Maçonnieke encyclopedie-R
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
RAAF,
RAM,
RAT,
RECHTS EN LINKS.
REGEN.
REGENBOOG.
REIGER
REUZEN
RIJST,
RING,
RIVIER.
ROBIJN,
ROOD
ROOS.
ROTSEN
RUNEN,
raaf,
waaronder in mythologie en symboliek ook andere kraaiachtigen als roek en bonte kraai begrepen worden, een vogel die doorgaans een kwade roep heeft, maar soms ook wegens zijn schranderheid gewaardeerd wordt.
In de bijbel stuurt Noach de raaf erop uit om te zien of het water opdroogt, en de profeet Elia krijgt in de woestijn brood en vlees van de raven (net als later de kluizenaars Antonius en Paulus). Een negatieve betekenis heeft hij in de Babylonische kalender, waar hij de dertiende (schrikkel) maand beheerst. Ook in de mythologie van de Oudheid speelt hij een negatieve rol, ondermeer als indiscrete babbelaar (zoals de klappende ekster), die daarom ook niet de metgezel van de godin Athene kon blijven, waarna ze in zijn plaats een uil koos. Ook wordt verhaalddat hij oorspronkelijk witte veren had, maar dat Apollo ze wegens zijn babbelzucht voor straf zwart maakte, en dat hij voorApollo water moest halen, maar onderweg een boom met onrijpe vijgen zag en daaronder wachtte tot de vruchten rijp waren, voor hij de opdracht uitvoerde. De god plaatste hem als het sterrenbeeld Corvus (Raaf) tussen de sterren, waar de Hydra (het sterrenbeeld Waterslang) hem belette uit de schaal (het sterrenbeeld Crater of Beker) te drinken. Ondanks alles gold de raaf als begeleider van de zonnegod Apollo (net als in China, waar men zich een driepotige raaf op de zondacht). Curieus is het volksgeloof in de Oudheid dat eieren door raven met de snavel gelegd worden, reden waarom ze ver van barende vrouwen gehouden werden, omdat deze anders onder zware weeën zouden lijden.
Plinius spreekt van de 'gewurgd' aandoende roep van de ongeluksbode en gelooft dat hij als enige vogel zijn omineuzeaard schijnt te beseffen.
Een positieve rol speelt hij als de inwoners van Thera (Santorini) door Apollo in ravengedaante naar Cyrene gebracht worden, als een witte raaf de Boeotiërs hun land uit leidt (een'witte raaf' is een zeldzaamheid) en als twee raven Alexander de Grote de weg naar het heiligdom van Ammon wijzen( hoorn).
Ook op beeldwerk uit de Mithrascultus zijn vaak raven te zien.
In het vroege christendom werd de raaf verweten dat hij Noach niet op de hoogte stelde van het aflopen van de zondvloed. Zo werd hij tot symbool van de slaaf van wereldse lusten, die draalt met zijn bekering hij roept immers'cras, cras' (Lat. morgen, morgen). Ook het feit dat hij van aas ('ravenaas' = galgebrok) leeft en zijn jongen schijnt te verwaarlozen ('ravenouders'= ontaarde ouders) maakt hem tot 'ongeluksvogel' die ziekte, oorlog en dood aankondigt en zich met 'galgenaas' voedt. Bij de Noordgermanen daarentegen zitten twee raven, Huginen Munin ('herinnering' en 'geheugen'), op de schouders van de god Odin, die elke morgen naar de aarde vliegen en hem de gebeurtenissen die zich daar afspelen meedelen In tallozesprookjes vervullen raven de rol van verdoemde mensen, in Indiaanse mythen van de westkust van Noord Amerika zelfs van een bovennatuurlijk scheppend wezen. Enkele christelijke heiligen worden met raven voorgesteld: Benedictus, Bonifatius, Oswald en vooral Meinrad, wiens twee tamme raven hielpen zijn lijk te vinden, en raven verdedigden ook het lijk van de Heilige Vincentius tegen roofdieren. In de alchemistische symboliek stelt de raaf de zwarte 'materiaprima' voor, op weg naar deSteen der Wijzen, waarbij hijvaak met witte kop wordt afgebeeld, als teken van de verwachte 'opheldering' tijdens het veranderingsproces. In het oude China zag men, zoals gezegd, de driepotige raaf als zonnedier, en er wordt verteld dat tien van zulke vogels ooit een ondraaglijke hitte verspreidden, tot een boogschutterer negen neerschoot. Een rode raaf symboliseerde de koningen van de Tsjo dynastie (tot 256v. C. ), die zich gelijkstelden metde zon. Raven zijn boodschappers van de feeën godin Hsiwangmoe, aan wie ze spijzen brengen, en bij hemelse toernooien vrezen ze slechts de eenhoom. In de heraldiek komt de raaf sinds de Middeleeuwen in stads en familiewapens voor. In de volksmond geldt de raaf, net als de ekster, als diefachtig ('stelen als de raven'), en op Ijsland wordt gezegd dat kinderen geen ravepen als rietje moeten gebruiken, omdat ze anders ook dieven wordei). Een poëtischsymbolische Oekraïense legende vertelt dat de raven in het paradijs bontgekleurde veren hadden, maar na de zondeval vanAdam en Eva aas gingen eten en zwart werden. Pas aan het eind der tijden zal hun vroegere schoonheid in het hernieuwde paradijs hersteld worden, en hun gekras zal welluidende muziek worden, die de Schepper looft. Met dat al is de grote symbolische betekenis van de raaf in de zin van de dieptepsychologie wel duidelij k. Hij houdt zich op bij de duistere zijde van de psyche, maar kan ook een positieve werking hebben, als de mens er in slaagt, bewust en doelbewust met hem om te gaan.
Zie ook: ekster; kraai; vogel
ram,
het mannelijke schaap, is in de astrologie het eerste teken van de dierenriem ( sterren). In de Mesopotamische zodiak wordt het 'Arbeider' genoemd. In de Griekse sage droeg een ram een gouden vacht, het 'gulden vlies', en bracht de koningskinderen Phrixus en Helleover de zee naar Colchis. Alsbeloning kreeg hij een plaatstussen de sterren, maar zijnvacht bleef in het land van deColchiërs, en daarom straalt hetsterrenbeeld slechts zwak aande hemel. De astrologen rekenen de Rammet de Boogschutter en deLeeuw tot de vuurtekens; Marsheeft er zijn 'daghuis', en de bijde Ram behorende kleur isdaarom rood; staal is zijn metaal, amethist zijn maandsteen. Wie onder dit teken geboren is,tussen 21 maart en 20 april, zoueigenschappen bezitten die samenhangen met begrippen alsstrijdvaardigheid, neiging tottegenspraak, verkwisting vanliefde en energie en vooruitgangsdrang. Bij het Westafrikaanse volk vande Joroeba is de ram symboolen attribuut van de dondergod Sjango, de bijldrager, en de donder wordt als oorverdovend geblaat van de ram voorgesteld. Ook de Germaanse dondergod Thor (Donar), de hamerslingeraar, werd met de ram geassocieerd, evenals de Egyptische god Chnoem en 'Jupiter Ammon' (beide wel met ramskop voorgesteld); de Griekse god Hermes werd wel als ramdrager (Kriophoros) en herdersgod voorgesteld. In de symboliek van de dieptepsychologie is de ram volgens E. Aeppli vergeleken met de stier 'een wild symbool van de scheppende natuurkrachten, maar verbonden met geestelijkeproblemen', en draagt dus minder de signatuur van de destructieve, elementaire vitaliteit. ln de bijbel neemt Abraham een ram en schenkt deze als brandoffer in plaats van zijn zoon Isaak. 'Rabbi Hanina ben Dosa vertelt dat niets van het dier onbenut is gebleven. De as(gloed?) was grondbestanddeel van het vuur, dat op het binnenaltaar van de tempel gloeide. Deram had tien pezen, en daaromhad de harp, die David bespeelde, ook tien snaren. Uit devacht werd de gordel van Eliagemaakt. Dan de twee hoomsvan de ram: op de linker bliesde Heer op de berg Sinaï, zoalsgezegd wordt: "het geluid vande bazuin werd gaandeweg zeersterk" (de bazuin is ontwikkeld uit de sjofar, de ramshoom). De rechter was echter groterdan de linker, en eens zal de Heer hierop blazen, als hij de inballingschap verstrooiden zalverzamelen, waarover geschreven staat, dat men dan op eengrote bazuin zal blazen.
'Zie ook: bok; geit ; schaap
rat,
heeft evenals de muis doorgaans een negatieve symbolische betekenis, maar kan ook(net als de muis) een 'zieledier'zijn. De 'rattenvanger van Hameln' wordt vaak als symboolvan de zielenvanger en bedrieglijke verleider beschouwd. Doordat hij voorraden aanvreeten epidemieën kan verspreiden,kreeg de rat de reputatie, verbonden te zijn met de duivel enzijn trawanten. Hij zou heksendienen, om argeloze mensenkwaad te berokkenen. De ratwerd maar zelden van de muisonderscheiden, vooral wegens zijn massale voorkomen als trekrat (bruine rat). Geheel anders wordt de rol vande rat in de culturen van Zuiden OostAzië gezien; in Indiawerd hij plaatselijk wel in eigentempels gehouden, waarbij overigens de gedachte aan het inpalmen van ziektedemonen wel voorop zal hebben gestaan. De rat wordt ook als rijdier van de olifantkoppige Ganesja, de god van de schranderheid, voorgesteld, in Japan als begeleidervan de geluksgod. Hier gold, net als in China, het ontbreken van ratten in huis en hof als een slecht teken (zoals in de zegswijze: 'de ratten verlaten het zinkende schip'). Als de rat knabbelt, 'telt hij zijn geld', en onze geldwolf heet in China een 'geldrat'. In Zuid China zou de rat de mensen rijst gebracht hebben. Anderzijds werden de ratten (ta sjoe of lao sjoe) ook in China wel als demonisch beschouwd, ongeveer als mannelijke tegenhangers van de vrouweiijke vossegeesten. 1n de chinese dierenriem is de rat het eerste dierensymbool, zoals de ram in de onze. Jaren van de rat zijn daar 1972, 1984, 1996 enz. Een 'rattenkoning' is een nestjonge ratten met in elkaar verknoopte staarten, in overdrachtelijke zin een warboel, een reeks verwikkeiingen. 'Zo kaal als een rat' is zeer arm (zalig), en een oude rat (of: rot) is een zeerervaren of sluwe kerel.
Zie ook: muis
rechts en links.
De twee zijden vormen een dualiteit, waarin de rechterzijde meestal (maar niet altijd) voor de betere, positieve zijde doorgaat. Het feit dat de mens altijd overwegend rechtshandig zal zijn geweest, blijkt onder andere uit handafdrukken in cultusgrotten uit de IJStijd. Het is misschien ook welveelbetekenend, dat de linkerarm per traditie als schildarmpassief bleef, terwijl de rechterarm het wapen voerde. ln hetavondland is de plaats aan tafelrechts van de gastheer de ereplaats. Bij het Laatste Oordeel zullen de goeden zich rechts ende verdoemden zich links bevinden, en de opgestane Christus zetelt aan de rechterhand vanGod. Rechts van de gekruisigde Jezus hing de berouwvolle misdadiger, links de onboetvaardige. In de kabbalistische traditiewordt de dualiteit van Godshanden, die immers geen negatief aspect kunnen bezitten, zo uitgedrukt dat de rechterhand (de zegenende hand) barmhartigheid en de linker (de koningshand) gerechtigheid symboliseerde. In veel culturen wordt de rechterzijde als de mannelijke en de linker als de vrouwelijke beschouwd, wat samenhangt met een negatieve waardering van het vrouwelijke, maar ook kan uitdrukken dat de rechterhand zich wijdt aan de dagelijkse bezigheden en de linker aan de magie. Afrikaanse magiërs voltrekken sacrale handelingen met de rechterhand en bereiden gif met de linker. Het oude China met zijn complementaire opvatting van yin en yang kent geen uitgesproken voorkeur voor één zijde; thuiszit de heer des huizes links en zijn echtgenote rechts, maar 's nachts is het andersom. Opgroepsbeelden van goden ziet men mannelijke godheden rechts en vrouwelijke links, maar in de Tibetaanse iconografie is het weer andersom. In de magie van het avondland wordt het 'pad aan de rechterhand' als 'witte magie' beschouwd, dat 'aan de linkerhand' als 'zwarte magie'. Onzeker is de oorsprong van links en rechts (progressief en conservatief) in de politiek;misschien hebben de invloedrijke conservatieve (adellijke) Tory's de beste zijde, rechts van devoorzitter, opgeëist en moest deoppositie met de linkerzijde genoegen nemen; volgens anderen gaat deze verdeling terug op het 19 eeeuwse Franse parlement (conservatieven rechts tegenover liberalen en radicalenlinks).
Zie ook: dualistische stelsels
regen.
De heilige abdis Hildegard van Bingen (1098l179) vergeleek de regen met de levenskracht van de ziel, die het lichaam doet opbloeien, 'opdat het niet uitdroogt, zoals de regen in de aarde stroomt. Als namelijk de vochtigheid van de regen in gepaste mate en niet overmatig neervalt, doet de zede aarde ontkiemen. Als ze echter in ordeloze overvloed valt, vemielt ze de aarde door het verstikken van haar kiemen. Van de ziel gaan immers zekere krachten uit om het lichaam te bezielen, zoals door het water de vochtigheid bezield wordt. . . ' Ook tranen worden door Hildegard met regen vergeleken. 'Bij de geestelijke mens,die overmand door godvrezendheid in tranen uitbarst, net als bij de wolken, die hun water aan hogere sferen onttrekkenen als regen uitgieten', werkt de gave van het berouw als groenmakende levenskracht, 'die hem daarbij reinigt van zonden'. In de oude agrarische culturen werd de vruchtbaar makende regen alom door het symbool van een kam voorgesteld, waarbij de dwarsstreep boven aan de wolken voorstelt en de daarvan uitgaande verticale lijnen de regenstrepen. Zo werd de Oudmexicaanse regengod Tlaloc ook voorgesteld met een haag van tanden aan de bovenkaak, als die van een kam. Dikwijls gold het uit de hemel vallende, de aarde bevruchtende vocht als sperma dat een hemelgod aan 'Moeder Aarde' zond. In de psalm van Salomo 72:6 wordt van de heerschappij van de rechtvaardige vredevorst gezegd: 'Hij zij als de regen die neerdaalt op het grasland, als regenbuien die de aarde besproeien. 'In het oude China was de nietzelden heersende droogte eengoddelijke bezoeking, en al inhet tweede millennium v. C. werd met orakelbeentjes om regen gevraagd. Het vrouwelijkeprincipe yin moest daartoe opde juiste wijze met het mannelijke yang verbonden zijn (regenboog). ln Zuidoostafrikaanse culturenwerd de regen, zoals oude rotsschilderingen laten zien, dooreen uit de hemel komende slang (wellicht een bliksemdier?) gesymboliseerd. Ook een gehoomde reuzenslang schijnt een mythisch regenwaterwezen verbeeld te hebben. Wolken zijn in veel oude wereldbeeldende verblijfplaats van het regenwater, dat er met bliksemschichten uit bevrijd moet worden.
Zie ook: water; wolken
regenboog.
Dit indrukwekkende hemelverschijnsel is in veel culturen een symbool van goddelijke manifestaties van welwillende aard. In de bijbel (Genesis 9:11) is de regenboog het teken van God dat er geen zondvloed meer zal komen. Ook de Wereldrichter aan het eind der tijden wordt vaak tronend op een regenboog voorgesteld. ln het oude Griekenland is Irisde maagdelijke godin van de regenboog, die van de Olympus af snelt om de geboden van Zeus en Hera aan de aarde over te brengen. Ze wordt met vleugels en caduceus voorgesteld; haar gewaad wordt gevormd door 'iriserend' glinsterende dauwdruppels. Ook het regenboogvlies van het oog wordt om zijn glans 'iris' genoemd. Onzeker is of de brug Bifròst uit deGermaanse mythologie als melkweg of als regenboog beschouwd moet worden. ln de middeleeuwse christelijkesymboliek worden de driehoofdkleuren van de regenboog als beelden van de zondvloed (blauw), de wereldbrand (rood)en de nieuwe aarde (groen) opgevat, zoals bij Gottfried van Viterbo (ca. l125 1192), ofwel de zeven kleuren als beelden van de zeven sacramenten en zeven gaven van de HeiligeGeest, dan wel als Mariasymbool, dat hemel en aarde met elkaar verzoent. ln het oude China zag men de regenboog als teken van de vereniging van yin en yang, soms ook wel als teken van 'buitenechtelijke ontucht'. Het gold als oneerbiedig, er met de vinger naar te wijzen. Men stelde hem vaak als slang voor met een kop aan beide uiteinden, net als in oude Javaanse mythen, waar de ene kop water opzuigt uit de noordelijke zee, en de andere het in de Zuidzee weer uitspuugt. In het oude Peru (Inkarijk) bracht men de regenboog in verband met de heilige zon,en 'de Inkakoningen voerden hem in hun wapen en onderscheidingstekenen' (Garcilasode la Vega, 1539 1616). In het Europese volksgeloof wordt de regenboog vaak beschouwd als teken van komende rijkdom of het vinden van een schat (de pot met goud op de plaats waar de regenboog de aarde raakt).
reiger
(Gr. herodios; Lat. ardea), een grote waadvogel met scherpe snavel, volgens de sagen uit de Oudheid een vijandvan de adelaar en de leeuwerik, maar een vriend van de kraaien, gewijd aan Poseidon (Neptunus), de god van de zee. Hij werd als gunstig voorteken (augurium) beschouwd. ln de fabel van Aesopus wil hij een bot uit de keel van de wolf trekken, maar riskeert daarbij zijn kop. In de vroegchristelijke tekst 'Physiologus' is de reiger de soberste van alle vogels, want 'zijn bed en zijn eten zijn op een en dezelfde plaats', zonder dat hij 'telkens af en aan vliegt'. Daarom is hij een symbool van de goede christen, die niet de vele plaatsen van de ketters opzoekt en zich hoedt voor de'spijzen van ketterse en dwaalleren'. In een middeleeuws dierenboek (bestiarium) leest men dat de reiger regen verafschuwten hoog boven de wolken vliegten daarbij onweer aankondigt: 'Deze vogel is een zinnebeeld van de zielen der uitverkorenen, die uit angst voor de stormen van deze wereld heel hun streven boven het tijdelijke uit op de hoogten van het hemelse rijk richten. Veel reigers zijn wit, andere asgrauw; wit is de kleurvan de onschuld, asgrauw die van de boete . . . ' (Unterkircher). Omdat de reiger volgensde sage tranen kan storten, is hij ook een zinnebeeld van Christus op de Olijfberg; ook is hij een verdelger van de 'duivelse' slangen en behoort hij volgens de profeet Jeremia (8:7) tot de vogels die hun vaste tijden kennen (wat echter ook op de ooievaar kan slaan). De lange snavel van de reiger geldt enerzijds als kenmerk van nieuwsgierigheid (die 'overal zijn neus in steekt'); anderzijds wordt de reiger ook wel met een witte steen in de snavel voorgesteld, wat hem tot symbool vande zwijgzaamheid maakt. In de Chinese kunst wordt dereiger (loe) vaak samen met de lotusbloem (lien) voorgesteld, omdat de betreffende lettergrepen klankovereenkomst met 'weg' en 'stijging' vertonen, wat de wens 'stijg op je weg altijd hoger' oplevert.
Zie ook: ibis; kraai; kraanvogel; ooievaar; vogel
reuzen
symboliseren in veel oude geestenwerelden de nogon gevormde oer natuur voordat de cultuurmens het land in bezit nam, en dus, net als de wilden, een stadium van oeroude wildheid. Hieraan ligt kennelijk de veronderstelling ten grondslagdat voor het bezit van cultuurgoederen slechts mensachtige wezens met enorme lichaamskracht zich in de harde wereldstaande konden houden. Zulke opvattingen konden worden onderbouwd door vondsten van grote fossiele dieren beenderenen het bestaan van megalithische bouwsels, die men wel aan prehistorische reuzen toeschreef. In de Griekse mythologie is er sprake van Giganten enTitanen, die door de goden inde oertijd overwonnen moesten worden, terwijl de Noordgermaanse sagenwereld Thursenen Jüten kent, die vijandig tegenover de goden (Asen) en mensen staan. Oudere mythologische scholen zien reuzen als belichaming van vernietigende natuurkrachten, bijvoorbeeld als veroorzakers van lawines,vallend gesteente of aardbevingen, en de strijd van goden en heroën tegen deze gedrochtenals uitdrukking van de handhaving van de mens tegen de elementen. Ook in precolumbiaanse Amerikaanse scheppings mythen is er sprake van reuzengeslachten, die mislukte ontwerpen van hun goddelijke scheppers voorstellen en door rampen vernietigd worden. Dikwijls worden tweeslachtige oerreuzen( androgyn) door godheden gedood, verbrijzeld en als bouwstof voor de wereld gebruikt, zoals Ymir bij de Noordgermanen. ln sagen figurer en reuzen meestal als lompe, boosaardige wezens, die met moed en list door helden overwonnen worden (zoals de Cycloop Polyphemus door Odysseus), waarbij de boertige volksoverlevering er vaak een schalkse wending aan geeft. In traditionele gemaskerde optochten worden reuzen vaak met dwergen geconfronteerd. De Duitse paleontoloog Edgar Dacqu‚ (1878 1945) was van opvatting dat sagen over reuzenen draken op een oerherinnering uit voormenselijke tijden teruggaan, die indrukken van reuzenreptielen uit vroegere tijdperken van de aardse geschiedenis bij onze voorouders ingeprent zou hebben.
Zie ook: dwergen
rijst,
in OostAzië het elementaire voedingsmiddel, dat inmateriële en symbolische zin overeenkomt met het graan,resp. het brood in het avondland. In het oude China zou de mythische keizer uit de oertijd Sjennoeng de rijst ingevoerdhebben, evenals het jaarlijkse rituele planten er van. In enkele provincies gold de hond of de rat als brenger van dit voedingsgewas. Doden legde men rijst in de mond, en bij offers aan voorouders werd de rijst hoog op schalen opgetast, wat anders als ongepast gold. Ook was het niet toegestaan, restjes van rijstweg te gooien; wie dat deed, kon door de dondergod getroffen worden. In Japan werd de invoering van de rijstbouw aan de zonnegodin Amaterasoe toegeschreven. Als de stormgod Soesanoo haar velden verwoestte, sloot ze zich vertoomd in een grot op en kon er maar moeizaam toe bewogen worden, haar ballingsoord te verlaten en de wereld weer lichtte geven ( Baubo). Overigensis de godin Inari de 'rijstdragende'. Zij zou rond 800 v. C. als oude man met twee takkenbossen verschenen zijn en zich als beschermheer van de rijst geopenbaard hebben. De heiligdommen van Inari zijn zeer talrijk; er zouden er in Japan zo'n 40. 000 zijn. Ze zijn te herkennen aan reeksen torii achter elkaar. Een ceremoniële rijstmaaltijd in tegenwoordigheid van boeddhistische priesters zou welgesteldheid en geluk in het particuliere en openbare leven waarborgen.
Zie ook: brood; torii
ring,
Cirlot
Lennhoff,
RING (DE ACADEMIE DER MEESTERS VAN DE
RING, BIELEFELDER,
RINGE DER HOCHGRADE.
RINGE, FREIMAURERISCHE,
RING, FREIMAURERISCHER, EDUARDS VII.,
RING, LUMINOUS.
RING, MASONIC.
RING, WETZLARER,
RINGE IM VOLKSABERGLAUBEN.
een traditioneel symboolvan de onbegrensdheid (eeuwigheid), de omzetting van het cirkelsymbool in de tastbare realiteit van een werkzaam voorwerp. In de Griekse en vooral ook in de Romeinse Oudheid hadden verdienstelijke burgers het recht ijzeren ringen te dragen. Priesters van Jupiter mochten gouden ringen dragen (oorsprong van de bisschopsring), net als in later tijd ridders en senatoren. Ook waren er magische voorstellingen aan ringen verbonden, zoals het geval was met de legendarische zegelring van Salomo ( hexagram). Aristoteles (384 - 322 v. C. )spreekt van een orakel, waarbij het samenklinken van twee aan draden opgehangen ringen op bereidvaardigheid zou duiden. Boven een alfabettablet gehangen ringen moesten ook de namen van de samenzweerders tegen keizer Valens (328 - 378n. C. ) openbaren, doordat ze bepaalde letters aanraakten. In de vroegchristelijke tijd bericht Macrobius (rond 400 n. C. ) over ringvormige sieraden met symbolen van de vis, de duif en het anker ( kruis). De 'vissersring' van de paus, die bij het overlijden van elke paus verbroken moet worden, stelt Petrus voor die een visnet ophaalt (Lucas 5:4 v. v. ). In de Middeleeuwen is de ring een symbool vande verloving ( knopen) en het huwelijk. Ringen werden ook, met edelstenen bezet, als amulettegen ziekten gedragen, bijvoorbeeld met carneool tegen bloedingen. 'Krampringen ' moesten verlammingen afweren, amuletringen moesten tegen allerlei aanvechtingen beschermen. In de magische literatuur vindt men sinds Agrippavon Nettesheim (1486 - 1535) steeds weer aanwijzingen voorde vervaardiging van allerlei ringen met geheime krachten. Verbroken ringen symboliseren verbroken geloften, het verlies van ringen betekent volgens het volksgeloof onheil. De zegelring met (meestal overgeërfde) heraldische symbolen kan oorkonden waarmerken en bezitsaanspraken rechtvaardigen. Stervenden deed men hun ring af om de onthechting van het aardse te verlichten; al in deOudheid mocht bij tal van cultushandelingen geen ring gedragen worden, omdat deze het contact met de hogere wereld bemoeilijkte. In de vroege Germaanse Middeleeuwen werd grote betekenis gehecht aanringvormige kleinodiën ('Ring des Nibelungen'), omdat zegen of vloek er onverbrekelijk mee verbonden konden zijn. Sagenen sprookjes herinneren nog aan wensringen en soortgelijke magische sieraden. (Tolkien: Inde ban van de ring). Over het voorkomen van ringen in de wapenkunde schrijft G. A. Bückler (1688): 'Men komt vaak ringen in wapens tegen, die eer, trouw en oneindige duurzaamheid betekenen. Als een onderdaan een ring van een vorst ontvangt, is dat een tekenvan bijzonder grote gunst; zo vertelt Aristoteles ook, dat de Carthagers hun legeraanvoerders met zo veel ringen vereerden, als zij overwinningen op hun vijanden behaalden, en datde ring dus van oudsher en nog altijd een onderscheidingsteken van de adel is. ' In denieuwere heraldiek wordt de ring als wapenbeeld als teken van bisschoppelijke waardigheid beschouwd, maar gouden en zilveren, met edelsten en bezette ringen komen ook in stads en familiewapens voor. In het middeleeuwse romanboek 'Gesta Romanorum' (ca. 13W) vindt men een voorafschaduwing van Lessings ringparabel ('Nathan der Weise'), maar nog niet in de geest van 'grensoverschrijdende' menslievendheid. Hier wordt verhaald van een koning met drie zonen,van wie er een de lieveling van zijn vader was. Hij zou een ring met een kostbare edelsteen erven, maar de vader liet er twee duplicaten van maken, die hij aan de andere zoons vermaakte. 'Na het verscheiden van de vader geloofden ze ieder, de bestering met de edelsteen te bezitten. Iemand die daarvan hoorde, zei: "Laten we onderzoekenwelke ring ziekten kan verdrijven, en dat is dan de kostbaarste". ' Twee bleken er geen uitwerking te hebben, terwijl die van de lievelingszoon helende krachten bezat. Dit wordt symbolisch als volgt verklaard: 'De drie broers zijn de drie geslachten van de mensheid. De eersten[die van de lievelingszoon] zijn namelijk de zonen van God door de vleeswording van Christus, de twee anderen zijn de joden en de Saracenen (moslims). Nu is echter duidelijk datGod het christenvolk meer liefheeft; daaraan heeft hij dus de ring nagelaten, die de blinden doet zien, de zieken geneest, de duivel uitdrijft en alle overigewonderen bewerkt. Deze ring ishet ware geloof . . . ' In joodse legenden vindt men daarentegende parabel van de twee edelstenen (religies), die er hetzelfde uitzien; slechts de 'Vader in de hemel' kan bepalen, welke de beste is.
Zie ook: bruiloft; cirkel; huwelijk
rivier.
Aan de grote stromen ontstonden rond 3000 v. C. de grote culturen van de Oude Wereld. Wat de Huanghe, Ganges, Indus, Eufraat, Tigris en Nijl als richtlijn voor de geschiedenis van de mensheid betekenen, is cultuurhistorisch nog nooit vergelijkend en synthetisch uiteengezet (in de Nieuwe Wereld bestaat geen vergelijkbaar fenomeen). In symbolische zin is de rivier een water dat niet statisch is, zoals de zee, maar door zijn stroom en zijn overstromingende dynamiek en de tijdsindeling duurzaam beïnvloedt. In de oud joodse paradijs overlevering wordt het omringende land door de paradijsrivieren in vieren gedeeld: Pison (Indus?), Gihon (Ganges?), Hiddekel (Tigris) en Eufraat. Ook de begrenzing tussen leven en hiemamaals werd dikwijls als een rivier voorgesteld, net als Oceanus rond de oecumene (toenmalig bekende wereld) voorgesteld werd als een grensrivier die de aardschijf omgaf. De bron van belangrijke rivieren wordt vaak in bovenaardse sferen gezocht; die van de Nijl, Egyptisch 'Jotroe', bijvoorbeeld in een grot,die van de grote Aziatische rivieren (Brahmapoetra, Ganges, Indus en Oxus) op de wereldberg Meru. In het oude China werd veel betekenis gehecht aan de beteugeling van de riviergoden door de mythische oerkeizer Ju, en om deze natuurwezens mild te stemmen werden er ooit mensenoffers gebracht. In rivieren zouden drakenkoningen leven, die offergaven inwachtten (symbolen en personificaties van het gevaar dat overstromingen en stroomversnellingen opleveren), en verdronken mensen werden voor gevaarlijke wezens gehouden, die plaatsvervangers zochten onder badende mensen, om zo voor wedergeboorte in aanmerkingte komen. Uit het antieke Hellas zijn riviergoden bekend (Acheloàs, Scamander, Cephissus e. a. ) aan wie verschillende offers gebracht werden (stieren, paarden, haarlokken, schapen). Zulke riviergoden werden meestal als diermensen voorgesteld, bijv. als mens met stierekop of als kentaur (Nessus).
In het oude Rome werd de Tiber vereerd als 'Tiberinus pater' en voor de vader van alle rivieren aangezien. In de christelijke tijd werden de paradijsrivieren vaak symbolisch op doopvonten weergegeven en werd het doopwater met dat van de Jordaan vergeleken, waarin Jezus door Johannes gedoopt werd. Tegenover de paradijsrivieren stelde men overeenkomstig de Griekse mythologie vier hellerivieren: Acheron, Cocytus, Styx en Phlegethon of Pyriphlegethon l'vuurstroom'). Zeer levendig is in India de verering van de Ganges, waarvan het water in staat zou zijn alle menselijke misstappen uit te wissen ('Zoals het vuurbrandhout verteert, zo verteert Ganga de zonden'), zoals vooral in Benares te zien is. De Ganges wordt als een rechtstreeks uit de hemel komende stroomopgevat, door Brahma gezonden, die zowel de as van de afgestorvenen als de lichamen van de levenden van elke zondige smet reinigt, nadat de god Sjivahem had opgevangen en in zijn bedding had geleid.
Ook de bedevaart naar de bronnen van deheilige rivier geldt als zeer verdienstelijk voor het ontlastenvan een bezwaard karma (geheel van iemands daden en gedachten, bepalend voor zijn positie na de wedergeboorte). Inde wapenkunde symboliserenrivieren en bronnen volgensB"ckler (1688) verre reizen overzee of moedige daden te water,en de reiniging van smetten enfouten door het heldere water.
Zie ook: bronnen; hiemamaals;paradijs; water
robijn,
een edelsteen die omzijn rode kleur symbolisch met de planeet Mars in verband werd gebracht. Het is de 'karbonkelsteen' uit sagen en sprookjes. Omdat hij volgens het volksgeloof in het donker als gloeiende kolen oplichtte, kreeg hij de naam 'carbunculus'(kooltje). Albertus Magnus(l193 - 1280) schrijft er 'de kracht van alle andere stenen'aan toe en is van mening dat hij gif in lucht en dampvorm verdrijft. Al eerder had Hildegard van Bingen (1098 - l179) geschreven: 'Overal waar zich een karbonkel bevindt, kunnen de luchtdemonen hun duivels werk niet verrichten . . . zo knot de zesteen alle ziekten in de mens. 'Vanwege zijn rode 'levenskleur' gold hij vaak als middel tegen melancholie en tegen boze dromen. Volgens 'stenenboeken' uit de Oudheid behoedde hij ook voor schipbreuk. Hij gold als symbool van de koninklijke waardigheid, van de hartstochtelijke liefde en van de levenskracht. In de Openbaring van Johannes wordt Gods heerlijkheid met 'diamant en robijn'vergeleken.
Zie ook: edelstenen; rood
rood
is een vaak genoemde lievelingskleur. De voorhistorische mens vond het al op zijnweg in de vorm van ijzeroxyde(roodaarde), en ook in grotschilderingen uit de ijstijd werdhet zeer vaak gebruikt. DeNeanderthaler bestrooide vroeger al het lij k van een begravenemet deze kleurstof, misschienom dit de 'warme' kleur van hetbloed en het leven terug te geven. In het algemeen geldt roodals agressief, vitaal en energiek,verwant met het vuur en zowelde liefde als de strijd op levenen dood aanduidend. Op introvertmelancholieke naturenheeft rood een opdringerige enafstotende werking. In de eigenlijke symboliek heeft dekleur dan ook uiteenlopendebetekenissen. In het oude Egypte had rood alleen in de 'rodekroon' van de Nederegyptischedelta een positieve betekenis,overigens werd het in verbandgebracht met de tegenstrevendegod Seth en de boze wolkenslang Apep. Op papyri werdendeze namen in rood geschreven;rossige dieren, zoals honden,werden verafschuwd, omdat diekleur altijd met gewelddadigheid werd geassocieerd. In de Oudmexicaanse kunstwordt slechts bij uitzonderingrood gebruikt, bijvoorbeeld ombloed, zon, vuur of (in gebroken vorm) leer voor te stellen. Bij de Maya's stelde rood hetoosten voor, bij de volken vanhet hoogland het zuiden; zo ook in het oude China, waar rood (hoeng) in de Tsjodynastie (1050 256 v. C. ) de heilige, levenschenkende kleur was (rood leek welhaast de voorbestemde kleur voor de vlag van communistisch China); het was ook de kleur van de rijkdom verlenende geluksgod. De in Europa als hard en agressief gevoelde kleuren combinatie roodgroen drukte in China levendigheid uit, bijvoorbeeld bij jonge meisjes met groene kousen en roderok of bij de rode lampen en de groene wijn in een herberg. 'Roodhoofdig' werden daarentegen mannen genoemd die teveel gegeven hadden in de echtelijke liefde en wie een vroegtijdige dood wachtte. In de traditionele christelijke kunst was rood de kleur van het offerbloed van Christus en de martelaren, van de vurige liefde (bijv. in het gewaad van Johannes, de lievelingsdiscipel van Jezus) en van het pinkstervuur van de Heilige Geest. Het 'kardinaalsrood' zou erop duiden dat de drager ervan bereid is de offerdood voor de kerk te sterven. Maar ook onzedelijke vrouwen waren in het rood gekleed, en afgodsbeelden van heidense volken werden dikwijls rood geschilderd en geschminkt. In de Openbaringvan Johannes is het grote Babylon, 'moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde', 'gehuld in purper en scharlaken'en zit op een beest met zevenkoppen, een 'scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen'. Het rood werd daarom ook de kleur van de helen van de duivel en van in dat opzicht 'verdachte' dieren als de vos en de eekhoom. Een positief karakter heeft de kleur als uitdrukking van de zegevierende liefde op afbeeldingen van deSchepper en van de opgestaneChristus. In misgewaden komt men het rood tegen op de feestdagen van martelaren en van de Heilige Geest, en bij het lijdensfeest. In de volkssymboliek is rood een kleur van de liefde (zoals in rode bloemen, vooral de rode roos), maar ook van het levenl 'heden rood, morgen dood') en van de woede ('rood aanlopen'). Rood licht duidt in de 'rosse buurt' op prostitutie en in het verkeer op gevaar (stopteken). Bij een stierengevecht zou een rode lap het ten dode opgeschreven dier opwinden en agressief maken, hoewel het dier veeleer door de beweging van de 'muleta' geïrriteerdwordt. In de alchemie vormen rood enwit een dualiteit; rood symboliseert daarbij 'Sulphur', het materiële principe, het brandende. Deze polariteit hangt mogelijksamen met de archaïsche opvatting dat er nieuw leven ontstaatuit de combinatie van menstruatiebloed met wit sperma;de twee kleuren behoren dan ook tot de symboliek van de schepping. In de vrijmetselarij staat het rood voor de 'Schotse rite' met een veelheid van graden, in tegenstelling tot de 'blauwe' vrijmetselarij die slechts drie graden (leerling, gezel en meester) kent. In de dieptepsychologie zegt het rood (volgens E. Aeppli), bijvoorbeeld in dromen, iets over het gevoelsleven. 'Waar roodoplicht, is de psyche slagvaardig, doet zich verovering voor en lijden, is er overgave maarook benardheid, is bovenal hetgevoel in het geding.
'Zie ook: bloed; kleurensymboliek; vuur; wit
roos.
In de Oudheid werd de symboliek van de roos bepaald door de mythe van de dood van Adonis, de geliefde van Aphrodite (Venus), uit wiens bloed de eerste rode rozen zouden zijn ontsproten. Ze werden daardoor tot symbool van de eeuwige liefde en van de wedergeboorte. Het rozenfeest, de 'Rosalia', had sinds de eerste eeuwn. C. een plaats in de Romeinse dodencultus en werd, al naargelang de streek, tussen 11 meien 15 juli gevierd. Het gebruik bestaat in Italië nog op pinksterzondag (domenica rosata). Voorts droegen deelnemers aan Dionysusfeesten, de god van de roes, een rozenkrans, omdat de opvatting heerste dat de roos de uitwerking van de wijn temperde en beschonken mensen ervan weerhield, geheimen te verklappen. Daardoor werd de roos ook tot symbool van de stilzwijgendheid, en vijfbladige rozenwaren een gewild omament van biechtstoelen. 'Sub rosa',d. w. z. onder het zegel van de geheimhouding, betekent eigenlijk 'onder de roos'. In dechristelijke symboliek was de rode roos zinnebeeld van het door de gekruisigde vergotenbloed, en daarmee van de hemelse liefde, in de 'Divina commedia' van Dante als 'rosa candida' aangeduid. De troubadourspoëzie zag in de roos daarentegen een tastbaar symbool van de aardse liefde, en tot in onze tijd is de roos een liefdessymbool gebleven. De witteroos is in veel sagen en legenden echter een symbool van de dood. In de kerkelijke iconografie werd de roos als 'koningin van de bloemen' tot symbool van de hemelse koningin Maria en van de maagdelijkheid ('maagdebloem'); slechts maagden mochten in de Middeleeuwen rozenkransjes dragen, en de madonna werd vaak in de 'rozenhaag' voorgesteld. De'mystieke roos' symboliseert het diepste geheim van de kosmos. In de alchemie zijn rode en witte rozen het symbool van de dualiteit rood/wit, van de twee oerprincipes Sulphur en Mercurius, en een roos met zevenkransen van bloemblaadjes duidt op de zeven metalen en hun bijbehorende planeten. De combinatie van kruis met roos biedt het symbool van de Rozenkruisers, leden van de esoterische gnostische genootschappen, die teruggaan op 17e eeuwse alchemistische geschriften: een vijfbladige roos in een kruis, wat ook het zegel van Maarten Luther was. In de vrijmetselarij kent men het gebruik, bij een overledene drie rozen in het graf te leggen, die licht, liefde en leven symboliseren. In de traditionele Chinese symboliek speelt de roos een veelgeringere rol, en duidt wel de jeugd aan, maar is geen zinnebeeld van de liefde. Bückler (1688) schrijft over de betekenis van rozen, dat deze 'koninklijke waardigheid wordt toegekend, want ze betekenen bovenal verkwikking, vrijgevigheid en stilzwijgendheid. Roderozen brengen in alle historiën het rode bloed met zich mee,dat een ieder voor de vrijheid,voor vaderland of kerk moet laten; zoals dan een rode roos allengs door Gods zegen opkomt, opschiet en uitgroeit, zo moet ook een legeroverste elk moment verwachten, dat zijn bloedvergoten wordt; in dertijd is de roos ook een bijzonder ere en krijgsteken geweest, omdat volgens de Romeinen Mars uit een roos geboren was. 'De heraldische symboliek kent de roos in sterk gestileerde vorm (net als de lelie), meestal als bovenaanzicht van de bloem met halfgevouwen blaadjes, dikwijls vijf, maar ook wel zes of achtbladig met rode of (zelden) zilveren of gouden kleur. Als wapenbeeld is de roos het bekendst in de Engelse heraldiek, en wel bij de huizen van York en Lancaster (witte roosen rode roos); in de 'Tudorroos' worden beide rozen gecombineerd, en het stadswapen van Southampton vertoont twee witte rozen en één rode.
Zie ook: alchemistische symbolen; bloemen; vijf
rotsen
en rotsblokken gelden wegens hun duurzaamheid meestal als symbolen van het onwrikbare, blijvende en vaste, en dus ook als goddelijke tekens. Dat geldt met name als ze opvallende vormen hebben; ze worden dan dikwijls als zetel van bepaalde bovennatuurlijke wezens of als versteende (als straf voor een vergrijp in steen veranderde) mensen opgevat. In het oude China zijn rotsen op rolschilderingen symbolen van het lange leven en van het oerelement yang (in tegenstelling tot yin, dat door watervallen wordt voorgesteld). In veel streken sloeg men stenen om ze regen af te smeken. Schaalvormige stenen dienden vaak voorde vruchtbaarheidsmagie. Bij de joden gold het rotsblok in het allerheiligste van de tempel van Jeruzalem als plaats van de schepping van de wereld en middelpunt van de aarde (omphalos). In veel culturen kende men goden en heroën die uit een rots werden geboren, zoals Mithras. In het christendom is het door Mozes uit een rots gewonnen water (tijdens de uittocht van de joden uit Egypte) het symbool van het doopwater en van het levenschenkende water van het geloof. De apostel Petrus (Grieks: rots) is een symbool van het onwrikbare fundament waarop de kerk van God gebouwd is. Rotsblokken spelen een rol in de bouwkunst en werden in Noordwest Europa al rond 4800 v. C. voor monumentale megalithische bouwsels gebruikt. Ook hier kan de duurzaamheid ervan de gedachteaan het eeuwig blijvende ingegeven hebben. Stenen zuilen (menhirs) zijn wel als fallussymbool opgevat, of als verhoogde zetels voor de zielen van voorouders bij stenen graven. In de vrijmetselaarssymboliekstaat de 'ruwe' (onbewerkte) steen voor de leerling: ieder arbeidt aan zijn eigen ruwe steen, en een 'behouwen' steen duidt op voltooide vorming. Terwijl de ruwe rots als symbool van de nog niet ontplooide vaardigheden van de mens kan gelden, wordt de verfijning ervan door allerlei veredelingsriten verzinnebeeld. Rotsachtige bergtoppen werden in veel culturen met rituelen omgeven, evenals opvallende rotspieken (bijvoorbeeld de rots Idafe bij de oorspronkelijke bewoners van het Canarische eiland La Palma voor de Spaanse verovering). Aan bepaalde stenen werden krachten toegeschreven ('warme stenen' inBretagne); ze konden vitaliteit verschaffen, bijvoorbeeld als onvruchtbare vrouwen er op gingen zitten (idem in het oude China; grot). In het Oude Testament is de rots met symboliek beladen, zoals in psalm 31, vers 3: 'Wees mij tot een beschuttende rots, tot een sterke vesting om mij teredden, want Gij zijt mijn steenrots en mijn vesting . . . ' of in het danklied van David: 'O, Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder, mijn God, de Rots, bij wie ik schuil. . . ' (II Samuël 22:2 v. v. ). De rots had grote betekenis als oerbeeld van de godheid bij de Hoerrieten en de Hittieten, waar een rots de oude godenvader Koemarbi een diorietzuil als zoon schenkt, Ullikummi genaamd. Deze bedreigt de heerschappij van de nieuwe gebieder van de hemel, de onweersgod Tesjoep, tot hij met een koperen sikkel afgesneden wordt van zijn standplaats op de schouder van de wereldreus Upelluri en zo overwonnen wordt. In het Peru van de Inkatijd noemden de Indianen 'zeer hoge bergen, die boven de andere uitsteken als hoge torens boven de gewone huizen . . . en bijna zo steil als een wand oprijzen' (Garcilaso de la Vega, 1539 1616) 'huaca' (heilig, geheimzinnig). Bij zulke rotstorens werden offergaven gedeponeerd ; na het Spaanse zendingswerk in het Inkarijk werden op dergelijke plaatsen kruisen opgericht.
Zie ook: alchemistische symbolen; menhirs; steen
runen,
Oudgermaanse schrifttekens, afgeleid van zuidelijke(mediterrane) lettertekens, metals alfabet de 'futhark'volgorde (naar de eerste zes letters). De runen hadden oorspronkelijk allereerst een magische betekenis, waarvan de symboliekmet Germaanse godheden samenhangt. Pas in de vroegeMiddeleeuwen werden ze inScandinavië en Jutland op grotere schaal als schrifttekens gebruikt, terwijl ze vermoedelijkrond het begin van onze jaartelling als hulpmiddel bij orakelswerden gebezigd. Het zich verbreidende christendom verdrong de runen langzamerhanden verbood ze tenslotte, omdatze in verband werden gebrachtmet de heidense religie. In recenter tijd kenden de nationaalsocialisten de runen ook welhaast religieuze betekenissen toe, die maar zeer ten dele door de historische bronnen gedekt worden. Ook na 1945 werden runen als politieke, neofascistische symbolen gebruikt, wat geheel tegen hun oorspronkelijke bedoeling indruist.
Zie ook: swastika