KARAKTERISTIEK Loge Driehoek is één van de veertien vrijmetselaarsloges die Den Haag rijk is. Zij werd opgericht in 1969 door een aantal leden van een andere Haagse loge: ‘De Oude Plichten’. Deze wordt als moederloge beschouwd. Het ledental heeft vele jaren, tot 1986, geschommeld tussen 25 en 30, daarna begon een stijging tot boven de 35 in 1994. Deze toename werd mede veroorzaakt door het houden van jaarlijkse voorlichtingsbijeenkomsten. De loge kreeg het rangnummer 251, d.w.z. het is de 251ste loge die opgericht werd, gerekend vanaf het jaar 1756. De kleuren van de loge, die ook in het draaginsigne terugkomen zijn blauw, geel en rood. Het blauw wordt daarbij gezien als symbool voor het geestelijke in de mens, het geel voor het verstandelijke en het rood voor het emotionele. Namen van Loges hebben een verschillende achtergrond. (zie het overzichtje aan het eind van dit artikel) Van alle loges van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der |
Nederlanden heeft loge Driehoek op één De loge komt wekelijks, op
dinsdag, bijeen. Het werkjaar eindigt midden juni en begint weer op de derde
dinsdag in september. Tijdens het zomerreces komen de leden die dat willen ook
bij elkaar. Dit zijn hele informele bijeenkomsten. |
De comparitie wordt op rituele wijze geopend en gesloten. De kleding is daar naar ieders eigen voorkeur. Velen ervaren de Open Loge als de belangrijkste omdat deze voor hen een belangrijke, geestelijke dimensie heeft. Loge Driehoek visiteert jaarlijks een of meerdere keren bij andere loges, ook in het buitenland. Met een Hamburgse loge bestaan al jaren speciale banden. Wederzijds worden bezoeken afgelegd. Een van de hoogtepunten van het jaar wordt gevormd door het logeweekend. Binnen loge Driehoek bestaat serieuze belangstelling voor een zo goed mogelijk uitvoeren van de onderscheiden ritualen. Dit om de persoonlijke beleving optimaal te doen zijn. Soms leidt dit ook tot verdere rittaalstudie in een daartoe gevormde studiegroep. Loge Driehoek hecht eraan om nieuwe leden zo goed mogelijk op te vangen en de integratie in de loge mogelijk te maken. Daarbij hebben we vooral oog voor de persoon van de nieuwe broeder, zijn instelling en mogelijke bijdrage aan het logeleven. De sfeer in de loge is er een van harmonie onder mannen die elkaar weten te waarderen en stimuleren en waar mogelijk elkaar ook bij staan. Er wordt gewerkt in een hartelijke, broederlijke gezindheid. Voor velen betekent het lidmaatschap een verbond voor het leven. |
