks 1560 verweet een Samaïetenbisschop zijn stamgenoten 'hondenverering' , zonder dat er iets bekend is over de symbolisch-mythische kant hiervan. Ook bij de Kelten was de hond mythologisch-symbolisch van belang, bijvoorbeeld als metgezel van de paarden jachtgodin Epona en als attribuut van de god Nodons/Nuadu . De held van de Ierse Ulster-sagen draagt de naam Cù-Chulainn, jachthond van Ulster. Zie ook: wolf


honing ,., is niet alleen in samenhang met de bij een geliefd symbool voor 'zoetheid' in iedere betekenis van het woord. In de bijbel wordt Kanaan aan Mozes beschreven als (Exodus 3: 8): 'een goed en wijd land, een land vloeiende van melk en honing.' Het woord Gods is (Psalm 1 19: 103) 'meer dan honing voor mijn mond', en door zieners opgegeten boekrollen zijn eveneens 'zoet als honing' (Ezechiël 3:3, Openbaring 10:9). Honing en mede zijn vaak voedsel voor goden, bijvoorbeeld voor de jonge Zeus. In de Indische mythe schenken de Ashwin-tweelingen, als boden van de goden, honing aan de ochtendhemel, en de vromen verkwikken zich aan een legendarische honingbron. In de Mithrascultus reinigde honing van zonden, daar zij door een onschuldig dier werd gewonnen door niets dan de aanraking van bloesem en bloem'. De held Simson vindt in het kadaver van de leeuw die hij met blote handen heeft verscheurd een bijenzwerm en honing symbool voor het voortkomen van nieuw leven uit de dood), waarop hij (Richteren 14: 14) reageert met de raadselspreuk: 'Spijze ging uit van den eter, en zoetigheid van den sterke.' Honing is in vele culturen dodenoffer, spijs voor bovenaardsen, afweermiddel tegen demonen. Veel natuurgoden worden in verband gebracht met de bescherming van de honingbij , zoals bijvoorbeeld Noh-yum-cab (bijenheerser) bij de Middenamerikaanse Maya's.. Daar - zoals nu nog bij de Lacandon - werd van water, honing van angelloze bijen en de schors van de Lonchocarpusboom een zwakalcoholische ceremoniële drank vervaardigd. In het oude China werd honing gerelateerd aan 'het Midden' en gebruikt om de keizerlijke spijzen te zoeten; het woord voor honing (mi) betekent ook 'zoet' en wordt tevens gebruikt als aanduiding voor seksuele genoegens.. Dromen over honing worden als gelukaanbrengend beschouwd. De middeleeuwse heelkunde zag in honing gestolde dauw, door bijen geoogst en niet slechts zoet voor het verhemelte , maar ook geneeskrachtig voor wonden. In de analytische psychologie van C.G. Jung geldt honing als symbool voor de psychische rijping (individuatie).. Zie ook... bij


hoofddeksels van verschillende soort hebben een grotere symbolische waarde dan de meeste andere kledingstukken. Ze laten de drager groter schijnen, maar bevinden zich niettemin ongeveer op ooghoogte van wie ze ziet en trekken daarom het eerst de aandacht.Tekenen van iemands rang als diademen, kransen en kronen zullen daarom meteen respect inboezemen. Hoofddeksels zijn vaak symbolen van iemands sociale rang of van het behoren tot bepaalde groepen p ook leeftijdsgroepen en godsdiensten. kovendien dienen ze als versiering en (bij veldtochten) als afschrikwekkend middel.. Verenkronen wijzen vaak op krijgsdaden, en soms worden als krijgstooi hele garnituren van veren, vogelsnavels en plantedelen gecombineerd om de drager ervan maar indrukwekkend te laten verschijnen. Helmen hadden eveneens niet slechts als functie te beschermen, maar waren meestal uitgerust met stierehoorns, kammen van paardemanen, evertanden of vederbossen. De hoed kan de drager ervan symboliseren en tot diens plaatsvervanger worden, zoals in de sage van Wilhelm Tell de hoed van landvoogd Gessler. Het afnemen van de eigen hoed maakt de drager ervan schijnbaar kleiner en is een teken van eerbied. Slechts adellijke personen mochten bij vorsten met bedekt hoofd verschijnen. Zie ook.. krans; kroon


hoorn des overvloeds (Lat. cornu copiae). Attribuut van flora en van de geluksgodin fortuna, en symbool van de onuitputtelijke gaven die de mens zonder zijn toedoen geschonken worden. Het is een soort gedraaide drinkhoorn , overvloeiend van vruchten en andere lavende gaven, en van bloemen. In de Griekse mythe is het de hoorn van de geit Amalthea, een nimf die in een grot op Kreta de nog hulpeloze Zeus zoogde en van alle levensbehoeften voorzag. Heracles, die met de riviergod Achelous streed, die de gedaante van een stier had, brak hem één van zijn hoorns af, maar gaf deze grootmoedig aan de overwonnene terug, waarvoor hij beloond werd met de hoorn des overvloeds . Hoorns als offervaten voor libaties (drankof plengoffers) waren al in de prehistorie bekend, getuige bijv. de 'Venus van Laussel' Zie ook.. flora; fortuna


hoorns ,. zijn karakteristiek voor stier-godheden; men vindt ze als attribuut waar deze in mensengedaante worden voorgesteld en afgebeeld, daarnaast ook geïsoleerd van de eigenlijke dragers (bijvoorbeeld op het oude Kreta de 'cultushoorns' waar vaak de dubbele bijl op werd geplant), waardoor ze tot symbolen in engere zin worden. Als wapens van het rund drukken ze kracht en agressiviteit uit. Vaak dienden ze om de macht van de ermee uitgeruste godheden duidelijk te maken, zoals bijvoorbeeld in Noord-Afrika de afbeeldingen van sterke dieren als wilde buffels op rotstekeningen, waarbij tussen de hoorns een zonneschijf werd gezet.. In het oude Egypte draagt de vaak met een koeiekop afgebeelde hemelgodin Hathor eveneens de zonneschijf tussen haar hoorns. Later werd de god Ammon in de oase Siwa met ramshoorns afgebeeld. Alexander de Grote liet zich na een bezoek aan het heiligdom als 'zoon van Zeus-Ammon' met ramshoorns afbeelden. In de bijbel worden altaren vermeld met op de hoeken met metaal beslagen hoorns die met het bloed van de offerdieren werden bestreken. Beklaagden vonden asiel als ze de tempel konden bereiken en deze hoorns aanraakten. In Amos 3: 14 kondigt God aan: 'Voorwaar, ten dage dat Ik Israëls overtredingen aan hem bezoek, zal Ik ook bezoeking doen aan kethels altaren, zodat de altaarhoornen afgehouwen worden en ter aarde vallen'.. Lange tijd is verondersteld dat Mozes na God op de berg Sinaï te hebben ontmoet, hoorns droeg (bijv. het Mozesbeeld van Michelangelo draagt hoorns); tegenwoordig worden deze 'hoorns' als lichtstralen opgevat (Exodus 34:29). Bij de rituelen van de sjamanen brulden in vroeger tijd de priesters in hun trance 'als stieren', en er zouden zuivere, doorzichtige hoorns op hun hoofd zijn gegroeid, wat vermoedelijk tot hallucinaties bij de toeschouwers kan worden herleid. De hoorn als symbool van goddelijke kracht wordt ook bij Lukas vermeld (1:69): God 'heeft ons een hoorn des heils opgericht, in het huis van David. zijn knecht.' In de Openbaring (5:6) draagt het lam 'zeven hoorns en zeven ogen; dit zijn de zeven Geesten Gods, uitgezonden over de gehele aarde', de satanische draak daarentegen (12:3) 'zeven koppen en tien hoorns, en op zijn koppen zeven kronen.' Ook de duivel wordt in de christelijke iconografie gehoornd (met bokkehoorns) afgebeeld . De veren hoofdtooi van de prairie-indianen van Noord-Amerika was vaak uitgerust met een paar dungevijlde en gepolijste hoorns (buffelhoorns). 'Deze hoofdtooi met hoorns wordt slechts bij bepaalde zeldzame gelegenheden gedragen .. . zij is slechts toegestaan aan degenen wier dapperheid en aanzien door de hele stam is erkend ... Ze vertoont een opvallende gelijkenis met de hoorns die Abessijnse stamhoofden en ook de joden bij optochten en overwinningsfeesten droegen als teken van macht en kracht', schrij ft George Catlin (1796-1872). Deze beroemde schilder van de indianen van Noord-Amerika verwijst hierbij naar l Koningen 22: 11: 'Zedekia, de zoon van Kenaana, had zich ijzeren hoorns gemaakt; hij zeide: Zo zegt de Here: hiermee zult gij Aram stoten totdat gij hen verdelgd hebt.' Zie ook.. hoorn des overvloeds; stier


huwelijkssluiting. ,. De huwelijksceremonie gaat overal ter wereld met symbolische handelingen gepaard en wordt dikwijls als tegenhanger van de ideale verbintenis van kosmische entiteiten opgevat ( - bruiloft). Het gaat daarbij meestal om een openbare bekendmaking aan de gemeenschap van de nieuwe staat van de jonggehuwden en hun aanvaarding van de daaruit voortvloeiende rechten en plichten.. Vooral in monogame samenlevingen wordt het huwelijk als onverbrekelij ke wettelijke verbintenis gezien, waarbij zeer vaak de bruid als hoofdpersoon wordt beschouwd (vgl. het woord 'bruidspaar') en het grootste aandeel heeft in de symbolische gebruiken. Dit komt tot uiting in bruidsjapon, bruidssluier, bruidskrans, bruidsboeket, sieraden, kroon enz., terwijl de bruidegom er doorgaans heel wat soberder bij loopt. Het uitwisselen van ringen, overgenomen van de Romeinen, verwijst naar het symbool van de cirkel, die geen begin en einde heeft en ook op het gezegde duidt dat huwelijken 'in de hemel gesloten' worden (door God voorbeschikt zijn). Dit strookt niet alleen met Europese denkbeelden, maar werd ook in het oude China zo opgevat.. Daar was het de 'oude maanman' die de benen van pasgeboren jongens en meisjes 's nachts met een onzichtbare rode toverdraad samenbond, waardoor die twee bij het opgroeien als door een sterke band tot elkaar aangetrokken werden en uiteindelijk ook met elkaar trouwden.. Een modern huwelijksgebruik als het bestrooien van het bruidspaar met rijst (het symbolisch toewensen van vruchtbaarheid) is van Aziatische oorsprong. In polygame samenlevingen wordt de huwelijkssluiting meestal minder opvallend en uitbundig gevierd . Als voorechtelijke onthouding een vereiste was, moest de ongereptheid van de bruid na het 'consumeren' van het huwelijk in de bruidsnacht aangetoond worden door het bebloede laken buiten te hangen. Zie ook: bruiloft; hoofddeksels; ring


hyacint (Hyacinthus Liliacea), een van de bloemen die volgens de mythe oorspronkelijk mensen zijn geweest of zouden zijn ontstaan door de dood van een mens (- Adonis).. Hyakinthos, een Spartaanse prins, werd volgens de sage was het de eerste homo-erotische mannenliefde - vereerd door de zanger Thamyris, maar ook door de god Apollo, die hem met een discusworp onbedoeld doodde: de eveneens op Hyakinthos verliefde westenwind (Zephyros), zou de discus uit jaloezie van richting hebben veranderd. Aan het bloed van de stervende jongeling ontsprong de hyacint (het verhaal staat in het tiende boek van Ovidius' 'Metamorfosen'). De godsdienstgeschiedenis neemt aan dat Hyakinthos een voor-Griekse vegetatiegod was die echter door Apollo werd vervangen en tot held in de sage degradeerde.
Zie ook: bloemen


hyena, ,. een veracht dier met een negatieve symbolische waarde. Deze lijkenvreter is vaak als een bastaard van hond en wolf beschouwd (Plinius) of als bereid om met een wolf te paren (Aristoteles). Volgens de 'Metamorfosen' van Ovidius kan de hyena van geslacht wisselen, en ook in de vroegchristelij ke 'Physiologus' staat: 'Nu eens is zij mannelijk, dan weer vrouwelijk en een heel onrein dier is ze omdat ze zo haar natuur verandert.' Dit fabeltje werd doorverteld, hoewel Aristoteles al had ingezien dat het onwaar was. Bij Plinius staat verder dat de hyena de stem van de mens kan nadoen, namen kan roepen en andere dieren kan hypnotiseren door hen met de poot of zelfs maar met de schaduw aan te raken. In het volksgeloof gold de hyena als een wezen vol magie: de huid zou hagel kunnen verdrijven, de bovenste halswervel verzoening bewerken en de uit de flikkerende ogen gewonnen edelsteen zou profetische dromen geven. Als mensen echter van de hyena zelf droomden zou dit de geboorte aankondigen van een seksueel afwijkende misgeboorte. In de christelijke kunst is er de legende van de woestijnheilige Makarios, die een door een hyena bij hem gebracht jong van zijn blindheid geneest, symbolisch voor de mogelij kheid om iemand zelfs bij een negatieve aanleg 'de ogen te openen'. Verder is het dier in de iconografie symbool van de hebzucht (Lat. avaritia). Zie ook.. hond; wolf


Hypnos ,. de allegorische personificatie van de droom, zoon van de nacht (Gr.. Nyx) en broeder van de dood (Thanatos). In de Ilias van Homerus wordt Hypnos als een godheid behandeld en wordt verteld dat Hera hem, door hem een van de Gratiën als bruid te beloven, overhaalde om Zeus in een diepe slaap te doen verzinken. Nu konden Hera en Thanatos het lijk van de in de strijd tegen de Grieken gevallen held Sarpedon naar zijn vaderland Lydië overbrengen . In de beeldende kunst wordt Hypnos afgebeeld als een jongeling met papavers in het haar en een kleine drinkhoorn in de hand. De omschrijvingen van zijn symbolische gestalte wisselen tussen 'slaap' en 'droom'..

Zie ook.. Thanatos