Achtbare Meester: aanspreektitel van de voorzittend meester van een loge
Arbeid: maçonnieke werkzaamheden, bijv. verricht tijdens een Open Loge
Arbeidstafel:
jaaroverzicht logewerkzaamheden
Bouwstuk: bijdrage in de vorm van een voordracht
Bouwstuk
Opleveren:
leveren van een bijdrage (voordracht) tijdens een logebijeenkomst
Broeder: zo noemen vrijmetselaars elkaar
Commissie van
Onderzoek: een commissie die een kandidaat ontvangt en over zijn toetreding
adviseert.
Compareren: verschijnen, aanwezig zijn; van gedachten wisselen
Comparitie: maçonnieke bijeenkomst;
gedachtewisseling
Draaginsigne: wordt bij plechtige gelegenheden op het rokkostuum gedragen
Eerste graad: graad van leerling
Gezel: vrijmetselaar 2de graad; volgt na leerling
Hoofdbestuur: het bestuur van het Grootoosten der Nederlanden
Inwijding:
Koninklijke
Kunst:
Leerling: vrijmetselaar 1ste graad; dit wordt men tijdens de eerste inwijding
(aanneming)
Maçon: vrijmetselaar
Maçonniek: alles wat met het wezen van de vrijmetselarij te maken heeft |
Meester: vrijmetselaar 3de graad
Open Loge: maçonnieke
plechtigheid, gehouden in de werkplaats
Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der
Nederlanden: landelijke organisatie waarbij alle Nederlandse loges zijn aangesloten
Opzieners: bestuursleden van de loge, belast met de begeleiding van leerlingen en
gezellen.
Profaan: werelds - in de zin van ‘niet maçonniek’
Ritus -
Rituaal
Rokkostuum: wordt tijdens Open Loges gedragen
Schootsvel: voorschoot, oorspronkelijk van lamsleer
Symbool:
Tempel: ruimte waar Open Loges worden gehouden; zie: werkplaats
Veldloge: een Open Loge in de vrije natuur
Visiteren: bezoek aan een loge in Nederland of het buitenland.
Visiteur: bezoekend lid van een andere loge
Voorhof:
voorportaal dat toegang geeft tot de werkplaats
Voorzittend Meester: voorzitter van de loge; zie ook ‘Achtbare Meester’
Werkplaats: zie ‘tempel’
Westen: de wereld van alledag
Zevende Graad: ontspanningsruimte, bar
|