Maçonnieke encyclopedie-M.

De Maconnieke Encyclopedie zoekt


Een ogenblik !


M.°.
Maan
Maaseik, O.°.B.F.
Maastricht
Maastricht, O.°.N.F.
Maatstok
Maçonnieke afkortingen
Mac-Benak
Maçon
Maçonnerie
Maçonnerie d'Adoption
MACONNERIE D'ADOPTION.II







Mackey
Lennhoff.
M.°.
maçonniekmaç.°.
mede-arbeidermede-arb.°.
Meester(s)Mr.°.,Mmr.°.
Meester MetselaarMr.°.M.°.
MerkM.°.
Merk Meester Metselaar.M.°.Mr.°M.°./M.°.Mr.°.Mm.°.
metalen-
Moker (des gezags)M.°.
Mozaïke vloerMoz.°.Vl.°.

Maan,
De maan is, evenals de zon, een van de Lichten van de Vrijmij.°.
—Krause verklaart dit symbool aldus: ,,Gelijk de milde maan aan 't uitspansel is geplaatst, naast de prachtige zon, als dat gesternte dat na haar voor de aarde het heerlijkst is, zoo is, in onze beeldspraak, de maan ook een licht naast de zon geworden. Wanneer de zon achter de horizon wegzinkt, dan werpt de maan haar vriendelijk en vertroostend licht neder op alle dingen dezer aarde en vervrolijkt nog het grauwe en stille zwijgen van de nacht. Ook de vriendelijke maan verlicht de gehelen aardbol, verheugt alle mensen, maar juist het heerlijkste en vriendelijkste hen voor wie de zon aan de onvruchtbare polen het zwakst beschijnt Het gemoed des Metselaars zij zoo mild, zoo stil als ‘t beeld der maan aan den nachtelijke hemel. Moge de maan den mens nog wakende vinden, voor het heil der mensenwereld. Moge ze hem slechts verlichten, waar hij, ook des nachts, de wegen bewandelt van reinheid en deugd." Verder wordt in maç.°.. beeldspraak de maan 't symbool van de kracht en de invloed van de Vrijmij.°. ,,in de geheimenisvolle stilte van den nacht, volbrengt de maan haar zegenenden arbeid; in vriendelijke verborgenheid, vindt de V.°. M.°. zijn vreugde en zijn loon. Daarom zij al onze arbeid stil en bescheiden. Onze kunst leert ons het goede te doen zonder hoop en zonder vrees. En wie zoo in stilte arbeidt, wie zoo bescheiden en nederig zijn pad bewandelt, die is sterk, die is een held in 't goede."
Maan (De) is volgens het oud-Engelse rituaal, het tweede van de kleine, en daarentegen, volgens het nieuwe Engelse en Franse de drie grote lichten. Zij heeft betrekking op de algemene verlichting, want wanneer de zon, die haar licht en warmte geeft, onze zijde van de aarde verlaat, dan verschijnt de vrolijke en vriendelijke maan, die onze anders zo sombere nachten verlicht en vervrolijkt.
Maaseik, O.°.B.F.

Maastricht

Maastricht, O.°.N.F.
Maastricht, Stad in Limburg 111.000 zielen. De hier gevestigde Loge "La Persévérance" ontving op l Maart 1763 haar constitutiebrief van de toen reeds bestaande L.°. "la Constance." Deze was in 1750 gesticht door Adolf von Schweinitz, werkte elf jaar lang als gewone Loge, en werd in 1762 provinciaal-Loge terwijl haar Reg.°. Mr.°. van nu aan heette Grand Maître Provincial. Bij constitutiebrief van 16 Oct. 1761, werd deze Gr.°. Mr.°. Pr.°. door het Gr.°. 0.°. gemachtigd constituties af te geven aan op te richten Loges in dat 0.°. en in staten en landschappen, onder het gebied van de toenmalige prins van Luik. Reeds in 1786 had de Loge "la Persévérance" in lange tijd niet gewerkt, daarom kreeg zij op 1 Februari l786 van ,,La Constance", weer een nieuwe constitutie. Terwijl de laatstgenoemde L.°. bleef doorwerken tot in 1814, toen ze zich ontbond en haar constitutiebrief naar Parijs opzond, staakte de Persévérance haar werkzaamheden in 1793. Eerst op 27 Augustus 1842 werd er weer een vergadering gehouden, nu in het vroeger door la Constance gebruikt lokaal. Een poging om de constitutie te verkrijgen van la Constance mislukte; de vroeger door deze aan la Persévérance verleende, was verloren geraakt. Na nu van de Gr.°.Mr.°.Nat.°. machtiging ontvangen te hebben de Persévérance in volle kracht te herstellen, werd op 11 November 1842 het L.°. ontstoken in de nieuwe Tempel. Op 1 Maart 1863 vierde deze L.°. haar honderdjarig bestaan. Op 13 Jan. 1878 vierde de L.°. het feest der inwijding van een eigen T.°.. De door de L.°. gestichte volksbibliotheek, waarvan een ruim gebruik wordt gemaakt, werd op 8 Nov. 1878 geopend. De L.°. telt heden (1883) 84 leden. Kleur groen
Maastricht, O.°.N.F.
-A.°.L.°.1391 Mosam Trajectum, Heggenstraat 16, 043/3213140
Maatstok of duimstok (Fr. Jauge, Eng. Gauge, D. Massstab of Zollstab) is ingedeeld in 24 duimen en dient bij het bouwen om te meten. Is een maç.°. symb.°.. Volgens het oud-Engels L.°. R.°. betekenen de 24 duim de 24 uren van de dag, die aldus verdeeld moeten zijn: zes uren voor de arbeid, zes uren om God te dienen, zes om een vriend of een broeder te dienen —voor zover 't in ieders vermogen is— en nog zes uren om te slapen.
—In 't algemeen moet de V.°. M.°. door de maatstok herinnerd worden aan een nauwkeurige indeling van de tijd, zonder hem natuurlijk aan een bepaalde methode te binden. Lenning zegt: een meester in de kunst van een juist tijdgebruik is hij, die "den Machtigsten van alle heersers", het ogenblik, aan zich dienstbaar weet te maken, doordat hij steeds bedenkt dat de tijd uit ogenblikken bestaat.
A; B; C; D; E; F; G; H; I; J; K; L; M; N; O; P; Q; R; S; T; U; V; W; X; Y; Z; Fed.°.Juw.°.koll.°.
Maç.-. afk. nieuw
A maç.°.
Aalmoezenier Aalm.°. Aalmm.°. Aangenomen-Leerling A.°.L.°. A.°.Ll.°.
Aanraking a.°. Achtbare A.°.
Achtbare Loge A.°.L.°. A.°.Ll.°. afgevaardigde -
Areopagus Areop.°. Algemene Raad(grand Conseil) Alg.°.R.°.
Altaar Alt.°. Alziend Oog Alz.°.O.° .
arma.°.

B
Batterijbatt.°.beenb.°.
Behoorlijke stappenbeh.°.stt.°.BeitelB.°.
Bekende gevoelensbek.°.gevv.°.bevorderen, bevorderingbev.°.
bezoekerbez.°.bezz.°.Blauwe of symb. LogeBl.°.L.°.Bl.°.Ll.°.
Boek v.d.Heilige KennisB.°.v.d.H.°.K.°.borst b.°.
bouwstukbwst.°.bwstt.°.BroederBr.°.Bb.°.
BroederketenBrk.°.Broeder van TalentBr.°.v.Tal.°.

C
CeremoniemeesterCer.°.mr.°.Cer.°.mmr.°.ConsistorieCons.°.

D
Dagelijks BestuurD.B.DekkerDr.°.Drr.°.
Diaken Diak.°.Diakk.°.DolkD.°.
DriehoekDrieh.°.Driehh.°.

E
Engelse ritusE.R.Eeuwig lichtE.°.L.°.
Eeuwig OostenE.°.O.°.

F
FederatieFedd.°.

G
Gebroken KolomGebr.°.Kol.°.geheimg.°.gg.°.
Geïnstalleerd MeesterG.°.Mr.°.G.°.Mmr.°.geldswaarden-
Getande randGet.°.R.°.Getrouwheidgetr.°.
Gewezen Voorzittend MeesterG.°.V.°.Mr.°.G.°.V.°.Mmr.°.GezelGez.°.Gezz.°.
goede naam-graad °
Grand ConceilG.°.Cons.°.greepgr.°.
GrootlogeGr.°.L.°.Grootmeester Gr.°.Mr.°.Gr.°.Mmr.°.
GrootoostenGr.°.O.°.Grote LichtenGr.°.Ll.°.

H
halsh.°.halveren-
HamerH.°.HandschoenHs.°.Hss.°.
harth.°.HeilH.°.
HeiligwoordH.°.W.°.heilwensende heilw.°.
hielh.°.holteh.°.
Hoogeerwaardeh.°.Hoofd van alle ware VrijmetsH.°. van alle ware Vrijmm.°.
hoofdh.°.HoofdofficierHoofdoff.°.
huishoudelijkreglement-

I
in formain f.°.ingangi.°.
ingekomen-Internationale Orde der gemengde VrijmetselarijI.°.O.°.G.°.M.°.
inwijden/inwijding inw.°.

J
jaarwoordjaarw.°.jaarww.°.JurisdictieJur.°.Jurr.°.
JuweelJuww.°.

K
KabeltouwK.°.t.°.Kandidaat Kand.°.Kandd.°.
KapittelKap.°.Kleine LichtenKl.°.Ll.°.
kniek.°.kk.°.knielen-
kolomkol.°.Kolom B/J Kol.°.B/JKoll.°.
Koning SalomoK.°.S.°.Koninklijke KunstK.°.K.°.
KoordK.°.KrachtK.°.
Kubieke SteenK.°.St.°.

L
Laatst Gewezen Voorzittend MeesterL.°.G.°.V.°.M.°.LeerlingL.°.Ll.°.
LichtL.°./Ll.°.linkerl.°.
LogeL.°.Ll.°.Loge van VolmakingL.°.v.Volm.°.

M
maçonniekmaç.°.mede-arbeidermede-arb.°.
MeesterMr.°.Mmr.°.Meester MetselaarMr.°.M.°.
MerkM.°.Merk Meester MetselaarM.°.Mr.°.M.°.M.°.Mr.°.Mm.°.
metalen-Moker (des gezags) M.°.
Mozaïke vloerMoz.°.Vl.°.

N
Nat.RaadN.R.Nationaal Reglement-
NeofietNeof.°.Neoff.°.Noorden N.°.
noorder kolomn.°.kol.°.Noordoostelijke hoek-

O
OfficierOff.°.Oosten O.°.
Opperbouwheer des HeelalsO.°.B.°.d.H.°.OpperraadOpperr.°.
OpzienerOpz.°.Opzz.°. OrdeO.°.
Oude en Angenomen Schotse RitusO.°.en A.°.S.R.

P
PasserP.°. paswoordpasw.°.pasww.°.
profane stijlp.°.s.°. punt-

Q

R
Raad van Beheer- of R.v.B. rechterr.°.
RedenaarRed.°. regelmatige stapreg.°.st.°.reg.°.stt.°.
RichtsnoerR.°. rouwbatterijrouwbatt.°.
Ruwe SteenR.°.St.°.

S
SchatbewaarderSchatb.°. SchietloodSch.°.
SchoonheidS.°. SchootsvelSv.°.Svv.°.
Schotse RitusS.R. schouders.°.
SecretarisSecr.°. slagsl.°.sll.°.
SouvereinSouv.°. spellen-
StafSt.°.Stt.°. Stalen Gewelf-
stapst.°. SteenhamerSt.°.h.°.
straf s.°. straftekens.°.t.°.
symbolischesymb.°.

T
Tableau Tabl.°. tas -
teken t.°. /tt.°. teken van getrouwheid t.°.v.getr.°.
Tekenplank Tpl.°. Tpll.°. Tekenstift Tst.°.
Tempel T.°. Tempelpoort T.°.p.°.
testament - toejuiging toej.°.
toestand van duisternis - Tribunaal Trib.°.
Troffel Tr.°.

U
Uitverkoren U.°.

V
verheffen, verheffing verh.°. Verlichte V.°.
Vertegenwoordiger Vert.°. Vierentwintigduimsmaat 24 d.°.m.°.
Vlammende Ster Vl.°.S.°. Vlammend Zwaard Vl.°.Zw.°.
voet v.°./vv.°. Voorbereider Vrb.°.
voordeel voord.°. Voorhof Vrh.°.
Voorspoed V.°. Voorzittend Meester V.°.Mr.°. V.°.Mmr.°.
Vorst en Heerser in Israël O.°.g.°.vanD.°.,een V.°.en H.°. in I.°.
vreugdebatterij vreugdebatt.°. Vrijmetselaar Vrijm.°.
Vrijmetselarij Vrijmij.°. Vijfpuntige Ster 5 p.°.s.°.

W
Waarde W.°. Waterpas Wp.°.
Weduwe Wed.°. Werkplaats Wpl.°. /Wpll.°.
Westen W.°. Wieroker Wier.°.
Winkelhaak W.°. woord w.°. ww.°.
Wijsheid W.°.

X

Y

Z
Zeer Machtig Z.°.M.°. Zeer Machtig Groot-Commandeur Z.°.M.°.G.°.C.°.
Zeer Machtig Souverein Groot Commandeur Z.°.M.°.S.°. G.°.C.°.
Zeer Verlichte Z.°.V.°. Zegelbewaarder Zegelbew.°.
Zegen Z.°. Zetel -
Zo moge het zijn z.°.m.°.h.°.z.°. Zuiden Z.°.
zuider kolom z.°.kol.°. Zuil Z.°. Zz.°.
Zuster Zr.°. Zz.°. Zwaard Zw.°. Zww.°.

Mac-Benak z. Mak-Benak.
MACKEY
MACBENAC
Sommigen zeggen dat dit betekent: de Bouwmeester is verslagen; anderen, dat Mac een zoon betekent en dat vandaar de uitdrukking Mac be-nac, of Mac-bnah, dat de zoon van de vermoorde koning, KAREL II zou hebben betekend. Dit woord is ook in het Syriesch te vinden, en luidt aldaar: percussio, interfectio aedificantis.
Maçon z. Vrijmetselaar.
Mackey- MAÇON.-.
Lennhoff- MAÇON

Maçonnerie z. Vrijmetselarij.
MAçONNERIE D'ADOPTION
MAçONNIEKE AFKORTINGEN
MAçONNIEKE SOCIETEITEN
Lennhoff
MAÇONNERIE MIXTE,
MAÇONNIEKE VEREENIGING
Maçonnerie

Maçonnerie d'Adoption (Adoptif-Maçonnerie. Adoptive Masonry, Angenommene Freimaurerei, Freimaurerei der Damen).
MACONNERIE D'ADOPTION.II
Maçonnerie d'Adoption
— Alleen mannen kunnen in de 0.°. van VV.°. MM.°. worden aangenomen. Deze uitsluiting van de vrouwen heeft reeds in de vroegste tijden aanleiding gegeven tot het instellen van een onderzoek naar de gronden, waarop de uitsluiting van vrouwen berustte. In Frankrijk ging men weldra een schrede verder; en reeds omstreeks 1730 werden daar te lande genootschappen, met meer of minder maç.°. vormen en plechtigheden, opgericht, waarin ook de vrouw werd toegelaten. ln de loop van dit werk wordt van verschillende van deze genootschappen gesproken (z. b. v. Ordre de la Felicite', Ordre des chevaliers et chevaliéres de l'ancre, enz.enz.). Tot in het jaar 1760 stonden deze verschillende genootschappen in geen betrekking met de Vrijmij.°., langzamerhand kwam hierin enige wijziging, en op 11 Juni 1774 besloot het Gr.°. Or.°. ,,dat geen V.°. M.°. een adoptie-Loge mocht bezoeken, behalve met regelmatige VV.°. MM.°., en wanneer ze door een Meester van een regelmatige L.°., of in diens afwezigheid door diens plaatsvervanger geleid werd." Het is te betreuren, dat het Gr.°. 0.°. dit besluit nam; beter ware 't geweest, wanneer ze al die adoptie-Loges voor onregelmatig verklaard had. Want, afgezien van de kwestie of de toelating van de vrouw wenselijk is of niet, waren al die genootschappen zo bepaald on-maçonniek, dat zij niet als tot de Vrijmij.°. behorende konden gerekend worden.
Maar de vraag zelf, of vrouwen tot de werkzaamheden mogen worden toegelaten is een hoogst belangrijke, en hoeft zeer velen ernstig bezig gehouden. In Frankrijk werd die vraag meestal in toestemmende zin beantwoord. De Franse Loges bleven het toneel van de ,,maçonnerie des dames" en ‘t waren vooral twee Loges te Parijs ,,Les Candeur" en "Des neuf soeurs"' die, in eind 1700, het glanspunt vormden van deze Vrijmij.°..
Verschillende andere Loges volgden dit voorbeeld, maar werden alle overschaduwd door de Loge Impériale des Francs-Chevaliers, die van Straatsburg naar Parijs werd overgebracht en in welke Keizerin Josephine op 15 Sept. 1805 verscheen en haar hofdames liet recipiëren, terwijl Baronesse Diétrick de Tr.°. bezette. Soms werden deze adoptie-Loges meer op de voorgrond geplaatst, soms weer achterwege gelaten, maar— zij het dan ook onder gewijzigde vormen — tot heden wordt nog menigmaal in Frankrijk een adoptie-Loge gehouden. Wil men het Rituaal kennen dat gemeenlijk bij de adoptie-Loges gevolgd werd, dan verwijzen we naar het ,,Essai sur les mystéres et le véritable objet de la confrérerie des Francs Maçons" uitgegeven te 's Hage 1771 en te Amsterdam 1776. Daarin wordt o.a. ook het volgende gezegd: "Men heeft sinds enige tijd vrouwen door adoptie in de mysteriën der Vrijmij.°.. ingewijd, maar deze zijn van de mysteriën der mannen onderscheidden. De graden zijn voor de vrouwen aan het eerste boek van Mozes ontleend; de symbolen en vormen zijn de zinnebeeldige voorstelling van de deugden van haar geslacht; en de Loge stelt bij de reç.°. de hof van Eden voor.
Deze Orde heeft ten doel de vrouwen tot de overtuiging te brengen, dat de vrouw door God geschapen is tot een hulp voor de man; dat deze verbinding van beide geslachten beschouwd moet worden als een geschenk uit zijn weldadige hand, een vrijplaats voor genot, rust en onschuld; maar dat de nieuwsgierigheid aan de ene zijde en 't gevaar der verleiding aan de andere kant, de val veroorzaakt hebben van geheel het menselijk geslacht. De nieuw opgenomene worden daarom aangemaand deze schade weer te vergoeden door haar deugden, waardoor ze alleen de band bevestigen, en de ware en reine vreugde des levens smaken kunnen. De eerste graad heeft slechts een inleidend karakter, en de acht andere symboliseren telkens een stukje van de oude bijbelse mythen en geschiedkundige overleveringen. Dat aantal graden kan gemakkelijk tot in 't oneindige worden uitgebreid. Die vrouwen-maconnerie bleef hoofdzakelijk tot Frankrijk beperkt, al doen zich hier en daar in andere landen ook soortgelijke verschijnselen voor. Toen die maçonnerie d'adoption zich meer en meer uitbreidde, vaardigde het Groot Oosten der Nederlanden in 1810 een besluit daartegen uit. Engeland gaf aan deze dingen evenmin toe, maar daar werden vaak Maçonnieke bals gegeven waarbij behalve vrouwen ook niet-maçons werden toegelaten, terwijl de VV.°.MM.°. bij die gelegenheden met al hun maç.°. insignes versierd waren; men scheen en schijnt nog niet te begrijpen, hoe weinig passend dit alles is, ja hoezeer in strijd met de waardigheid en de ernst van de Broederschap.°.
—In Amerika schijnt de adoptie-maçonnerie nooit feitelijk bestaan te hebben, maar men heeft daar toch verschillende ,,ladies degrees" (vrouwengraden) die, zonder met de Vrijmij.°. in rechtstreeks verband te staan, als een onderscheiding worden gegeven aan de vrouwen, dochters en moeders van zeer verdienstelijke VV.°. MM.°.
—In Duitsland is deze vrouwen metselarij in de eigenlijke zin van het woord nooit ingevoerd. Toch heeft men daar, meer dan elders, de gewoonte met de vrouwen te vergaderen in z.g. zusterloges, om haar nader bekend te maken met de geest en het wezen van de Vrijmij.°.. Ook in Nederland hebben hier en daar dergelijke bijeenkomsten, met of zonder maç.°. vormen, plaats.
— Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat de eigenlijke adoptie-maçonnerie niet is overeen te brengen met de geest en de Geschiedenis van de 0.°.
—Maar, al spreken we dit als ons gevoelen uit, toch verdient de vraag overweging, of er geen ernstige pogingen moeten worden aangewend om de vrouw meer en beter bekend te maken met het waarachtig wezen van de Vrijmij.°. en de geest van onze Brsch.°.. Hier ook geldt: ,,onbekend maakt onbemind"; en hoe wenselijk is het niet, dat de waarachtige maç.°. geest ook meer en meer doordringt tot de kringen waarin de vrouw leeft en werkt. 't Is daarom een werkelijk ernstige vraag: op welke wijze de vrouw meer en beter in kennis te stellen met 't geen de Vrijmij.°. is en wil? Deze vraag verdient overweging. Want de invloed van de vrouw is zo groot; ze is de opvoedster van onze kinderen, de priesteres aan ons huisaltaar, ze vertegenwoordigt de schoonheid van het levens. Wij voor ons, zouden 't wenselijk achten wanneer er nu en dan samenkomsten met vrouwen gehouden werden, waarbij het doel van de vrijmij.°. werd uiteengezet; waarbij, vooral in woord en daad, het onwezenlijke werd aangetoond van die duizenderlei dwaasheden die 't maatschappelijk leven nog vaak, al te vaak, ontwijden en ontsieren.

Maçonnerie d'Adoption .II. Dit oude stelsel voor Vrijmetselaars, dat men niet moet verwarren met de Mops-Orde (zie dat Art.), is even als alle, van de V.°. M.°. nagebootste geheime verenigingen van vrouwen, in Frankrijk ontstaan, en bewijst ook in de V.°. M.°. op bijzondere wijze, de neiging van die natie, tot genoegen en tot de omgang met de vrouwelijke kunne. De Rite d’adoption, werd in 1774, te Parijs uit gedacht, waarschijnlijk met het doel, onder nieuwc vormen, feesten aan de dames te kunnen geven, of om haar, die buiten de Orde waren gesloten, ten aanzien van haar doel en arbeid gerust te stellen, en haar te doen geloven, dat men ze aannam. Het Grand-Orient, bekrachtigde die Ritus wel niet, maar erkende die toch door zijn stilzwijgen en lijdelijk gedrag, en zelfs door het afvaardigen van deputatiën, bij sommige vergaderingen van dit verbond, gelijk ook door andere soortgelijke daden.

De Rite d’adoption, is het eenige stelsel van die aard, dat thans(1830) nog in Frankrijk, en de Loges, onder het Grand Orient arbeidend, in gebruik is. De dames worden er toegelaten, onder de titel van: Soeurs d’adoption. De ritualen en de formulieren, zijn in 1774, door het Grand-Orient toegelaten, daar dit ligaam, in Juni van dat jaar had verklaard, dit punt in overweging te zullen nemen. In die hervorming was het dan ook de bedoeling, zodanige bijeenkomsten te begrijpen, die voor dat tijdstip, op verre na die regelmatigheid en kiesheid niet vertoonden, welke haar thans eigen zijn. Men mag aannemen, dat de vrouwelijke verenigingen, in navolging van de Orde, zowel in Frankrijk als in die vreemde landen, waar men dit gebrulk heeft nagevolgd, eerst ten gevolge van de verbastering van de Maç.°. zeden, zijn opgekomen. Het lag echter nimmer in de aard, vrouwen toe te latens tot de geheimen alleen voor mannen bestemd. vandaar dan ook, dat de eerste VV.°. MM.°., die op het denkbeeld kwamen, vrouwen toe te laten, haar niet de titel gaven vanVrijmetselaressen (Franche-Maçonnes), maar ze slechts toelieten, onder die van Ridderessen (Chevaliéres) van enigerhande Orde. De werkplaatsen werden werven, wouden, bosjes, liefdetempels (chantiers, forets, bosguets, temples d'amour), enz. genoemd. Eerst in de laatste tijd, werden zij (soeurs) zusters genoemd, vroeger werden zij met de naam van (cousines of amies) nichten of vriendinnen, bestempeld.

De wijze van opneming en de plegtigheden van haar bijeenkomsten, hebben geen betrekking met hetgeen de V.°. M.°. betreft. ook hebben de leden van de Adoptie-Loges geen toegang, tot de V.°.M.°. arbeid. Deze zijn dus meer te zien als een onstpanning, die, wel verre van schadelijk te zijn, vele goede zijden bezit. Immers, de uitnemende kiese en wellevende toon, welke in die vereniging heersen, zijn oorzaak, dat zij ook door de verlichtste en beschaafdste Br.°. worden bezocht, terwijl die verenigingen ook bijzondere uitmunten, door hun weldadigheid. De doorluchtigste, zowel als door kennis het meest uitmuntende vrouwen, in Frankrijk, behoorden vroeger, en behooren ook nu nog, tot die verenigingen.

De-graden van de Rite d'adoption, zijn getrokken uit het boek Genesis, de symbolen en vormen, zijn de zinnebeeldige voorstellingen van de deugden van het vrouwelijke geslacht, en de plaats van de vereniging vertoont bij de inwijdingen, de hof van Eden. Die vereniging heeft ten doel, het hart van de aannemelingen te doordringen van het besef, dat de vrouw door God tot hulp van de man is geschapen, dat die vereniging van de geslachten, als een geschenk van zijn weldadige hand, een toevlugtsoord van genoegen, rust en onschuld behoorde te zijn, dat nogthans eenerzijds de nieuwsgierigheid aan de eene zijde, en anderzijds de zoete taal van de verleiding, de val van het gehele menselijke geslacht hebben veroorzaakt. De nieuw aangenomene worden daarom vermaand; dit nadeel te vergoeden door haar deugden, waardoor alleen zij-in slaat zijn, de band van vereniging te bevestigen, en ons de reine en ware vreugde van het leven te doen smaken. Br.°. Thory, heeft in het 3e. deel van het werk, getiteld: "Histoire de la fondation du Gr.°. Orient de France, een fragment ingeleverd, over de geheime verenigingen van de vrouwen (fragment sur les réunions secréter des Femmes), dat zeer lezenswaardig is, en waarin hij min of meer uitvoerige berigten geeft

1.) Des Mopses (Zie-lager dit Artikel).

2.) De L'Ordre de la Félicité, ou des Félicitaires (Zie het Artikel Félicitaires).

3.) De l'Ordre des Chevaliers et Chevaliéres de l’Ancre (zie het artikel: anker, de orde van het)

4.) De lÓrdre des Chevaliers et Nymphes de la Rose (Zie het Artikel Rozen-Orde)

5.) Du Rite d’adoption et de l’Ordre des Fendeurs (zie het artikel klovers).

6.).De l’Ordre des Dames Écossaises, de l"Hospice du Mont- Thabor (zie het artikel de Schotse dames van het hospitaal van de berg Thabor)

7.). De l'Ordre de la Persévérance (zie het artikel de Orde van de volharding)

8.). De l'Ordre des Chevaliers et Dames Philochoréites, ou Amants du plaisir (zie het artikel Philochoréites).

9.). De la Maçonnerie Egyptienne d'adotion (zie het artikel vrij Metselarij (de egyptische]).

10.). De l’association des compagnes de Penélope (zie het atikel: de Orde van het Palladium)

In een van de werken daarover, getiteld: Statuts et Reglements, komt onder anderen, in het 11e. en 12e. Art. voor: Geen vrouw of weduwe kan, onder welke voorwaarde ook, aangenomen worden, als zij het minste vermoeden van zwangerschap voedt, enz. en geen vrouw, weduwe of meisje, kan ook, onder geen voorwendsel, ontvangen worden op een krietisch tijdpunt; en de dag van haar aanneming. moet ten minste vier dagen verwijderd zijn, van het eindigen daar van, en tenminste acht van dat, waarop het zou kunnen voorkomen:

De graden daarvan zijn: grade d’Apprentie, grade de Compagnonne, grade de Maîtresse. Even als in de V.°.M.°., is ook in de Rite d’adoption, de titel- en schitterzucht oorzaak geweest, dat er de hoogere graden op zijn geënt, en men er nog twee heeft bijgevoegd, namelijk: Maîtresse parfaite en Élue sublime Écossaises of Souveraine illustre Écossaise. In een blad te Berlijn, door Prof, GUBITZ uitgegeven vindt men een opstel, over een V.°.M.°. Loge van Dames, te Napels, bestaan hebbende onder voorzitterschap van de Koningin Karolina. Deze dames noemden zich nichten hoveniersters (eugine giardiniére), en trachtten later een even schitterende rol te spelen, als haar goede neven( buoni cugini), de Carboniari. Zo lang er de laatsten bestonden, genoten de Loges van de hoveniersters, de bescherming van de Gr.°. L.°. van de Carbonari, te Napels.

Buiten Frankrijk zijn de pogingen, ter verbreiding van de Maçonnerie d’adoption, nooit geslaagd, zelfs is die, in verschillende landen, door de bevoegde Maç.°.. macht, verboden geworden. Het Gr.°.O.°. van Holland, deed dit bij besluit van 10 Juni 1810.

Ten einde een denkbeeld te geven van een Adoptie-vergadering, laten wij een beschrijving van een zodanig feest volgen, gehouden op de 22e dag van de 10 maand 5838, te Parijs, door de Loge la Clemente Amitie', welks werkzaamheden bestuurd werden door de Br.°. L. TH. JUGE, reg.°. Mr.°. van de Loge la Clemente Amitié, en de Brr.°. Bourré en Pichon.

Het borstbeeld van de zuster, Keizerin Josephine, met lauweren gekroond, stond op een voetstuk in de vergaderzaal, die met veel smaak en pracht was versierd.

De bovenste galerijen, smaakvol versierd met festoenen en bloemslingers, dooreen geslingerd met roode en witte draperieen, en met goude en zilvere galon, waren gereed gemaakt ter ontvangst van een aantal bezoekende Broeders en Zusters, en aan de kapel, voor de torsbeelden of Caryatieden, die ze schoorden, waren groepsgewijze, een groot aantal Loge-banieren geplaatst. De voorzittende Br.°., gaf bij het openen van de werkzaamheden van de witte Maçonnerie (aldus wordt de Rite d’adoption wel eens genoemd), kennis, dat er drie kandidaten zouden worden ingewijd.

De Ceremoniemeester berigt, dat er een zeer groot aantal Broeders en Zusters wachten, niet slechts in de drie daartoe bestemde vertrekken, maar tot zelfs op de trappen, in de portalen en voor de straatpoort, en dat de deputatién van de Loges, van wie de banieren zich in de zaal bevinden, zijn aangekomen, gelijk ook een talrijke deputatie van het Gr.°.O.°.. De voorzittende Broeder benoemd hierop zeven en twintig Broeders, om de bevoegdheid van de bezoekers te onderzoeken, en benoemd een gelijk aantal adjunkt-Ceremoniemeesters, om de bevoegd bevondenen, bij gedeelten, binnen te leiden. Hierop worden de Zusters en daarna de Broeders van verschillende graden en de depulatien, onder muziek binnen geleid, waarna een fanfare, de aankomst verkondigt van de Officieren van het Gr.°.O.°., en eindelijk, van de Gr.°.M.°., Zuster DE MARTIAL, die haar plaats neemt in Azia, tussen de Voorzitter en de Voorzitter van eer. Vervolgens; plaatsen zich, in de streek Afrika (ten westen). de zuster BOURRÉ, de funktién van Groot Inspektrice vervullende; in de streek Amerika (ten zuiden), de zuster JOSEPHINE HUGO en naast de Redenaar, de Zuster DESIREE PACAULT, lid van de Athenée des arts, sciences et belles lettres, te Parijs, van de Akademie der wetenschappen te Wenen, en van die van de letteren te Florence, de funkiën waarnemende van Zuster Redenaarster.

Op dat oogenblik, bevinden zich negen honderd personen in de zaal en op de galerijen. Bij de aanvang van de werkzaamheden, doet de voorzitende Br.°. een aanspraak, waarin hij bericht, dat er drie kandidaten ingewijd, en vervolgens de medailles uitgereikt zullen worden, door de Loge la Clemente Amitié, bestemd ter beloning van deugdzame, weldadige en moedige daden. Hij verwelkomt eindelijk de Broeders en Zusters, dat beantwoord wordt door Br.°. VASSAL en Zuster PACAULT. Tenslotte stelt de voorz. Br.°. het teeken van het gebied, aan de Grootmeesteresse in handen, die dit met eerlige door haar gesproken woorden, aanvaart. Aan elke van de kandidaten worden eenige vragen ter beantwoording voorgelegd, waaronder ook voorkomen:

1.Wat is de mens verschuldigd aan God ?

2.aan anderen ?

3. aan zich-zelf ?

4. waarin bestaan de plichten van de Broederschap ?

5. van de weldadigheid ?

6. van de vriendschap, en wordt haar gelast, haar testament te maken. Dit, naar genoegen van de vergadering geschied zijnde, en deze haar toelating goedgekeurd hebbende, worden zij binnen geleid, waarna de Voorzittende Br.°. de volgende woorden uitspreekt:

O Gij die het heelal bestuurd, die de heilige, de wilde en wijsgeer aanbidt, Jehovah, Jupiter, Heer, Allah, edele, zo weinig gekende oorsprong, eeuwig, onveranderlijk beginsel, dat alles heeft geschapen; Gij, die onze kennis heeft bepaald, bij de wetenschap van Uwe goedheid en onze blindheid; die ons nogtans vergund hebt, in dit duister verblijf, het goede van het kwade te onderscheiden, en die, bij het onderwetpen van de natuur aan onveranderlijke wetten, 's mensen wil vrij liet. Leer ons liefhebben, wat ons geweten ons zegt te doen; leer ons ontvlieden wat het ons verbiedt. Duld niet dat onze zwakkehand, hen doeme of bliksems slingere op hen, welke wij als Uwe vijanden aanzien. Wandelen wij op het pad van de deugd, bewijs ons dan de gunst, dat wij er niet van afdwalen. Dolen wij, dat het u dan behage, ons een betere weg aan te wijzen. Leer ons meewarig zijn met de rampen van onze natuurgenoten, hun misslagen te bemantelen, en geef ons tevens de moed, hen die te doen gevoelen, en ze tot het goede terug te brengen. En zijn wij dan toegevend omtrent anderen geweest, zij dan ook, o God langmoedig ten onzen aanzien. Duld niet, dat wij immer aan anderen doen, wat ons gedaan, ons zoude smarten; maar beziel ons integendeel met de zucht, allen wel te doen, zelf hun, die ons kwaad hebben gedaan.

Het behage U, de arbeiders voor de vrede, in deze tempel verenigd, te beschermen, vuur hun ijver voor Uw heilige wetten aan, duld niet dat vernederende hartstogten in hun harten wortel vatten, verhef in ons de eerbied voor ons zelf, de liefde tot de deugd en tot onze Broeders. Het behage U, vooral over de jonge vrouwen te waken, die zich thans willen doen aannemen. Verleen haar Uw goddelijke bijstand, schoor haar door Uwe machtige hand, in de proeven, door haar te ondergaan, en doe ze er zegevierend doorkomen. O Gij! wiens troon de onmetelijkheid is, wiens altaar, zich van het noorden naar het zuiden, van het oosten naar het westen uitstrekt; dat alle wezens, tot een koor vereenigd, lofgezangen ter Uwer eer aanheffen., en dat al de wierook van de natuur tot U opstijge.

De drie aannemelingen worden achtervolgens ingewijd, in de drie graden van apprentie, compagnonne en maîtresse. Zij legen een gelofte af, waarna de voorzittende Br.°. een aanspraak tot haar richt, in welke, onder andere, de volgende woorden voorkomen:

Gisteren nog vreemd aan onze vereniging, hebben wij u deze avond verheven tot de rang van Meesteressen, en wij voeden de innige overtuiging, door al uw daden te zien bewijzen, dat gij het grote vertrouwen, door ons in u gesteld, waardig waart.

De naam Meesteresse mijn Zusters, drukt tevens uit, dat gij vrij zijt van de belemmeringen van de routine en van de vooroordeelen van het gewone slag mensen. De naam Meesteres doet ook nog in haar, die ze draagt, een verlichte geest, een deugdzaam hart, een onberispelijk gedrag in de maatschappi;, een gestrenge naauwlettendheid in alle dingen, getrouwheid in vriendschap, ijver in de arbeid, behoefte aan voortdurend zelfonderrigt en aan het verlichten van natuurgenooten, veronderstellen. Als zo danig, zult gij aanhoudend uw geweten, en de aandrift van uw hart tot leidslieden nemen; want harten door de deugd bezield, kunnen nimmer op een dwaalspoor geleiden.

Hierna geeft een Br.°. (RAYMOND) lezing, van een lofreden op keizerin Josephine, welk onderwerp door een ander van de Br.°.(JUGE), vroeger als prijsvraag was opgegeven, en dat daarbij bekroond werd. Na de voorlezing ontvangt de schrijver, uitl handenl van de Grootmeesteres, een zilvere medaille en een lauwerkrans. Vervolgens geeft de zuster DESIREE PACAULT voorlezing, van een door haar vervaardigde elegie, getiteld: la derniere heure du poéte. Na de afloop hiervan, worden ruime inzamelingen gedaan door de Aalmoesenierster en de pas aangenomen Zusters, welke haar op last van de Grootmeesteresse ondersteunen. Dit volbragt zijnde, had er een aandoenlijke plegtigheid plaats. De Br.°. JUGE, had namelijk het benoodigde kapitaal bij zijne Loge la Clemente Amitié neergelegd, om daarvan op gezette tijden, een zeker aantal grote bronzen erepenningen uit te reiken, aan personen, die zich door deugd of menslievendheid zouden hebben onderscheiden. Van deze medailles, waarvan de sternpel zeer mooi is gegraveerd, zouden er die avond, ten gevolge van een langdurige en naauwgezet onderzoek van een kommissie van 7 achtenswaardige Brr.°. en Zzr.°. VV.°.MM.°., een tiental worden uitgereikt. De eerste werd toegewezen aan de Br.°. Marie Auguste Desanlis, wiens ijver, Maç.°. deugden, en grote weldadigheid bij de Parijse Broederschap zeer bekend zijn. De Grootmeesteresse reikte hem dan ook de erepenning uit, en zette hem een lawauwer krans op, maar met Broederlijke edelmoedigheid nam hij de krans van het hoofd, en zette die op het hoofd van de Br.°. JUGE, die, zo als hij zich uitdrukte, die had verdiend, niet slechts door dat hij de stichter van deze beloningen was, maar vooral door zijn edel hart, door de menslievende plannen die hij ten uitvoer brengt, door zijne tallooze weldaden, door de tranen die hij heeft gedroogd, de wonden die hij heeft geheeld, de ellende die hij heeft verzacht, en eindigde zijn rede met de woorden:

"Gij zijt het, Broeder JUGE ! u behoort die krans; in naam van de geheele hier aanwezige vrouwenschaar schenk ik die u; want zij wier harten de weldadigheid zo wel begrijpen, zeggen mij door haar blikken, dat hij u toekomt. Ik schenk hem u, in naam van deze gehele vergaderinlg die mij bezielt. Ik schenk hem u ook in de naam en als een bewijs van de zegeningen, van de ongelukkigen welke gij hebt geholpen."

Deze handeling werd op hartstochtelijke en uitbundige wijze; door de vergadering toegejuicht, zodat de bewijzen hiervan schier niet ophielden.

De tweede medaille was toegekend aan Josephine Marie cantelle, oud 12 jaar, geboren en wonende te Chapelle Saint Dennis, uithoofde dat zij, op 12 September 1838, bij een brand in het huis van haar vader—zowel als de moeder afwezig - ten aanzien van een grote menigte verbaasde toeschouwers, die het niet dorsten ondernemen, zich tot tweemaal in het midden van de vlammen begaf, en haar kleine zusje en haar meer dan tachtigjarige grootmoeder redde.

De derde medaille was toegewezen aan de Br. . Leon le man Alcan, Red.°. van de Loge Temple des vertus et des arts, te Parijs, die niet slechts in 1830 aan drie personen het leven redde, maar ook uit mensenliefde, op 12 Juli 1838, een verlaten kind, dat naar een gevangenis, een soort van bedelaarsgesticht, zou gezonden worden, tot zich genornen, en zich verbonden heeft zorg voor hem te dragen, waarom hij hem dan ook bij een ambachtsman in de leer heeft gegeven. Die Br.°. had, op dezelfde wijze, reeds op de 2e Mei 1837, bij een ander kind , dat evenzeer verlaten was, en bij herhaling door de rechtbank veroordeeld, en dus voor de maatschappij; verloren zou zijn gegaan, door zijn tussenkomst de vrijspraak te weeggebragt en voor zijn toekomst gezorgd.

De vierde medaille was toegewezen aan Madame Marie Louise Gallot. geb. Bessieres, een van de drie dames die diezelfde avond waren aangenomen. Haar ouders die geen middelen hadden, plaatsten haar op de ouderdom van vijftien jaren bij een naaister in de leer, ten einde dat zij haar bestaan in dat beroep zou mogen vinden. Reeds vier jaren was zij bij haar meesteres, toen deze, door tegenspoeden overstelpt, in armoede geraakte. Deze was reeds moeder van drie kinderen, en op het punt van het vierde te bevallen, toen haar huisbaas, haar meubelen in beslag deed nemen, en ze de volgende dag, voor drie maanden achterstallige huur, wilde doen verkopen. De vrouw zou dan zonder verblijf, zonder geld zijn geweest. Marie had door zuinigheid en ijver enig geld bijeengespaard, waarvan zij haar zeer geslete kleeren wilde vernieuwen. Maar liever verkoos zij zich van deze noodige uitgave te onthouden, dan haar in deze verlegenheid te laten, aan wie zij het leeren was verschuldit, van een handwerk, dat haar in haar volgend leven een bestaan kon verschaffen. Zij brengt haar horloge, zilvere lepel en vork, en enige gouden versiersels naar de bank van lening, voegt dit alles met haar bespaard geld bijeen, leent het ontbrekende bij kleine sommen van verschillende personen, en voldoet hiermede, niet slechts de som waarvoor de vrouw wordt vervolgd, maar ook nog een kwartaal huur vooruit. Doch dit was haar nog niet genoeg, en besloot zij, van die dag af. een deel van de nachten te arbeiden om het ongelukkige huisgezin voortdurend te kunnen ondersteunen, zich zelve daarbij al dat onttrekkende, wat niet volstrekt nodig was. Ze;fs later, toen zij gehuwd was en het haar niet voorspoedig ging voldeed zij aan de neiging van haar hart tot weldoen, want de armen niet met geld kunnende ondersteunen, wist zij haar nachtelijken arbeid ten voordeel van de ongelukkigen te doen strekken, zo als b.v. door het gereed maken van kindergoed voor een arme vrouw, die op het punt van te bevallen, en zonder geld was, enz.

Wij hebben deze gevallen vermeld om een denkbeeld van de strekking te geven; de overige daden waren van dezelfde soort.

Na het uitreiken van de medailles werd de vergadering gesloten.

De Loge Isis Monthyon, bestuurd door de Br.°. Chemin Dupontes, bekend als schrijver van verschillende Maç.°. werken, gaf op 12 December 1838, een gelijksoortig feest, bijgewoond door elfhonderd personen van beide seksen, waarin, onder andere, negen zilveren medailles, en even zoveel bloemkransen werden uitgedeeld, aan een gelijk getal personen, die zich deze onderscheiding door deugd en menslievendheid hadden waardig gemaakt. Zo heeft de Loge la Clemente Amitié, op 12 Maart 1840, een koncert en bal gegeven, waarvan de opbrengst, zowel van de toegangskaartjes als = van de inzameling, zou strekken ten voordele van het fonds voor een ondersteuningsgesticht. Wat men nu ook over de Maçonnerie d’adoption moge denken, zo is het nogtans een waarheid, dat daden, als de hier medegedeelde, niet anders kunnen strekken, dan tot bevordering van het doel van de Orde en uitbreiding van het rijk van de deugd.