De Maconnieke Encyclopedie zoekt



Een ogenblik !

A .
Inhoud:
A.°.
A
Aalmoezenier
Aalst O.°.B.F.
Aangenaam-verklaring
Aangenomen
Aangenomen Leerling
Aanneming
Aanraking
aap.
aarde
Aardlichten



A.°.
A.°.L.°./A.°.LL.°.
1.Aangenomen Leerling

2. Achtbare

A, wordt gebruikt als afkorting bij tijdsbepalingen.

A-Mackey
A.=anno (in het jaar) komt in de maç.°. tijdrekening aooral voor in de volgende samenstellingen :

A.M.= anno mundi (in ‘t jaarvan dewereld), ook wel A. L.= anno lucis (in ‘t jaar des lichts), de gewone maç.°. tijdrekening die met het jaar 4000 v. C. begint, b.v. 1882 = 5882.

A.I.= anno inventionis (in ‘t jaarvan deontdekking) een in de Royal-Arch-Maçonnerie voor komende telling begint met 530 v.C., dus 1881 = 2412. -

A.D.= anno deposition is (in ‘t jaar van de nederlegging), een wijze van tellen die voorkomt in de hogere graden van de Royal-Arch-Maçonnerie bij de Royal and Select Masters, begint met 1000 v. C. dus 1882 = 2882. -

A.0.= anno ordinis (in ‘t jaarvan deorde), tijdrekening van de nieuwe tempelheren, begint met 1118 n.C., dus 1882 = 764.

A.H.= unno hebraico (in ‘t jaarvan deJoden), een tijdrekening voorkomende in ‘t Schotse systeem, begint 3760 v. C en vangt het jaar aan met 17 Sept.1882 = 564l.
Aalmoezenier, m (-iers) Aalm.°./Aalmm.°. R.K.veldprediker en een van de Loge-ambten of Officieren aan wie de armenzorg en ziekenbezoek is opgedragen. Vroeger was dit ambt meestal met dat van de Schatbewaarder verbonden. In het jaar 1725 (5725) werd door de nieuwe Engelse Grote Loge te Londen een commissie onder de naam "Comit, of Charity" benoemd.
Aalst O.°.B.F. A.°.L.°.1228 De Horizont, De Vilanderstraat 4.
Aangenaam-verklaring , na onderzoek toestemming dat iemand in de 0.°. wordt opgenomen.
Aangenomen , deelw. (accepted), zo werden reeds vroeger in de Engelse bouwhutten hen die ingewijd (initiated) waren. We spreken nu nog van vrije en aangenomen vrijmetselaren (free and accepted Maçons) en bedoelen daarmee eigenlijk hen die niet alleen wettelijk zijn gerecipieerd maar reeds hun leerl.°.leertijd hebben volbracht.
Aangenomen Leerling, A.°.L.°.zie Aanneming

Aanneming, (-eling m, elinge vr.) (Hecoptie , Inwijding, Initiatie), is de toelating van een mens in de Vrijmij.°.. De aanneming vindt plaats na een nauwkeurig onderzoek naar de persoon die verlangt Vrijm.°. te worden, en heeft-na aangenaam-verklaring (z.d.)- met een passend rituaal plaats. In die ritualen zijn in de loop van de tijd belangrijke wijzigingen gekomen. Met behoud van het grond-idee moest de wijze van recipiëren ook telkens gewijzigd worden naar de veranderde behoeften.
Hoe strenger het onderzoek is dat wordt ingesteld voor dat men iemand aanneemt hoe beter. Dit behoort door elk Loge-bestuur bedacht te worden. De "Oude Plichten" bepalen (volgens de redactie van 1723) betreffende de aanneming het volgende: "de personen die als leden van een Loge toegelaten worden, moeten goede en redelijke mensen zijn, vrij geboren, van rijpen en bezonnen leeftijd, geen lijfeigene, geen vrouwen, geen onzedelijke mensen, maar van goeden naam". In 1663 was bepaald dat; niemand onder de leeftijd van 25 jaren mocht worden gerecipieerd, later werd dat 21 jaar, heden is dat 23 jaar. Enige Loge-systemen eisen, in strijd met de maç.°. beginselen, van de kandidaten een positief-christelijke geloofsbelijdenis
(z.christendom).
Aanraking, a.°. , Zijn bijzondere handgrepen, waardoor Vrijmetselaren elkaar kunnen herkennen.
Elke graad heeft zijn bijzondere handgreep.
Aap.
.
Verschillende apesoorten uit Afrika en Zuid-Azie waren in de Oudheid bekend (Gr. pithekos, Lat. simia) en werden wel gedresseerd in theaters tentoongesteld.
`Aap' gold als schimpnaam, en de dieren waren het symbool van boosaardigheid en lelijkheid. Toch werden apen niet zelden als exotische huisdieren gehouden. Het volksgeloof wilde dat het bezit van een apeoog onzichtbaar maakte en dat ape-urine, op de deur van een vijand gesmeerd, deze bij zijn medemensen gehaat maakte.
In het oude Egypte werden apen (meerkatten, maar voornamelijk mantelbavianen) met eerbied bejegend; Nubische volksstammen moesten ze als tribuut opbrengen, en van apen werd gezegd dat ze de menselijke spraak verstonden en goedleerser waren dan menige menselijke leerling.
Het krijsen van bavianen in de ochtendschemering werd als gebed van de vrome dieren tot de zich boven de horizon verheffende zonnegod opgevat.
Thot (Tjehoeti), de god van de wijsheid, werd weliswaar meestal met een ibiskop voorgesteld, maar ook wel als wijze oude mantelbaviaan, die achter de schrijver van belangrijke teksten zit en op diens werk toeziet . Ook in het oude Indie was de aap een heilig dier, zoals de verering van de apengod Hanoeman in het epos Ramayana laat zien, die als machtige helper en minister van Rama optreedt. Hij is het symbool van kracht, trouw en opoffering. En hoewel de Indische boeren onder de apenplaag lijden, vieren ze graag het feest Hanoeman Dzjayanti, de geboortedag van Hanoeman.
Ook in China werden de apen met veel eerbetoon omringd. In Zuid-China en Tibet voerden families hun afkomst trots op apen-voorouders terug, die bij ontvoerde mensenvrouwen kinderen hadden verwekt.
Beroemd is de aap Soen Woe-k'oeng, die de boeddhistische pelgrim Hsuan-tsang op zijn reis naar Indië vergezelt en daarbij, naast grote heldendaden, ook veel streken uitgehaald zou hebben. Veel afbeeldingen zijn er bekend van een aap met een `perzik van het lange leven' in zijn handen. Wegens gelijkluidende lettergrepen duiden afbeeldingen van apen op dennen of apen te paard op het verlangen naar een hogere maatschappelijke rang. In de Chinese dierenriem is de aap het negende teken.
Ook in de Oudmexicaanse culturen is de aap kalendersymbool, en wel als heer van het elfde dagsymbool (Azteeks: Ozo-matli, Maya: Ba'tz). De aap gold als god van de dans, en wie in zijn teken geboren werd zou kunstenmaker, komiek, danser of zanger worden. De aap heeft in het oude Mexico een niet geheel duidelijke symbolische betrekking met de wind. Bij de in de Oudmexicaanse mythen beschreven periodieke wereldondergang werd het tweede tijdperk of "zon', windzon, door verwoestende wervelstormen beëindigd. De mensen uit dat tijdperk werden in apen veranderd.
In de christelijke iconografie wordt de aap negatief afgeschilderd, als karikatuur van de mens en symbool van de ondeugden ijdelheid (met een spiegel in de hand), begeerte en onkuisheid. In ketenen geslagen apen symboliseren de overwonnen duivel. Apen worden ook als zinnebeeld van vieze, ongeremde mensen voorgesteld, ook wel geboeid, waarschijnlijk met het oog op de vroegchristelijke tekst `Physiologus'. Daarin wordt de aap als boosaardig voorgesteld, maar ook als tot nabootsing geneigd. Zijn jager doet alsof hij zich leem in de ogen wrijft en verbergt zich; de aap komt uit de boom en smeert þnaþpend' zijn ogen dicht waardoor hij gemakkelijk met de strik gevangen kan worden.
Zo jaagt ook de grote jager, de duivel, op ons. Hij . . brengt ons de leem van de zonde, verblindt de ogen en 's mensen geest en maakt een grote strik,en de mens gaat lichamelijk en geestelijk te gronde.'In de dieptepsychologie wordt de aap als een teken van onzekerheid en twijfel aan de eigen rol uitgelegd, en als symbool van de schaamteloosheid. In de beeldentaal van de droom is elke aap volgens dieptepsychologische interpretatie `het op de mens gelijkende, dat niet menselijk is', maar dat stadium wil bereiken; `wie ervan droomt benadert die mogelijkheid via een verachtelijke weg' (Aeppli). Recentelijk maken Aziatische beeldjes van drie apen opgang, die de mond, de ogen en de oren dichthouden. De populaire verklaring `horen, zien en zwijgen' is onjuist. De betekenis luidt: `niets kwaads zien, horen en zeggen'-Oorspronkelijk zou het om boodschappers zijn gegaan, door de goden naar de mensen gezonden om zich op de hoogte te stellen van hun doen en laten. Als amulet tegen dergelijke spionage zouden de apen blind- doof en stom afgebeeld zijn In Japan worden de drie aapjes ook met het hcmoniem ‘saroe' verklaard, dat zowel `aap' als `niet doen' betekent en de bewuste afwending van slechte daden zou symboliseren
aarde

is in de klassieke traditie een van de vier elementen en een symbolisch rijk begrip (`in goede aarde vallen ‘veel voeten in de aarde hebben', e.d.).
In oude wereldbeelden, wordt de aarde vaak belichaamd door een (Moeder Aarde; Gr. Gaia; Lat. Tellus; Germ. Nerthus; Polynesisch: Papa), slechts bij uitzondering door een aardgod (Egyptisch: Geb). `Heil uwer, aarde moeder der mensen, moge u groeien in Gods omarming en vrucht dragen tot nut van mens' (Aeschylus, ca. 525-456 v.C.). Het ‘heilige huwelijk' (hieros gamos) tussen hemel en aarde is onderwerp van veel archaïsche mythen en riten, met name in vruchtbaarheidsculten en in de mysteriën van de godin Demeter. In het Oudchinese wereldbeeld is de aarde een vierkant, vergeleken met een vierhoekige wagenbak, de hemel een cirkelvormig baldakijn scherm erboven. Hemel en aarde (t'ien-ti) vertegenwoordigen de hele kosmos. Vaak staan op de hoekpunten van de aarde vier pijlers of bomen, bewaakt door bovennatuurlijke wachters zoals de vier ceiba- of kapokbomen (Yache, Ceiba pentandra) bij de Maya's van Yucat'an, en in het heilige Midden een wereldas (axis mundi) of een wereldboom; de vier wereldstreken (resp. vijf, waarbij het Midden als afzonderlijke heilige plaats wordt genoemd) worden gerelateerd aan bepaalde kleuren.
Als de aarde beeft, wordt dat altijd opgevat als een uiting van goddelij ke of mensvijandige krachten, die de kosmische orde bedreigen en tot bedaren gebracht moeten worden.
De gewenste bestendigheid en onwrikbaarheid van de aardbodem wordt ook tot uitdrukking gebracht in de symbolische inhoud van de begrippen steen en rots.
De structuur van de tempel geeft dikwijls de ideale opbouw van de aarde in architectonische termen weer. In de antieke analogieleer hangt het element aarde samen met de melancholicus, de ‘Zwarte Gal"het jaargetijde herfst en het orgaan milt( eng, Spleen!) , in het oude China daarentegen met het Midden, het getal twee, de kleur geel, het huisdier rund en de zoete smaak
De Heilige Hildegard van Bingen (1098-1179) geeft in haar werk `De operatione Dei' haar eigen symboliek weer: `De levende aarde is de kerk. Zij baarde met de leer van deapostelen de vrucht der rechtvaardigheid, zoals apostelen deze in den beginne verkondigd hebben. Als een kruid met de groene levensfrisheid van het ware geloof moeten zij zijn, een kruid dat zij in het zaad van Gods woord ontvangen hebben. En vruchtdragende bomen moeten zij volgens Gods wet zijn, zodat in hun zaad ontucht noch echtbreuk binnendringt en ze rechtgeaarde kinderen op de wereld zetten.
In de Oudheid werd de `heilige godin Tellus, voortbrengster der natuurgewrochten', ook wel met een hoorn des overvloeds in de hand voorgesteld en - in de meermaals gekopieer de tekst `Medicina antiqua' gesmeekt, geneeskrachtige kruiden voor de lijdende mensheid voort te brengen.
In de Middeleeuwen werd de ` heidense'tekst, die aanvangt met de woorden `Dea sancta Tellus'gecorrigeerd tot `Deo sancto' (aan de Heilige God), maar voor het overige ongewijzigd gelaten. Aarde als bouwstof van de oer ouders speelt in de islamitische-overlevering een grote rol. Deze wil dat Allah zijn engelen uitzond om de aarde in zeven verschillende kleuren te halen. De aarde weigerde echter eerst iets van haar materie af te staan, tot de engel des doods tenslotte de opdracht vervulde en de verschillende kleuren aarde roofde. Na de dood van de mensen zou de aarde haar deel weer te rugkrijgen.
Allah schiep nu Adam, en uit hem kwamen de verschillende mensenrassen voort: blanke (witte), zwarte, een bruine, gele, groene (de olijfkleurige Indiers), halfzwarte (Nubiërs) en rode `de volkeren van de wilden').
In middeleeuwse teksten heet de bouwstof van Adam `limus' wat als `leem' vertaald werd. Bij Hildegard van Bingen leest men dat de lemig-waterige aarde door het vuur van de ziel tot vlees en bloed `gekookt' werd. Lemige aarde is, zoals bekend, n veel mythen over het ontstaan van de wereld de grondstof bij de schepping van de mens door godheden; in het oude Egypte gebruikte bijvoorbeeld de ramskoppige god Chnoem dit materiaal, en in het Babylonische Cilgamesj-epos vormde de godin Aruru de eerste mens uit die stof, in de pottenbakkerstrant van de Jongere Steentijd.
Zie ook: cirkel; elementen; hemel; vierkant; wereldas
Aardlichten. Vluchtige lichtverschijnselen vlak boven het aardoppervlak die zo nu en dan gesignaleerd worden en samen zouden hangen met geologische activiteit. Hoewel goede verklaringen ontbreken, staat het bestaan van dergelijke lichten niet echt ter discussie. Er zijn vele uitgebreide en betrouwbare meldingen.
Aardlichten treden naar verluidt vooral op tijdens of voorafgaand aan aardbevingen, vandaar dat men ook vaak spreekt van 'aardbevingslichten'. De mogelijke samenhang met seismische spanningen in de aardkorst heeft ertoe geleid dat geologen (voorzover ze in het bestaan van aardlichten geloven) de oorzaak zoeken in elektrische verschijnselen in gesteenten. Volgens de Brit Paul Devereux, auteur van Earth lights (1982.) en Earth lights revelations (1989), zouden aardlichten zich ook voor kunnen doen in gebieden waar de seismische spanningen veel minder zijn en nauwelijks of nooit aanleiding geven tot aardbevingen, en zouden ze ook een goede verklaring kunnen zijn voor het verschijnsel *UFO'S. In dit verband trachtte Devereux te bewijzen dat uFo-meldingen zich vooral voordoen in de buurt van oude (niet- actieve) geologische breuk1ijnen.
Nog veel gekker is de suggestie van de Canadese psycholoog Michael Persinger (geb. 1945). Samen met Gyslaine Lafreniere schreef hij Space- time transients and unusual events (1977), waarin hij de theorie lanceerde dat niet alleen vreemde lichten maar ook paranormale en uitzonderlijke ervaringen zich met name voordoen op plaatsen waar dergelijke spanningen aanwezig zijn. (Het weer en de hemellichamen dragen hier volgens de auteurs overigens ook een steentje aan bij .) De door geologische spanningen optredende elektromagnetische velden zouden direct invloed uitoefenen op het functioneren van ons brein, en verantwoordelijk zijn voor hallucinaties, waarin bijvoorbeeld sprake is van contact met buitenaardse wezens. Hallucinaties kunnen we nog gewoon lastig noemen, maar volgens sommigen zijn die aardlichten soms zelfs dodelijk. Als ze namelijk binnen het menselijk lichaam optreden, zouden ze kunnen leiden tot *spontane menselijke ontbranding.