Rituaal voor de Graad van Meester-Vrijmetselaar
Elke loge heeft, binnen zekere grenzen, het recht om de Ritualen naar eigen inzicht uit te voeren. Het is daarom mogelijk dat sommige loges een Rituaal gebruiken dat op een aantal punten afwijkt van het hieronder beschreven Rituaal. Deze tekst is een weergave van het standaardrituaal.
OPENING DER LOGE
De E\
Mr\ geeft één slag met de moker,
die door de Opzz\ wordt herhaald, en zegt:
E\
Mr\ Het is mijn voornemen te arbeiden
in de graad van Meester-Vrijmetselaar.
Bbr\ Opz\
, helpt mij de Loge te openen.
De Bbr\
blijven zitten.
E\
Mr\ Br\
2e Opz\ , wat is de eerste plicht
van de Opzz\ in de Loge?
2e Opz\
Te zien of de Loge naar behoren is gedekt.
E\
Mr\ Doe u hiervan verzekeren.
2e Opz\
Br\ Dekker, doe uw plicht
De Dekker opent de poort
een weinig en kijkt of er geen oningewijden nabij zijn.
Dekker Br\
2e Opz\ , de Loge is naar behoren
gedekt.
2e Opz\
E\ Mr\ , de Loge
is naar behoren gedekt.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , zijt gij Vrijmetselaar?
1e Opz\
Beproef mij, neem mij aan of verwerp mij, de acacia is mij bekend.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , wat is de tweede plicht
van de Opzz\ in de Loge?
1e Opz\
Ons ervan te verzekeren dat alle hier vergaderde Bbr\
Meester-Vrijmetselaar zijn.
E\
Mr\ Bbr\
1e en 2e Opz\ , onderzoekt
tot dat einde uw kolommen en geeft mij daarvan bericht.
In orde Bbr\ .
1e Opz\
In de Z\ kolom staan allen in het teken van
Meester-Vrijmetselaar
2e Opz\
Ook in de N\ kolom staan allen in het teken
van Meester-Vrijmetselaar.
E\
Mr\ Br\
2e Opz\ , waar is uw plaats in de
Loge?
2e Opz\
In het W\ bij de kolom welke zich ten N\
uitbreidt.
E\
Mr\ Waarom aldaar?
2e Opz\
Om de Mr\ bij te staan in de bouw, de Bbr\
in mijn kolom voor te gaan bij de arbeid en de Leerlingen te onderrichten
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , waar is uw plaats in de
Loge?
1e Opz\
In het W\ bij de kolom welke zich ten Z\
uitbreidt.
E\
Mr\ Waarom aldaar?
1e Opz\
Om de Mr\ bij te staan in de bouw, de Bbr\
in mijn kolom voor te gaan bij de arbeid en de Gezellen te onderrichten.
E\
Mr\ Gelijk de zon opgaat in het O\
om de dag te beginnen, zo is de plaats van de Mr\
in het O\ om de werken te verlichten, de Loge
te openen en de Bbr\ aan de arbeid te zetten.
Br\ 1e Opz\
, wat is de derde plicht van de Opzz\ in de
Loge?
1e Opz\
De E\ Mr\ te helpen
de Loge te openen.
E\
Mr\ Moge dan het licht in volle luister
schijnen in de Loge.
De E\
Mr\ en de beide Opzz\
begeven zich naar de kleine lichten en stellen zich daar opnieuw in het
teken op. Hierna reikt de Cer\ Mr\
een door de E\ Mr\
tevoren aangestoken aansteker aan de 2e Opz\
.
2e Opz\
Ontsteekt zijn licht en zegt:
Wijsheid!
De Cer\
Mr\ reikt de aansteker aan de 1e
Opz\ .
1e Opz\
Ontsteekt zijn licht en zegt:
Kracht!
De Cer\
Mr\ reikt de aansteker aan de E\
Mr\ .
E\
Mr\ Ontsteekt
zijn licht en zegt: Schoonheid!
De E\
Mr\ en de beide Opzz\
begeven zich naar de Zuivere kubiek, waar de E\
Mr\ zich aan de oostzijde, de 1e
en 2e Opz\ zich respectievelijk aan
de zuidzijde en een de noordzijde daarvan opstellen.
De E\
Mr\ reikt de gesloten passer over aan de 1e
Opz\ en de winkelhaak aan de 2e Opz\
. Hij opent de Bijbel bij het eerste hoofdstuk van het evangelie van Johannes,
neemt de werktuigen weer van de Opzz\ in ontvangst
en plaatst deze in de voor de Meestergraad gebruikelijke stand op de Bijbel,
waarbij de winkelhaak open naar het oosten, de passer open naar het westen
is gekeerd.
E\
Mr\ Het Licht schijnt in de duisternis
en de duisternis heeft het niet begrepen.
De E\
Mr\ en de Opzz\ begeven
zich naar hun plaatsen.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , hoe laat is het?
1e Opz\
Het is volle middag, naar de stijl der Vrije Metselaren.
E\
Mr\ Dewijl het volle middag is, de
Loge behoorlijk gedekt en alle aanwezige Bbr\
Meester-Vrijmetselaar zijn, zo open ik deze Meester-Loge in de naam van
de O\ B\ d\
H\ , naar de aloude gebruiken der Vrije Metselaren
door driemaal drie slagen, die van het O\ zullen
uitgaan en in het W\ zullen weerklinken.
De E\
Mr\ geeft de slagen, die door de Opzz\
worden herhaald.
E\
Mr\ De Loge is geopend. Een iegelijk
zij zijn plicht indachtig, zo zal deze ure gezegend zijn.
Bbr\ , ziet op mij.
(Toejuiching 3 x 3).
Bbr\
, herneemt uw plaatsen.
E\
Mr\ Br\
Secretaris, wil de notulen voorlezen van de laatstgehouden Open Loge in
de derde graad.
Secr\
E\ Mr\ , ik lees
u voor de notulen van …
E\
Mr\ Ik dank u, Br\
Secretaris.
Mag ik uw teken van goedkeuring, Bbr\
?
Ik dank u, Bbr\ , dan zijn
ze hierbij goedgekeurd onder dankzegging aan Br\
Secretaris.
DE VERHEFFING TOT MEESTER-VRIJMETSELAAR
E\
Mr\ Bbr\
, wij hebben ons in de Middenkamer verenigd om te arbeiden in de graad
van Meester-Vrijmetselaar. Tijdens deze arbeid zullen wij Br\
…, Gezel-Vrijmetselaar, verheffen tot Meester. Aan de daarvoor geldende
voorschriften is voldaan, de Meestervergadering van onze Loge heeft hem
het Meesterloon waardig gekeurd. Het ogenblik van zijn verheffing is thans
aangebroken.
Br\ Cer\
Mr\ , wil onderzoeken of Br\
Voorber\ met zijn arbeid gereed is en, zo ja,
breng dan de Gezel herwaarts tot vóór de tempelpoort. Laat
hem daar als Gezel aankloppen en plaats hem vervolgens met de rug naar
de tempelpoort.
De Cer\
Mr\ begeeft zich naar de Kamer van Voorbereiding.
E\
Mr\ Bbr\
, laten we ons voorbereiden op de komst van de Gezel die toegang verlangt
tot de Meesterloge. Het Licht van de Vlammende Ster wordt gedoofd en de
Loge verduisterd.
Bbr\ , zien wij hierin
het symbool van datgene wat nog maar al te vaak in onszelf geschiedt in
die ogenblikken waarin wij vergeten dat wij dienen te handelen naar het
hoge beginsel dat voor ons gestalte heeft gekregen.
Laten wij ons in stilte voorbereiden op de arbeid
die ons wacht.
Na het aankloppen van de
Gezel zegt de E\ Mr\
Br\ 1e Opz\
, wie klopt daar als Gezel-Vrijmetselaar?
1e Opz\
Br\ Dekker, wil zien wie daar aanklopt.
De Dekker opent de tempelpoort
een weinig en vraagt:
Dekker Wie klopt
hier als Gezel-Vrijmetselaar?
Voorber\
Een Gezel-Vrijmetselaar die het Meesterloon komt ontvangen.
1e Opz\
E\ Mr\ , het is een
Gezel-Vrijmetselaar die het Meesterloon komt ontvangen.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , wil dan de tempelpoort
geheel doen openen.
1e Opz\
Br\ Dekker, open de tempelpoort geheel.
Geschiedt.
E\
Mr\ Br\
Voorbereider, wat voert onze Broeder herwaarts?
Voorber\
Het verlangen nader te komen tot de vervulling en vervolmaking van zijn
leven.
E\
Mr\ Hoe is zijn naam en wat is zijn
leeftijd?
Voorber\
Zijn naam is Shibboleth, zijn leeftijd vijf jaren.
E\
Mr\ Is zijn Meester over hem voldaan?
Voorber\
Hij heeft oog in oog met de Meester gestaan.
E\
Mr\ Wat brengt hij met zich?
Voorber\
Liefde tot de medemens.
E\
Mr\ Deze antwoorden zijn voldoende,
laat hem binnenkomen op de u bekende wijze.
De Gezel wordt rugwaarts
binnengeleid tot tussen de kolommen J\ en B\
en stelt zich in de houding van trouw. De deur wordt gesloten. De Voorber\
neemt plaats in de kolommen. De Cer\ Mr\
stelt zich schuin achter de Gezel op.
Na enige ogenblikken van
stilte zegt de E\ Mr\
:
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , waarom is de Broeder Gezel
rugwaarts tot mij geplaatst?
1e Opz\
Omdat hij is de mens die, na het licht van de Vlammende Ster te hebben
gezien, zijn oog niet gestaag op dat ideaal vermag te richten, doch die
nog herhaaldelijk de stof laat zegevieren over de geest. Daarom is de Gezel
naar het W\ gekeerd, de stoffelijke wereld,
en afgewend van het O\ , de plaats vanwaar het
Licht komt. Maar de geest zal daartoe zijn laatste reis ondernemen.
E\
Mr\ Is de Broeder Gezel waardig,
overeenkomstig zijn verlangen, Meester-Vrijmetselaar te worden?
1e Opz\
E\ Mr\ , de verheffing
tot Meester is te groot dan dat ik u zou mogen raden hem zonder beproevingen
daartoe aan te nemen.
E\
Mr\ Ik zal uw raad opvolgen en zoveel
mogelijk onderzoeken of hij verdient Meester-Vrijmetselaar te worden.
Enige ogenblikken van stilte.
E\
Mr\ Br\
Red\ , geef uw getuigenis.
De Red\
begeeft zich naar de Gebr\ Kol\
, maakt het Klein Meesterteken en zegt:
Red\
Het geschiedde in die dagen, dat Salomo de wens gedacht zijns vaders, Koning
David, om een tempel te bouwen, de heer zijnen God waardig; want oorlogen
hadden gewoed, vele waren de vijanden geweest, en zo was David gestorven
zonder zijn voornemen te mogen volvoeren.
Doch toen Salomo de troon zijns vaders had bestegen,
waren de vijanden geweken; de klank der wapenen was verstild, vrede en
rust heersten alom; en zo besloot Salomo dat de tijd rijp was voor de bouw.
En deed hij alle steenhouwers, metselaren, smeden en timmerlieden vóór
zich treden – en zij kwamen in grote getale – maar hij bevond géén
hunner bekwaam de bouw van de tempel te leiden. Toen zond hij boden naar
Hiram, koning van Tyrus, en deed hen zeggen: "Gij die een vriend waart
mijns vaders, ontzeg mij uw hulp niet, want ik wil thans doen wat mijn
vader niet vermocht, en een tempel bouwen, de Heer mijnen God waardig.
Doch daar is niemand onder de mijnen aan wie ik een zo grote arbeid kan
toevertrouwen."
De boden, gekomen zijnde voor koning Hiram, spraken
de woorden die Salomo hun gesproken had en Hiram verheugde zich over de
woorden der boden en gaf hun de bekwaamste zijner bouwmeesters mede. Zijn
naam was Hiram Abiff, en hij was de zoon ener weduwe.
Hiram Abiff nu, gekomen zijnde op de plaats van de
bouw, overzag de schare der werklieden, beproefde hen op hun kunde en deelde
hen daarnaar in. In drie groepen deelde hij hen in: die der leerlingen,
die der gezellen en die der meesters. En van deze drie waren de meesters
de bekwaamsten, en hun loon was naar gelang hun bekwaamheid. Ook wees hij
aan de plaatsen waar de werklieden hun loon zouden ontvangen; deze was
voor de leerlingen de kolom J, voor de gezellen de kolom B, maar het loon
van de meesters deed hij uitbetalen in de middenkamer.
Daar nu de werklieden zó vele in aantal waren
dat niemand hen allen van aangezicht zoude kunnen herkennen, zo gaf hij
de meesters een woord en een teken, opdat zij zich als zodanig kenbaar
zouden kunnen maken; en evenzo deed hij de gezellen en de leerlingen. Aldus
werkte ieder hunner in de groep waarin hij was ingedeeld en in de graad
waartoe hij bekwaam was, en daar konden geen vreemden zich mengen onder
de werklieden van Hiram Abiff. Zo was de regeling die hij trof voor de
bouw van de tempel en zij kwam de arbeid ten goede.
Hiram Abiff nu placht wanneer de zon haar hoogste
stand aan de hemel had bereikt en het volle middag was geworden, in de
tempel te gaan om te bidden. En op een dag, zijn gebed beëindigd hebbende
en huiswaarts willende keren om te rusten, wachtte hem een gezel op aan
de zuiderpoort, die hem aanhield en zeide: "Meester, geeft mij het meesterwoord."
Hiram Abiff antwoordde: "Gij dwaalt, alleen door eigen verdiensten zult
gij het meesterwoord deelachtig kunnen worden." De gezel echter, niet tevreden
met dit antwoord en zijn toeleg mislukt ziende, naam de 24-delige maatstok,
het werktuig dat hij bij zich droeg, en gaf de meester daarmee een slag
op de keel. Hiram Abiff week van hem en haastte zich naar de westerpoort.
Doch ook daar wachtte hem een gezel op, die hem aanhield en vroeg: "Meester,
geef mij het meesterwoord." En de meester antwoordde hem gelijk hij de
eerste gezel had geantwoord; doch ook deze gezel, hiermee niet tevreden,
nam de winkelhaak, het werktuig dat hij bij zich droeg en gaf de meester
daarmee een slag op het hart. Andermaal week Hiram Abiff en snelde naar
de oosterpoort, doch ook daar wachtte hem een gezel op, die hem aanhield,
zeggende: "Meester, geef mij het meesterwoord." En ten derde male antwoordde
hem de meester naar waarheid, gelijk hij de beide anderen had geantwoord.
Doch ook deze gezel, niet tevreden met zijn antwoord en zijn toeleg mislukt
ziende, nam de hamer, het werktuig dat hij bij zich droeg, en gaf de meester
een slag op het voorhoofd, dat hij neerstortte en stierf.
De drie gezellen, samengekomen bij het lichaam huns
meesters, namen het op, droegen het naar buiten en begroeven het ijlings
in alle stilte om hun misdaad te verbergen. Op de lage grafheuvel die zij
inderhaast opwierpen, plantten zij een acaciatak, opdat het graf huns meesters
voor hen drieën herkenbaar zoude zijn, want groot was hun wroeging
en scherp de knaging van hun geweten.
De Red\
breekt zijn getuigenis af en blijft staan.
Na enige ogenblikken stilte
zegt de E\ Mr\ :
E\
Mr\ Dat dan de Gezel zijn laatste
reis onderneme, de reis tot het Meesterschap.
De E\
Mr\ en de Bbr\ in
het O\ verlaten hun plaatsen en scharen zich
met de Bbr\ in de kolommen om het Tableau, de
E\ Mr\ aan de oostzijde
daarvan.
Allen stellen zich in de
houding van trouw.
De Cer\
Mr\ vat de Gezel bij de rechterhand en geleidt
hem, zijwaarts gaande en beiden met het gelaat gekeerd naar de wand, door
het N\ tot vóór de troon, waar
hij de Gezel doet stilhouden, hem loslaat en een kleine stap achteruit
doet, zodat de Gezel alléén voor de verlaten troon staat.
Red\
Zelfs het Oosten is ledig.
De Cer\
Mr\ neemt de Gezel weer bij de rechterhand en
geleidt hem op dezelfde wijze tot in het midden van het Z\
, waar hij hem opnieuw doet stilhouden.
Red\
Ach, ware mij liever de keel afgesneden eer ik had deelgenomen aan de misdaad
op Hiram Abiff!
Alle Bbr\
volgen de E\ Mr\
na in het maken van het Leerlingteken.
De Cer\
Mr\ neemt de Gezel weer bij de rechterhand en
voert hem tot in het midden van het W\ , waar
hij hem opnieuw doet stilhouden.
Red\
Ach, ware mij liever het hart uit de borst gescheurd!
Alle Bbr\
volgen de E\ Mr\
na in het maken van het Gezellenteken.
De E\
Mr\ begeeft zich naar de troon.
De Cer\
Mr\ neemt de Gezel weer bij de rechterhand en
voert hem tot in het midden van het N\ , waar
hij hem opnieuw doet stilhouden.
Red\
Ach, ware mij liever het lichaam in tweeën gedeeld geworden!
Alle Bbr\
volgen de E\ Mr\
na in het maken van het Klein Meesterteken.
De Cer\
Mr\ neemt de Gezel weer bij de rechterhand en
geleidt hem vóór de troon. Hij laat hem dan los en treedt
terzijde.
Red\
Toen de volgende dag bij het opgaan der zon Hiram Abiff niet in de tempel
verscheen om de arbeid te leiden en aldaar sporen van bloed werden aangetroffen,
beving de meesters een grote vrees om het lot van hun bouwmeester. Zij
riepen zijn naam in de tempel en daarbuiten, in de stad en onder het volk,
vele malen, maar daar was er geen die antwoordde; en zij vroegen eenieder
die nabij was: "Zeg mij, hebt gij de meester gezien?" Maar daar was er
wederom geen die antwoordde, en hun verslagenheid was groot.
Toen traden zij voor het aangezicht des konings, zeggende:
"Hiram Abiff, , uw bouwmeester, is heden bij het opgaan der zon niet in
de tempel gekomen om onze arbeid te leiden. Wij zochten hem in de tempel
en daarbuiten, wij riepen zijn naam allerwegen en ondervroegen het volk,
maar daar was er geen die antwoordde en niemand die de meester gezien had.
En nu is er angst in ons hart om het lot van Hiram Abiff, want bij de zuiderpoort
des tempels vonden wij sporen van bloed en bij de westerpoort vonden wij
hetzelfde en alzo ook bij de oosterpoort.
En Salomo, gegrepen door een grote ongerustheid om
het lot van zijn bouwmeester, zond drie meesters uit om Hiram Abiff te
zoeken. De drie meesters togen uit en zochten de meester, maar zij vonden
hem niet, en, weergekeerd zijnde, traden zij vóór Salomo
en bekenden hem dat zij de meester niet hadden gevonden, waar zij ook hadden
gezocht.
Toen zond Salomo vijf meesters uit en, hoewel zij
nog langer en nog verder zochten, ook hun zoeken bleef vruchteloos en,
wedergekeerd zijnde voor hun koning, bekenden zij, dat het hun insgelijks
was vergaan.
Salomo, in steeds groten ongerustheid om het lot van
Hiram Abiff, gelastte ten derde male dat men hem zou zoeken en, negen meesters
uitgekozen hebbende, bezwoer hij hen de bouwmeester te vinden. En daar
hij nu vreesde dat mèt Hiram Abiff het geheim van het meesterwoord
en het meesterteken verloren was gegaan, gelastte hij dat een ander meesterwoord
en een ander meesterteken zou worden aangenomen, zijnde het eerste teken
dat gegeven en het eerste woord dat gesproken zou worden wanneer men de
meester mocht wedervinden. Deze zouden dan zijn voor alle meesters bouwende
aan de tempel het nieuwe meesterteken en het nieuwe meesterwoord.
De Red\
gaat naar zijn plaats terug.
Na een kort ogenblik van
stilte zegt de E\ Mr\
:
E\
Mr\ Het is een droevig ogenblik,
waarin ik u weerzie. Wij allen zijn in de diepste rouw gedompeld. Weet
dan, onze meester is neergeslagen; zijn woord was heilig voor ons en dat
woord is verloren. Zijt gij bereid, alles te beproeven om het woord weder
te vinden? Wat is hierop uw antwoord?
Nadat de Gezel bevestigend
heeft geantwoord, zegt de E\ Mr\
Bbr\ Opz\
, voert dan de Gezel rugwaarts naar het Tableau en plaats hem zoals u bekend
is.
De Opzz\
verlaten hun plaatsen en voeren de ontvangen last uit. Zodra de Gezel in
de juiste stand is geplaatst – de rechtervoet vóór de linker
– dat de E\ Mr\ van
de troon, stelt zich tegenover de Gezel en geeft hem achtereenvolgens,
onder het uitspreken van de woorden "Wijsheid", "Kracht" en "Schoonheid"
met de moker een slag op de linkerschouder, de rechterschouder en het voorhoofd.
Bij de derde slag drukt de E\ Mr\
de Gezel terug. De Opzz\ vangen hem op en doen
hem achterover liggen met de rechterhand op de borst en de knie van het
rechterbeen in een rechte hoek opgetrokken. Onmiddellijk daarna bedekt
de Cer\ Mr\ hem met
een kleed en legt daarop een acaciatak.
De E\
Mr\ keert inmiddels terug op de troon.
De Opzz\
gaan eveneens terug naar hun plaatsen.
Na een kort ogenblik van
stilte zegt de E\ Mr\
Br\ 2e Opz\
, hoe laat is het?
2e Opz\
Het is volle middernacht.
De Br\
van Talent geeft 12 slagen op de gong, aanvangende bij het woord "volle".
E\
Mr\ Het is volle middernacht, uur
van het einde, overgang naar het begin.
Het licht van de Vlammende
Ster wordt ontstoken.
Na een kort ogenblik van
stilte zegt de E\ Mr\
Bbr\ Opz\ , heden
bij de aanvang van de arbeid is de meester niet op het werk verschenen.
Ik ben zijn lot beducht en ik zend u uit om hem te zoeken.
De 1e en 2e
Opz\ verlaten hun plaatsen en gaan langs hun
kolom tot het midden van het Tableau, Daar aangekomen, keert de 1e
Opz\ een halve slag linksom en maakt vervolgens
een rondgang om het Tableau langs de west-, noord- en oostzijde tot het
midden van de zuidzijde, waarna hij zich rechtsom naar het O\
wendt. Tegelijkertijd maakt de 2e Opz\ een rondgang
langs de oost-, zuid- en westzijde tot het midden van de noordzijde.
Beiden maken tijdens hun
rondgang gebaren van een zoekende en beroeren tenslotte met de rechterhand
het kleed.
De E\
Mr\ zegt vervolgens:
Br\ 2e Opz\
, hebt gij de Meester gevonden?
2e Opz\
E\ Mr\ , ik heb een
heuvel gevonden, waarvan de aarde blijken draagt van sinds korte tijd te
zijn opgeworpen. Op die heuvel is de tak van een acacia gestoken, waarschijnlijk
als een teken om die plaats te herkennen. Ik heb getracht de aarde weg
te nemen, maar mijn krachten waren niet toereikend.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , hebt gij de Meester gevonden?
1e Opz\
E\ Mr\ , in het licht
van de Vlammende Ster heb ik alles zo bevonden als Br\
2e Opz\ u bericht heeft, maar ook
mijn krachten vermochten niet de aarde te verplaatsen.
E\
Mr\ Welaan, Bbr\
Opz\ , dan zal ìk tot u komen.
De E\
Mr\ verlaat opnieuw de troon, begeeft zich tot
vóór de Gezel en slaat met één slag het kleed
geheel terzijde. Hij maakt dan het Groot Meesterteken, daarin door alle
Bbr\ gevolgd, en zegt:
E\
Mr\ Mac Benac!
Na een kort ogenblik stellen
allen zich in orde als Meester-Vrijmetselaar en zegt de E\
Mr\ :
E\
Mr\ Br\
2e Opz\ , beproeft gij de Meester
op te richten met de aanraking van de Leerling.
Geschiedt.
2e Opz\
Ik heb het beproefd, E\ Mr\
, maar mijn krachten waren niet toereiken.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , beproeft gij de Meester
op te richten met de aanraking van de Gezel.
Geschiedt.
1e Opz\
E\ Mr\ , ook mijn
pogen was vruchteloos.
E\
Mr\ Daar gij beiden, Bbr\
Opz\ , niet in uw pogen zijt geslaagd, zo zal
ìk dáár waar Wijsheid en Kracht zich verenigen tot
Schoonheid, mijn krachten beproeven.
De E\
Mr\ vat de rechterhand van de Gezel in de Meestergreep,
zet zijn rechtervoet tegen die van de Gezel, plaatst zijn rechterknie tegen
die van de Gezel, heft hem op – waarbij de Opzz\
behulpzaam zijn - , zeggende
E\
Mr\ Hand in hand, voet tegen voet,
knie aan knie, vormen wij samen één macht, schouder aan schouder,
de arm om de hals van de Meester geslagen en niets kan ons meer scheiden!
En zegt de Gezel met zachte
stem in het oor:
E\
Mr\ M\
B\ .
De tempel wordt op dat moment
geheel verlicht.
De E\
Mr\ slaat de driehoek van het schootsvel van
de nieuw-verheven Meester omlaag en zegt:
E\
Mr\ Bbr\
, herneemt uw plaatsen.
De E\
Mr\ keert naar de troon terug. De Opzz\
en de nieuw-verheven Meester blijven staan.
E\
Mr\ Bbr\
Opz\ , wil thans de nieuw-verheven Meester de
Zuivere Kubiek doen naderen; laat hem daar knielen op beide knieën
en laat hem beide handen leggen op de drie Grote Lichten.
Geschiedt. De Opzz\
stellen zich op de zuid- c.q. de noordzijde van de Zuivere Kubiek. De E\
Mr\ verlaat opnieuw de troon. Hij neemt zijn
moker mee en stelt zich op aan de oostzijde.
E\
Mr\ In orde, Bbr\
.
IN DE NAAM VAN DE O\ B\
d\ H\ , IN OPDRACHT
VAN HET GROOTOOSTEN DER NEDERLANDEN EN UIT HOOFDE VAN DE MACHT MIJ DOOR
DEZE A\ L\ TOEVERTROUWD,
VERKLAAR IK U, BR\ … , DOOR HET NIEUWE MEESTERWOORD
EN DOOR DE VIJF PUNTEN VAN HET MEESTERSCHAP TE ZIJN: MEESTER-VRIJMETSELAAR.
De E\
Mr\ raakt nu met de moker achtereenvolgens de
linkerschouder, de rechterschouder en het voorhoofd van de nieuw-verheven
Meester aan, onder het uitspreken van de woorden:
E\
Mr\ Wijsheid! Kracht! Schoonheid!
De E\
Mr\ legt de moker neer, vat de nieuw-verheven
meester bij de beide handen en heft hem op met de woorden:
E\
Mr\ Sta op, Broeder Meester, Giblim
is thans uw naam.
De E\
Mr\ gaat terug naar de troon en neemt zijn moker
mee.
E\
Mr\ Herneemt uw plaatsen, Bbr\
.
Geschiedt. De Opzz\
begeven zich naar hun plaatsen. De nieuw-verheven Meester blijft staan.
E\
Mr\ Br\
Cer\ Mr\ , wil de
nieuw-verheven Meester een voorlopige plaats aanwijzen in de kolom ten
N\
Geschiedt.
Br\ …, gij die heden voor
de eerste maal de Meester-Loge hebt betreden, het is u vanaf uw toetreding
tot de Orde bekend, dat de Vrijmetselarij op zinnebeeldige wijze spreekt
door ritualen en symbolen.
Zo heeft dan niet alleen uw verheffing tot Meester,
maar ook uw inwijding tot Leerling en uw bevordering tot Gezel plaats gehad
naar het allegorische verhaal verbonden aan de bouw van de tempel van Salomo,
waarvan ge zojuist het eerste gedeelte hebt gehoord. Wil thans luisteren
naar het vervolg.
De Red\
begeeft zich opnieuw naar de Gebr\ Kol\
en zegt:
Red\
Alzo trokken dan de negen meesters uit om Hiram Abiff te zoeken.
Zij zochten in de tempel en daarbuiten; in de straten der stad en op de
landwegen, maar de schemering kwam over de velden en de duisternis viel
en het werd nacht, zodat zij niet zagen waarheen zij hun schreden zouden
richten en eraan wanhoopten ‘s konings opdracht ooit te kunnen volvoeren.
Doch opeens werden zij een lichtschijnsel gewaar dat
allengs in helderheid toenam, en hun schreden daarnaar richtende, herkenden
zij het licht van de Vlammende Ster. En haar schijnsel volgende, kwamen
zij bij een lage heuvel, waarvan de aarde sinds korte tijd was opgeworpen
en waarin een acaciatak was geplant.
De negen meesters, begrijpende dat zij de plaats des
meesters hadden gevonden, groeven de aarde op en vonden tenslotte hun verloren
meester, hem herkennende in het licht van de Vlammende Ster. En hevig was
hun ontroering; en het gebaar dat zij maakten in hun bewogenheid bij het
weerzien van de meester, was aldus:
De Red\
maakt hier het Groot Meesterteken.
Zo werd dit het nieuwe meesterteken en is zulks gebleven
tot op de huidige dag.
Toen poogde één der meesters Hiram Abiff
op te richten en, zich buigende over het graf, greep hij de hand des meesters
op de wijze van de leerling, doch zijn pogen bleef vruchteloos. En een
tweede meester, zich buigende over het graf, greep de hand des meesters
op de wijze van de gezel, doch ook zijn pogen bleef zonder gevolg. Toen
boog een derde meester zich over het graf en, de meester stevig vattende
bij de pols, richtte hij hem op, staande hand in hand, voet tegen voet,
knie aan knie, schouder aan schouder en de arm om de hals van de herrezen
meester; alzo door de vijf punten van het meesterschap. En allen die om
het graf stonden zagen dat de meester die zij gestorven waanden, weder
was opgestaan, werden zeer bewogen, en in hun ontroering riepen zij uit:
"Mac Benac", hetgeen overgezet zijnde, is: "Hij leeft in de zoon". Alzo
geschiedde het dat dit woord, het eerst gesproken na het wedervinden van
de meester, het nieuwe meesterwoord werd en zulks is gebleven tot op deze
dag.
Het oude meesterwoord is voor de wereld verloren gegaan
en de wereld kent het niet, maar Salomo deed het griffen in een driehoek
van zuiver goud, en, deze dragende naar het midden van de tempel, plaatste
hij het in het Heilige der Heiligen.
De Red\
maakt het Klein Meesterteken en herneemt zijn plaats in de Z\
kolom.
E\
Mr\ Br\
…, zo zijt gij dan ingevolge de voorschriften van onze Orde tot Meester-Vrijmetselaar
verheven naar deze mythe.
De plaats van de E\ Mr\
is op de troon; om uwentwil heeft hij die verlaten op het ogenblik dat
gij in volkomen overgave bereid waart, om der wille van Wijsheid, Kracht
en Schoonheid het hoogste offer te brengen dat wij mensen brengen kunnen.
Alleen in ogenblikken van volledige zelfovergave worden
wij ons bewust van de bestendige aanwezigheid van de O\
B\ d\ H\
in ons binnenste heiligdom, waarin zijn naam, het oude meesterwoord, voor
eeuwig is gegrift. Zulk een ogenblik, mijn Broeder, moge voor u zijn het
ogenblik waarop gij tot Meester-Vrijmetselaar werd verheven.
Vergeet nooit dat hoogste wijsheid, grootste kracht,
volmaakte schoonheid is: heiligheid!
Muzikaal tussenspel.
E\
Mr\ Br\
Cer\ Mr\ , wil thans
de nieuw-verheven Meester weer vóór de Zuivere Kubiek geleiden.
Geschiedt. De E\
Mr\ verlaat de troon, stelt zich op aan de oostzijde
van de Zuivere Kubiek en zegt:
E\
Mr\ Br\
…, door het feit van uw verheffing zijt gij reeds op de hoogte met de belangrijkste
geheimen van de Meestergraad. Gij zijt reeds als zodanig gekleed met de
klep van het schootsvel over het vierkant: geest en stof in de juiste verhouding
met elkaar verenigd.
Het Groot Meesterteken en het nieuwe Meesterwoord
werden u bij uw verheffing medegedeeld en de Red\
heeft dit verklaard in het tweede gedeelte van de mythe.
Gij zijt verheven door de vijf punten van het Meesterschap,
waarbij ge de greep van de Meester hebt gevoeld. Ik zal u deze aanraking
nogmaals geven. Het is de zogenaamde leeuwengreep, diep in de palm van
de hand, de wijsvinger boven op de pols en de duim en de overige vingers
om de pols heen. (Doet zulks).
Wanneer deze aanraking wordt
gegeven, vraagt dit om het geven van het Meesterwoord. Dit kan alleen worden
gegeven als men zich heeft gesteld in de vijf punten van het Meesterschap:
hand in hand, voet tegen voet, knie aan knie, schouder aan schouder en
de arm om de hals van de Meester geslagen.
Daarom kan de greep alleen in
geopende Loge worden gegeven.
Behalve de aanraking, kennen
wij in de Meestergraad ook een woord en een teken. Het paswoord komt overeen
met uw naam in deze graad. Het is Gb\
en de betekenis van de naam is: bekwaam bouwer. Het Kl\
Mr\ teken wordt gemaakt door de horizontaal
gestrekte rechterhand met de duim haaks op de vingers van de hand midden
voor het lichaam te brengen; op deze wijze stellen wij ons in orde in deze
graad. Wil mij hierin navolgen. (Geschiedt).
Het teken wordt voltooid door de hand snel en horizontaal
naar rechts te brengen en vervolgens verticaal naar beneden langs het lichaam
(doet dit, daarin nagevolgd door de
kandidaat). Dit teken zou duiden op dat
gedeelte uit de oude eed van de Vrije Metselaren, waarin zij getuigden
zich liever het lichaam in tweeën gedeeld te zien, dan ontrouw te
zijn aan het geheim der Vrijmetselarij.
Thans, nu gij tot Meester zijt verheven, zult ge echter
ook de samenhang beseffen tussen de mythe en de tekens van Leerling, Gezel
en Meester.
Vraagt men u thans of gij Vrijmetselaar zijt, dan
zal uw antwoord zijn: ‘Beproef mij, neem mij aan of verwerp mij, de acacia
is mij bekend’ (de kandidaat
herhaald dit). Vraagt men u naar uw leeftijd,
dan zult gij antwoorden: ‘zeven jaren naar de stijl der Vrije Metselaren’
(de kandidaat herhaald dit), hetgeen
betekent dat ge zeven treden van de tempeltrap hebt bestegen en toegang
hebt gekregen tot de Middenkamer.
Naar oud continentaal gebruik dien ik u thans bekend
te maken met het noodteken. Dit wordt aldus gegeven – wil mij hierin navolgen
-: de vingers van beide handen worden ineengestrengeld en de handen met
de rugzijde tegen het voorhoofd gebracht, terwijl het hoofd schuin omhoog
kijkt. Gelijktijdig wordt met de rechtervoet een korte stap achterwaarts
gemaakt, terwijl de woorden worden uitgesproken: ‘Helpt mij, kinderen der
weduwe’ of wel in het Frans: "A moi, enfants de la veuve’.
Beiden keren weer terug in
de ruststand in de houding van trouw.
Weet dat dit teken nimmer lichtvaardig gegeven zal
worden. Mocht gij dit teken ooit zien maken, besef dan dat een ziel in
nood verkeert en tracht uw Broeder te hulp te komen voor zover zulks in
uw vermogen ligt hem bij te staan.
Mijn Broeder, gij zijt thans voldoende voorbereid
om de wereld als Meester-Vrijmetselaar tegemoet te treden. Ik zend u uit
om u als zodanig te doen kennen.
Br\ Cer\
Mr\ , wil de nieuw-verheven Meester naar het
W\ geleiden, opdat hij zich daar doet kennen
als Meester-Vrijmetselaar.
Geschiedt. De E\
Mr\ gaat terug naar de troon. De 1e
en 2e Opz\ stellen ieder –staande
– de nieuwe Meester een vraag. Daarna plaatst de Cer\
Mr\ hem tussen de Opzz\
.
1e Opz\
E\ Mr\ , de nieuw-verheven
Meester heeft zich doen kennen als Meester-Vrijmetselaar.
E\
Mr\ In orde Bbr\
.
Bbr\ Opz\
, ik nodig u uit in uw kolommen af te kondigen dat van nu af aan als Meester-Vrijmetselaar
zal worden erkend Br\ …, opdat allen zich met
ons verheugen hem onze Broeder Meester-Vrijmetselaar te mogen noemen.
1e Opz\
Bbr\ in de Z\ kolom,
op verzoek van de E\ Mr\
kondig ik u aan dat van nu aan als Meester-Vrijmetselaar zal worden erkend
Br\ …, opdat allen zich met ons verheugen hem
onze Broeder Meester-Vrijmetselaar te mogen noemen.
2e Opz\
Bbr\ in de N\ kolom,
op verzoek van de E\ Mr\
kondig ik u aan dat van nu aan als Meester-Vrijmetselaar zal worden erkend
Br\ …, opdat allen zich met ons verheugen hem
onze Broeder Meester-Vrijmetselaar te mogen noemen.
E\
Mr\ Bbr\
, begroeten wij onze nieuw-verheven Meester op de ons bekende wijze.
Ziet op hem en volgt mij na.
Maçonniek applaus.
E\
Mr\ Komt, Bbr\
scharen wij ons in de Broederketen.
Dit geschiedt zodanig dat
de E\ Mr\ zijn plaats
op de troon kan blijven innemen.
E\
Mr\ Bbr\
, bij onze inwijding tot Vrijmetselaar hebben wij allen het Licht gezien.
Daarna vormden wij de Broederketen, die ons toen het symbool was van de
band die ons bindt aan de medemens.
Nu, na de verheffing tot Meester, sluiten wij wederom
die keten, die ons thans, nu wij door heilig licht geleid het woord hebben
wedergevonden, het symbool is van de eeuwige samenhang en de eenheid van
het Heelal. Zo staat voor het oog van de Meester niet alleen de mensheid,
maar de ganse schepping in het vast verband van een afdalende en opgaande
liefdeketen, een keten die alle delen van het universum ineenschakelt en
verbindt en die al het bestaande in één machtige keer weer
heentrekt tot zijn oorsprong.
Ontbindt de keten, Bbr\
, en herneemt uw plaatsen.
Geschiedt.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , waaraan arbeiden de Meesters?
1e Opz\
Aan het tekenbord, E\ Mr\
.
E\
Mr\ Zo moge dan de nieuw-verheven
Meester zijn eerste Meesterarbeid verrichten.
De Cer\
Mr\ geleidt de nieuw-verheven Meester naar het
zuid-oosten, waarheen ook de E\ Mr\
zich begeeft, daarbij de passer meenemend. De Cer\
Mr\ houdt het tekenbord op voor de arbeid. De
E\ Mr\ overhandigt
de passer aan de nieuw-verheven Meester en draagt hem op een cirkel te
tekenen. Zodra dit is geschied, houdt de Cer\
Mr\ het tekenbord omhoog, zodat allen de verrichte
arbeid kunnen zien.
E\
Mr\ De eeuwige cirkel is getekend,
waarvan het middelpunt overal, de omtrek nergens is; een arbeid de Meester
waardig!
De E\
Mr\ geeft de Cer\
Mr\ opdracht het tekenbord tegen de Zuivere
Kubiek te plaatsen en neemt de passer weer in ontvangst. Hij laat de nieuw-verheven
Meester een plaats innemen in de kolommen en bestijgt zelf de troon.
Er volgt een kort stuk muziek.
CATECHISMUS
V Broeder, zijt gij Meester-Vrijmetselaar?
A Beproef mij, neem mij aan of verwerp mij, de acacia
is mij bekend.
V Hoe hebt gij dat doel bereikt?
A Ik deed de reis des Meesters.
V Hoe was die reis?
A Ik ging de weg langs de diepste, buitenste duisternis
om te geraken tot het ware Licht.
V Wat is u toen wedervaren?
A Ik ben zinnebeeldig met Hiram Abiff ten onder gegaan
en weder opgestaan.
V Wat is hiervan de betekenis?
A Het is het drama dat zich voltrekt in iedere mensenziel
die naar het Licht streeft.
V Waar zijt gij tot Meester verheven?
A In de Middenkamer.
V Waardoor ontvangt de Middenkamer haar Licht?
A Door het Eeuwige Licht, waarvan de Vlammende Ster
het symbool is.
V Hoe waren de omstandigheden van uw verheffing?
A De hand die mij nederlegde, verhief mij door de
vijf punten van het Meesterschap.
V Welke zijn de vijf punten van het Meesterschap
A Hand in hand, voet tegen voet, knie aan knie, schouder
aan schouder en de arm om de hals van de Meester geslagen.
V Wat betekent het nieuwe meesterwoord?
A Hij leeft in de zoon.
V Wat is daarvan het symbool?
A De acaciatak, gesproten uit de boom des levens.
V Hoe was het oude meesterwoord?
A Het is onuitsprekelijk.
V Waar hebt gij het gevonden?
A Salomo deed het griffen in een driehoek van zuiver
goud, welke hij in de Middenkamer heeft geplaatst.
V Indien een Meester verloren ware, waar zoudt ge
hem wedervinden?
A Tussen de passer en de winkelhaak, alwaar is: heiligheid.
V Hoe oud zijt gij?
A Zeven jaren naar de stijl der Vrije Metselaren.
V Wat betekent dit?
A Dat ik zeven treden van de tempeltrap heb bestegen
en toegang heb gekregen tot de Middenkamer.
V Waar ontvangt ge uw loon?
A In de middenkamer.
V Met welk oogmerk komt ge in de Loge.
A Om te zoeken wat verloren is.
V Hoe denkt ge tot dat doel te geraken?
A Door onderricht en gezamenlijke arbeid.
E\
Mr\ Bbr\
, laat ons daarop gericht zijn!
BEËINDIGING DER WERKZAAMHEDEN
E\
Mr\ De werkzaamheden spoeden ten
einde.
Bbr\ in het O\
gezeten, is er iemand onder u die het woord verlangt?
De E\
Mr\ verleent het woord aan de in het O\
gezeten Bbr\ die daarom vragen.
E\
Mr\ Bbr\
1e en 2e Opz\ , onderzoekt
in uw kolommen of er iets is voor te dragen tot nut van de Orde in het
algemeen of van deze Meesterloge in het bijzonder.
1e Opz\
Bbr\ in de Z\ kolom,
is er iemand onder u die iets heeft voor te dragen tot nut van de Orde
in het algemeen of van deze Meesterloge in het bijzonder?
E\ Mr\
, in de Z\ kolom wordt het stilzwijgen bewaard.
Of, indien door het geven
van de drieslag het woord is gevraagd:
E\ Mr\
, in de Z\ kolom wordt door Br\
… het woord gevraagd.
En later:
E\ Mr\
, in de Z\ kolom wordt verder het stilzwijgen
bewaard.
2e Opz\
Bbr\ in de N\ kolom,
is er iemand onder u die iets heeft voor te dragen tot nut van de Orde
in het algemeen of van deze Meesterloge in het bijzonder?
E\ Mr\
, in de N\ kolom wordt het stilzwijgen bewaard.
Of, indien door het geven
van de drieslag het woord is gevraagd:
E\ Mr\
, in de N\ kolom wordt door Br\
… het woord gevraagd.
En later:
E\ Mr\
, in de N\ kolom wordt verder het stilzwijgen
bewaard.
E\
Mr\ Dan is het mijn voornemen de
Loge te sluiten.
In orde, Bbr\ .
SLUITING DER LOGE
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , waarom zijn de Opzz\
in het W\ verenigd?
1e Opz\
Gelijk de zon het W\ ondergaat om de dag te
eindigen, zo is de plaats van de Opzz\ in het
W\ om bij het einde van de arbeid de Loge te
sluiten, het loon uit te betalen en de werklieden voldaan naar huis te
doen keren.
E\
Mr\ Br\
1e Opz\ , zijn de werkzaamheden geëindigd?
1e Opz\
De werkzaamheden zijn geëindigd.
E\
Mr\ Bbr\
Opz\ , wilt mij dan bijstaan bij het doven der
lichten.
De E\
Mr\ en de Opzz\ begeven
zich naar de kleine lichten en stellen zich daar op in het teken.
2e Opz\
Dooft zijn licht en zegt:
Wijsheid!
1e Opz\
Dooft zijn licht en zegt:
Kracht!
E\
Mr\ Dooft
zijn licht en zegt: Schoonheid!
De E\
Mr\ en de Opzz\ begeven
zich naar de Zuivere Kubiek, waarbij de E\ Mr\
zich aan de oostzijde, de 1e en 2e Opz\
zich respectievelijk aan de zuidzijde en de noorzijde daarvan opstellen.
De E\
Mr\ reikt de gesloten passer over aan de 1e
Opz\ , de winkelhaak aan de 2e Opz\
. Hij sluit de Bijbel, neemt de werktuigen weer van de Opzz\
in ontvangst en plaatst deze onverstrengeld op de Bijbel.
E\
Mr\ Het Licht schijnt in de duisternis.
De E\
Mr\ en de Opzz\ begeven
zich naar hun plaatsen.
E\
Mr\ Br\
2e Opz\ , hoe laat is het?
2e Opz\
Het is de volmaakte tijd van de Vrijmetselaar, het is volle middernacht.
E\
Mr\ Br\
2e Opz\ , zo vervul dan uw plicht.
2e Opz\
Dewijl het volle middernacht is, de volmaakte tijd van de Vrijmetselaar,
zo sluit ik naar de wil van de E\ Mr\
deze Meesterloge in de naam van de O\ B\
d\ H\ , naar de aloude
gebruiken der Vrije Metselaren door driemaal drie harde slagen, die van
het W\ zullen uitgaan en in het O\
zullen worden opgenomen.
De 2e Opz\
geeft de slagen, die door de 1e Opz\
en de E\ Mr\ worden
herhaald.
E\
Mr\ De Loge is gesloten. Het Licht
zij en blijve met ons en gezegend zal deze ure zijn.
Toejuiching 3 x 3.
Allen stellen zich in de
houding van trouw.
E\
Mr\ Gaat heen in vrede.
De E\
Mr\ instrueert de Cer\
Mr\ in welke volgorde de Bbr\
de Tempel dienen te verlaten en roept zonodig het Stalen Gewelf op met
de woorden: "Bbr\ van het Stalen Gewelf, houdt
u gereed."